Itymtttt "fliëtttfcS" ett ^bntUnikiUb voor IffeMijfi ftdtt^rott. Mo 2040. 24e Jaargang Het Vlootontwerp voor Ned. Indie. Verstoord. Yóór in den wedloop. <[=]>- De z.g. kusttram. -«!=]>- Woensdag 21 Juli 1915 BRESKENSCHE COURANT. Abonnement per 3 maanden ƒ0.50, franco per post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar «l 3 kwartalen bg vooruitbetaling voor Amerika. Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag1- en Vrijdagavond by den nitgever C. DIELEMAi» te Breskens. Gelijk men in ons vorig nummer heeft kunnen zien, is de vlootwet aangenomen met 46 tegen 21 stemmen. Onder de tegenstemmers behoorde ook de afgevaardigde voor ons district, wien we naar het motief van zijne stem vroegen, omdat het ons belang rijk genoeg voorkwam om te weten of zijn votum inderdaad gespeend was aan een zelfstandig practische ge- dachtengang, dat aan volgzame partij politiek. Werkelijk bleek ons uit het ant woord hetwelk de heer de Muralt zoo welwillend was ons te zenden, het eerste, hetgeen stellig een goede weer klank zal vinden onder het meeren- deel der Zeeuwsch-Vlamingen, die wel een politieke richting hebben, doch' zich niet blind staren op inge wikkeld politieke problemen. Ik heb gestemd dus schrijft ZEd. ons tegen het wetsontwerp waar in werd bepaald dat ten behoeve van de verdediging van Indië zou worden aangeschaft een paar snelvarende krui sers en eenige onderzeebooten. Een som van 28.000.000, zegge acht en twintig millioen gulden was hiermede gemoeid. Indien men echter meent, dat ik op het standpunt sta van „geen man en geen cent", en dat ik het onnoo- dig zou vinden om Indië te verdedi gen tegen een aanvallenden vijand, dan heeft men het mis. Voorop zij gesteld dat er geen spra ke van is dat de voorgestelde sche pen zouden kunnen dienen in den tegenwoordigen oorlog. Het duurt enkele jaren voordat zij zullen varen. Al aanstonds stond het mij nu te gen, dat de aanbesteding van sche pen, naar verluidt, wel 20 tot 30 pro cent meer uitgaven zullen vorderen dan indien de besteding in meer nor male tijden zou plaats hebben. Daar komt bij, dat wij in den hui- digen oorlog helaas eiken dag nieuwe ondervinding opdoen omtrent het ge bruik van duikbooten en kruisers. Deze twee omstandigheden moesten, naar het mij voorkomt, voor elk ka mer-lid al voldoende zijn geweest om, aannemende dat zij op hetzelfde stand punt staan als ik, dat Ned. Indië moet worden verdedigd, voor uitstel van den aanschaf der schepen, althans van de kruisers te pleiten. De president van de club waartoe ik de eer heb te behooren, de heer de Meester, heeft dan ook op de meest welwillende wijze den Minister tot uitstel trachten te bewegen, maar toen was het weer het oude liedje „Mijn zin doen of ik ga weg", zoo klonk het van de plaats van den Ma rine-Minister. Velen met mij hebben zich daar door ditmaal niet van de wjjs laten brengen. Hoe ernstig de tjjd ook is waarin wij leven, en hoe te betreuren bet zou zijn indien de portefeuille van Marine werd verwisseld, was toch, om maar zoo over 28 millioen gulden heen te stappen en niet eens zeker te zijn Koede waar, wèl zeker te zijn veel te dure waar te krijgen, mij te kras. Voor aanschaf van duikbooten af zonderlijk, zooals de heer de Meester voorstelde, zoude ik zeker gestemd hebben. Duikbooten en vliegmachines blijken voor een verdedigingoorlog on misbaar te zijn. Voor een klein land zjjn de benoo- digde uitgaven ddarvoor althans te dragen. De Minister wilde echter „alles of niets". Nog een ander punt wil ik opmer ken. Niemand weet hoe de toestand, in verband met bewapening of ontwa pening, na afloop van dezen oorlog zal zijn. Mij dunkt het is wel het meest on gescnikte oogenblik om oorlogsschepen te gaan bouwen, die, zooals gezegd, na dezen oorlog pas gereed zullen zijn. Ik herhaalnd den oorlog, als de nieuwe toestand die op militair gebied zeker zal worden geschapen, in wel ken zin dan ook, goed zal zjjn te overzien, ben ik bereid, indien ik daar toe overtuigd word, om mede te wer ken ons land en Indië naar onze be scheiden krachten te verdedigen. Ik ben geen anti-militairist in de slechte beteekenis van het woord, maar wil mij in bescheidenheid rang schikken onder de kalme militairisten, die meenen dat het land moet wor den verdedigd maar dat uitbreiding van de oorlogstoerustingen niet moet geschieden onder den druk van ab normale tijden, temeer niet wanneer die uitbreiding, indien de nood aan den man komt, niet eens tijdens die abnormale tjjden kan worden benut. Het was weer zeer eigenaardig op te merken, dat kort voor de stemming de meeste groepen hun stem vóór het ontwerp zoodanig motiveerden dat zij eigenljjk tegen de zaak waren maar er vóór stemden om een Ministers crisis te voorkomen. Ik word dat gedoe beu. De politiek zit er dikwijls maar al te dik op. Enkelen noemen het werkelijk, dat zij vóór stemmen om een eventueels crisis te voorkomen, maar anderen gebruiken dat foefje om in verkie zingsdagen een achterdeurtwe te heb ben en zich te kunnen dekken tegen over hen die den millioennnuitgaaf, hetzij te rechte of ten onrechte, niet hadden gewenscht. Ik gun mjjn tegenstanders mij in te deelen bij de antimilitairisten, zoo als het mij ook koud laat wanneer anderen mij voor militairist in de slechte beteekenis afteekenen, telkens wanneer ik voor militaire maatrege len stem, die naar mjjne meening onontbeerlijk zijn. Terwijl men in Washington bezig was aan het bestudeeren van de Duit- sche antwoord-nota aan Amerika in zake den duikbootoorlog, komt de Oostenrijksche regeering de hooge, rechtmatige en verontwaardigde stem ming in het Washingtonsche kabinet verstoren met eene protest-nota nopenB de levering van oorlogsmateriaal aan de geallieerden, als een schending der door Amerika in acht genomen neu traliteit. De ingrijpende gevolgen van het feit zoo vangt de nota aan dat se dert geruimen tijd 'tusschen de Ver- eonigde Staten vaa Amerika eener» zijds, Groot Brittannie en zijn bond- genooten anderzijds, op groote schaal handel in oorlogsmateriaal wordt ge dreven, terwjjl Oostenrjjk-Hongarije evenals Duitschland geheel is afgeslo ten van de Amerikaansche markt, hebben van den beginne af aan de ernstige aandacht der keizerlijke en koninklijke regeering getrokken. Al is de regeeriog ook volkomen overtuigd dat de houding, die de re geering der Vereenigde Staten in deze aangelegenheid aanneemt, geen ander opgmerk heeft dan de m»est strikte onzijdigheid te handhaven en de be palingen van de hierop betrekking hebbende internationale verdragen tot in onderd°elen na te komen, toch dringt zich de vraag op of de toe standen, in den loop van den oorlog stellig onafhankelijk van den wil der boudsregeering ontstaan, niet van dien aard zijn dat de bedoelingen van het kabinet te Washington wor den tegengewerkt en zelfs in het te gendeel verkeeren Moet deze vraag bevestigd worden beantwoord en zulks kan naar de meening van de keizerlijke en konin klijke regeering niet twijfelachtig zijn dan doet zich van zelf deze ande re voor, of het niet mogelijk, ja zelfs geboden is, maatregelen te treffen, die den wensch der bondsregeering om tegenover beide oorlogvoerende groepen een strikt onpartijdige hou ding in te nemen, zullen verwezen lijken. <H=1D>- Het moge in meer weidsche termen een economische strijd heeten, in plat verstaanbare taal heet het en is het niet anders dan een broodvalkwestie gelijk men die in het dagelijksche le ven overal en in velerlei vormen aan treft De duikbootoorlog is een gevolg van de toe te passen middelen om Duitsch land uit te hongeren. Het blijkt hoe langer zoo meer dat dit middel evenmin doel treft als de blokkade van Engeland. Maar dat neemt alles niet weg dat aan de oor log het aloude beproefde broodval- middel ten grondslag ligt. Zoo heeft men beproefd een actie op touw te zetten om allen invoer in Duitschland te beletten van die voort brengselen, welke het in staat kun nen stellen den oorlog te verlengen. De Fransche staatshuishoudkundige Thery, deswege aan het departement van oorlog verbonden, berekende dat hierdoor een belangrijke tijd in de be enidiging van den oorlog zou besparen. Dientengevolge had korten tijd ge leden Frankrijk bij Engeland, Rusland en Italië het plan geopperd, dat de bondgenooten zich zouden vereenigen voor het opkoopen van den Roemeen- schen graanoogst van dit jaar. Voor het mogelijk was geweest het besluit te nemen om tot dezen klaar blijkelijk stap over te gaan, moest er eerst tyd verloopen met het doen van verschillende stappen. De Fransche regeering, die de wijs heid van den maatregel besefte, in strueerde haar gezant te Londen om de wenschelijkheid er van onder da aandacht te brengen van de Biitsche regeering. Er verliepen niet minder dan 10 dagen vóór de gezant de gelegenheid kreeg, het voorstel bij den bevoegden minister te bepleiten. De onderhandelingen met Italië en Rusland brachten verder uitstel. En toen eindelijk de bondgenooten tot overeenstemming waren gekomen, was het te laat en hadden de Duit- schers de geheelen oogst reeds opge kocht. Nadat reeds bnkele jaren de tot stand-koming van een tramverbinding BreskensBelgische grens over Groe- de, Nieuwvliet en Retrarchement. tus schen hoop en vrees heeft geslingerd, mogen we thans aannemen dat die lang hangende kwestie tot een oplos sing is gekomen. Al zeer spoedig is het aanvankelijke plan tot het bouwen van een elec- trische tram, om practische redehen, losgelaten en te vervangen door eene stoombeweging. Vele vorderingen scheen bet plan niet te maken totdat men ten lange leste vernam dat de „Breskens—Mal- deghem" de lijn zou exploiteeren. De geruchten namen vasteren vorm aan en kregen zelfs een offlcieele be teekenis toen de Kamers het wets voorstel aannamen om juist aan deze maatschappij geldelijke steun te ver- leenen. Als uitvloeisel daarvan namen j.l. Vrijdag de Provinciale Staten het besluit tot wijziging van hun vroegèr genomen besluit tot het verleenen van een renteloos voorschot voor den aanleg van een tramweg van Knocke naar Breskens met zijlijnen, waardoor het ook mogelijk zal zijn het voor schot aan de stoomtram Breskens Maldeghem toe te kennen, die ver moedelijk de lijn zal aanleggen en exploiteeren. En in verband met een en ander namen ten zelfden dage de aandeel houders dier Stoomtram-Maatschappij in eene buitengewone vergadering bijeen, het besluit waarbij met alge- meene stemmen machtiging werd ver leend aan die directie om coDtracten af te sluiten, tengevolge waarvan de de maatschappij op zich zal kunnen nemen den aanleg en de exploitatie van de lijn Nederlandsch-Belgische grens bij Retranchement in de rich ting Knocke naar Breskens met zij. lijnen.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1915 | | pagina 1