Mlpnun in ^bntviinikUab poot 'fffefclijft
Mo 2039.
Zaterdag 19 Juli 1915
Duitsckland Amerika.
Steenkolen.
<31
Vlootbouw.
24c Jaargang1
BRESKENSCKE COURANT.
Abonnement per 3 maanden ƒ0.50, franco Advertentiön van 1—5 regels 25 cents, elke
per post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar
a 8 kwartalen bjj vooruitbetaling voor Amerika. M plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Abonnementen worden mede aangenomen bij Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag
boekhandelaren en brievengaarders. en Vrijdagmiddag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den nitgever C. DIE1ENH te Rreskens.
Het torpedeeren van het stoom
schip Lusitania, waarop vele Ameri
kanen naar Engeland reisden, heeft,
gelijk men weet, een scherpe verbit
tering tegen Duitschland tengevolge
gehad.
De Amerikaansche regeering heeft
een krachtige nota tot de Duitsche
gericht voornamelijk om wijziging te
brengen in het systeem van den duik
bootoorlog ten opzichte van de sche
pen die landslieden van neutrale lan
den vervoeren.
De Duitsche regeering heeft daarop
weer geantwoord dat zij steeds aan
het beginsel heeft vastgehouden, dat
de oorlog dient te worden gevoeld
tegen de gewapende georganiseerde
macht en de vijandelijke burgerbevol
king zooveel mogelijk moet worden
gespaard.
Het is aan de Amerikaansche re
geering bekend hoe de vijanden van
van Duitschland van het begin af aan,
hoe langer hoe minder ontziende, zich
er op hebben toegelegd, onder ver
werping van alle regelen van het vol
kenrecht en onder miskenning van al
le rechten van neutralen, door de vol
slagen verlamming van het vreedzame
verkeer tusschen Duitschland en de
neutrale landen, niet zoozeer de oor
logvoering, als wel het leven van de
Duitsche natie vernietigend te treffen.
Terwijl onze vijanden ons aldus
luid en openlijk den oorlog zonder
genade tot de volslagen vernietiging
hebben aangekondigd, voeren wij oor
log uit noodweer, voor ons nationaal
bestaan en ter verkrijging van een
blijvenden vrede.
Door het doel, dat de vijand ver
klaart heeft te beoogen en tengevolge
van zijn wijze van oorlogvoering, wel
ke in strijd is met het volkenrecht,
zijn wij den duikbootoorlog moeten
gaan voeren.
Met een ontstellende duidelijkheid
toont het geval van de Lusitania,
hoezeer de wijze van oorlogvoeren
van oDzen vijand tengevolge heeft,
dat er menschenlevens in gevaar wor
den gebracht.
Doordien aan de Britsche handel
schepen onder uitloving van een pre
mie last is gegeven, zich te bewape
nen en de duikbooten te rammen, is
ten zeerste in strijd met alle begin
selen van het volkenrecht, het onder
scheid tusschen handels en oorlogs
schepen geheel weggenomen en zijn
neutralen, die als reizigers van de
handelsschepen gebruik maken, in
verhoogde mate aan alle gevaren van
den oorlog bloot gesteld.
Wanneer de commandant van de
Duitsche onderzeeboot, welke de Lusi
tania vernielde, de bemanning en de
reizigers voor het torpedeeren in de
booten had laten gaan, zou dit de ze
kere vernieling van zijn eigen boot
beteekend hebben. Op grond van de
bl1 het tot zinken brengen van veel
kleinere en minder zeewaardige sche
pen opgedane ervaringen was te ver
wachten, dat een zoo machtig schip
als de „Lusitania" ook na de torpe
deering nog lang genoeg drijvende
zou blijven, om den passagiers gele
genheid te geven in de reddingbooten
te gaan.
Omstandigheden van zeer b ij zonde
ren aard, vooral de aanwezigheid van
groote hoeveelheden sterk explosieve
stoffen aan boord, stelden deze ver
wachting teleur.
Bovendien mag er nog op gewezen
worden, dat bij het sparen van de
„Lusitania" duizenden kisten met mu
nitie in het bezit van de vjjanden
van Duitschland gekomen en daar
door duizenden Duitsche moeders en
kinderen van hunne kostwinners be
roofd zouden zijn.
Verder wordt in de nota gezegd
Teneinde onvoorziene, door de wjjze
van oorlogvoeren ter zee onzer tegen
standers ontstane eventueele gevaren
voor Amerikaansche passagierssche
pen uit te schakelen, zullen de Duit
sche onderzeebooten opdracht ontvan
gen dergelijke, door bijzondere teekens
kenbaar gemaakte en tijJig aange
kondigde passagiersschepen, vrij en
veilig te laten passeeren.
Daarbij meent de keizerlijke regee
ring te mogen vertrouwen, dat de
Amerikaansche regeering er voor zal
instaan, dat deze schepen geen con
trabande aan boord hebben. Teneinde
eene voldoende trans atlantische reis
gelegenheid voor Amerikaansche bur
gers te scheppen, geeft de Duitsche
regeering in overweging, het aantal
beschikbare schepen te vermeerderen
met een nader overeen te komen vol
doend aantal neutrale stoomschepen
voor passagiersdienst onder Ameri
kaansche vlag, voor welke dezelfde
bepalingen zullen gelden als voor de
genoemde Amerikaansche stoomsche
pen.
Wanneer echter het verkrijgen van
een voldoend aantal neutrale schepen
voor de Amerikaansche regeering on
mogelijk zou blijken, dan is de kei
zerlijke regeering bereid er geen be
zwaar tegen te maken, dat de Ame
rikaansche regeering vier passagiers
schepen van vijandelijke vlag voor
het passagiersverkeer tusschen Noord-
Amerika en Engeland onder Ameri
kaansche vlag laten varen.
De toezeggingen voor de vrije en
veilige vaart van Amerikaansche
passagiersschepen zouden dan onder
gelijke voorwaarden ook tot deze
vroeger vijandelijke passagiersschepen
uitgebreid worden.
Algemeen is men 't er in Amerika
over eens dat dit antwoord evenmin
kan bevredigen dan de voorgaande.
De Duitsche regeering heeft de ver
antwoordelijkheid voor de ondergang
van de Lusitania niet aanvaard, ter
wijl geen wijziging van den duikboot
oorlog wordt in 't zicht gesteld, zoo,
dat de belangen van neutralen niet
meer zullen worden geschaad
Dit antwoord zal denkelijk weer
door een scherpe nota worden ge
volgd, het kan een aanleiding worden
tot het afbreken der diplomatieke be
trekkingen, maar tot daadwerkelijke
vijandelijkheden verwacht men niet
dat het zal komen.
Deze maand nog zal in Engeland
een conferentie worden gehouden om
de middelen te bespreken ten einde
den aanvoer van kolen vol te houdon
en nog te vermeerden, opdat een der
voornaamste belangen vaD het voort
zetten van den oorlog door de bond
genooten zal kunnen gediend worden.
Van de geallieerden heeft Engeland
alleen voldoende aanvoer van kolen.
In Rusland is het groote Poolsohe
kolengebied in handen van de Duit-
schers, zoodat daar sprake is van een
beslist gebrek aan kolen gedurende
den aanstaanden wiuter, zelfs in de
groote steden, hoewel dit gedeeltelijk
moet worden toegeschreven aan de
groote behoefte voor de militaire ver
voermiddelen.
Italië heeft zeer weinig kolen, zoo
dat zü veel gebruik maakt van de
„witte kool", electriciteit door water
kracht, die verminderd kan worden
door hare militaire operatiënzij is
in elk geval onvoldoende voor hare
behoefte.
Wat Frankrijk betreft, hare voor
naamste kolenvelden zijn in Duitsch
bezit en is dit land daardoor meer
dan ooit afhankelijk van vreemde
aanvoeren.
Het dubbele vraagstuk van ammu
nitie-verschaffing en het doen voort
gaan van het gewone economische
leven der geallieerde landen, is af
hankelijk van een voldoenden aanvoer
van kolen, zoodat zij allen op Enge
land voor dit belang zijn aangewezen.
Het recruteeren, op groote schaal
van mijnwerkers, heeft het voor ons
moeilijker gemaakt om aan de vraag
te voldoen, doch het moet met eeni-
gen goeden wil, gesteund door samen
werking en zuinigheid, mogelijk zijn
de moeilijkheden te overkomen.
Het is niet alleen de kwestie om
genoeg kolen te krijgen, maar tevens
een kwestie om ze tegen een redelij
ken prijs te verschaffen.
In Frankrijk wordt geklaagd, dat
zij voor de Engelsche kolen prijzen
moeten betalen, die een ondragelijken
druk leggen op de Fransche industrie
en het is de algemeene meening, dat
zulks is toe te schrijven aan specula
tieve bedrijvigheid.
Zonder twijfel zjjn de mijnkosten
voor het delven van kolen gestegen,
maar wij hebben de nadrukkelijke
uitspraak van eene commissie van
onderzoek, dat de prijzen buiten ver
houding zijn opgejaagd.
Het is dan ook te verwachten, dat
de conferentie dit punt der besprekin
gen met ernst zal behandelen.
De Tweede Kamer is aangevangen
met de behandeling van het ontwerp
tot vlootaanbouw.
De rij der sprekers werd geopend
door den heer van der Voort van Zijp
die namens de anti-rev. partij dit ont
werp wil beschouwd zien los van de
bijzondere omstandigheden omdat het-
peen moet worden gebouwd toch niet
voor dezen oorlog kan dienen.
Daarom is 't geen goed beleid te
achten door geld uit te geven voor
wat ook, dat in dezen oorlog niet
meer zal worden gebruikt.
Het ontwerp is ook verbijsterend
met het oog op den toestand van 's
lands schatkist. De eene aanvraag
voor een buitengewoon crediet wordt
gevolgd door de andere. Nu kan men
toch waarlijk zulk een geldsom ge
ven. Het bedrag dat 25 millioeri heet,
zal vermoedelijk wel de 80 millioen
naderen.
Het is ook de vraag of het zoo
zeker is dat deze kruisers onmisbaar
zijn en men daarover heen mag stap
pen.
Van^de onderzeebooten erkent ie
dereen de geduchtheid, maar niemand
weet iets omtrent de noodige tonnen-
maat, de machinerie enz. en nu zegt
de minister, dat wc omtrent Indië
geen ervaring hebben met de onder
zeebooten 1
Los van eenig voorbouw plan wil
de minister nu verder opeens een
paar kruisers van 7000 ton, zich be
roepende op de Emden en de Karis-
ruhe, maar dat gaat toch maar niet
zoo. Er kan geen sprake zjjn van
een voetstoots aannemen van het
ontwerp.
In zake de ontevredenheid en de
moedeloosheid van het personeel be
twijfelt hij dat die door deze aan
vraag zal worden weggenomen. Voor
een enkele die misschien het bevel op
zulk een kruiser zal krijhen, moge
dat waar zijn, rnaar over het alge
meen blijft die bestaan, niet omdat
er geen kruisers zijn, maar wegens
het onaangename en onpractische van
den dienst. Summa summarum, wil
hij wel zijn steun geven aan de re
geering, mits de minister de kruisers
terug neemt.
Van de sociaal democratische fractie
leidde de heer Hugenholtz de opposi
tie in.
Het heeft den schijn, of we hier
ook weer een van de vele nood-ont-
werpen hebben, die als mobilisatie-
crediet kunnen woiden beschouwd.
Niets is echter minder waar.
Het ontwerp zal eerst na drie jaar
geheel afgewerkt zijn en buitendien
is het aangevraagde bestemd voor
Indië, niet voor Nederland.
Hier is ook weer de gewone truc
gevolg in de stukken, eerst schrik te
wekken en dan op grond daarvan
het ontwerp er door te halen, speci
aal de samenkoppeling van het cre
diet aan de vlootwet zelf.
Zoo wil men 28 millioen binnen
halen, waarvan de Kamer later spijt
zal hebben.
Hij critiseert de haast, waarmee is
gearbeid, de. weinige inlichtingen, die
men bij deskundigen heeft kunnen
inwinnen. Hoe komt het ook, dat de
minister zoo in in eens in ëen maand
de grootte van 6000 ton op 7000 ton
breDgt Dat geeft geen vertrouwen
aan de Kamer, aan wie men vraagt,
zoo maar voetstoots crediet te geven.
Nu wordt veel geschermd met de
ervaring in dezen oorlog, maar elke
leek heeft gezien, dat Duitschland
zjjn groote schepen achterhoudt en