Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het Land van Cadzand.
Voorloopig bericht.
Oorlogsverminkten.
Wo. 2336
Woeosduif 20 Juni If>i9
26e iaarfattf
BRESKENSCHE COURANT
Abonnemcntgprlfg
per 3 maanden ƒ0.00, franco per post ƒ0.65,
voor België ƒ0.85, voor Amerika 1 dollar k 3 kwartalen
btj vooruitbetaling.
Abonnementen worden mede aangenomen bQ
boekhandelaren en brievengaarders.
Advertentiën
van 15 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents.
(Troote letters naar plaatsruimte.
B£j abonnement lager tarief.
Advertentiön worden ingewacht tot Dinsdag en Trfldag
des namiddags te twse ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond by den altgever C. DIELEDIiit te Breskens.
Ondergeteekende geeft by deze zij
nen geaohten lezerskring en andere
belangstellenden ln dit blad, kennis,
dat de uitgave en exploitatie met In
gang van 1 Juli a.s. overgaat op den
heer E. Eoom— Bliek te Giroede, die
de exploitatie hiervan te Breskens ral
voortzetten, doch witns drukkers en
winkelzaak te G! r o e d e aldaar op
denzelfden voet gevestigd blijft en
wordt voortgezet.
Ik maak van deze gelegenheid ge
bruik om U mede te deelen dat, met
het oog op de nieuwe administratieve
leiding, U omstreeks Juli kwitanties,
hetzy per post, hetzy per mynen ge
wonen bediende zullen worden gepre
senteerd, waaromtrent ik, wegens uit
treding uit myne zaken, het gegronde
vertrouwen uitspreek, dat men deze
by aanbieding zal willen honoreeren.
De Uitgever,
c. diïleman.
Breskens, Juni '17.
Daar is onwilldkeurig al vaak en
door menigeen gesproken over de tal-
looze invaliden die deze oorlog zal
voortbrengen.
In gedachten zag men ze al langs
de huizen komen, die éenarmigen en
benbeenigen met kistjes en kastjes
voorzien van sehier onbruikbaar post
papier, dito enveloppen en alechtschry-
vende potloodeu. Met zwermen kan
men ze wachten, deze slachtoffers van
de reuzenworstellog en van wie men,
uit deernis meer dan uit behoefte, een
kleinigheidje koopt.
Evenwel, het belangryke vraagstuk
der oorlogsverminkten is niet zonder
vrucht en met andere overwegingen
dan die der gewone deernis en be
kommernis onder het oog gezien.
in de oorlogvoerende landen, waar
de moderne uitgebreidheid nagenoeg
alle beschikbare manneiyke krachten
voor den krygsdlenst heeft opgevor
derd, wekken de duurzame leegten
in het arbeidsleger teweeggebracht,
de grootste bezorgdheid voor de toe
komst. En het besef, dat de uiterste
spaarzaamheid zal moeten worden ia
aoht genomen met wat er op den
dag van vrede zal resten, dryft er
noodzakeiykeiwys toe een beroep te
idoen op dat oelaugryk deel der uit
>den oorlog teiugkeerendeo, die een
giootor of kluiner deel hunner ar
beidsgeschiktheid van weleer hebben
V6>vloren. Juist die behoefte om de ge-
aohj^Uheid der oorlogsverminkten zoo
hoog n?ogeiyk op te voeren en niet
te volstaan om op philanthropische
wjjze den verminkte een zooveel mo-
geiyk komme*"rUe toekomst te ver
zekeren, heeft bet geheele vraagstuk
in de goede bedding geleid. De ge
boden hulp werd er veel omvangry-
ker door. Het geheele reddingswerk
werd er door gewyzigd. De aanvan-
keiyke pogingen van bet eerste en
bet tweede oorlogsjaar vergroeiden
langzamerhand tot een omvangryk en
doelbewust streven. En thans is men
zoover in ervaring en inzicht gevor
derd, dat het pas in Farys gehouden
congres der verminkten instellingen
van de Entente landen de grondslagen
heeft gelegd voor een reddingswerk
krachtig genoeg om den noodatand in
zyn vollen omvang te beheersohen.
Reeds onmiddeliyk nadat de eerste
verminkten aan de maatsehappy wer
den teruggegeven juister gezegd
in het gewone leven werden terug-
gestooten, ving de naastenliefde haar
werk aan. Meest in oude werkplaatsen,
instelliogen uit vroegere oorlogen
overgebleven of uit vredestyd inrloh-
tingen voor blinden en kreupelen,
doofstommen, hardhoorigen, opzette-
ïyke invalidenhuizen. Talrjjk waren
de oorlogsslachtoffers, die in deze lief
dadige instellingen een heilzaam ver-
biyf vonden.
Rijkeiyk toevloeiende giften maak
ten de oprichtihg van nieuwe tehui
zen van allerlei aard mogeiyk. Tal
van zeer en mindergegoeden ruimden
een plaats in aan eigen haard om den
eervol verminkte by te staan. Maar
hoe groot de bewondering ook moge
zyn voor den bijstand op zoo ruime
schaal verleend, zy kon de bjzorgd-
heid voor den algemeenen toestand
niet verminderen.
Voor helaas het meerendeel ver
minkten werd de toestand aldus, dat
zy, na de geneeskundige verzorging,
terugkeerden in het leven van voor
heen, zooder dat de verloren geschikt
heden om door eigen arbeid in hun
levensonderhoud te voorzien, door een
andere bekwaamheid was vervangen.
Zy bevonden zich in den toestand van
gestranden, van wie het harde leven
en de moedeloosheid niet zouden na
laten een wrak te maken.
Dit volkomen onvoldoend toegerust
terugkeeren ln de burgermaatschappy
bleek weldra de kern van het vraag
stuk te zyn. En de belangrykste be
slissing van het Parysche congres was
dan ook de volgende, die de volgende
stelling tot grondslag heeftSe con
ferentie spreekt den wensch uit om
voor alle gebrekkige of verminkte
militairen, wier belang zulks vordert,
een beroepsheropleiding verplicht te
stellen.
Die militairen zullen niet gedemo.
blliseerd worden dan by de voleinding
hunner heropleiding of weder-geschlkt-
making voor hun beroep.
Gedurende den t.yd hunner herop-
lelding blijven hunne families de ge
wone ondersteuningen ontvangen, uit
gekeerd aan de families van de ge-
mobillseerden.
De belanghebbenden trekken behal
ve hunne soldy, een loon, dat ten
minste een frano per dag moet bedra
gen. Zy die zich onwillig betoonen,
zullen de heropleiningsscholen kunnen
verlaten, na eene verklaring te hebben
geteekend dat zy afstand doen van
alle bescherming die van overheids
wege zou worden verleend aan de her-
opgeleide verminkten.
Van wege deskundige commissies
zal worden uitgemaakt wie zal ge
plaatst wordep in 4e Instelling voor
heropleidiDg of geschiktmaking voor
het oude beroep.
Later zullen wy r.og gelegenheid
hebben terug te komen op het eou-
gres van Parys, om daarby uiteen te
zetten in welke richting de vermink-
tenzorg zich beweegt en welke uit
komsten reeds zijn verkregen. Om
echter een duidelijk beeld te geven,
hoe het vraagstuk langzamerhand
rijpte, Is het noodig de ontwikkeling
van het vraagstuk na te gaan by de
Belgische verminkten, daar merkwaar
dig genoeg, het Belgisch initiatief
toonaangevend is. Italiaansche, Fran-
scha en Eogelsche deskundigen, die
ieder in eigen land veel hebben ver
richt voor de verrainkterzorg, erken
nen dit volmondig en in hunne rap
porten voor het congres van Parys,
en by de beraadslaging werd wat
Belgis verricht heeft, steeds als een
vertrouwbaar richtsnoer geroemd.
TrouwoDB van de daar aangebrach
te ervaring vo mde de Belgische bet
leeuwendeel.
BclglS heeft de zorg voor zyn oor
logsverminkten groot:.ch-aangevat, en
wellicht ls de meening niet zoo ge
heel onjuist, dat het droeve lot van
dat land, dat zyn verminkten ln den
vreemde wierp, het juist mogelijk
maakte die zorg op breedeo grondslag
te vestigen, in plaats haar over te
laten aan vele en zeer verspreide
kleinere pogingen van particulieren,
die, hoe verdiensteiyk op zich zelf
ook. toch tegenover de omvangryk-
heid van den roodstand slechts zwak
ke en ontoereikende hulp kunnen
brengen.
De omstandigheden maakten het
bovendien onmogeiyk de verminkten
en gebrekkigen naar hunne haardste
den terug te zendeD.
Na den slag op den Yser, in Octo
ber en November 1914, waren de Bel
gische ambulances overvuld en de
gezondheidsdienst had nog geen ge
legenheid gehad aohter het front vol
doende hospitalen ln te richten. Een
groot aantal verminkten werden dien
tengevolge zoo haast mogeiyk met
groot verlof gezondeD. By de sehaarsch-
te aan werkkrachten vonden velen,
die nog geschiktheid tot werken had
den, een middel van bestaan. Maar
de overigen dwaalden in Frankryk en
Engeland langs de straten, vrywel
bedelend. Zy genoten ln Engeland
wel een tegemoetkoming van twee
shillings per dag, maar hun toestand
was niettemin zoo erbarmeiyk, dat op
afdoende wyze moest worden inge
grepen.
Ten einde in huu lot te voor
zien en tevens om te voorkomen, dat
voortaan verminkten den krygsdlenst
zouden verlaten, zonder dat zy op
nieuw de geschiktheid om door hun
arbeid in hun levensonderhoud te
voorzien hadden verworven, gelastte
de Belgische minister van oorlog, de
Broqueville, dat alle soldaten, die
gereformeerd waren, aan een nieuw
geneeskundig onderzoek zouden wor
den onderworpen.
Zy, die op een behoorlijke wyze ln
eigen onderhoud konden voorzien en
daartoe een gelegenheid hadden ge
vonden, giogen in verlof zonder soldy.
De overigen bleven in dienst en
werden naar bijzondere depots ge
zonden, waar zy een heropleidlng tot
eenig beroep zouden ontvangen ont
vangen.
Zy werden kandidaten ter refurmea-
ring en bleven onder de krygstueht.
Tegeiykertyd werd eenzelfde maat-
regel getroflen voor hen die in de
toekomst het hospitaal zouden verla
ten als gereformeerde.
Ook zy zouden aan een onderzoek
worden onderworpen, dat uit moest
maken of zy al dan niet voor be
roepsheropleiding ln aar merking zou
den komen.
Velen hunner werden naar het Te
huis voor oorlogsinvaliden gezonden,
hetwelk inmiddels door de Kamer van
Volksvertegenwoordiging, den heer
Schollaei t, was opgericht. Dit tehuis,
ondergebracht in het park eener uit
gestrekte Normandische villa, breidde
zich snel uit, en ondanks de wanke
lende gezondheid van den beer Schol-
laert, omringde deze het nuttige werk
met zulke krachtige verzorging, dat
het Tehuia weldra een goede 600 In
ternen telde. Minister de Broquevil
le nam zelf het initiatief tot het op
richten van het groote instituut van
Port Villez, by Vernon, welks insti
tuut binnen zeer korten tyd het om-
vangrykste en schoonste gesticht voor
hei opleiding zou worden, en dat naar
het oordeel van invloedryke deskun
digen de modelinrichting op dit gebied
zou moeten worden genoemd.
Te Rouaan werd een heropleidings-
inrichting verbonden aan het hospi
taal Bon S cours, terwijl voor de ge
ïnterneerden in Holland werd gezorgd,
door de instelling te Katwyk, door
minister Poullet geopend.
Met het aanbieden van de gelegen
heid tot heropleiding was het werk
niet voltooid Men moest ook de on
wil overwinnen. Want hoe ongeloof-
ïyk het ook moge klinken, onkunde,
vooroordeel, ouversohilligbeld en [an
dere oorzaken d6den tal van vermink
ten een heroplelding versmaden.
De man uit het volk bleek wantrou
wen te koesteren tegen de heroplel
ding en staaroogend op het pensioen
tje dat i y als germinkte hoopte te
kiygen, vreesde hy dat beroepsherop
leiding en dus verhoogde gesobiktheid
tot werken, de staatstegemoetkomlng
zou verkleinen.
Dit wantrouwen bleek groot genoeg
om een ernstig gevaar voor de her
opleiding te worden en de Fransche
onderstaatssecretaris voor gezond
heidsdienst, de heer Justin Godart,
gaf dan ook den 14 Juni 11. de vol
gorde veizekering: „Het la de ver
wonding en hare gevolgen, die het
pensioen zullen bepalen en niet de
sociale toestand van den verwonde.
Voor geiyke verwondiDg, ls aan
ryk en arm dezelfde pensioensvergoe-
dlng verschuldigd ook al wordt do
arme ryk door zyn arbeid, door een
erfenis of wat ook.
De staat biyft het pensioen beta
len, want het is de geheiligde schuld,
die onaantastbaar is, gekocht door
bloed en l^dop Da verminkten -b-