Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het Land van Cadzand. Binnenland. Onderwijzerssalarissen. Wo. 2233 Zaterda« 9 Juni IfMf 26b Ittargang BRESKENSCHE COURANT. Afoonnementsprlls per 8 maanden ƒ0.60, franco per post 0.65, voor Belgis ƒ0.85, voor Amerika 1 dollar k 8 kwartalen bjj vooruitbetaling. Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. Advert entiën van 15 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents. Glroote letters naar plaatsruimte. Bjj abonnement lager, tarief. Advertentien worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdag des namiddags te twee ure. Dtt blad verschijnt eiken Dinsdag- en Trüdag»T»nd bij den uitgever C. DIEUHiü te Breskens. ii. Een der Zeeuwsche Burgemeesters beeft gesegd dat 't volk moet overtuigd worden van de veel te lage loonsn, welke aan de leerkrachten worden uit betaald. Daartoe le zeker geen beter middel dan de pers te hulp te roepen. Ongetwijfeld sal de Redactie van de Breekensehe Courant voor onderstaan eenlge ruimte willen afstaac, want er worden hoogst belangrijke dingen in gesegd. B(] voorbaat dank ik haar reeds voor hare welwillendheid. Hoofdzakelijk zal dit schrijven be staan uit gedeelten van een missive vss bet R|jkasehooltoezlcht in de le Inspeetis (Noord Brabant, Limburg en Gelderland) gericht tot Gedeputeerde Staten dier proviaeies, gedateerd 24 februari 1917. In genoemde provinoies heeft dus juist bet omgekeerde pleata van wat ia Zseland gebeurt. Daar gaat bel Schooltoezicht uit eigen beweging er toe over een 8ehr|jven tot Gedeput. Staten te riehten, bier vragen Gede puteerden advies aan 't R(]ketoezicbt. Wanneer Gedeputeerden en Rijks- eehooltoezloht bet eena zijn, en bet in Zeeland eens mochten worden, dan sullen er in 1917 en 1918 hoogstbe- langr(jke beslissingen genomen moe ten wórden door de gemeenteraden belangrijk uit een flnanoieöl oogpunt, belangrijk ook voor de algemeene volkeontwikkeling ln de toekomst. Aan een zoo ingrijpende zaak kan daarom m. i. niet te gauw en niet te veel publiciteit gegeven worden. Het schooltoezicht ln de le In spectie vraagt le een aanvang» laris van ƒ700; te verhoogingen van 100 tot een maximum van 1600 te bereiken na 20 jear Se voor de hoofdakte S00 4e geen afzonderlijke beloooing voor de verplichte hoofdakte 6e als tegemoetkoming woninghuur aan mannelijke gehuwden, ook aan hei dia jonger zijn dan 28 jaar, ƒ100; 6e voor herhalingsonderwijs in nut tige handwerken, indien buiten de gewone schooluren gegeven, 100 7e voor herhalingsonderwijs ƒ1.— per uur; 8e voor het hoofdschap 800. Na geweien te hebben op het be paalde in art. 26, 9e lid, der Onder- wjjawet, tengevolge waarvan de sa larissen der onderwijzers la 1917 en 1918 door de gemeentebesturen op- aleuw zullen moeten worden vestge- ateld en door Ged. St. al of niet worden goedgekeurd, sa verwijzing op de missive van Ged. St. van N. Brabant vaB 22 Nov. 1916, aan de gemeenten, waarin aangedrongen Wordt op een behoorlijke ealarlöerlng, een salarledrlng dus, die den onder wijzer door a|)n betrekking ln staat stelt te voorzien in het onderhoud van zich zelf en e. q. van zijn gezin, volgens zjja stand en naar de behoef ten van dien stand, na nog gezegd te hebben dat een Mlariöeriog gebouwd op dezen grond slag ven sommige gr msenten aanzien lijke off-rr sal vrageD, zoolang de rijksbijdragen volgens art. 48, le lid met worden verhoogd, ofschoon de regeering de tegenwoordige belooniDg als ouvoldoende haeft erkend, meent genoemd Schooltoezicht, dat er geen aanleiding of grond bestaan kan, om langer aan de onderwijzers een sala ris te onthouden, waarop z(j met recht aanspraak maken en mogen maken. Verder heet hot: „dat de minima der onderw(jzersealaneean volgens art. 26 der wet beslist zeer onvoldoende zijn, naar de meeaing van alten, dis de behoeften kennen van den onder- wijzsr in verband met den aard en de eischen van zijn betrekking", en dan „Omtrent de vraag of de onder wijzers op 't platteland met minder salaris in bun onderhoud kunnen voor zien, dan die, welke werkzaam zijn in grootere of kleinere steden, bestaat geea algemeen gevestigde meaning en het aal blijven afnangen van bijzon dere omstandigheden en inzichten, of en in welke mate de jaarwedden der onderwijzers in de eene plaats hooger dienen gesteld te worden dan in de andere. Mede hierom is het aan de verga dering niet wensoheljjk voorgekomen, de regeling van de onderwjjzerswedde afhankelijk te maken van de classifi catie der gemeenten in de tabellen voor de Personeels Belasting. Men mag immers niet aannemen, dat deze tabellen den levensstandaard juist aan geven en bovendien staan zij in vele gevallen buiten alle verband met den aard der scholen en met de eischen, die als gevolg daarvan, aan de onder wijzers worden gesteld. Mitsdien heeft de vergadering zich bepaald tot bet zoeken van een basis voor de minimum salarissen, die aan de onderwijzers behooren te worden toegekend in plaatsen met den eenvou digsten levensstandaard en in seholen voor gewoon lager onderwijs. Staat deze grondslag eenmaal vast, dan kunnen daarop voor elk bijzonder geval de jaarwedden wordeD geregeld in verband met en ia verhouding tot de minima die zijn aangenomen voor de leerkrachten aan gewone lagere scholen in een omgeving, die geen bijzondere eischen aan het leven stelt. Voor zulke scholen en ln zulke om geving kan bet aanvangsaiaris naar het eenstemmig oordeel der vergadering niet lager gesteld worden dan 700." Ook wordt nog een gespecificeerde begrooting gegeven van de uitgaven voor een onderwijzeregezin bestaande uit man vrouw en 4 kinderen, met cijfers aan de werkelijkheid ontleend en die volgene 't schooltoezicht van groote bescheidenheid getuigen, gege ven voor een eenvoudig dorp en in normale tijden. Het eindcijfer be draagt 1426,40, waarbij echter niets in rekening gebracht is voorgemeen telasten, schoolgelden c.q. studieboe ken der kinderen, Normaalschool, Kweekschool, H. B. S. e d., dokter en apotheker, tabak en sigaren, scheren en haarsnijden, verjaardagen, sinter klaas ed, noodzakelijke reixm, on voorziene uitgavan en noodzakelijke levensverzekering Na nog eenlge toeli hting gegeven te hebben omtrent de belooning voor hoofdakte, handwerken, herhalings- onderwljs en de tegemoetkoming voor huishuur zegt het schooltoezicht ten slo'te „Waar wij allen, inspecteur en districtsschoolopzieners bi) het lager onderwijs in de 1ste Inspectie, van oordeel zijn, dat de billijkheid, de rechtvaardigheid en niet minder het belang van het onderwas eischen, dat de onderwijzer in zijn betrekkingeen voldoend bestaan vlnde voor zijn ge zin, en wjj ernstig hebben nagegaan, over welke middelen hfl daartoe bij don aanvang zijner betrekking en la ter, als hij hoofd van een gezin is, moet kunnen beschikken, hebben wij gemeend, Uw College met de resul taten onzer overwegingen te moeten in kenais stellen. Daarom hebben wij de eer, U aan te bieden het hierboven gegeven ver slag van de vergadering, gehouden te Hertogenbosch op 9 Januari j 1 dat ons eenstemmig oordeel weergeeft over bet minimum bedrag, waarmee de jaarwedde van d«n onderwiizer moet aanvangen en over het bedrag, dat de jaarwedde na twintigjarigen diensttijd zal moeten hebben bereikt". De Inspecteur van het Lager Onderwijs ln de l«te Inspectie: (get.) L. MICHIELS VAN KESSENICH De districfscboolopzieners in de lste Inspectie (get.) M. J H HOUBA. (get.) l'r 8TEIJNS. Als vervolg op bovenstaande mag men beschouwen een schrijven van Ged. Staten van Limburg aan de Gemeentebesturen, dat aanvangt met „Op 1 Jan. 1918 zullen voor de meeste gemeenten van dit gewest komen te vervallen de verordeningen in 1908 vastgesteld ter uitvoering van art 26, 9e lid der L. O. wet." verder, dat een algemeene verhoo ging van den levenastandaard beeft plaats gehad, waarin binnen afzlea- baren tijd geen beduidende daling te waohten is, zoodat „de tegenwoordige salarissen in 't algemeen volstrekt ontoereikend zijn voor een behoorlijk levensonderhoud en daarin thans op afdoende wijze zal moiten worden voorzien, opdat de onderwijzers een behoorlijk bestaan gewaarborgd zij. Dlt geldt evenzeer voor die ge meenten, welke bereids vóór het ver strijken van detienjarige goedkeurings termijn wijzigingen in de salarisre- gellng hebben gebracht, doch zich daarbij bepaalden tot een niet aan merkelijke verhooging der wettelijke minimum Jaarwedden". In verband met een en ander wor den de gemeentebesturen verzocht bij den Gemeenteraad voorstellen ter ta fel te brengen, opdat alsnu spoedig een herziening der bestaande veror dening ter hand worde genomen, waar bij als leiddraad gevoegd wordt het MbrUvep v»n bet Sgfeegltoezioht ln de le Inspeofie. waarvan do voor naamste gedeelten boven zjjn weer gegeven. De slotalinea luidt Nadat door den Raad tot vaststelling van moerbedoelde verordening zal zjjn overgegaan, wordt dezelve in viervoud in ieder geval voor of uiterlijk den len Augustus a.s. bij ons College ter goedkeuring ingewacht. De Gedeput. Staten v. Limburg RUIJS DE BEERBNBROUCK. De Griffier, J. G. CROUTK. Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben aan het Schooltoezicht advies gevraagd in zake de salariöering van het onderwijzend personeel en het Schooltoezicht heeft het advies gege ven. Meer weten we niet. Zou het Schooltoezicht in Zeeland niet het voorbeeld kunnen volgen van züne collega's in de le Inspectie en gaheele publiciteit aan de zaak geven? Want hoogst belangrijk is de zaak: hoogst belangrijk voor de gemeen ten uit een financieel oogpunt; hoogst belangrijk voor de geestelijke ortwikkellug van het volk; hoogst belangrijk voor de onder wijzers, dewijl daardoor zal voorkomen worden- dat zij na het eindigen van een salarisactie weer gaan overleggen, wanneer bet volgende adres zal ver zonden worden dat het luiden der doodsklok voor den onderwijzer verzekeragent als een jubeltoon klinkt; dat zj) gespaard worden, om bij het hoogste staatscollege te gaan bedelen om een bijbetrekking te mo gen waarnemen, waardoor hun gezin voor faillissement- behoed wordt dat bun geest zich bezighoudt met de vermoedelijke oorzaak van het doode veulen in de vaart enz., doch waardoor bevorderd zal wor den, dat die geest geheel in beslag genomen wordt door het onderwijs aan het volkskind, dat niets ontvangt dan gewoon lager onderwijs en aan hetwelk nog wel een en ander te verbeteren valt. Dat het spoedig zoo worde I P. DE BRUIJNÏ. Aardecburg, 6 Juni 1917. De minister van landbouw heeft dus schrijft de Avondpost aan de burgemeesters een rondschrijven ge zonden waarin hij mededeelt dat bet bestaande rantsoen aardappelen van 8 K.G. per week, niet meer kon wor den verstrekt en daarom voor deze week werd bepaald op 1 K.G. Aan het slot van dat schrijven ver zoekt hij den burgemeesteis telegra fisch aan bet rijksdistributiekantoor op te geven de voorraden aardappe len, die in hunne gemeente aanwezig zijn. Eilieve 1 als de minister niet wist hoeveel aardappelen er waren, hoe kan hü dan zeggen, dat het rantsoen maar 1 K G kan ?i).H

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1917 | | pagina 1