Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het Land van Cadzand.
De wegvoering der Belgen.
Nog geen vrede.
Woensdag «6 Januari ?9I1
Abonnementsprijs
per 3 maanden ƒ0.60, franco per post ƒ0.65,
voor België ƒ0.85, voor Amerika i dollar k 3 kwartalen
bp vooruitbetaling.
Abonnementen worden mede aangenomen bp
boekhandelaren en brievengaarders.
Advertentiên
van 15 regels 25 cents, elke regel "meer 5|aents.
ö-roote letters naar plaatsruimte.
Bp abonnement lager tarief.
Advertentien worden ingewacht tot Dinsdag en VrQdag
des namiddags te twee ure.
Bit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdstgavcsd by den uitgever C. DIELESAK te Breskeus.
Nadat de Nodadandscfoe regeering
zich tat de Duitsche had gewend in
zake de wegvoering van Belgen die
ia Nederland vertoefd )n en naar Bel
gis zijn teruggekeerd op de verzeke
ring van den commandant van Ant
werpen dat hen geen leed zou ge
schieden, heeft minister Loudon van
de Duitsche regeering een nota ont
vangen waarin zij haar standpunt uit
een zet
Naar de meening der Duitsche re
geering moet de ordonnantie van het
Gouvernement-Generaal te Brussel
van 15 Mei 1916, waarbij gevange-
geoisstraf of gedwongen arbeid be
dreigd wordt tegen een ieder, dio
openbare ondersteuning geniet, terwijl
hij zonder voldoende redenen weigert
te arbeiden naar evenredigheid zijner
krachten, beschouwd worden in over
eenstemming te zijn met artikel 48
van het reglement, gevoegd bi) de
IVde Haagsche Conventie van 1907,
nopens de wetten en gebruiken van
den oorlog te land. Volgens de in
zichten der Duitsche regeering is het
oogetwijfeld in het belang van de
openbare orde om zooveel mogelijk te
voorkomen, dat personen tot werke i
in staat, ten laste der liefdadigheid
komen en om hen te dwingen tot- een
toongevend werk
Zij is van mreninu, dat de onder
stand door de Amerikaansche com
missie voor toezei ding van levens
middelen naar België, een instelling,
die in do bestaands omstandigheden
een openbaar karakter heeft, aan
werktoozen en mitsdien behoeftigon
verstrekt, als openbare ondersteuning
te beschouwen is.
Aangezien de ongunstige toestand
der Belgische nijverheid belet, dat de
werktoozen op genoegzame wijze jn
hun onderhoud kunnen voorzien, wordt
hun toongevend werk in Duitschland
verschaf;een groot aantal bu ner ls
er repds vrijwillig werkzaam; tegen
do werkloozeD, die dat voorbeeld niet
volgen, is dwang volgens de voor
schriften van pe ordonnantie van 15
Mei 1916 onvermijdelijk arbeid waar
toe een vjjandoljjke bevolking volgens
de rogelen van het volkenrecht niet
gedwongen kan worden, ia natuur
lijkerwijs uitgesloten.
De Duitsche regeering is mitsdien
van oordeel dat het overbrengen van
werklooze Balgen naar Duitschland
niet in strijd is met het volkenrecht,
in het bijzonder niet met art. 62 van
dat reglement.
Wat ten slotte de verzekeringen
betreft, gegeven door den gouverneur
van Antwerpen, ten gunste van die
BelgeD, die naar Nederland waren uit
geweken, zoo merkt de Duitsche re-
geerinsi op, dat genoemde generaal
zich in verbinding had gesteld met
den genoemden gouverneur, voorzitter
der Intercommunale Commissie te
Antwerpen, ten einde in samenwer
king mat hem de vrees der vluchte
lingen te verdrijven, dat Belgen van
militairen leeftijd zouden worden in
gelijfd bij het Duitsche leger of ge
dwongen. Id Duitschland te arbeiden.
Deze twee heeren kwamen overeen,
dat de teruggekeerde Belgische vluch
telingen, die zich rustig zouden ga-
dragon en hun vak zouden uitoefenen
zonder van hun vijandelijke gevoelens
te doen blijken, op geenerlei wijze
zouden worden lastig gevallen. Het
is aan deze overeenkomst, dat de
proclamaties beantwoorden, welke ge
publiceerd werden.
In dit verband legt de Duitsche
regeering er nadruk op, dat in de
bekendmaking van mr Fraock van den
13sn October 1914, uitdrukkelijk ge
zegd werd, dat slechts die bewoners
van Antwerpen, Borgerhout en Ber
gen, die een vast salaris genoten, door
de Duitsche autoriteiten in het rayon
der vesting zouden worden totgela-
teo, wat derhalve zeker niet sloeg op
de werktoozen.
Da verklaring van baron von Hu-
ene, opgenomen in dezelfde procla
matie mot en onmiddellijk onder de
bekendmaking van mr Franck, kan
volgens de Duitsche regeoring slechts
uitgelegd worden in overeenstemming
met deze bekendmaking en kan riet
daarvan worden losgemaakt als ware
zij een algememe verzekering ook ten
bate van hen, die niet wensohen te
werken de verklaringen door baron
von Huene afgelegd tegenover den
coorul genei aal der Nederlanden te
Antwerpen en tegenover aade-e Ne
derlanders, moeten in dien zelfden zin
wor ian uitgelegd, evenals de publica
tie van gonoemde consul generaal van
den 17den October 1914, waarin for
meel gesproken werd van ordelieven
de jongelieden, die raar Antwerpen
zouden kunnen terugkeeren.
Op grond van het voorgaande,
meent de Duitsche regeering, dat de
genoemde verklaring van baron von
Huene, alsmide zijn daarop voigeDde
mededeelingen niet in tegensp aak
zijn met de maatregelen, genomen
tegen Belgische werktoozen.
Erenwel is de Duit-mhe regeering,
rekening houdende mot de mogelijk
heid van misverstand van do zijde der
Nederiandsche autoriteiten of der naar
■Hederia'id gevluchte Belgen, bereid om
die Belgische vluchi.8lir.1g9n naar Bel
gië te doen rep-itriëeren die, ten ge
volge van de bedoelde verzekering uit
Nadeiland naar het rayon van Ant
werpen waren teruggekeerd.
Aangezien de Duitsche regeering
echter om bovengenoemde redenen
niet kan gedoogen dat werktoozen in
België ten laste van de liefdadigheid
komen, verklaart zij deze tegemoet
koming afhankelijk te moeten maken
vau de formeele voorwaarde dat de
Nederiandsche regearing diegenen on
der hen weder tot zich neme voor
wie in BalgiS geen werk mocht zijn.
Naar aanleiding van deze mededee-
ling heeft minister Loudon aan de
Duitsche regeering te kennen gegeveD,
dat laatstbedoeld voorstel door de Ne
deriandsche regeeriDg aanvaard wordt.
Door t ussehenkomst van het Neder
iandsche gezantschap te Brussel zijn
verscheidene naamlijsten ontvangen
van indertijd onder de voormelde
omstandigheden uit Nederland naar
Antwerpen teruggekeerde en thans
naar Duitschland weggevoerde Belgen,
Deze lijsten wordfen ter kennis van
de Duitsche regeering gebraeht.
Het resultaat der bemoeiing onzer
regeeriug kan als een succes voor mi
nister Loudon beschouwd worden.
Men kau dus weer wat vluchtelin
gen tegemoet zien die de Nederiand
sche regeering weder onder hare hoede
zal nemen.
Zou het staken der stooping van
het vluchtoord te Ede in verband
staan met eene vermoedelijke onder
brenging aldaar?
Het antwoord der entante op de
nota van president Wilson kan veilig
aangemerkt worden als eenstellen der
voorwaarden waarop de vijandelijk
heden kunnen eindigen, over Amerika
hf-BD aan het adres der centraien.
Wa hebben ze in het kort mede
gedeeld en als antwoord ls weinig an
ders te verwachten dan een onver
zwakt doorvechten.
Te gereeder is dit aan te nemrn
als men reeds dit woord kon ver
nemen uit hun antwoord op do afwij
zing door do geeliieerden der openirg
van vredesonderhandelingen.
Ten overvloede hebben de centraien
daarvan kennis gegeven aan de on
zijd':gen, en met name Duitschland
heeft daarvan aan de Nederiandsche
in d zer voege kennis g geven.
De keizerlijke regeering hoeft door
de bemiddeling van de regeeringen
der Vereenigde Staten van Amerika,
van. SpaDje en Zwitserland het ant
woord van haar tegenstanders op de
nota van 12'December ontvangen.
In deze nota had Duitschland in
overeenstemming met zijn bondgo-
nooten een spoedig aanknoopen vaD
vredesonderhandeling voorgesteld.
De tegenstanders hebben dit voor
stel geweigd, onder motiveering, dat
het een voorstel was, zonder oprecht
heid en zonder beteekenis.
De vorm, waarin zjj hunne mede-
deeling hebben gegoten, maakt een
beantwoording aan hen onmogelijk.
De keizerlijke regiering stelt er
echter prils op, de regeeringen der
neutrale mogendheden haar opvatting
over den stand van zaken kenbaar te
maken.
De Centrale mogendheden hebben
geen aanleiding 'opnieuw in 'e gaan
op uiteenzettingen over den oorsprong
van de wereldoorlog. De geschiedenis
zal oordeelen, wien de ontzettende
schuld van den oorlog betreft. Haar
uitspraak zal evenmin de insluitings-
politiek van Engeland, de revanche
politiek van Frankrijk en het streven
vau RuBland naar het bezit van Con-
stantinopel over het hoofd zien, als
de opruiing van Servië, den moord te
Serajewo en de algemeene mobilisatie
van Rusland, die een oorlog tegen
Duitschland beteekende.
Duitschland en zijn bondgenooteo,
die ter verdediging van de vrijheid
van hun bestaan, naar de wapens
moesten grijpen, beschouwen hun oor
logsdoel als bereikt.
De vijandelijke mogendheden heb
ben zich daarentogBD steeds verder
verwijderd van de verwezenlijking ha-
rer plannen, die ouder meer ten doel
hebbende verovering van Elzas Lo
tharingen en verscheldeue Pruislvche
provincies, de vernedering en verklei
ning der 'Oostenrijksch Hongaarschè
oionarohie, de peeling van Turkija en
het. verminkon van Bulgarije
Mot het oog op dergeljjke oorlogs
doeleinden zal het verlangen naar ver
zoening, herstel en waarborgen in den
mond van den tegenstander verras
send klinken.
De tegenstanders noemen het vre
desvoorstel der vier verbonden mo
gendheden een oorlogsmanoeuvre
Duitsehlaud en zjjn bondgenooten
moeten er met nadruk tegun prote
steeren, dat hunne buweegredenen,
dio zij opzettelyk hebben uiteengezet,
op deze wijze vervalscht worden,
Het was hun overtuiging, dat oen
rechtvaardige en voor alle oorlogvos-
renden aannemelijke vrede mogelijk
was, dat deze verkregen zou kunnen
worden en dat het derhalve onver
antwoordelijk zou zijn, het bloedver
gieten voort te zetten.
De zonder eenig voorbehoud uitge
sproken bereidwilligheid om over de
vredesvoorstellen ia onderhandeling
te treden weerlegt iedere twijfel aan
de oprechtheid der bedoelingen.
De tegenstanders, die het in hun
macht hadden, het aanbod naar waa
de te toetsen, deden evenmin een
poging daartoe als tegenvoorstellen.
Iu plaats daarvan verklaren zij een
vrede voor onmogelijk, zoolang niet
gewaarborgd zijn het herstel der ge
schonden rechten en vrjjheid, de er
kenning van de grondstelling der na
tionaliteiten en het vrije bestaan dor
kleioe naties.
De oprechtheid, die den tegenstan
der aan het voorstel der vier verbon
den mogendheden ontzegt, zal de we
reld niet kunnen toekennen aan deze
eischen, wanneer zij zich voor oogen
stelt het tot van het Iersche volk, de
vernietiging van de vrijhsid en onaf
hankelijkheid der boerenrepublieken,
de onderwerping van Noord-Afrika
door Engeland, Frankrijk en Italië, de
onderdrukking der vreemde volken
door Engeland en ten slotte de ver
drukking van Griekenland zonder
voorbeeld in de geschiedenis.
Onder tegen do voorgegeven schen
dingen van het volkenrecht door den
Vierbond zjjn die mogendheden niet
bevoegd, bezwaar in te brengen, wel
ke van het begin van den oorlog het
recht met voeten getreden en de
verdragen, dlè daarop beresten, ver
scheurd hebben.
Engeland heeft zich reeds in de
eeiste weken van den oorlog losge
maakt van de Londensche declaratie,
welker inhoud zjjo eigen gedelegeer
den erkenden als berusten op het
volkenrecht.
In het verder verloop van den oor
log schond het ook ten sterkste do
Parjjsche déclaratie, zoodat er door
zijn willekeurigs maatregelen, voor
de oorlogvoering ter zee een toestand
van wetteloosheid iDtrad,