Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het Land van Cadzand.
Binnenland.
Bommen op Zierikzee.
Wo. 2228
gaterdag 19 Mei t9tt
26e Jaargang
BRESKENSCHE COURANT.
Abonnementsprijs
per 8 maanden ƒ0.60, franoo per post ƒ0.65,
voor Belgie ƒ0.85, voor Amerika 1 dollar 3 kwartalen
bö vooruitbetaling.
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
Advertentiëo
van 15 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
BQ abonnement lager tarief.
Advertentien worden/ingewacht tot Dinsdag en Yrtydag
des namiddags te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bQ den uitgever C. DIELEBAN te Breskens.
Het heelt tamelijk lang geduurd
eer men Iets officiééls vernam van de
zjjde der Britsehe regeerlng ln sake
het werpen van bommen op Zierikzee
waarbij gevonden stukken metaal op
maaksel van Britschen oorsprong we
zen.
De Duitsehs regeering heeft ver
klaard dat geen harer vliegtuigen aan
den aanval op Zierikzee sohuldig Is.
De Engelsohe regeering heeft doen
weten dat z|j zeer uitgebreide onder
zoekingen heeft gedaan om afdoende uit
te maken of de luchtaanval op Zierik
zee in den nacht van 29 April mis
schien te wjjten kon zijn geweest aan
een ongelukkige vergissing van een
Engelsoh vlieger.
De uitslag van het onderzoek ls,
dat de op Zierikzee gevallen bommen
niet kunnen zijn geworpen door een
vliegtuig van de Engelsohe marine,
van het Engelache leger of door een
ander Engelsoh luohtvaartuig.
De eenige Britsohe vliegtuigen, die
hierbij in bet spel geweest zou
den kunnen zijn, waren twee zee-
vliegtuigen, die 'b nachts opstegen
uit de streek van Duinkerken om de
pier van Zeebrugge aan te vallen, die
ze ook inderdaad aanvielen en waar
op ze 16 bommen wierpen. Beide
toestellen hadden denzelfden tijd
binnen 14 minuten noodig om het
doelwit te bereiken en op hun lig
plaats terug te keeren.
Beide waren langzame toestellen en
er was tegenwind uit het N.O. met
een snelheid van ongeveer 20 mijl in
het uur. De tijd, gebruikt door beide
voor den aanval op Zeebrugge en de
terugvlucht maakt het teneenenmale
onmogelijk, dat ze zoo ver oostwaarts
zouden zijn afgedwaald als Zierikzee,
zelfs indien het mogelijk ware geweest,
dat de bestuurders zich omtrent het
welbekende doelwit Zeebrugge
hadden vergist.
Elk vliegtuig voerde 8 bommen die,
naar gerapporteerd is, achtereenvol
gens op de pier van Zeebrugge wer
den geworpen.
Ziedaar de voorstellingdooh de N.
R. Crt. acht deze al dadelijk ln een
belangrijk onderdeel niet kloppend met
de feiten.
De wind was ln den nacht, toen
de hommen op Zierikzee neergevallen
zijn, niet noordooat met een snelheid
van ongeveer 20 mijl in het uur, doch
kwam Juist uit den tegenovergestelden
kant. De wind was west-zuid-west
met een Bnelheld van 3 meter per se
conde. Indien dus twee vliegtuigen
degenen zijn die onder verdenking
stonden, dan hebben zij derhalve ge
vlogen van Duinkerken naar Zeebrug
ge ln de meening met een kraohtigen
tegenwind te doen te hebben, maar
hadden integendeel den wind mee,
zoodat vergissing ten aanzien van het
„welbekende doelwit" niet alleen niet
uitgesloten, dooh zelfs waarschijnlijk
sou moeten worden geacht.
Het „grondig onderzoek" blijkt even
wel niet eens zoo grondig te zijn ge
weest, of men heeft zioh in den dag
Wh het voorval vergist.
Immers, met deze mededeellng loopt
het Ezgelsche oommuniqué geheel vast.
Het Dultsche commuaiqué dat later
lz vsrsehdnen en in de Nederlaadsehs
pers afgedrukt 1b namelijk sist te
vinden. Wat er wèl is, en waar het
Engelsche oommloiqoe waareohjjnlijk
op doelt ls een bericht in de Tele
graaf van's middags van den
29stsn April, dus van vóór den aan
slag op Zierikzee. Wjj laten het hier
volgen
Van de grens, 29 April.
Hedennamiddag had er weer een
aanval vaz vliegers op de haven te
Zeebrugge plaats. De aeroplanen wer
den geweldig besohotende aviateurs
wierpen bommen.
Bfj den laatsten aanval, waarover
een communique van Berlijn epreekt,
werden vijftien bommen geworpen
Deze vielen ln 't water nabij ma
rine-vaartuigen, maar geen eakele trof
doel. Het water epoot bijwijlen 40
meter omhoog. Door den lichtdruk
werden twee loodsen cp den haven
muur beschadigd deze moesten on
middellijk hersteld worden door bur
gerlijke timmerlui uit Blaukenberge.
Hen ziet hieruit, dat bet zooge
naamd „later" oommuniqué, waarvan
het Engelsche onderzoek Bpreekt, niet
is een later dooh een vroeger, reeds
voor den aanval op Zierikzee afgege
ven oommuniqué, dat betrekking
heeft op den laatsten aanval vóór den
middag van den 29sten.
Hiermee komt dus het heele argu
ment, aan de 15 in het water ge
vallen bommen ontleend, als niets ter
zake afdoend te vervallen.
Wat meer zegt, de twee vliegers,
die zoo knap in den naoht van 29 op
80 met N.O. wind gevlogen hebben,
kunnen niet de mannen zijn van
denselfden tocht, als die van de 15
bommen, wier verhaal zoo mooi met
het Telegraafbericht van den Sösten
klopt.
Wij nemen nu het clot van de ar
gumentenreeks van het EngeUehe
ministerie
Geen van de Engelsche toestellen
voerde zoekllehten, lichtbommen of
andere den grond verlichtende toe
stellen. Het vliegtuig dat Zierikzee
heeft gebombardeerd heeft, naar ge
meld is, wèl met zoeklioht gewerkt.
Over deze laatste mededeellng heeft
het blad eerst wat verbaasd gestaan,
aangezien wij ons niet wisten te her
inneren, omtrent een zoeklicht iets
gelezen te hebben.
Doch ook dit raadsel bleek oplos
baar. Het vindt de verklaring weder
om in de Telegraaf van 30 April
waarin bet leest in een berleht uit
Middelburg
Hedennacht vloog een vliegtuig van
onbekende nationaliteit over Middel
burg. Blijkbaar heeft hetzelfde vlieg
tuig zich even later boven Zierikzee
bevonden.
Aldaar heeft de vliegenier met
zoeklichten gewerkt, waarop bommen
werden geworpen, die een vreeselijke
paniek veroorzaakte onder de bevol
king.
Deze beriohtgever te Middelburg
weet dus te vertellen, dat bet vlieg
tuig te Zierikzee met zoeklichten
heeft gewerkt, en'dat wordt nu ln
een Esgsleeh officieel bericht ons
voorgelegd als een,feit, waaraan niet
valt te twijfelen, hoewel uit Zierikzee
zelf daaromtrent niets is gemeld.
Hiermede zijn de bewijzen vao het
„grondige ea zeer nauwkeurige on
derzoek" uitgeput.
Het zal den lezers duidelijk zijn,
dat zQ volstrekt ondeugdelijk, wijl
onwaar, en dat zjj den sshQa hebben
meer uitvloeisels te zijn vaz opper
vlakkige krantenberichtjes, dan van
ernstig onderzoek. Sn men is slechts
vsrbaasd, dat een lichaam als de En
gelsohe admiraliteit zich niet te goed
aeht met zulke controleerbaar onj ais-
te praatjes voor des dag te komen.
De Engelsche autoriteiten zijn er
niet voor teruggedeinsd, aan hunne
uiteeazettingen een reekz insinuaties
vaat te knoopen tegenover kunne te
genstanders. Dit ls eene zaak, die
ons niet meer aangaat. Sleehts een
tweetal opmerken mogen we daaraan
verbinden. Ten eerste, dat het ons
ln het belang van den goeden naam
der Engelsche admiraliteit noodzake
lijk l|jkt, hare Insinuaties la te trek
ken, die onder het lioht van hare ei
gene geheel onjuiste ophelderingen
omtrent den aanslag op Zierikzee, wel
in een zonderling licht komen te
Btaan.
En de tweede opmerking is deze.
W|j lezen in het Engelsohe commu
niqué dat Dultsche luchtvaartuigen
herhaaldelijk en gedurende verschei
dene maandt boven Nederlandsoh
gebied hebben gevlogen, ondanks
krachtige protesten van de Neder-
landsche regeering, en ten minste
eens voorwerpen op Ned. grondgebied
hebben geworpen.
Wanneer men in het bovenstaande
Duitsche vervangt door Engelsohe is
het precies even juist.
Het spreekt van zelf, dat de Ne-
derlandsche regeering het bjj de En
gelsche opheldering van den aanslag
op Zierikzee niet zal laten. Zij kan
dat nu nog minder dan te voren.
Eene ruiterlijke erkenning van ver
gissing zou hier te lande aanvaard
zijn; by oene korte mededeellng van
onsohuld zou men zich hebben moe
ten neerleggenmaar deze verklaring,
die ons met tastbare onjuistheden
afscheept en daarmede de zaak „af
doende" denkt uit te maken, is zoo
onsympathiek, dat daarmee de pijn
lijke gebeurtenis te Zierikzee onmo
gelijk kan worden te ruste gelegd.
Laat men de maanden Januari en
Februari van dit jaar buiten beschou
wing, toen de strenge vorst het scheep
vaartverkeer stremde, noemt de re-
geerlngsnota over den eeonomisehen
toestand van ons land, de binnenvaart
zich herstellende, waar vooral de
vrachten in het jongste najaar onge
kend boog waren. De kanaalvaart op
het buitenland vertoont een minder
gunstig beeld.
Over bet algemeen ie de toestand
van den winkelstand niet onbevredi
gend.
De-luxe bedrijven' profltaeren van
de welvaart der landbouwende bevol
king. Daarentegen' hebben Jn, sommi
ge, gemeenten'de vsrkoopefs van le
vensmiddelen te klagen.
Yoor de vele akkerbouwgewassen
was gedurende 1916 het weder ziet
gunstig tengevolge van de vele regens.
De onvoldoende hoeveelheid kunst
mest welk# er sleohts ter beaohikklng
stond en de achaarsohte aan arbeids
krachten, veroorzaakten dat over het
algemeen de meeste gewassen onvol
doenden oogst gaven.
Van de peulvruchten was de op
brengst over het geheel matig doch
in sommige stroken bepaald aleeht.
De opbrengst der consumptieaard
appelen list veel te weasshen over.
De oogst der beetwortelen viel mee.
Over de uitkomsten van de aard
appelteelt kan thans nog niet ten
volle geoordeeld worden. Vermoedelijk
zullen die van de kielaardappelen
slechts matig, die van de zand- en
veenaardappelen goed zijn.
De veehouderij gaf over het alge
meen bevredigende financieels resul
taten.
De uitvoer van rundvee bepaalde
zich in 1916 zoo goed als geheel tot
melk en fokvee. De volgende cijfers
geven een beeld van dezen uitvoer.
1913 69,5061914124,6961915:
25,68719x685,247 (84,898 melk- en
fokveej.
De uitvoer van verseh rundvleeseh
was als volgt1913 18,248,000 E.G.;
1914: 14,103,000 Kilogram.; 1915:
20,706,000 K.G.; J916: 16,7*4,000
E.G.
De resultaten der boterbcreiding
waren, niettegenstaande de uitvoer-
bepalingen, bevredigend.
Belangrijk beter waren de met
kaasbereiding verkregen resultaten.
De uitvoer van boter en kaas in de
laatste vier jzren blijkt uit onder
staande cijfers
1913boter 87,050,000 E.G., kaas
65.924.000 E.G.1914 28.237.000
E.G., kaas 67,840.000 E.G.; 1915:
boter 42.844.000 E.G., kaas 86.885 000
E.G.1916boter 86.888.000 E.G.,
kaas 90.818.000 E.G.
De varkensmesterij leed onder den
beperkten veevoederaanvoer. Zulks
kad een vermindering der fokkerij
tengevolge.
De uitvoer van varkenavleesch werd
weder tot het normale cijfer terug
gebracht, sooals uit het volgende
staatje blijkt:
1918 49,724,000 E.G.,
1914 80,714,000
1915 63,744,000
1910 40,958,000
De omstandigheden waren voor de
schapenfokkerij weinig gunstig.
Uitvoer van groenten ln de jaren
1918—1916 ln 1000 E.G. bedroeg re
spectievelijk 221,616, 246,904,846,892
818,109.
De oogst van appelen was slechts
matig, terwijl de peren een nog ge
ringere opbrengst gzven.
De opbrengst van pruimen overtrof
de verwachting.