Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het Land van Cadzand.
Abonnementsprijs
Een klacht.
<1K=]E>
Mond- en Klauwzeer.
Binnenland.
Wo. «198
Woensdag 31 Januari 1919.
36e Jaargang
per 8 maanden ƒ0.60, franco per post ƒ0.65,
voor Belgie ƒ0.85, voor Amerika 1 dollar k 3 kwartalen
b# vooruitbetaling.
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
Adrertentiën
van 15 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents,
Groote lettors naar plaatsruimte.
BQ abonnement lager tarief.
AdvertentiSn worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdag
des namiddags te twee tra.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrjdagavejsd by den uitgever C. DIEUSM te Rreckea».
Ebd vrouw van een reserve-officier
klaagt over gebrek aan waardeering.
Ken dezer dagen, schrijft ze, met
het sohikkeB van mijn beiaetingpapie-
ren, kwam het biljet van de Verdedi-
glngabelastlng me weer in handen en
nu moet haar toch lets van het tart,
iets wat haar al zoo lang gehinderd
heeft.
Wat is de zin van de Verdedigipgs-
belasting Dat ieder 't zflae er tos
bijdraagt om een gedeelte van de las
ten van de verdediging te dragen.
Is 't dan fair en fijngevoelig ook de
gemobiliseerden te laten betalen
Wat haar daarin voornamelijk hin-
derf, is niet ds som die zij te betalen
hebben, maar de absolute afwezigheid
van waardeering voor de persoonlijke
offers, dio er gebracht worden die'uit
die handelwijze spreekt.
En datzelfde spreekt ook uit andere
maatregelen.
Waarom worden, wanneer een be
perking van het spoorwegverkeer nood-
zakt lijk blijkt, 't allereerst dwang
maatregelen op de militairen toege
past, door hun maar eens per maand
toe te staan per trein te reizen, "'t
zij zl) voor eigen geld reizen ol' voor
Rijksrekening. Vergeet men daarbij,
dat zij, die tot beechermirg van het
land ver van huis z()n, meer recht
hebben dan een plezierreiziger om ven
de spoorwegen gebruik te maken.
Waarom de briefwisseling tusschen
familieleden niet vergemakkelijkt door
opnieuw vrijdom van port in te voe
ren? Wanneer men by 't uitden
ken van dergeiyke maatregelen aan
de bureaux zoo weinig deferentie
tooot tegenover het leger, is 't haar
onbegrijpelijk, dat de hooge militaire
autoriteiten niet voor de landsverde
digers in de bres springeD. 't Wordt
langzamerhand als iets van zelf spre
kends beschouwd, dat een gedeelte
van de bevolking, ten dienst» der be
waking van 't land, tot bescherming
van 't heele volk weggestuurd wordt,
naar alle hoeken van het land, naar
de meest eenzame plaatsjes.
Er wordt vergeten, wat 't voor een
huisvader zqd moet voor langen tijd
aan zjjn gezin onttrokken te worden.
Ook voor hen, officiersvrouwen, is
't een moeilijke tyd, maar zij troos
ten zich wanneer ze aan de ellendo
van het buitenland denken, ja z(jn
zelfs denkbaar dat wy tot dusver zijn
gespaard gebleven.
Alleen wat meer tastbare waar
deering zou de moeiiykheid lichter te
dragen maken en het is alsof de re-
regeering dat niet voelt. Ook in de
burgermaatschappy ontbreekt voor een
groot deel dat gevoel.
't Is in eigen omgeving te merken,
waar ln 't begin deelneming en be
langstelling was, komt verslapping, ja
by sommigen zelfs onverschilligheid.
't Duurt ook zoo lang, 't wordt
heel gewoon, de toestand van mobi
lisatie, alleen de vrouwen van gcmo-
biliseerdeni'voelen dat anders.
't Is jammer, want 't vermindert
gevoel van^nationallteit. 't Verbit
tert soms en 't groote gevoel vaa
eenheid, dat we juist ln dezen tyd
zoo noodig hebben, verslapt daardoor.
Wanneer ons land in oorlog zou
komen, wat Qod moge behoeden, en
't land vroeg zyn offe»s 't zou niet
m9t enthousiasme zijn, dat zij haar
oflfar zou brengen, maar met stille
berusting, omdat we niet zouden kun
nen ontkomen aan 't groote Noodlot,
dat'deze ooriog voor de wereld, i».
Maar voor Vaderland en volk
mijn hemel, dat kan zy er mosiiyk ln
voelen, het kaa niet alle» van êen
kant komen.
Het beginsel van het wetsontwerp
tot bestrijding van mond- en klauw
zeer ondervond by het afdeelings on
derzoek dor Tweede Kamer b(j vele
leden bedenking.
Zij verklaarden er geen goede re
den voor te kunnen vinden, dat de
kosten dor bestrijding van het mond
en klauwzeer voortaan geheel, althans
voor een goed deel znllen komen ten
laste van de houders van vee.
Dat deze, goltjk in den aanhef der
Memorie van Toelichting wordt op
gemerkt, by da bestrijding dier ziekte
een byzondor belang hebben, wensch-
te men niet tegen te spreken, maar
sinds wanneer, zoo vroeg men, wordt
iu het aanwezig zQn van zulk een
'oizonder belang een reden gezien de
kosten van zekoro maatregelen ten
laste van een bepaalde ingezetenen
te brengen
Ten aanzien van de bestryding van
plantenziekten, als kruisbsssenmeel-
dauw, en van het universitair onder
wijs, dat in de eerste plaats is in het
belang dergenen die daarvan gebruik
maken, wordt, Daar sommige leden
opmerkten, dit stelsel niet gehuldigd,
noch ten aanzien van rivier- en haven
verbetering, waarbij bovenal het be
lang van schippers en van den han
del is betrokken.
Met betrekkiBg tot de bestrijding
van mond- en klauwzeer is het dan
evenmin op zijn plaats.
Bovendien mag er hier zoo werd
opgemerkt op worden gewezen,
dat het bijzonder belang, dat de vee
houders by de bestrydingmaatregelen
hebben, gemeenlijk zeer wordt over
schat.
Overigens werd van deze zijde op
gemerkt, dat het in de Mem. van
Toel. in herinnering gebrachte feit,
dat reeds in den tyd der Bataafsche
Republiek d9 belanghebbenden door
een bizondere belastingheffing geleide-
ïyk waren betrokken bij de bostry-
dlDg van de besmettelijke veeziekten,
niet kan dienst doen als een argu
ment voor zulk een belastingheffing
thans. Juist in de laatste eeuw ls
het beginsel, dat kosten, welke- de
staat in het algomeen belang meent
te moeten maken, uit de algemeene
middelen moeten worden betaald,
steeds meer ln toepassing gebracht.
Afgezien van deze hoofdbedenkingen
werd bezwaar geopperd tegen het
scheppen van een afzonderiyk fonds
ter bestrijding van de kosten der maat
regelen jtot afweer van mond en
klanwzeer te nemen.
Bestaat eenmaal zulk een fonds dan
zal de regeering zich niet meer ge
noopt zien de noodige geiden bij de
volksvertegenwoordiging aan te vra
gen en dus 'de gelegenheid voor de
Kamer om op de maatregelen vao de
r^geering oritiek te oefenen, van zelf
veel minder worden. Vooral nu de
regeerir.g en hare adviseurs steeds
hardnekkig vasthouden aan het af
makirgtsysteem, ondanks de ernstige
bedenkingen, die daartegen ook in de
Kamer zijn aangevoerd en die zelfs
tot een foi meeltr uitspraak der Kamer
hebben geleid, wenscheen verscheidene
leden dezen weg niet op te gaan. Zij
oordeelden het van zeer groot belang
dat de regeering voor het bekomen
der noodige gelden zich steeds tot de
Kamer heeft te wenden en danrby
rekentchap heeft te geven van de door
haar gevolgde gedragsiyn.
Voorts werd er van deze zyde op
gewezen, dat, mocht onverhoopt de
voorgestelde regeling tot stand komen,
het alleszins gerechtvaardigd zoude
'zijn aan de belanghebbenden dan ook
invloed toe te kennen od de wijze,
waaiop de ziekte van overheidswege
wordt bestreden, dat is op de maat
regelen tot uitvoering van de wetten
te nemen.
Andere leden hadden tegen het
wetsontwerp, wat het beginsel betrof,
geen bezwaar,
By de styging der Staatsuitgaven
is er huns inziens alle aanleiding,
naast algemeene belastingen, heffin
gen als deze ln te voeren, die zich
richten tot da direot belanghebbenden
by d-., maatregelen, welker bekosti
ging het geldt.
Dat de veehoudars in de eerste
plaats belang hebben by het tegen
gaan van mond en klauwzeer, kaD,
huus inziens, redeiykerwys niet wor
den betwyfeld. Ongetwijfeld is daar-
by ook een groot algemeen belang
betrokken, -maar by de samenstelling
van het wetsontwerp is dit niet
voorbygezien.
Tegenover de opmerking, dat ten
aanzien van de bestrydirg van ande
re staatsuitgaven niet hetzelfde be
ginsel wordt gevolgd, wees men er op,
dat de studenten aan de hoogescholen
in den vorm van collegegelden hydra
gen in de kosteu van het onderwys
en dat haven en rivierverbetericgen,
ja groote openbare werken ln het al
gemeen, door de regeering gewoonlyk
niet worden ondernomen dan met
krachtlgen financleeten steun van de
naast belanghebbenden in den vorm
van provinciale en gemeenteiyke sub
aidiön.
Het is echter duideiyk, dat by de
bestryding, van het mond- en klauw
zeer het volgen van dien weg is
uitgesloten.
Als een practisch voordeel van de
voorgestelde regeliDg werd aangemerkt,
dat zy de veehouders tot grootere
zorg by het tegengaan van mond- en
klauwzeer zal aanzetten, een ver
wachting, die door de tegenstanders
vaa het onderwerp allerminst werd
gedeeld.
Zy drongen er met kracht op aan,
dat de minister dit donkbeeld alsnog
in overweging zoude nemen en het
ingediende wetsontwerp zoude ver
vangen door een ander, in dien geest.
Indien gewonsoht, ware zulk een
verplichte verzekerde niet. te beper
ken tot mond en klauwzeer, maar
uit te breiden tot andere veeziekten.
andere loden spraken twyfnl uit,
of het hier aanbevolen dankbeeld wel
voor practisehe verwezeniyklng vat
baar is en of het zal biyken de voor
keur te verdienen boven het voorge
stelde. Intusschen zouden rij gaarne
's ministers zienswyze over dat dook-
beeld loeren kennen.
Weer anderen verklaarden ook te
gen znlk eeB stelsel van verplichte
verzakenng bezwaar te hebben.
Sommige ledsn Waren van oordeel
dat, wanneer men de kosten der be
stryding van daze ziekte voor een be
langrijk deel ten laste van de vee
houders wenscht te brengen, boven
de in dit wetsontwerp voorgestelde
regeling te verkiezen ware een stelsel
van verplichte verzekering met staats
hulp. Dit stelsel zou by de veehou
ders een gezonde belangsteliirg wek
ken in de wyze waarop de bestryding
der ziekte plaats vindt, eene belang
stelling gepaard gaande met onder
linge controle.
Evenoens bestaat by vele leden be
zwaar tegen het wetsontwerp tot be
schikbaarstelling van ruim acht mil-
lioen gulden voor reiskosten, veeart-
senykundigen dienst en kosten van de
maatregelen ter bestryding van het
mond- en klauwzeer.
De minister van landbouw heeft
aan de gemeentebesturen die regee-
ringsgoederen wenschen te betrekken
verzocht eene verordening iD het le
ven te roepon die eene doeltreffende
controle op de verspilling van regee-
ringsgoederen mogeiyk maakt.
Deze verordening moet de zeker
heid verschaffen, dat van die regee-
ringsgoedoren, waarvan de rantsoe
neering naar zijn meening thans moet
plaats vinden, door de ingezetenen
geen voorradeD kunnen worden ge
maakt en dat niemand meer zal kun
nen verbruiken dan zyn evenredig
deel in hetgeen door hem voor allen
verkrygbaar kan worden gesteld.
Gelyk bekend, wordt over ds
grens steeds getracht om de bepalin
gen van het Duitsche Inkoopgenoot
schap te ontduiken, zulks natuurlyk
als gevolg vaff het toenemende ge
brek aan de eerste levensbehoeften.
Ondanks de bestrijdingsmaatregelen
van deze fraude, blykeD toch nog tal
van Duitschers kans te zien, de uit
ons land gesmokkelde goederen zelf
te behouden of aan particulieren te
verkoopen.
Thans zullen maatregelen worden
getroffen om ook deze kans nog weg
te nemen.