Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Binnenland. Üo. 2245 Zaterdag 21 Juli -1911 26e Jaargang Onderwijzerssalarissen. Abonmementsprils per 3 maanden ƒ0.60, franco per post ƒ0.65, voor België ƒ0.85, voor Amerika 1 dollar a 3 kwartalen bfl vooruitbetaling. Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren sn brievengaarders. Adrerteotiën van 15 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents. Gtroote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en YrQdag des namiddags te twee nrs. Oli blad verschijnt elkea filaséeg- cu t'ry dagavond by ilea uitgever E. BOONI-BLIEK, Groede - Breskens, Bebalvehet adres van de Bonds- afdeeliDg Oostburg en Omstreken is in 't begin van Juli door een andere vereenigiDg eveneens een adres aan de gemeenteraden gezonden, teneinde verbetering te vragen in de salarissen der onderwijzers. Hoewol de Bond van Ned. Ond. vreemd is aan het laatste adres, beoogt het toch het zelfde doel. De gemeenteraden die nog geen beslissing namen op het bondsadres, kunnen beide dus samen behandelen. Daar waar reeds een beslissing gevallen is, zal men nog eens opnieuw een besluit moeten ne men. Yoor zoover mij bokend, is op het bondsadres alle in nog maar een be sluit genomen te Aardeaburg, te Eede on te Biervliet. Te Aardonburg was ik bij de ba- slissing zelf tegenwoordig. Yan Bier vliet en Eede moest ik de uit3lag vernemen door tusschenkomst van een collega. Te Eede vond men een herziening niet noodig, dewijl de sa larissen in den laatsen tijd zoo om hoog gegaan zijnMen is daar blijkbaar wel goed op de hoogte! Zouden de raadsleden te Eede zelf wel weten, welk een armzalige rege ling in huD eigen gemeente bestaat. Do onderwijzers willen het jaar 1917 benutten om verbetering in hun karige bezoldiging te brengen, daar in dit jaar de salarrissen algemeen zullen moeten worden herzien. Zij willen de jaarwedden van dien amb tenaar brengen tot een zoodanig peil, dat dit in overeenstemming komt met de maatschappelijke beteekenis van z|]n werkkring, de van hem gevor derde ontwikkeling en arbeidsprestatie en voorts voldoende zjj om hem te veroorloven in zijn stand, zonder aan houdende materiëele zorgen voor z|)n schooltaak te leven. In 3 gemeenten van het Land van Cadzand is het aanvangssalaris 600 nl. in Aardenburg, Biervliet en IJzec- dljke. De andere z|ja daar alle bene den. Ken aanvangssalaris van 600 is voor de(n) onderwijzeres) te laag. H|j kan daarvoor onmogelijk in een behooriyk pension wonen en het strikt noodzakelijke voor kleeding, boeken en studie bekostigen, laat staan, ook maar eenige extra uitgaven doen voor ontspanning en ontwikkeling in rui meren zin. Voor zulke jonge men- schen is en bl|Jft het wachtwoord „ontberen", liehamelUk allereerst. ZU kunnen verder hun blik niet verruimen en hun geest die krachten toevoeren, waardoor z|j het leven, waarin zU a's leider en opvoerder der jeugd geplaatst worden, beter leeren kennen en benutten voor bun taak. Ook werken die materiëele zorgen belemmerend op de blijmoedigheid, de opgewektheid, waarmee juist dezo jonge leerkraehen zieh aan de daar voor ontvankelijke jeugd kunnen geven. De peDsionprjjzen z|ju in de laatste 10 jaar aanzieniyk gestegen kleeding en schoeisel vragen aanzienlijk groo- tere bedragen, zoodat na aftrek van eenige onvermydeiyke kosten voor studie en boeken, niet alleen geen kleinigheid overblijft voor ontspan ning of algemeeno ontwikkeling, maar vaak b|j ziekte de kosten van dokter of apotheker niet betaald bunnen worden en zelfs sehulden gemaakt moeten worden voor de allernoodza kelijkste levensbehoeften. Het is daarom wenscheiyb, dat het aanvangsalaris aanzieniyk verhoogd worde, opdat de jonge zich in zijn beroep inlevende ambtenaar niet van meetaf met den nood des levens moet strijden, want dat kan bem in z|jn ambt slechts hinderlijk zijn eD be rokkent schade aan do gemeenschap. Niet minder klemt het feit, dat de gevestigde ODderw|jzer, zal hij zich voluit aan zijn, den geheelen mensch vorderende schooltaak wijden, verze kerd moet zijn van een behoorlijk bestaan, ook in de toekomst. Wie het algemeen vormend Jager onderwijs juist beoordeelen ban, weet dat de ouderwijzer niet- volstaan mag met de eenmaal verworven examen- kennis en dat hij door voortgezette studio en alg^m'ene ontwikkeling, dus door het, meoleveo met de evolu tie op het gebied der algemeene ken nis, zoowel als op het terrein van zijn meer speciale vakwetenschap met zijn tijd moet meegaan. Daardoor worden hooge eisehen aan hem ge steld, zwaarder, dan gevraagd worden in menige andere betrekking, waar routine of beperkte speciaal studie de taak vergemakkelijken. De noodzakeiyka voortdurende ver nieuwing en verdieping van het geestesleven van den onderwijzer eischt echter meer. Bovendien heeft by steeds levend materiaal te bewerken kleine men sehen heeft de onderwyzer voor zich, allen met verschillenden aanleg en karakter hij wordt dan ook opvoeder der jeugd genoemd Ofsoboon de on derwijzer hierin niet de taak, de lei ding van het huisgezin overneemt, hjj is er echter toch de onontbeer- ïyke aanvulling van, omdat de ont wikkeling van den inhoud der kin derziel immer moet voortgaan, zeker ook in de Fchooluren. Artikel 86 der wet op het Lager Onderwys geeft hierin de richting aan. Zal hy in deze richting een zegen- ryke leiding kunnen geven, dan moe ten hem waarborgen gegeven worden voor een innerlijke verzoiging van zijn gemoedsleven. Dengenen, die het onderwys zoo inneriyk als uiterlijk ie steeds op gaande Ujn zien bewegen, zal het duidelijk zyn, dat hiermee aan de verzorging van dat onderwys eisehen gesteld worden, waardoor de onder- wyzera in staat moeten gesteld wor den in technisch-wetensohappeiyk op- zioht hun kennis te onderhouden en uit te breiden, evenals dat byv. een geneesheer, een ingenieur enz. doet. Met deze vergelijking wordt niet be doeld een mogelijk betwistbare ge- ïykstelling in absoluten zin, maar een karakteristiek van het onderwyzers- ambt, ten einde aan te tooneD, dat een ruim oordeelende en vérziende Overheid de dure plicht heeft haar onderwijzers een goede levenshouding mogelijk te maken. Zij moet den on derwijzer daarvoor een bestaan ver zekeren, dat hem een volledige con centratie van geest en gemoed, van zyn geheele levenskraeht op zyn vak mogeiyk maakt. Ook buiten de school uren moet hy dus onderwijzer kunnen zijn in dien zin, dat hij door brood- zorgen en materieele behoeften niet verplicht wordt op allerlei wijzen door les geven, schreven, verzekeringswe zen en andere soms meer onmogeiyke bybaantjes, de tekorten in zyn bud get aan te vullen, maar zijn vryen tyd als het ware geheel kan maken tot de stofleiyke en geesteiyke voor bereiding van zyn veeleischend ambt. Daarvoor is niet alleen noodig de ne gatieve maatregel van het verbod tot het drijven van handel, of eenige ne ring of beroep van art 87 der L. O. wet, maar minstens de zekerheid van een aanvangs ilaris met de periodieke verhoogingen, zooals die thans door de onderwijzers gevraagd worden. Eerst dan kunnen zijn levensom standigheden hem eenigermate ver oorloven, die levenskracht te ontwik kelen, welke met goed onderwijzen moet samengaan. Tot die levensom standigheden mag gerekend worden een aangename, ruime woning, waarin gelegenheid bestaat voor een werkelijk prettig familieleven een voldoende onbekrompen voe ding en kleeding voldoende lectuur en studiewerken gelegenheid om van tijd tot tyd goede kpnst on mooie natuur te ge nieten. Het algemeen vormend lager onder wijs is een belangrijk deel van het zich ontwikkelend maatschappelijk leven. Door dit ODderwijs moet in alle vertakkingen der bevolking de geestelijke en intellectueele energie gewekt en aanvankelijk gevoed wor den, waardoor iedere volksgroep op zijo wyze aan de voortgang van het geheel bydraagt. De onderwijzer wordt hierdoor een het maatschappeiyk go- heel dienende kracht van niet geringe waarde en beteekenia. Hij kan dit echter slechts in voldoende mate zyn, wanneer de gemeenschap hem daartoe zooveel geestelijke vryheid en stoffe lijke middelen biedt, dat hy de gaven en krachten van zyn persooniykheid het allereerste waarop hij bi) het onderwys aankomt kan ontplooien. Dit maatsehappeiyke motief wordt hier uitdrukkeiyk naar voren gebracht. Het toestaan der benoodigde ge meenschapsgelden wordt er door ge wettigd en zelfs tot plicht gemaakt. Hoewel uit den opzet van de adres beweging duideiyk blijkt, dat de on der wyzers zich tot de gemeentebe sturen gericht hebben om een princi- pieele herziening der salarisregeling in verband met den aard en oveenkom- stig de maatschappelijke beteekems van het ouerwUzersambt en de hier voor gestelde en nog te stellen eisehen, mag ook wel eens het vol gende onder de aandacht gebracht worden De levensstandaard is in de laatste 10 h 12 jaar aanmerkeiyk gestegen. VergeiykiDgen over dit tydperk toonen duidelijk de verminderde koop kracht der salarissen aan. De oorlogsjaren worden buiten be schouwing gelaten, in zoover daarin voor de naaste toekomst niet de blij vende factor opgesloten ligthet duur der blijven van velerlei, zoo niet van alle levensbehoeften. Daarom wordt door de belangheb benden niet gevraagd om een duurte- toeslag of salarisverhooging met het oog op de tydsomstandigheden, maar zy hopen, dat de voortdurende styging der levensmiddelen ook in normale jaren een spoorslag moge z|jn ter spoedige voldoening van gerechtvaar digde eisehen en dat daarmee een einde zal gemaakt worden aan den noodtoestand in hst onderwyzerscorps. Kleinhandelprijzen. 1908 - 100 1906 - 100 1907 - 108 1908 - 107 1909 - 108 1910 - 118 1911 - 115 1912 - 119 1918 - 114 1914 - 116 1915 - 142 Jan. 1916 168 Febr. 1916-165 Maart 1916 - 168 April 1916 - 161 gemideld over gehrel 1916 - 167, over de le helft van 1917 192. Na 1908 tot en met 1906 zyn de prijsveranderingen slechts geiing. Een sterke opwaartsohe beweging valt echter waar te riemen na 1916. Het hoogste was dit in 1912, do cri sisjaren niet meegerekend. Wat voor de gemiddelde verhou- dingscljfers in het algemeen geldt, is in het bijzonder van kracht voor een aantal bepaalde artikeleD, waaronder belangrijke voedingsmiddelen worden aangetroffen. Zoo stegen van 1908 tot 1912 zeer sterk in prys de artikelen: boonen, erwten, gort, kaas, margarine, olie, meel en rijst. Deze voortdurende stijging zy mede een aansporing om de onderwijzers salarissen grondig te herzien en aan merkelijk te verbeteren. Er leoft eenigo hoop, dat 1917 voor de onderwijzers esn belangryk jaar wordt. Belangrijk, omdat daardoor hun maatsehappeiyke positie een aan zienlijke verbetering zal ondergaan. Dat zulks noodig en gerechtvaar digd is, meen ik in bovenstaande te hebben aangetoond. P. DE BRUIJNE. Aardenburg, Juli 1917. Zaterdagavond vertoonde zich een tweedekker vlak by de Nederlandsche grens nabij Sas van Gent en bleef daar geruimen t|ld zwevenwaar- schijDiyk was het esn Duitsch vlieg tuig, want er werd niet op geschoten. Zondagnacht te kwart over twaalf ging over Nederlandsche grondgebied een vliegtuignaar het geluid te oor- deelen vry laag. Er volgde een ge weldige slag van een neervallende bom en de vlieger verwijderde zich in de richting van Antwerpen waar na alles stil werd. Tegeiykertyd zag men in de richtiDg van Zeebrugge bommen vallen en- ontploffende zoeklichten waren onophoudeiyk in de weer en er werd een reeks licht- kogels afgeschoten. Even daarna hoor de men den eersten vlieger weder terugkomen. Deze bewoog zich in de richting van Terneuzen en heeft zich meer dan twintig minuten boven Ne derland bewogen. Maandagmorgen deelde een van de grensbewoners mede, dat een bom in het kanaal te Terneuzen was neer gekomen en een ander te Solzaete, 100 M van de grens, een huis had ge troffen en gedeelteiyk verwoest. De landbouwer Florimont de Clercq en zyne vrouw, benevens zyn schoonva der August Steehart waren onmid- deliyk gedooddrie joBge meisjes van 21, 16 en 12 jaar z|jn nagenoeg on gedeerd.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1917 | | pagina 1