J Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen, Zaterdag 14 Juli 191V 26e Jaargang A d v e r t e Uitvoeren. Binnenland. Ho. 2343 BRESKENSCHE COURA Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ0.60, franco per post ƒ0.65, voor België ƒ0.85, voor Amerika 1 dollar a 3 kwartalen bij vooruitbetaling. Abonnementen worden mede aangenomen b$ boekhandelaren en brievengaarders. van 15 regels 25 cents, elke^xggaHneer 5 eents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Ad verten tiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdag des namiddags te twee hre. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag:- en Vrijdagavond bU den nltgever E. BOOM-BLIEK, Groede - Breskens, ii. Sints Amerika zich in den oorlog heeft gestort is de toestand voor de onzijdigen er niet op verbeterd. Voor al niet van hen die gelegen zijn aan de grenzen van de strijdende partijen. Laat ons maar een stap verder gaan en er bij vermelden dat ons land in de klem komt door de om standigheid dat het de nabuur is van Duitschland De rantsoeneeriog die Amerika ook ons wil opleggen van de levensmid delen die wU van haar betrekken spruit voort uit de uitvoer die wl) zouden ondernemen, juist van die ar tikelen die Amerika ons toezendt. Alsof 't gedocumenteerde bewijs stukken zQn, zoo wordt beweerd dat Nederland uit de Vereenigde Staten meer veevoer heeft ingevoerd dan het feitelijk noodig had en daardoor een winstgevenden handel met Duitsch- land heeft kun nun drijven. Men zou, deze beschuldiging lezende, gaan ge- looven, dat Nederland in de jongste oorlogsjaren veel meer vee en vleesch heeft uitgevoerd dan vóór dien het geval was. Intusschen is het tegen deel het geval, hetgeen ook hierom opmerkelijk is, wijl vóór den oorlog meer dan één land onzen veeuitvoer zooveel mogeiyk belemmerde od tegen hield Nogtans bedroeg de gemid delde uitvoer van koevee vóór den oorlog veel meer dan tijdens den wereldstrtjd. Immers, in de jaren 19071918 werden gemiddeld 76,186 stuks vee uitgevoerd, in 1915 (het eerste oorlogsjaar, dat zich tot zui vere vergelijking leent) daarentegen sleehts 25.687, in 1916 niet meer dan 85.247 stuks. Hieraan dient nog toe gevoegd te worden, dat in 1915 en 1916 schier uitsluitend fokvee, dus slechts zeer weinig slachtvee, werd uitgevoerd en dat de export in 1916 nog geringer zou zt1n geweest, als niet 14000 melk en kalf koeien zoo schie lijk mogelijk het overstroomde gebied is Noord-Holland hadden moeten ver laten. En wat het jaar betreft, waar in wij thans leven, in 1917 stond de vee-export vrijwel geheel stil. Men ziet het: deze cijfers staven allerminst de buitenlandsche bewe ringen integendeel, z{j toonen aan, dat in de vredesjaren op zjjn minst twee of driemaal zooveel vee werd uitgevoerd als in de laatste oorlogs jaren. Maar nu het vleesch. Hier is de wanverhouding der cijfers minder sprekend. Gedurende de jaren 1907— '18 werd gemiddeld 15.850 ton rund en kalfsvleeseh uitgevoerd, in 1915 liep de export op tot 20,619 ton, in 1916 daalde hl) weder tot 16,274 ton. Men ziet het, de kortstondige en niet overmatig belangrijk stijging in 1915 hield niet aan. Wat meer zegt, sedert Juli 1916, onder de werking van het Agreement van het Landbouw Export Bureau kan van vleetch-export nauwelijks meer gssproken worden. Van November 1916 tot en met April 1917 bijvoorbeeld werden aan rund-, paarden- en schapenvleesoh in het geheel slechts 1550 ton uitgevoerd. Slechts 28 tons hiervan waren voor Duitsahland bestemd, 1522 ton daaren tegen voor Engeland, onbezet Frank rijk en de Belgisohe Relieioommissie, Toor het varkensvleesch (versoh. gezouten spek) zijn de cijfers anders. Daarvan werden ln bovengenoemde zesmaandelijksche periode circa 20.000 ton (van 1000 K.G.) uitgevoerd. Doch.... Duitschland kreeg daarvan nog niet de helft (9021 tons)10,910 tons waren voor Engeland, Frankrijk en de Belgische Relief Commissie. Wat buiten bemiddeling dier Com missie naar bezet Bolgië en Noord- Frankrijk ging is onder de 9021 ton voor Duitschland begrepen Deze cijfers steken geweldig af bij die van het tijdperk November 1916- April '16. Toen kreeg inderdaad Duitschland het leeuwendeel van het geëxporteer de varkensvleesch een jaar daarna echter waren de rollen bijkans omge- koerd. Minder dan ooit heeft de Washingtonsche correspondent der Morning Post dan ook thans reden tot lamenteeren. Ook omtrent het verleden geeft hij een verwrongen voorstelling, maar hoe dit ,z(j, zelfs hü zal toch niet kunnen ontkennen, dat in den jong- sten tijd eenerzijds de uitvoer van Nederlandsche landbouwproducten in totaal sterk is verminderd, anderzijds de verhouding tusschen den export naar West en Oost aanzienlijk is veranderd. Dit laatste feit is toe te schrijven aan de werking van het Agreement, dat indertijd tusschen het Landbouw Export Bureau en de Brit- sche regeering gesloten werd. Het grootste deel van de melk, melkproducten en vlaszaad, de helft van het varkensvleesch, ander vleesch, aardappelmeel en vlas, een aanzienlijk percentage van de kaas, boter, groen ten en fruit moet indien tot uit voer wordt overgegaan naar het Vereenigde Koninkrijk, worden ver zonden. Ondanks de groote moeilijkheden, die het transport ter zee ondervindt, ondanks de veel hoogere Duitsche prijzen, is aan deze afspraak streDg de hand gehouden. Het practisch re sultaat is, dat ODze Oostelijke buren in het laatste oorlogsjaar veel minder vleesch van ons ontvingen dan vóór dien. Is nu onze veestapel sedert het begin van den oorlóg vermeerderd De vraag kan, dunkt ons, bevestigend beantwoord worden, al heeft Het Nieuws van den Dag gelijk we meld den, stellig gelijk, als het constateert, dat tal van veehouders en vooral var kensfokkers tuk op eene voor hun bedrijf profijtelijke voederdistributie, door val80he opgaven de autoriteiten op een dwaalspoor hebben trachten te brengen. Indien echter onze vee stapel grooter is geworden, dan houdt dit met de vermindering van den uitvoer ten nauwste verband. Wij zeiden reeds, dat de export van vee en vleesch sedert Juli 1916 vrjjwel geheel stilgestaan heeft. Dit is een der voornaamste oorzaken van het groote surplus aan vee, dat thans in ons land aanwezig is. Het argu ment der Morning Post keert zich dus tegen dit blad zelfjuist de toe neming van den veestapel is de proef op de som en een bewijs te meer, dat er slechts weinig vee en rund- vleesch ia uitgevoerd. Wellicht houdt die toeneming ook eenigermate ver band met de toenemende consumptie van schapen- en varkensvleesch, waar bij de koeien welvoeren. Er z(jn dus vele koeien in Neder land; invoer van veevoeder is bijge volg geen overbodigheid of buitenis sigheid. Trouwens, de aanvoer komt ook anderen dieren als paarden, var kens en pluimvee ten goede. De var kens en kippen echter zijn al het slaohtoffer geworden van de stagnatie in den aanvoer stagnatie, die deels aan Engelsche dwangmaatregelen deels aan Duitsche gewelddaden te wijten is een kippenmoord op groote schaal schijnt aanstaande en de var kensteelt moest in den laatsten tijd al sterk ingekrompen worden. Als straks ook de koeien aan de beurt komen zijn de gevolgen niet te over zien. Te overzien niet, te gissen echter wel. Vermoedelijk zou dan juist ge schieden wat de Engelsche pers een ramp zonder weerga acht, waarschijn lijk zou dan gegeven de vermin derde koopkracht van een groot deel der bevolking en bet beperkte zielen aantal van ons land, gegeven ook de groote gevaren, aan den ondergang van duizenden boeren verbonden uitvoer op groote schaal onvermijde lijk blijken Daarvan zouden onze Oostelijke buren, die thans slechts weinig van ons ontvangen, eerst recht profiteeren. Met deze vri) uitvoerige beschou wingen is, dunkt ons, meer dan vol doende eer aan de Washingtonsche beriohten der Morning Post bewezen. Elk onbevooroordeeld man zal moe ten erkennen, dat de Amerikaansche correspondent van dit blad zich lee- lijk vergalopeerd heeft. Ten overvloede geven wij hier nog enkele statistisebe cijfers. In 1912 werden voor binnenlandsch gebruik aan tarwe, rogge, gerst, mais, haver, boonen, erwten, bloem, meel en koe ken van oliehoudende zaden, noten en pitten ingevoerd 2,111,561 tons, ln 1918 2,281,651 tons, in 1914 1,719,784 tons, in 1916 2,289,918 tons en in 1916 1,917,808 tons. Dat wil dus zeg gen in het vorige jaar werden ondanks de voeding van tiendui zenden vluchtelingen en geïnterneer den, ondanks minder gunsligen bin- nenlandsohen oogst, ondanks dewen- schelijkheid van voorraadvorming 200,000 h 800,000 tons minder inge voerd dan in normale jaren. En hoe zouden de cijfers voor de eerste helft van 1917 er wel uitzien 1 Deze statistiek onderscheidt niet tusschen menschelijk voeder en vee voeder echter spreekt de omstan digheid, dat vele boeren slechts 80 a 40 pet. krijgen van de voorraden vee voeder, welke zij onontbeerlijk aeh- ten, reeds boekdeelen. Ook de streng gekeerde pogingen om broodgraan en andere voor mensohelijk voedsel be stemde producten als veevoede- ta gebruiken, zijn in dit opzicht wel sprekend. Vast staat ook, dat de Engelsche regeering zelve de invoer van meer graan dan inderdaad ge ïmporteerd werd, olrbaar acht. Dit alles is duidelijk genoeg. Tegen onverstand en onwil eohter valt niet te strijden. Uit den treure is bijv. reeds herhaald, dat vóór deD oorlog Rusland, Roemenië, Britscb-Indië en Australië een groot deel van de pro ducten opleverden, welke thans alleen uit Amerika te betrekken zijn, noch tans zal ondanks herhaalde terecht wijzing nog wel eens deze of gene stokebrand volkomen ten onrechte den Amerikaanschen export naar Nederland in vredes- en ln oorlogstijd tegenover elkander stellen. Zoo kan men ook, (gelijk Inderdaad in het ar tikel van de Morning Post geschiedt) den indruk vestigen, dat de geallieer den te allen tijde bereid sijs, ons de producten te leveren, welke ons land uit Duitschland betrekt en welke onmisbaarheid mede den allengs aan merkelijk iügekrompen uitvoer over de Oostgrens motiveert. Het excuus, .dat de neutralen met. Duitschland moeten handelen om kolen enz. te krijgen heeft voor Amerika geen be- teekenis, want het is besloten, de neutralen te dwingen, voor die din gen op de markten van de geallieer den te komen. Om die markten te kunnen berei ken moet men echter allereerst de zee kunnen oversteken, hetgeen sinds de jongste uitbreiding van de ge vaarlijke zóne gevaarlijker dan ooit is. Dooh bovendien leereD de cijfers, dat van Engeland zeer moeilik steen kool te kragen is. Van 1 November 1916 tot 1 Mei 1917 bijvoorbeeld zijn uit Duitschland 1,260,000 ton steenkool ingevoerd, nit Engeland daarentegen slechts 480.00 ton. En het ziet er niet naar uit, dat Engeland in de naaste toekomst zijn (sindsdien vrijwel stopgezette) leve ranties aanmerkelijk zal uitbreiden of de daaraan verbonden bezwarende voorwaarden door gunstiger condities zal vervangen. Ook het slot van het bericht uit Washington houdt dus geen steek. Rooskleurig ziet met den aanstaan den winter de toestand er niet uit. En toch hebben ze den strijd aan gebonden voor de kleine staten, en toch gaat het om het democratisch beginsel 1 „Die baas ia, heeft veel te zeggen," zegt een Zeeuwsch spreekwoord. De diepte van dat woord gevoelen wij in dezen tijd op velerlei wijzen. Inzake de interneering van twee Duitsche onderzeebooten is tussohen de Duitsche en do Nederlandsche re geering geen overeenstemming ver kregen. Thans zal het geschilpunt worden onderworpen aan eene commissie waar in, naast een Argentijnschen, een Zweedsehen en een Deenschen zee- offloier die met hun drieën de on zijdige meerderheid der commissie vormen elk der belanghebbende landenNederland en Duitschland, door éen zee officier zullen vertegen woordigd zijn, hebben uitspraak te doen. Ten aanzien van de op de kust van Walcheren gestrande boot, is de Ne derlandsche voorstelling deze, dat de binnenkomst in de territoriale wate ren bi) het nemen van behoorlijke voorzorgsmaatregelen had kunnen wor den voorkomen. Deze binnenkomst was n.l. het gevolg van het feit, dat de oommandant het licht van den Zuid-Bapjaard heeft gehouden voor dat van Schouwenbank, en verzuimd heeft, de Nederlandsche liohtenliJst te raadplegen. Van Duitschen kant wordt daar tegenover gesteld dat de vergissing van den commandant, die het licht van den Zuid Banjaard voor dat van Schouwenbank had gehouden, was veroorzaakt door de omstandigheid, dat hi), hoewel wetende dat het Schouwenbanklichtsobip door een boei zou worden vervangen, het juiste ka rakter van de Schouwenbaniboei nog niet kon kennen. Overigens werd een beroep gedaan op een fout van het kompas. De commandant had den Neder landsche officieren aangeboden zioh

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1917 | | pagina 1