incialo Statu ran
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
So. 2244
Woensdag1 IS Juli 1919
26e Jaargang
Advertentien
Zoo goed als gesloten.
BRESKENSCHE COURANT.
Abonnementsprijs
per 3 maanden ƒ0.60, franco per post ƒ0.65,
voor Belgis ƒ0.85, voor Amerika 1 dollar 3 kwartalen
bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
van 15 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents.
Gtroote letters naar plaatsruimte.
Bij abonnement lager tarief.
Advertentien worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdag
des namiddags te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever E. BOOM-BLIEK, Groede - Breskens,
Een drietal sleepbooten zjjn van
Nieuwediep vertrokken, w6l niet om
direct de lichtschepen Doggersbatik
Zuid, Doggersbank Noord en Terschei
liogbank binnen te halen, maar toch
om zulks op een te verwachten sein
van de regeering te doen.
Het is een droevig bericht, want
daaruit schijnt te moeten afgeleid
worden, dat de Nederlandsche auto
riteiten, ofschoon zij natuurlijk hun
pogingen niet zullen stakeD, om her
stel te verkrijgen van de vaargeul,
die door de drie gemelde lichtschepen
werd aangegeven, toch voorhands de
kans op succes niet groot meer ach
ten, meent do N R Ct.
Nederland is dan van het vrije
verkeer over zee feitelijk afgesloten.
De Nederlandsche vloot kan nog
slechts uitvaren met levensgevaar.
Zoekt zij ten westen van den 4den
graad door te komen, dan loeren de
Duitsche duikbooten op haarhoudt
zjj ten Oosten van dien graad koers,
dan zijn het de Engelsche mijnen, die
schip en bemanning bedreigen.
De toestand, waar ons land in ge
bracht is, is vierkant in strijd met
hetgeen tot nu toe als recht was be
schouwd. De blokkade moet worden
beperkt tot de havens en kusten van
den vijand, of door h"m bezet, aldus
luidt het eerste artikel van de decla-
tie van Londen, en de offlcieöle toe
lichting verduidelijkt: De blokkade,
oorlogshandeling, kan door een oor
logvoerende sleehts tegen zjjn tegen
stander worden gericht. Dit is de
zeer eenvoudige regel, die voorop ge
steld wordt. Hij heeft slechts zijn
volle toepassing, indien men hem in
verband brengt met artikel 18. En in
artikel 18 heet het dan De blokkee-
rende strijdkrachten mogen den toe
gang tot neutrale havens en kusten
niet versperren. Ook hier is de toe
lichting ondubbelzinnig: Deze regel is
noodzakelijk geoordeeld, om de han
delsbelangen van neutrale landen be
ter te beveiligenz(j vult artikel 1
aan, volgens hetwelk een blokkade
moet beperkt blijven tot de havens
en kusten van den vijand, hetgeen
Insluit, dat, daar de blokkade een
oorlogshandeling is, zjj niet tegen eene
neutrale haven mag worden gericht,
niettegenstaande het belang, dat een
oorlogvoerende daarbij kon hebben
wegens de beteekenis van die haven
voor de voorziening van levensmid
delen van den vijand.
Dit alles is duidelijk genoeg, en het
schijnt wel alsof het voor ons land
is geschreven 1 Het beginsel van de
aangehaalde artikelen is dat, waarop
wi) ons hier kunnen beroependat
een neutraal land niet door de oorlog
voerenden van het zeeverkeer mag
worden afgesloten, zelfs niet al zou
dat zijn in het belang van een hunner.
Nu weten wij wel, dat wij in dit
geval streng rechterlijk niet met een
blokkade te doen hebben het is
immers een blokkade op langen af
stand niet waar die, volgens de
praktijk van dezen oorlog, zich van
alle waarborgen, waarmee een echte
blokkade volkenrechtelijk omgeven is,
niets aantrekt 1 en dat ook de de
claratie van Londen, waaruit wt) aan
haalden, niet is geratificeerd, doch dit
belet niet, dat het daar gestelde be
ginsel als recht kan worden beschouwd.
Het mag geen recht zijn in engen
zin het is niettemin recht, omdat
het algemeen rechtmatig en billijk
geoordeeld wordt.
Trouwens, de oorlogvoerenden zei
ven hebben herhaaldelijk verzekerd,
dat zij zich in de praktijk zooveel
mogelijk bij de declaratie van Londen
zouden aansluiten.
Wij zijn intusscben in dezen toe
stand van onrecht te lijden gebracht
en wij zullen er rekeDing mee hebben
te houden. Wij zjjn er in gebracht
door beide partijen Dit moeten wij
in het oog houden. Een (van Engelsche
zijde verspreid bericht) heeft getracht,
het Nederlandsche volk in de meeDing
te brengen, dat de schuld voor het
onheil, dat over ons is gekomen, uit
sluitend aan Duitschland te wijten is.
Wij moeten ons echter Diet op dit
dwaalspoor laten leiden, want beide
partijen treft evenzeer schuld.
Het Nederland: che volk wordt er
aan herinnerd in dat bericht dat er
geen overeenkomst bestaat tusschen
de maatregelen van EDgeland en die
genomen door Duitschland, welk land
het gebruik van de zeeën ontzegt aan
de neutrale scheepvaart. Het verschil
tusschen de maatregelen door beide
landen genomen is duideljjk. Duitsch
land treedt alle wetten met de voeten
door de niets ontziende vernietiging
van schepen over een groot gedeelte
van den Oceaan Engeland daaren
tegen signaleert plichtmatig enkele
streken als gevaarlijk. Het zou meer
verklaarbaar zijn, waDneer Nederland
bij Duitschland zou protesteeren tegen
zijn onwettig optredeD, dan bij Enge
land.
Deze voorstelling van zaken nu is
volstrekt onjuist. Ook Engeland is
een land, dat het gebruik van de
zeeën ontzegt aan de neutrale scheep
vaart. Engeland heeft zelfs deze prac-
tjjk geïntroduceerd.
In het Noordzeebosk van Februari
1915 leest men
Onder dagteekening van 8 Novem
ber 1914, deed de Britache Gezant den
minister van buitenlandsche zaken
mededeeling van eene bekendmaking
der Britsche Admiraliteit met betrek
king tot de scheepvaart in de Noordzee
Blijkens die bekendmaking werd de
geheele Noordzee tot een militair ge
bied verklaard, waarin de onzijdige
scheepvaart aan ernstige gevaren zou
z|jn blootgesteld, niet alleen tenge
volge van het leggen van mijnen,
doch ook wegens het optreden der
Britsche oorlogsschepen belast met
het zoeken naar verdaohte sohepen.
De nota van Sir Alan Johnstone
vestigde er verder de aandacht op dat
overschrijding van eene lijn, loopende
van de Noordpunt der Hebriden door
de Faroër-eilanden naar IJsland, ge
vaarlijk zou wezon, weshalve aan de
scheepvaart werd aangeraden zioh te
bewegen langs de in die nota aange
duide wegen en verder volgens de
aanwijzingen, door de Britsche Ad
miraliteit te verstrekken.
Bij schry ven d.d. 16 November 1914
deed de minister den Britschen Ge
zant opmerken, dat deze nieuwe maat
regel in strijd was met het Volken
recht, hetwelk aan den oorlogvoeren
de een recht om onzijdige schepen op
een gegeven oogenblik verwijderd te
houden van een bepaald zeegebied
slechts toekent ten aanzien van het
zeegebied, waar op dat oogenblik daad
werkelijk oorlogshandelingen gepleegd
worden. Daar de geheele Noordzee
ten gevolge van hare groote uitge
strektheid niet zoodanig gebied kan
vormen, beteekende de maatregel dus
een ernstige inbreuk op het recht der
vrije vaart in de vrije zee.
Wijders merkte de minister op, dat
de bewuste maatregel eveneens in
strijd was met den geest van het
Verdrag van 1907 nopens het stellen
van onderzeesche zelfwerkende con-
tactmijneD, aangezien dat Verdrag
mede brengt dat de oorlogvoerende,
die zoodanige mijnen stelt, aan de
vreedzame scheepvaart niet den weg
mag versperren.
Als men nu van Engelsche zijde
beweert dat Duitschland bij de ver
nietiging van schepen niets omziet,
dan zullen wij dit niet tegenspreken.
Onze verontwaardiging is daarover
zeker niet minder, dan die van over
het Kanaal.
Maar wij erkennen daarnaast, dat
mijnen ook niets ontzieDook naar
nationaliteit niet vragen, ook om de
schepelingen zich Diet verder bekom
meren, zoodat er heusch voor de neu
tralen niet zoovelen onderscheid is
tusschen de tweeof zjj in de eene
helft van de Noordzee door een Duit
sche torpedo in den dood worden ge
jaagd, op grond van een plichtmatige
algemeene verklaring, dat die helft
onveilig is, of wel dat zij vergaan op
eene der Engelsche mijnen, waarmee
de andere helft van de zee plichtma
tig als onveilig is gesignaleerd.
En wanneer men nu onze Regee
ring een advies geeft, en de meening
uitspreekt, dat zjj bjj Duitsohland
moet protesteereD, dan is het eenig
antwoorddat is gebeurd.
Onze regeetirg heeft bjj Dultschr
land geprotesteerd, gelijk zjj dat ge
daan heeft bj] Engelandmet dezelf
de kracht en met hetzelfde recht.
In de uitwerking van die protesten
is er echter éen verschil. De Britsche
regeering legde, toen zjj de later Duit
sche praktjjk van onveiligmaking van
gansche zeeën had ingeluid, het Ne
derlandsche protest naast zich neer,
en geeft nu nul op het rekest en
de Duitsche regeering kwam althans
zooverre tegemoet, dat zjj het onvei
lig gebied inkromp en een veilige
vaargeul herstelde.
Wjj meenen nu het gevreesde wel
feit sahjjnt te zjjn geworden, en onze
regeering sn onze scheepvaart zullen
hebben te beoordeelen, wat baar nu
te doen staat, dit een en ander onder
de aandacht te mogen brengen.
Het zal, hopen wjj, bjjdragen, om
de kalmte te bewaren. Beide oorlog
voerenden hebben ods land geljjkeljjk
in ongelegenheid gebracht, en belde
zouden zjj er ons uit moeten helpen.
In de Vrjjdag voortgezette zitting
is o.m. de toekenning eener duurte-
toeslag aan provincials ambtenaren
uitgebreid tot hen die te Middelburg
en Ylissingen woonachtig zjjn en een
salaris genieten tot f 1950,en
daarbuiten tot f 1900,
Bj) de behandeling van het voor
stel tot verlenging van eene bjjdrage
van ten hoogste f 8000,— in de kos
ten van de voorbereidende werkzaam
heden voor den aanleg van eene
drinkwaterleiding in Zeeuwsch-Vlaan-
dereD, werd in een der afdeelingen
betreurd, dat niet volgens hek advies
van den directeur van het Rjjks bureau
voor drinkwatervoorziening f 10 000
is voorgesteld, zulks in verband met
diens advies aan den minister van
binnenlandsche zaken.
Op de desbetreffende vergaderingen
van het comité met verschillende be
langhebbenden is 't ook steeds voor
gesteld om de gezamenlijke bijdrage
op te voeren tot f 10 000,— teneinde
bjj het Rjjk te kunDen aansturen op
een subsidie van f 40 000,De
resteerende f 2000,— zou men trachten
te verkrjjgen van bijzondere instellin
gen, als: fabrieken, trammaatschap-
pijeD en dergelijke.
Nu de aanvrage slechts 8000 gold,
werd van de zjjde van Ged. Staten
opgemerkt, dat hun college geen vrij
heid heeft kunnen vinden, om van den
eenmaal aangenomen regel, nl. dat de
provincie evenveel zal betalen als de
gemeenten gd belanghebbenden te sa
men, af te wjjken.
Het voorstel werd daarop zonder
verdere beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
Voorts werd besloten tot afwijzing
van een verzoek om subsidie voor de
ambachtsteekenschool voor Noord-Be
veland te Kortgenetot het verlee-
nen van een subsidie van ten hoogste
1600 voor de te Middelburg op te
richten industrie- en huishoudschool
en van ten hoogste 2000 aan de
VereenigiDg de Ambachtschool te
Goes voor een op te richten vakschool
voor meisjesen ten slotte tot afwij
zing van een verzoek om subsidie van
den raad van commissarissen van
Oranje Nassau's Oord.
Het salaris der Prov. opzichters
werd gebracht van 1500 2400 en
125 toelage voor lokaalhuur.
Bjj de behandeling van de begroo
ting wa.s in een der afdeelingen de
wenscheljjkheid uit gebracht om op
den weg van Schoondjjke naar de
Belgische grens beplantingen aan te
brengen.
Een ander lid achtte het thans met
hek oog op de hooge prjjzen van het
hout geschikt, om de zware boomen
nabjj IJzendjjke te verkoopen, welk
denkbeeld door eerstgenoemd lid zeer
zou betreurd worden, daar dan het
lommerrjjke van den weg vervalt.
Voorla werd aangedrongen op
scheiding der boot ljjnen Breskens-Vlis-
singen en Vlissingen—Terneuzen, ten
einde betere aansluiting op de spoor
treinen te verkrjjgen.
Een lid van Ged. Staten merkte
hiertegen op, dat de niet-aanslultiDg
een gevolg ia van de wjjziging van
den spoordienstsplitsing in de boot
diensten zou hier weiDig baten.
Een ander lid vroeg is er voldoen
de kolenvoorraad en is het niet te
voorzien, dat de kolennood zal komen
Mocht dit laatste het geval zjjD,
dan vestigt hjj de aandacht van Ged-
Staten hierop en geeft hjj ook in
overweging om alsdan een afzonder-
ljjken dienst Vlissingen BreBkens in
het leven te roepen en zoo noodig
de boot VliBSingen-Neuzen te doen
vervalleD.
Deze boot is voor Breskens het
eenige vervoermiddel, terwjjl Neuzen
nog andere vervoermiddelen heeft.
Datzelfde lid herinnerde nog aan
de indertjjd gedane toezegging, dat
•r een waarschuwingsdienst voor de
booten zoude ingesteld worden op het
station Vlissingen, dit is te meer
wenscheljjk nu men weder door de
militaire wachten belet wordt direct
op de ponton te mogen gaan.
Een lid van Ged. Staten zeide, dat
het College zooveel mogeljjk voor
kolenvoorraad zorgt en drukte erzjjne