Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het Land van Cadzand. Zuinig zijn. Woensdag 9 Maart 1919 Abonnementsprlls Advertentiën Wo. 2208 26e Jaargang BRESKENSCHE COURANT. per 8 maanden ƒ0.60, franco per post ƒ0.65, voor Belgiö ƒ0.85, voor Amerika 1 dollar h 3 kwartalen b(j vooruitbetaling. Abonnementen worden mede aangenomen b{j boekhandelaren en brievengaarders. van 15 regels 25 cents, elke regel meer 6 cents. Ghroote letters naar plaatsruimte. By abonnement lager tarief. Advertentien worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdag des namiddags te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond by den Hitgever C. DIELEHAN te Breskens. Toen op 1 Februari jongatleden var- schillende buitenlandsohe moeilijkhe den den aanvoer van broodgraan in gevaar brachten, is terstond nagegaan, of er bijzondere maatregelen genomen dienden te worden. Er werden daarna ter zake van het varen van onze schepen onderhande lingen gevoerd, en de kans was niet uitgesloten, dit binnen zeer alzlenba- ren tyd tie vaart op Noord-Amerika •n daardoor de aanvoer van onze grootste hoeveelheden broodgraan weer zou zjjn geregeld. Het torpedeeren van zeven onzer schepen op 28 Februari j 1. en het nog voortdurend vasthouden van een groot aantal schepen in vreemde ha- vons, zoomede de nog zeer ongeregel de vaart op Noord-Amerika, zoowel wat betreft de vaart zelfs al3 de vei ligheid daarvan, nadere maatregelen te nemen, die tot bezuiniging van het graanverbrulk leiden. Iu de eerste plaats is overwogen of het wenscheiyk was het tot dusver verstrekte rantsoen brood te vermin deren, doch, gezien de rantsoeneering van de andere levensmiddelen en het groots belang van de broodvoeding voor het overgroots deel van ons volk is besloten, daartoe vooralsnog niet over te gaan. Er is echter ook een deel van ons volk dat zich zeer goed kan voeden zonder een groot gebruik te maken van brood en bet is Btelllg alleszins gerechtvaardigd, op dat deel een be roep te doen om zoo weinig mogelijk brood te eten, en voorts op ieder Ne derlander, om het ongebruikte gedeel te van zl)n broodkaart onder geen voorwaarden ter beschikking van den bakker te stellen. Elk Nederlander kan in deze mede werken tot het bestrijden van knoeie rijen, en ieder die dit nalaat, verhoogt de kans dat niettegenstaande de daar aan verbonden bezwaren tot verklei ning van het rantsoen moet worden overgegaan. Toen op 1 Februari j.l. de aanvoer van broodgraan in gevaar werd ge bracht, was de toestand aldus, dat wat de voorraden bultenlandsch graan bloem en binnenlandsch graan betreft, op een normale broodvoeding voor geruimen tijd gerekend kon worden. Daarvan is thans meer dan een maand verstreken en de hierboven ontwikkelde slechte kansen van aan vulling maken het noodlg, dat ten opzichte van de samenstelling van het brood eenige wijziging wordt gebraeht. Deze zal onder meer hier in bestaan, dat voor het bruinbrood hij het ongebuild meel, rogge en aard appelmeel wordt gevoegd en eventueel ook maïsmeel, en dat voor het witte brood de inlandsche bloem zal wor den gemengd met Amerlkaansche bloem en aardappelmeel. Er zal voor worden gezorgd, dat Uit de te verstrekken grondstoffen, zoowel wat het bruinbrood als het wittebrood betreft, een smakelijk en TMdiMMQ levensmiddel keu worden gebakken. Ook de banketbakkerij zal tengevolge van bovengenoemde om standigheden de samenstelling van baar grondstof in belangrijke mate zien gewijzigd. Ook ten opzichte van de aardappe len wordt eerlang een rantsoeneéring verwacht Er is een inventarisatie gemaakt, waarvan de uitkomst geheim is ge houden waarom is ons echter niet recht duidelijk, schrijft het Hdb. Zoo geheim bleef de uitkomst echter niet of we kuonen mededeelen, dat als aanwezig niet voor het gebruik der bewaarders, werden gevonden 90 milli- oen K.Q kleiaardappelen, 60 millioen E O. zand en veenkoloniale aardappe len en 16 mill. E O. Brabantsohe en Limburgsche. Verschillende kleinere partijen z(jn echter niet medegeteld, evenmin na tuurlijk al de voorraden die by de particulieren voor eigen gebruik aan wezig zyn. Tezamen wordt dit ook nog op minstens 26 millioen E O. geschat. In het geheel dus 180 millioen E.G. Het aardappelverbruik is gerantsoe neerd op 8 E O. per hoofd en per week. Dat ls dus voor ons land na genoeg 18 millioen E G. per week of tot den nieuwen oogst 16 weken ls 288 millioen E.G. Zoodat we voor een tekort zouden kunnen komen van 100 millioen E.G. Iutusschen is een rantsoen van 8 E.G. gemiddeld meer dan voldoende in Amsterdam byvoorbeeld werd het rantsoen Diet gebruikt. Verder neemt het verbruik vau aardappelen in de maanden April, Hei en Juni altydaf. Maar dat geldt in gewone ty den, wan neer er volop giulterswaren, vooral peulvruchten, aanwezig zyn. Hoe de eiscben van het publiek nu ln die maanden zullen zyn valt moeiiyk te zeggeD. Een andere mogeiykheid ls er nog, nl. dat de voorraden bij het publiek mee zullen vallen. Eindeiyk zal ook de rantsoenoerlng van varkeDsvleesch verminderen en vermoedeiyk met 1 April op twee varkens per week per 1000 Inwoners gesteld worden. Ten opzichte van den verbouw van vroege aardappelen is de verwachting dat verschillende tuinbouwers huive rig zyn tot grooten aanplant daarvan over te gaan in het by zonder wat be treft de zoogenaamde binnenlandsche soorteD, zulks iD verband met de min der goede flnancieele uitkomsten, die in het vorige jaar, als gevolg van de maatregelen, beoogende de beschik baarstelling van aardappelen voor het binnenland, werden verkregen. Het spreekt vanzelf, dat ook wat den oogst van aardappelen van het jaar 1917 betreft, maatregelen om voldoende hoeveelheid voor het bin nenland beschikbaar te houden, niet achterwege knnnen biyven. Ter geruststelling van de verbou wers zy echter reeds thans te hun ner kennis gebraoht, dat by de re geering het ernstige streven voorzit, om deze maatregelen op zoodanige wtyze toe te passen, dat de tselt be- hooriyk loonend blijft en dat er ln het byzonder naar zal worden ge streefd, den verbouw van de zooge naamde binnenlandsche soorten niet minder loonend te doen zyn dan die van de soorten, welke gewooDiyk voor het buitenland worden geteeld. Uitvoer, bijzondere potjes en goedkoops levonsmiddelanvoorzisning. Oudsrwetsohe nauwgezette buis vrouwen hadden en hebben misschien ook nu nog byzondere potjes waaruit zy de verschillende uitgaven voor het huishouden bestreden. Zoo was er een potje voor de ver lichting, voor de belasting, voor de verzekering, sn o wee, Indien er in het huurpotje een gulden te weinig was of in het belastingpotje een vier kwartjes te veel. Op soortgeiyke wys hebben we ook van overheidswege specials potjes, waaruit de kosten van de goedkoope levensmiddelen-voorziening grooten- desls gedekt worden, zegt de N. R. Crt. Er is een potje voor gosdkoope boter; er is er een voor goedkoops kaas, voor goedkoope viech, goedkoo pe traan, goedkoope stroop en aard appelmeel, goedkoope vat en stapel groenten, goedkoop werkgaren, goed koop zink, goedkoope cichorei, goed koope margarine, goedkoop varkens- vleescb, enz., en met heilige zorg wordt er voor gewaakt, dat de gel den uit het eene potje niet in het andere terecht komen, en er byvoor beeld botergeld komt in het potje, dat voor de visch of de ciohorei be stemd is, of omgekeerd. De voortbrenger van boter zorgt dat het binnenland boter beneden kostprys ontvangtdo fabrikant van aardappelmeel op zyn beurt, dat de stroop niet dnur is, maar daarmede achten beiden bun taak ook afgedaan. En zoozeer is men op het behoud der speeiale potjes gesteld, dat inder- tyd zoowel de hariDg-reeders als de versche-zeevisch-reeders er heftig te gen protesteerden, dat hun consent- gelden ln hetzelfde potje terecht kwa men en er goedkoope haring gekocht werd met behulp van het geld ver kregen uit den uitvoer van versche zeevisch. De verklaring van het ontstaan der speciale potjes is tevens de veront Bchuldlging van het beboud der aarts* vaderiyke boekhoudery. Do vraag in het buitenland naar een ten onzent in overvloed voortgebraeht artikel maakte het noodig, dat van dat arti kel voldoende hoeveelheden tegen biliyken prys voor binnenlandsch ge bruik gereserveerd werden, en er werd dan voor znlk een artikel een uit voerregeling getroffen, die den expor teur bet reoht gaf, bepaalde hoeveel heden uit te voeren, onder beding, dat het voor binnenlaDdseh gebruik benoodlgde voor ongeveer normalen prys vaak beneden produetieprys verkrygba&r zou zyn. Al deze regelingen ontstonden naast en los van elkaar, en des te geringer lastea werden er op den export ge legd, Daarmate er voor het binnen land aan het uit te voeren artikel minder behoefte bestond. De schaduwzyde hiervan was, dat er als het ware een premie werd ge steld op het voortbrengen van goede ren, die hier te lande in het geheel niet benoodigd waren, én de produc tie dezer goederen nam ten slotte zelfs zóó toe, dat de regeering zioh benoopt zag, in de distribntlewet be palingen op te nemen waardoor de produotie van voor het binnenland niet benoodlgde goederen aan banden werd gelegd. Tcgeiyk verzekerde de minister, dat, voorzoover nog de export dezer goederen zou worden toegestaan, deze aan zoodanige voorwaarden zou ge bonden worden, dat de geldeiyke voordeelen voor den producent voor het binnenland grooter zouden zyn dan voor den producent voor het bui tenland met andere woorden ook van dezen export zouden opofferingen gevraagd worden ten behoeve van een goedkoope binnenlandsohe levens middelenvoorziening. Deze export zou die bydragen eoh- ter niet kunnen leveren in natura aooals de export van boter, kaas en dergeiyke omdat we het te ex porteeren artikel in het geheel niet behoeven, maar zou dus genoopt wor den om hetzy andere goederen tegen lage pryzen beschikbaar te stellen, hetzy gelden te storten, waaruit de regeering kon putten om goederen aan te koopen, die tegen verlaagden prys aan de gezameniyke bevolking konden afgestaan. De hier bedoelde exportregeling verschilt dus in beginsel ten eenen- male van de oude uitvoerregelingen, die als voorwaarde stelden dat de uit voer van een bepaald artikel Blechts de kosten had te dragen van de bin nenlandsche voorziening met datzelf de artikel, in welken geest de oude exportregelingen zullen herzien wor den. VaDzelf ryst nu de vraag of hek niet weuscheiyk zou zyn nog een stap verder te gaan en te bepalen dat de gelden, uit den uitvoer van by voor beeld boter of kaas verkregen, voor geheel andere doeleinden besteed worden dan ln de voorziening van goedkoope boter of kaas of melk voor binnenlandsch verbruik. Zoodra de kaasboer weet, dat de producent van gebruiksmelk voor zyn produet meer zal ontvangen dan hy voor het zyne en hjj verplicht is, be halve kaas voor binnenlandsch ver bruik met een zeker verlies te leve ren, daarenboven óok nog een bedrag ln geld te storten, waardoor zyn ren dement duB absoluut beperkt is, kan het hem onverschillig z|jn, in welken vorm de regeering zyn bydragen op slecht. Ontvangt hy voor 100 E.G. kaas maximaal ƒ60, terwyi 26 pet. voor het binnenland gereserveerd wordt, dan is het hem hetzelfde, of de bin nenlandsche kaas ƒ26, ƒ80 of ƒ40 opbrengt; hy komt immers nimmer boven de f 60 uit. W»»r dit eu vaststaat kan het zeef

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1917 | | pagina 1