la,emceit ótt ^|6t>crfcnfieBla6 voor ^ësfëïip De z.g. kusttram. -<EE3>- De Landstormwet. Wo Ü043. Woensdag 28 Juli 1915 34e Jaargang BRESKENSCHE COURANT. Abonnement per 3 maanden ƒ0.50, franco per post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar k 8 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika. Abonnementen worden mede aangenomen by boekhandelaren en brievengaarders. Advertentiën van 1—5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. By abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bjj den uitgever C. DIELEHAN te Breskens. Naar aanleiding van ons artikeltje onder bovenstaanden titel, schrijft ons de heer Hammacher te 's Gravenhago voorzitter van het comité van dit tramplan, dat het aanvankelijke plan (een electrische tram) niet om „prac- tische redenen" is losgelaten het was geheel gereed, subsidiën waren vol doende, zelfs Vlissingen besloot daar toe, het kapitaal was voorhanden de Regeering had zich tot het geven van renteloos voorschot bereid verklaard, maar de noodige aansluiting met Bel gië werd niet verkregen (waardoor kan ik nu niet zeggen, daarvoor is de t;jd nog niet gekomen), en de heer Huyghebaert en het Gomité besloten toen een subsidair plan in te dienen voor een stoomtram langs dezelfde geprojecteerde lijn als de electrische, maar nu met een zijtak van Retran chement naar Sluis Het plan werd ook voldoende on dersteund door Provincie, gemeenten en polders, het comité bleef aanhou dend werkzaam op het verkrijgen van Rjjkssteun tot die eindelijk ook werd toegezegd, maar de betrokken Minis ter was van meening dat de terug gave van het renteloos voorschot be ter verzekerd was bij eene groote Maatschappij als de Breskens-Malde- ghem en gaf dus de voorkeur aan exploitatie door deze My in plaats van door eene nieuwe op te richten Mij. Uwe mededeeling dat de 'Kamer een wetsvoorstel aannam om aan Bres- kens-Maldeghem geldelijke steun te verleenen, is onjuister is zelfs nog geen wetsvoorstel ingediend, wel toe- Het is dan ook eene vergissing om te zeggen dat „als een uitvloeisel van een besluit der Kamer" de Provinci ale Staten Vrijdag j.l. een besluit namen dat besluit werd genomen o p verzoek van het comité, dat zich tot de Staten had gewend om haar besluit van 1909 dat luidde om aan eene op te richten Mij het renteloos voorschot te verleenen, in dien zin te wijzigen dat het woord op te richten verviel waardoor het mogelijk wordt het voorschot aan eene bestaande Mij (de Breskens- Maldeghem) te geven. Het besluit der buitengewone ver gadering van aandeelhouders van Breskens-Mald6ghem had de strekking om met den heer Huyghebaert en het comité een contract aftesluiten waar bij de rechten van d'en heer H. en het comité zullen overgaan op de Mij Breskens-Maldeghem. Intusschen wordt de geheele zaak misschien weer op losse schroeven gesteld door het besluit van den ge meenteraad van Cadzand om de sub sidie te verminderen. We veroorloven ons een enkele kant- teekening te maken op deze opmer king, die we een plaats verleenden aan het hoofd van ons blad, daar zij eene kwestie raakt die van zeer groot belang is voor de ^kuststreek van ons district, In de eerste plaats moeten we er kennen dat de bewuste zaak niet in die mate in de Kamer is voorge bracht dat ze een eindbeslissing ten gevolge heeft gehad Alleen is bij de behandeling van de Staatsbegrooting, afdeeling Waterstaat voor dit dienstjaar, door onze afge vaardigde over deze tramverbinding het woord gevoerd, waaruit we eigen ly k te vroeg hebben afgeleid, dat die kwestie al een voldongen feit was. Dat neemt echter niet weg, dat eene beslissing omtrent een te ver leenen renteloos voorschot weinig meer dan een formaliteit is, nadat de mi nister zich bereid verklaard heeft de aanleg dezer tramverbinding door 's rijks flnanciëele steun te bevorderen. Niet waar, we kunnen veilig aan nemen, dat, als eenige zaak in zulk een stadium verkeert, aan de tot stand koming zoo goed als niets meer in den weg staat. Formeel verandert de gewraakte clausule noemenswaardig niets aan de kwestie, zoodat de te dezer zake ge nomen beslissing der Provinciale Sta ten een uitvloeisel is van het stand punt dat de minister in dezen in neemt. Yreemd echter doet 't eenigszins aan, als de geachte schrijver de ge heele zaak kant en klaar acht, zoover zelfs dat eindelijk Rjjkssteun wordt toegezegd doch, waarvan jhr de Muralt in de bovenbedoelde Kamerzitting waar hy deze zaak ter sprake bracht, verklaart, dat die steun alleen kan worden toegekend mits de aanvrager er voor zorgde, dat alle subsidies, die waren toegezegd, overgingen op de Trammaatschappij Breskens—Malde ghem. De schrijver zegt voorts in den aan hef dat het aanvankelijk plan een electrische tractie niet is losgelaten om „practische redenen", gelijk wij schreven, maar omdat er geen aan sluiting kon worden verkregen met België Daarom is een tweede plan inge diend voor een stoomtram langs de zelfde ontworpen lijn, maar met een zijtak van Retranchement naar Sluis. Nu kan het een woordenspel zijn als men nopens onze conclusie de op merking maakt dat wij de wijziging van voortbeweging als om „practi sche redenen" verkeerd beoordeelden, maar de geachte inzender houdt ons ten goede, dat de door hem zelf ge noemde reden waarom een tweede plan is ingediend, onmogelijk anders dan van practischen aard kan ge noemd worden en mitsdien zijn op merking absoluut niet steekhoudend is. Tot zelfs éen punt in deze opmer king vinden we juist niet practisch. Het is dit, waar de schrijver ons er op wjjst dat het kapitaal voorhan den was. Indien we deze bewering m twijfel trekken, ligt dit niet aan ons. Immers in de najaarszitting van 1911 van de Provinciale Staten, leg den Gedeputeerden een voorstel ter goedkeuring voor, tot wijziging van het besluit der Staten van 9 Novem ber 1909, waarbij aan eene op te rich ten Nederlandsche maatschappij een renteloos voorschot uit de Provinciale fondsen te verleenen voor den aanleg en de exploitatie van een tramweg met electrisGhe beweegkracht van de Noderlandsch—Belgische grens bi) Re tranchement uit de richting Knocke naar Breskens met zijlijn van Cad- zand-dorp naar Cadzand-strand, als derde voorwaarde dat vóór 1 Juli 1911 ten genoegen van Ged. Staten het bewijs geleverd is dat o m het benoodigde aandeelen-kapitaal geheel is geplaatst, en zulks omdat aan deze bepaling door den heer Huyghebaert niet was voldaan zoodat hem de ge legenheid werd geopend daaraan als nog te voldoen vóór 1 Juli 1912. Intusschen vinden we 't voor den concessionaris wat gelukkig dat het aandeelen-kapitaal inderdaad niet aan wezig was, want welk een débacle zou dat hebben kunnen worden als de minister hem toch niet de benoo digde rijksteun kon geven. Eindelijk veronderstelt de geachte inzender dat de zaak misschien op losse schroeven wordt gesteld door het besluit van den gemeenteraad van Cadzand om de subsidie te ver minderen. Cadzand heeft destijds besloten een subsidie te verleenen van 500 's jaars gedurende een tijdvak van 20 jaren. In den tusschentijd van den langen duur dat deze kwestie hangende is, heeft Cadzand zich moeten wijden aan schoolbouw, die heel wat offers eisch- te en uit dien hoofde werd het sub sidie verminderd. Maar naar onze bescheiden meening zal zoo'n besluit bij Ged. Staten geen goed onthaal kunnen vinden, omdat vermoedelijk dit college zal uitgaan van de stelling dat zulk een gevo teerd bedrag maar niet willekeurig kan worden verminderd, hetgeen bi) navolging elk plan van eenige betee- kenis, waar een uitgebreid belang by gemoeid is, zoude kunnen in duigen vallen. Volgens ons oordeel zit elk subsl- dieerende corporatie aan zjjn eenmaal verleende bijdrage niet alleen moreel, doch ook inderdaad vast. Hopen we ten slotte dat de reeds lang toegezegde verbinding eindelijk haar beslag krijge en de tijdsomstan digheden er spoedig toe mogen lei den dat deze tram nieuw leven moge brengen in een zeer schoon gedeelte van ons welvarende distriet. De Landstorm-wet is erof eigen lijk, de uitbreiding er van. Het ontwerp haalde alle stemmen van de aanwezige burgerpartijen, nl. 55, terwijl de 13 sociaal democraten tegen stemden. Bij de behandeling van dit hoogst belangrijke, diep in de samenleving ingrijpende en van ver terugwerkende kracht zijnde ontwerp waren nog 82 van de 100 leden afwezig. Daargelaten hen, wien het inder daad onmogelijk was present te zijn, was dit een z ier belangrijk absentels- me. Het doet evenwel denken aan den Hollandschen stembus-geest, die van de overwinning zoo zeker is, dat wat meer of minder lauwheid aan dien uitslag toch niets veranderen kan. Des te meer belangstelling werd er getoond van wege het publiek, dat in dichte rjjen en in bonte massa op de tribuae in de vergaderzaal zat opge propt om den loop der beraadslaging te volgen En in den lande was de spanning niet minder groot. Zoo onder de ve len die binnen het bereik van het ODtwerp vallen als onder hen die bjj deze van nabij betrokken zjjn. De debatten hielden met die groote belangstelling geen gelijke tred. Althans niet in die mate als eenigs zins verwacht werd, lettende op de verdeelde stemming in den boezem der Kamer die in het voorloopig ver slag tot uiting was gekomen. Maar nog eensde landstorm-uit breiding is er. Het doet er weinig aan af of toe een relaas te geven van den inhoud der debatten, daar men de strekking er van kan afmeten naar de indivi- duëele stem der leden en het afge bakend votum der partygroepen. Geven we daarom enkel het woord aan den minister van oorlog, opdat we uit diens rede eenigszins de be doeling van deze wet kunnen opdie pen. Geleidelijke versterking van onze weermacht was het doel, niet de geleidelijke versterking van het deel dat onder de wapenen staat. Versterking van onze weermacht door meer mannen geschikt te ma ken voor den militairen dienst. Gevraagd is of dit ontwerp is een aflossings-ontwerp. Dit is niet het doel Met die geleidelijke versterking wordt bereikt een drieledig voordeel er wordt gevormd een reserve, die met verlof isdat ouderen, vaders van huisgezinnen, worden verlost uit de banden, die hen binden, en ten derde dat jonge mannen, die nog niets bedroegen in onze weermacht, ge schikt worden gemaakt voor den dienst. Het is den minister een behoefte namens de regeering waardeering uit te spreken voor de mannen, die zoo lang reeds in dienst van het land stonden. Versterking der weermacht was noodzakelijk, niet om voet te geven aan oorlogszuchtige partijen. Reeds in Februari gingen de ge dachten van den minister heen naar de vraag hoe het mogelijk zou zjjn de weermacht te versterken. Hij overwoog toen een wijziging der militiewet. Daartegen zag de regeering op. Zij voorzag groote moeilijkheden in de Kamer, moeilijkheden, die het beter ware te vermijden. Wijziging van de militiewet betee- kende wijziging onzer organieke wet ten. De tijd dwong, daarom besloot de regeering de eerste uitbreiding van den landstorm vooruit te zenden

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1915 | | pagina 1