Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het Land van Cadzand. 24e Jaargang Aboiinementsprlis Binnenland. Wo 2059- Waterdag 25 September ^915. BRESKENSCHE OURAHT, per 3 maanden ƒ0.50, franco per post ƒ0.55, voor België 0.75, voor Amerika 1 dollar h 3 kwartalen bij vooruitbetaling. Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren ei^brievengaarders. SSSBaSCiS! Advert entiën van 15 regels 25 cents, elke regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdag des namiddags te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELRMIV te Bresiiens. ter opening van de zitting der Staten- Generaal was van een geruststellend karakter, ten opzichte van datgene wat iedereen vervultde oorlog en de kans dat ook ons land daarin zou worden betrokken. Het was H. M., nu zy weder in het midden der volksvertegenwoordiging was, „eene behoefte allereerst openlijk uit te spreken hoezeer ik vervuld ben van dankbaarheid dat ons vaderland is vrygebleven van de verschrikkin gen van den oorlog, die nog steeds geen einde neemt. •De vaste wil van regeering en volks vertegenwoordiging om onze zelfstan digheid te bewaren en de plichten der neutraliteit stipt na te komen, vindt alom waardeeriug. Onze betrekkingen met alle buiten- landsche mogendheden bleven van -vnendschappeiyken aard. Zee- en landmacht biyven gereed ter bescherming onzer nationale be langen. De dienst hier te lande en in de koloniën vereiscbte onafgebroken in spanning. De herinnering aan hen die daarbij het leven lieten, vervult my met weemoed. Met bijzondere waardeering gedenk ik de vele man nen die door de vervulling van hun plicht reeds zoo geruimen tyd ver stoken zyn van de uitoefening van hun beroep, de behartiging hunner zaken en de samenleving met hunne gezinnen. Ofschoon ook thans het economisch leven nog sterk gedrukt wordt door den toestand waarin Europa verkeert, kan er toch met voldoening op wor den gewezen dat de land- en tuin bouw over het algemeen in gunstigen toestand verkoeren. Door samenwerking van de regee ring met de georganiseerde belang hebbenden in verschillende takken van bedrijf konden voor handel en nijver heid de nadeelige gevolgen der ver schillende moeilijkheden worden be perkt en de zaken zooveel mogelyk in gang worden gehouden. De Noderlandsche reedery leverde voor zoover de groote vaart betreft gunstige uitkomsten op De toestand der kleine vaart is daarentegen zeer ongunstig. Ondanks db daarby onder vonden moeiiykheden en gevaren zyn de uitkomsten van de zeevisschery bevredigend. Die van de andere takken van visschery zijn zeer uiteenloopend. De regeering ziet zich nog genood zaakt in vele opzichten hare tus- schenkoaist in buitengewone mate te verleenen voor het aanvoeren vau le vensmiddelen, voor het tegengaan van prysopdryving en om te voorkomen dat de levensmiddelen en grondstof fen die hier niet gemist kunnen wor den, het land verlaten. De beperkte aanvoer van grond- en hulpstoffen brengt het geregeld voort- werken van menige fabriek niet zel den in gevaar. De Regeering tracht den aanvoer zooveel mogelyk te bevorderen. Hoewel het havenbedrijf, het bouw bedrijf en de diamantnyverheid kwy- neD, is de omvang der werkeloosheid 1 over het algemeen tot nog toe niet zorgwekkend. Dankbaar erken ik den moeitevol len arbeid die door zoovelen, hetzy in commissie», hetzy persoonlijk, in hot algemeen belang wordt verricht. Hoewel de druk der tyden zich uiteraard ook in Nederlandsch Indië doet gevoelen, geeft de algemeeDe economische toestand ook daar te lande geen reden tot bezorgdheid. Daartusschen in de aankondiging van een groote hervorming in ons belastingwezen, eene herziening van de grondwet, en van de Invaliditeits wet en eene verdere afwikkeliDg van het vlootprogram, om daarna te be sluiten met een beroep van vertrou wen de geestkracht des volks, om de zware lasten die het onvermijdeiybe gevolg zyn van den noodtoestand waarin wij verkeeren, manmoedig te dragen, ga ik hoopvol de toekomst tegemoet. Wordt Nederland tot den einde toe gespaard, dan zal het, ik ben er ze ker van, opnieuw een eervolle plaats innemen in den vreedzamen wedstrijd der volken. Daartoe reeds thans alle krachten, in te spaDnen, schynt mij onafwys- bare plicht. Onze Kamer afgevaardigde jhr de Muralt geeft ons zijne meening weer omtrent het aardappel-vraagstuk in verband met den uitvoer. Ge zult u wellicht herinneren dus vangt zyn schryven aan dat ik by gelegenheid van de interpellatie-Scha per betreffende de beschikbaarstelling van levensmiddelen, gehouden den 5 Mei j.l. in de Tweede Kamer, eene opmerking gemaakt heb naar aanlei ding van den uitvoer van aardappe len naar Duitschland, België, Zwit serland enz. en dat ik my by die ge legenheid ten sterkste heb verzet te gen den maatregel van den heer mi nister Posthuma, waardoor den han delaren en boeren hier te lande, en vooral in Zeeuwsch Vlaanderen ver hinderd werden oorlogswinsten te maken. Het maken van groote winsten was daarom onmogeiyk, omdat de minister maximum pry zen had vastgesteld, voor welke de aardappelen naar het buiten land verkocht mochten worden. Ik sta nog steeds op het zelfde standpunt, en ben van meening, dat de aardappelhandelaar en do aard appelboeren, evengoed als alle andere burgers, hetzellde recht hebben, waar mogelijk, oorlogswinsten te maken ten koste van het buitenland. Het spreek vanzelf dat er tal van artikelen zijn die om bijzondere re denen van internationalen of nationa- len aard, niet mogen worden uitgevoerd. G*er die artikelen heb ik het niet. Maar als üe uitvoer in het algemeen is toegestaan, dan moeten de hoogste pryzen kunnen worden gemaakt. Er is toen wel gezegd, dat de maxi mum pryzen voor den uitvoer van aardappelen waren vastgesteld in ver band met getroffen regslingen van ia- ternatiolen aard. Minister Posthuma heeft myn volle vertrouwen en ik ben er zeker van overtuigd, dat wanneer op dergeiyke internationale regelingen van de Re- geeringstafel wordt gewezen, daarme de door elk rechtgeaard Ns-derlander- rekening dient te worden gehouden. Maar ik vraag my af, zyn de re denen, die in het voorjaar tot het stellen van een maximumprijs voor uitvoer van aardappelen golden, nog aanwezig Is het uitvoerverbod nu noodig De uitvoer is, zooals bekend, geheel stop gezet. De afdeeling Axel van de Zeeuw sche Landbouw-Maatschappij heeft daarop gevraagd den uitvoer toe te staan van de vroege aardappelen, ech ter zonder resultaat. Het verzoek werd zonder opgaaf van redenen gewezen van de hand. In het tweede adres van de afdee ling Axel werd er op gewezen dat de oogst stilstond omdat er geen verzen ding plaats had. Het gevaar daaraan verbonden is bekend. Door het niet rooien der aardappe len kwam het land niet vry, zoodat eene behoorlijke voorbereiding van den grond ook al niet mogelijk was, betgeen weer een nadeeligen invloed heeft veroorzaakt oh het winterkoren dat in begin September wordt ge zaaid. Nu merke men hiertegenover niet op dat met kunstmest de slechte voor bereiding van den groDd goed te ma ken is, want het is zeker te verwach ten dat er geen voldoende kunstmest zal zyn. In 1914 whs er al te weinig kunstmest en waar zij er was, was ze peperduur. Het is gewenscht dat de boeren, die by den aardappelhandel direct of indirect belang hebben, hun stem doen hooren in de betrokken landbouw- vereenigingen. Het moet, dunkt mij, niet moeiiyk zijn aan te toonen ik heb dit in de Kamer reeds met een enkel woord opgemerkt.dat de prijs van aard appelen in ons land niet behoeft samen te hangen met handhaving al of niet van een uitvoerverbod. Iedereen is het er mede eens, dat de minister moet voorkomen dat het volksvoedsel by uitnemendheid, de aardappelen, goedkoop door het volk kunnen worden verkregen. Maar dan vraag ik, waarom legt de Regeering geen beslag op een bepaald kwantum aardappelen tegen een matigen prijs, terwyi zy die aardappelen voor het volk verkrygbaar stelt. Het overschot moet dan door de boeren en handelaren vrij mogen wor den verkocht. En dat dan voor dat overschot reuzenpryzen worden ge maakt, is zeer toe te juichen. Inderdaad wordt met het uitvoer verbod van aardappelen op het oogen- blik lang niet iedereen geholpen, al zijn de genoteerde prijzen laag. Velen slaan geen winterprovisie in wegens gebrek aan ruimte en gebrek aan geld. Bovendien zyn er vele ver bouwers die eenvoudig aan den ge noteerden prijs de aardappelen niet vt-rkoopen. Ook ds aardappelkwsstie is een ingewikkeld raderwerk. De pryzen van dd aardappelen in de stad brengen 7 h 10 cents en de boeren hoogstens 8 cent, later zelfs maar 2 cents. Verleden jaar is voldoende geble ken, dat er eiorm veel aardappelen in Nederland meer geteeld worden dan de bewoners opeten kunnen. Dat overschot moet zoo duur mogelijk worden verkocht. Het is de plicht van den Minister van Landbouw dit te bevorderen. Verhindering daarvan ligt zeker niet op zyn weg. Beslaglegging op het benoodigde kwantum en vrijen handel voor het overschot, lijken my de aangewezen weg. Laten de betrokken boeren in dezen geest by den minister adres- seeren. De beslagneming komt den kleinen man in de eerste plaats ten goede, terwyi de vrije handel met het over schot de betrokken arbeiders en boe ren in het bflzoader ten goede komt. Het gedeolte van den L'eidschen Straatweg in het Haagsche Bosch, waarop uitkomt de laan, toegang ge vende tot het Huis ten Bos:h, blykt herhaaldelijk een gevaariyk punt te zyn, doordat vreemde automobilisten niet bekend zyn met het bestaan van die laan en deze voorbyryden zonder signalen te geven. Zoo had Maandag op dat punt een aanryding plaats tusschen den auto van H. M. de Koningin, die met Prinses Juliana naar Scheveningen reed, en een Utrechtschen auto, waar in gezeten de heeren jonkheer Schim- melpenninck uit Utrecht, baron Van Heemstra, burgemeester vrn De Bildt, benavens freule Reoeiaar uit Utrecht, met een paar kinderen. De chauffeur van den Utrechtschen auto wist niet, dat op dat punt van de Leidscho Straatweg een laan uit komt, kon deze door het geboomte ook niet zien en gaf dus geen signa len. Door krachtig remmen van beide chauffeurs werd erger voorkomen. Wel had een aanryding plaats, doch de inzittenden van beide auto's be kwamen geen letsel. De koninklyke auto was zoodanig beschadigd, dat H M. de koniDgin met Prinses Juliana moesten uitstap pen en in een inmiddels ontboden anderen hofauto hun tochtje naar Scheveningen voortzetten. Het politiebericht omtrent het ge beurde vermeld, dat twee recher cheurs meldden, dat gistermiddag te S1/^ uur de auto, waarin gezeten wa ren H. M, de Koningin en H. K. K. Prinses Juliana op de hoek van den Leidschen Straatweg en den dwars weg, leidende vaar het Huis ten Bosch, werd aangereden door den auto L. 654, bestuurd door jonkheer

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1915 | | pagina 1