Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Wo. 3248 Woensdag 1 Augustus 1913 26e Jaargang Abonnementsprijs Advertentiën Landbouwgewassen. De nood der tijden. Binnenland. BRESKENSCHE COURA per 3 maanden ƒ0.60, franco per post ƒ0.65, voor Belgiö 0.85, voor Amerika 1 dollar h 3 kwartalen bfl vooruitbetaling. Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. van 15 regels 25 cents, elke regel meer 5 eents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. AdvertentiSn worden ingewacht tot Dinsdag en Yrfldag des namiddags te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever E. BOOM-BLIEK, Groede - Breskens, Blijkens ingekomen ambtelijke be richten z(jn in dit jaar 839.081 Hec taren lands met gewassen bezet te genover 855 815 in 1916, verdeeld als volgt: Beteeld met: 1917 1916 H.A. H.A. Wintertarwe 41,384 58,188 Zomertarwe incl. spelt 8221 2089 Rogge 187,255 201,746 Wintergerst 18,174 19,177 Zomergerat 7689 5069 Haver en Evene 150,848 188,820 Zandboekweit 7560 7938 Totaal granen 415,576 427,977 Veldboonen 21,889 14,892 Velderwten 84,767 24,602 Stamboonen 18,078 8874 Totaal peulvruchten 69,284 48,458 Winterkoolzaad 2578 2628 Bruin mosterdzaad 771 1084 Geel mosterdzaad 912 4944 Karwijzaad 4108 5082 Blauwmaanzaad 569 2076 Vlas 11,971 14,640 Tabak 387 355 Kanariezaad 1086 5969 Andere handelsgewassen 3156 2236 Totaal handelsgewassen 25,488 88,959 Land- en tuinbouwzaden 4871 4105 Consumptie aardappelen 187899181520 Fabrieks aardappelen 82140 35658 Suikerbieten 46653 63,643 Mangelwortels en voederbieten 80984 25008 Koolrapen 9108 6587 Grove wortelen 8162 8574 Cichorei 1048 1244 Ajuin of uien 8838 8928 Andere knol- en wortelgewassen 1574 1718 Totaal knol-, wortel en bolgewassen 266891 271866 Klavers 86601 41282 Kunstweiden 13567 14578 Andere groenvoeder- ge wassen 8403 8641 Totaal groenvoeder- gewassen 58471 64461 Uit dezen staat blijkt in de eerste plaats, dat in 1917 plm. 16,800 H.A. minder is opgegeven dan in 1916. Dit is ongetwijfeld hoofdzakelijk een gevolg hiervan, dat de opneming in den nazomer van 1916, in verband met de levering van granen en peul vruchten aan de regeering, in ver schillende gemeenten heeft geleid tot vermindering van het cijfer, in de laatste jaren voor de oppervlakte bouwland opgegeven. Ook is het niet onmogelijk, dat ten gevolge van ge brek aan mest hier en daar bouwland onbebouwd is gebleven. Vergelijkt men verder de verschil lende cijfers voor beide jaren, dan ziet men in de eerste plaats eene vermindering der met graan beteelde oppervlakte. Terwijl van tarwe, rog ge, gerst en boekweit thans minder te velde staat dan in 1916, is de met haver beteelde oppervlakte belangrijk grooter. Eene groote uitbreiding heeft de teelt van peulvruchten ondergaan. De met handelsgewassen en suiker bleten bebouwde oppervlakte is daar entegen, in verband met de maatre gelen tot beperking der cultuur, aan zienlijk verminderd. Toegenomen is voorts de verbouw van aardappelen. Alleen in de strekeD, waar aardappe len voor de fabrieken worden ver bouwd, is de met dit gewas beteelde oppervlakte afgenomen. Ten slotte valt eene uitbreiding van den verbouw van mangelwortels, voe derbieten, koolrapen en grove worte len te constateeren. Omtrent de weersgesteldheid kan, in aansluiting bij het daaromtrent in het vorige oogstbericht medegedeelde, worden opgemerkt, dat van 15—20 JuDi de temperatuur gemiddeld ruim 6°, het dagelijksche maximum 8° bo ven de normale was. In het daarop volgende gedeelte van Juni week de temperatuur ge middeld weinig af van de normale. Het aantal uren met zonneschijn was ongeveer normaal. Gemiddeld over het geheele land bedroeg de hoeveelheid neerslag in die 16 dagen 48 mM., tegen 30 ml£. normaal. Het tydvak was rijk aan zware regenbuien en onweders. In de periode van 120 Juni 1917 was de temperatuur gemiddeld iets beneden het normale. Het aantal uren met zonneschijn bedroeg 154 tegen 130 normaal. Hoewel het in de eer ste week meest droog weer was, bleek de hoeveelheid neerslag in de geheele periode over het algemeen boven normaal. Mede moet melding worden ge maakt van de nachtvorst, die op 6/7 Juli in de noordelijke provinciën eenige schade toebracht aan aardap pelen, boekweit en stamboonen. Vorstschade op een zoo laat tijd stip blijft intusschen eene groote merkwaardigheid. f Gezien de omstandigheden, is de algemeene indruk van den oogst der akkerbouwgewassen op de klei vrij gunstig te noemen. Minder is dit het geval op de hoogere zandgronden. Behalve in het zuiden der lands, waar tijdig voldoende regen viel, heb ben op bedoelde gronden bijna alle gewassen door de droogte geleden. Daarbij beeft zich ook het tekort aan kunstmest doen gevoelen. Overal kan van de granen eene geringe stroo-opbrengst worden verwacht. In de provincie Utrecht wordt veel over herik en ander zaadonkruid ge klaagd, terwijl daar op vele plaatsen mede klachten worden vernemen over vreterij door konijnen. Zooals reeds in het vorige oogst bericht opgemerkt, heeft de droogte inzonderheid op bet grasland nood lottig gewerkt. De Inmiddels binnengehaalde hooi oogst is dan ook gering geweest, vooral ten gevolge van de slechte ontwikkeling der ondergrassen. Alleen in enkele lage streken, waar goed wordt gemest, en in de overstroomde streken in Utrecht en in het zuidelijk gedeelte van Noord-Holland, Is eene meer bevredigende hooiopbrengst ver kregen. Bovendien hebben verschil lende landbouwers zich verplicht ge zien mede een gedeelte van het hooi land te laten beweiden, waardoor natuurlijk de totale hooiopbrengst nog kleiner is. Dank zij de velen regens en het grosizame weer der beide laatste weken herstelt het grasland zich en bestaat er kans, dat de gras- groei in den nazomer gunstiger zal z(jn en een flinke tweede snede het tekort aan hooi eenigermate zal aan vullen. Eene afvaardiging van het Neder- landsch verbond van vakvereenigingen heeft een onderhoud gehad met Mi nister Posthuma, waarbij zij alleerst wees op den zeer ernstigen nood, welke in groote lagen der bevolking wordt geleden en nadat het vraagstuk der levensmiddelenvoorziening in zijn geheel ampel was besproken, ver schillende maatregelen onder de aan dacht van den minister hebben ge bracht. Bedoelde maatregelen betroffen voornamelijk: a. de verlaging van de maximumprijzen van rijst en witte brood; b. de beschikbaarstelling van regeeringswege van goedkoope kleeding schoeisel, breiwol, sajet, zoolleder en klompen; e. de handhaving van de oorspronkelijke maximumprijzen, resp. hun verlaging, voor zoover zjj sedert moohtan zijn verhoogd, tot den grond slag van 28 September 1916. Bij de bespreking dezer punten met den minister en uit de mede- deelingen, naar aanleiding daarvan door den miD. gedaan, bleek, dat hoogst waarschijnlijk binnenkort een aantal maatregelen zullen worden ge troffen, waardoor voor een niet on belangrijk deel zal worden tegemoet gekomen aan hetgeen ter leniging van den volksnood noodig wordt geacht. Naast de wenscheiykheld en nood zakelijkheid van beschikbaarstelling van kleeding, schoeisel, breiwol, sajet, zooileder en klompen, heeft de af vaardiging nog bepleit: a. spoedige beschikbaarstelling van goedkoop rund- vleesch, b. de rantsoeneering zoo moge lijk van all» vetten en oliën; c. de verlaging van den melkprijs, d. de vorming van een extra peulvruohten- reserve, voor het geval ook in de komende wintermaanden de aardappe len scbaarsch mochten worderi; e. het treffen van maatregelen, waardoor de opslag van brandhout boven het kolen- rantsoen zou worden tegengegaan. Voorgesteld werd, hiertoe het hout in mindering te brengen van de vast gestelde rantsoenen. Ten aanzien van de distributie van goedkoop rundvleeseh deelde de min. mede, dat deze spoedig is te verwachten en waarschijnlijk tegen billijken prijs zal plaats hebben. De rantsoeneering van alle vetten en oliön achtte de minister zeer moeilijk. In verband met de zeker te verwachten ret- sohaarschte worden echter maatregelen in den gevraagden zin zeer ernstig overwogen. Ten opzichte van de melk- voorziening kon de minister tot zijn leedwezen slechts weinig bemoedigende mededeelingen doen. Als gevolg van den reeds bestaanden en nog te ver wachten veevoedernood en de als gevolg daarvan noodzakelijke ver mindering van den veestapel, zal de melkproductie in den komenden winter niet groot zijn. Rantsoeneering van de melk is en wordt door den min. ernstig overwogen, het is echter niet zeker, of de bezwaren en moeilijkheden, welke tegen bedoelde rantsoeneering worden ingebracht, zullen kunnen worden overwonnen. De vorming van een extra peulvruchten-reserve achtte de minister niet noodig. Voorloopig staat de aardappeloogst er niet ongunstig voor. Maar ook in dien door omstandigheden buiten zijn wil of macht de benoodigde voorraad niet voldoende mocht zijn en de rijat- voorraad niet meer aangevuld mocht kunnen worden, zullen er voldoende peulvruchten zijn. De oogst, zoowel van boonen als erwten, belooft een gunstige te worden. Doordat de gansche oogst van peulvruohten, naast die van alle graangewassen, door den minister is of wordt in beslag geno men en niet alleen alle uitvoer, doch ook alle vervoer binnenslands van genoemde producten verboden blijft, is te verwachten, dat boonen en erw ten ruimschoots beschikbair zullen zijn. Ook om, indien noodig, het aardappelrantsoen tijdelijk aan te' vullen. Bij de bespreking van de Brand- stoflfen-rantsoeneering werd gewezen op de ontstemming, welke heerscht over het feit, dat de meer gegoeden in de gelegenheid gesteld blijven, om zich boven hun rantsoen steenkool of anthraciet nog groote hoeveelheden hout aan te schaffen. De minister bleek de zienswijze der afgevaardig den in hoofdzaak te deelen, ontwik kelde eehter enkele practisohe moei lijkheden. Hij zeide evenwel zeer ernstige overweging en, indien eenigszins mo gelijk, maatregelen toe, waardoor aan den wensch zou kunnen tegemoet gekomen. Ten slotte hebben de afgevaardig den nogmaals bij den minister aan gedrongen op meerdere publicatie, niet alleen ten aanzien van genomen of te nemen maatregelen, maar ook ten opzichte van de economische vooruitzichten. Betoogd werd, dat het Nederland- sche volk recht heeft te weteD, wat het te wachten staat en de afge vaardigden spraken als hun meening uit, dat bij geregelde en tijdige voor lichting niet alleen onnoodige bezorgd heid, maar ook misplaatste zorgeloos heid en niet gemotiveerde gerustheid zouden kunnen worden weggenomen. In zijn antwoord wees de minister op verschillende moeilijkheden, die het veelal niet mogelijk maken mededee lingen te doen. Evenwel waren maatregelen ge troffen, waardoor in de toekomst een ruimere voorlichting van het Neder- landsche volk zal plaats hebben. Te Scheveningen is de treurmare ontvangen dat niet minder dan zes vissehersschuiten zijn getorpedeerd. Het laat zieh gemakkelijk begrijpen wat een sohrik deze tijding in bet, ondanks alle badplaatsdrukte van bet mondaine deel, toch altyd, ook in den zomertijd stil-levend, vissohersdorp Scheveningen heeft te weeg gebracht. Er waren reeds vroeger herhaalde lijk verscheidene slachtoffers gevallen, gelijk ieder zich nog wel herinnert, maar deze slag is toch wel bizonder zwaar. In Scheveningen wordt er natuur lijk dan ook van anders niet gespro ken dan van de ramp, die over de vloot gekomen is. De vissehers zijn een kalm en langzaam volk, zij komen niet gauw tot opwinding, maar dit is hun toch waarlijk wel haast te veel. Aan den boulevard en bi) de haven, maar vooral op den Btrandmuur, waar nu eenmaal de algemeene ver zamelplaats voor de bevolking fs, is er dan ook maar één onderwerp van gesprek. Er waren er, die zeiden, dat een

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1917 | | pagina 1