%\wm~ m JpperfettfieBlai? ooor 3>c«&t<?lijfc
'mnhun.
Steun.
«!=]>-
W algelijk.
Landstorm.
Binnenland.
Mo 2038.
Woensdasr 14 Juli 1915.
24e Jaargang
BRESKENSCHE COURANT.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco
per post ƒ0.55, voor Belgis ƒ0.75 en 1 dollar
k 3 kwartalen by vooruitbetaling voor Amerika.
Abonnementen worden mede aangenomen by
boekhandelaren en brievengaarders.
Advertentisn van 1—5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar
plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentisn worden ingewacht tot Dinsdag
en Vrijdagmiddag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELF.MAN te Breskens.
Het behoeft inderdaad geen betoog,
dat door de oorlog in breede lagen
onzer samenleving nood heerscht, wel
ker leniging eiseh is.
Ben dringende eisch van hen, die
den druk der tijden financieel nog
niet zoozeer gevoelen, wier zaken niet
zoo gedemoraliseerd zjjn, om hen die
wel in verschillend opzicht in moei
lijke omstandigheden zijn gekomen, te
helpen.
Men weet dat onmiddellijk bij het
uitbreken van den grooten strijd die
voor velen moeilijke positie is voor
zien en is terstond het Koninklijk
Nationaal Steuncomité opgericht, dat
die allen steun wil verleenen.
Aan dat Nationaal Steuncomité is
onze gemeente veel verplicht, daar
het ook is tegemoetgekomen en op
nieuw tegemoet komt, gelijk men dat
heeft kunnen lezen, aan die categorie
onzer ingezetenen, die hulp zullen
kunnen noodig hebben.
Maar met het oog op het vele dat
dit nationaal comité noodig heeft om
aan alle aanvragen te kunnen voldoen,
en de toekomst niet zonder zorg wordt
tegemoet gezien, heeft het een tweede
oproep tot het Nederlandsche volk
gericht, waaraan we hier gaarne een
plaats verleenen.
Toen het Koninklijk Nationaal
Steuncomité, den 22en Augustus 1914,
kort na zijne oprichting zich tot het
Nederlandsche Volk richtte, om de
gelden te vragen noodzakelijk voor de
vervulling zijner taak, is het in de
verwachting op de offervaardigheid
zijner landgenooten niet teleurgesteld.
Aanzienlijke bedragen konden elke
week door den Penningmeester ver
antwoord worden. Dank zij in het bij
zonder ook de hooge giften, die ons
Comité uit Insulinde bereikten, kon
dit tot heden voldoen aan de talrijke
aanvragen om financieéle hulp die van
alle zijden inkwamen.
Thans na tien maanden werkzaam
heid, zijn de geldmiddelen uitgeput
Wel is de economische toestand des
lands na het uitbreken der crisis niet
onbelangrijk verbeterdwel zijn uit
den aard der zaak tal van uitgaven,
die het gezin van den werklooze des
winters drukken, in den zomer niet
noodig, maar toch zijn de eischen, die
ook thans nog aan de Kas van het
Koninklijk Nationaal Steuncomité ge
steld worden, zeer vele zelfs in deze
zomermaanden moet dit wekelijks
ƒ80.000 uitgeven.
Zullen dank zij het Rijkssubsidie,
waarover het Koninklijk Nationaal
Steuncomité krachtens een pas aan
genomen wet, de beschikking heeft,
in den eersten tijd geen ernstige fi
nancieéle zorgen zijne bestuurderen
drukken, toch meenen deze thans op
nieuw een beroep op de offervaardig
heid hunner landgenooten te mogen
doen.
Met alle waardeering voor den ont
vangen geldelijken steun, zou het voor
hen toch zulk een groote voldoening
zijn, indien dit subsidie slechts in
geringe mate zou behoeven te worden
gebruikt I
Niet alleen dat dit een verheffend
bewijs zou zijn van den gemeenschaps
zin der betergestelden, een krachtig
teeken van de eensgezindheid onzer
natie, maar tevens zou dan de schal»
kist, aan welke toch in deze dagen
zulke zware eischen gesteld worden,
niet worden belast.
In het bijzonder doet het Comité
een beroep op de offervaardigheid van
zoo menig industrieel, die, dank zij
de hulp van het Koninklijk Nationaal
Steuncomité of van een zijner organen,
zijn bedrijf heeft kunnen voortzetten
op de landbouwers en andere produ
centen van eerste levensbehoeften,
die door het duurder worden van de
ze, veel grootere winsten maken dan
gewoonlijk, waardoor in het bijzonder
de levenskosten dergenen, voor wie
de steuncomités moeten zorgen, zoo
belangrijk stijgenop bezitters van
fondsen (aandeelen in scheepvaart
maatschappijen, industrieele onderne
mingen, enz.), welke in de laatsten
tijd groote dividenten gavenin eén
woord op allen, die niet door de cri
sis getroffen zijn, ja, die zelfs tenge
volge van deze een niet onbelangrijke
winst gemaakt hebben.
Met grooten aandrang noodigt het
comité zijne landgenooten uit, hunne
gaven te zenden, voor wat deze om
geving betreft aan de administratie
van dit blad, die zich gaarne met
deze ontvangst wil balasten.
Opnieuw moeten we zien dat er
nog menschen zijn die zich onledig
houden met eene verdeeling van ons
land nk den oorlog.
We vinden al dat gepruts te dom
mer, naar mate het afkomt van men
schen wier ontwikkeling op een hoo-
ger peil staat.
Door plaatsing te verleenen aan
dergelijke pennevruchten bevordert
men de pamfletterie, die, als het ons
doen was, zou komen te vallen onder
het verbod van het mededeelen van
defensie-belangen en dito maatrege
len.
Als dergelijke schrijvers door hun
armzalig en ellendig gedoe zich moch
ten willen vermeten eenige vaderlands
liefde te bezitten, dan zal dat sprank
je zeker op een onvindbaar plekje
verborgen zijn.
Naar onzr meening vergeten de
bladen, die medehelpen om zulke on
zin uit te kramen, hun plicht tegen
over het land door hunne kolommen
daarmede te laten vullen.
<1I=J>-
In haar memorie van antwoord in
zake de landstormwet erkent de re
geering dat een oproeping en een oe
fening van alle mannen beneden 49
jaar, door allerlei omstandigheden een
onmogelijkheid is. Zij verklaart dan
ook het oorspronkelijk ontwerp als
onuitvoerbaar. Niet het minst omdat
de Kamer haar de ruime bevoegdheid
die het ontwerp vroeg, haar niet toe
vertrouwt.
In elk geval, de grens is terug
gebracht van 40 op 80 jaar.
Wie dus voor I Januari 1916 nog
geen 80 jaar is, zal kunnen opgeroe
pen worden En wie wel 80 jaar is,
valt er buiten, maar nogtans zullen
de mannen tusschen 80 en 40 jaar
worden ingeschreven, om, ingeval van
werkelijke nood, te worden opgeroe
pen, waartoe een nadere wet zal wor
den ingediend.
Nog kan hierbij worden aangetee-
kend, dat zij die vroeger voor de mi
litie zijn afgekeurd, niet voor een her
keuring in aanmerking komen, zoodat
die in geen geval bp de Landstorm
komen.
Een massa jonge mannen, die er
oogenschjjnlijk zeer flink uitzien, en
als er dan toch gediend moet worden,
de landweermannen, die voor hun ge
zin moeten staan, in zaken zitten en
wat dies meer zij, zonder groot be
zwaar zouden kunnen vervangen, zal
alzoo buiten schot blijven.
Uit de memorie blijkt tevens dat
't de bedoeling der regeering is om
telkenmale zooveel mannen op te roe
pen als noodig is om de landweer ge
leidelik af te lossen.
Telkens als er een ploeg geoefend
is, welke oefening vier maanden zal
duren, gaat er een ploeg landweer
mannen naar huis. De hoegrootheid
van die ploegen deelt de minister niet
mede.
Intusschen, hoe moet men zich de
werking dezer wet voorstellen
Stel dat de Tweede Kamer het ont
werp in Juli e.i de Eerste Kamer het
in Augustus aanneemt.
Stel voorts, dat de eerste ploeg in
September wordt opgeroepen, dan zou
dus de eerste ploeg landweer (te be
ginnen met de oudste landweerlich
tingen) in Januari 1916 met verlof
naar huis gaan.
Dit is echter nög de meest gunsti
ge veronderstelling. Bovendien zal er
eenige tusschenruimte zijn tusschen
de oproeping der verschillende ploegen.
Wij kunnen niet ontveinzen dat,
tenzjj de oorlog nog bijzonder lang
duurt, het ontwerp practisch niet zoo
bijzonder veel zal beteekenen wat de
legerversterking betieft, al is natuur
lijk iedere versterking op zichzelf een
voordeel.
Nieuwe legerscharen zal het ont
werp echter niet kweeken. Ook wil
men in dit verband niet verhelen, dat
de oefentijd van 4 maanden een te
leurstelling is.
Ter beantwoording van de voor-
ioopige beschouwingen der Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot het
langer in dieDst houden van dienst
plichtigen b(j de landweer deelt de
minister van oorlog de volgende re
denen mede, waarom het wenschelijk
wordt geacht de manschappen der
landweerlichting 1907 nog niet uit den
diénst bij de landweer te ontslaan
lo. een gedeelte der lichting be
vindt zich nog onder de wapenen
2o. bij de overgang naar den land
storm zouden de thans onder berus
ting dier manschappen zich bevinden-
dende wapenen en kleedingstukken
moeten worden ingeleverd terwijl die
wanneer bij eventueel later noodig
gebleken oproeping opnieuw gekleed
en gewapend zouden moeten worden
3o. de overgang naar den landstorm
zou de tegenwoordig reeds zoo om
vangrijke administratieve werkzaam
heden nog meer doen toenemen, zon
der dat voor de betrokkenen daaruit
eemg noemenswaardig voordeel zou
ontstaan.
De minister stemt niet in met het
gevoelen van verschillende leden, die-
meenden, dat althans een deel der
onder de wapenen zjjnde landweer-
plichtigen naar huis gezonden kon
worden, mits men tegelijkertijd maat
regelen neme, die verzekeren, dat zjj
in geval van nood ten spoedigste
naar hun bataljons en compagnieén
terugkeeren.
Nederland verkeert nog steeds in
den toestand van oorlogsgevaar, en
het is voor de veiligheid van den
staat volstrekt noodig, dat onze
strijdmacht zoo krachtig mogelijk
blijve voor onmiddellijk optreden.
Het is ook niet juist, dat wegzen
ding, als hiervoren bedoeld, zoo mo-
gelijk gepaard gaande met inlijving
van anderen - miliciens der jongste
lichting in zekeren zin in het
legerbelang zeer gewenscht zou zijn.
Vervanging van geoefenden door
ongeoefende recruten beteekent eene
tijdelijke verzwakking der strijdmacht
en kan nooit in het legerbelang zijn.
Dat de goedo geest der aehterblij-
venden zou worden bevorderd door
het naar huis zenden van anderen,
kan ook niet worden ingezien.
Het is te betreuren dat de besliste
noodzakelijkheid van het onder de
wapeDen houden der dienstplichtigen
niet algemeen wordt ingezien en de
geest der landweermannen in enkele
korpsen dientengevolge te wenschen
laat.
De regeering twijfet niet of de leden
der volksvertegenwoordiging zullen
invloed niet ongebruikt laten om hen
die door de gevolgen der mobilisatie
inderdaad zwaar worden getroffen,
tot berusting in dezen onvermijdeljj-
ken toestand en tot blijmoedige ver
vulling van hun plicht op te wekken.
Niet -voor alle korpsen is het mo
gelijk ze in de nabyheid der woon
plaatsen der manschappen te station-
neereneen verbreking van het ge
organiseerd verband zou daarvan het
gevolg zijn.
Door ongeveer 90 pet. van deland-
weermannen der lichting 1907 is ge
bruik gemaakt van de gelegenheid om
met verlof te gaan hiervan hebben
zich slechts zeer enkelen later weder
bij hun korps aangemeld.
De minster stemt geheel in met de
meening van die leden, welk van
oordeel zijn, dat het niet op den weg
van de legerautoriteiten lag om de
manschappen er op te wijzen, dat zü
bij eventueel gebruik maken van het
hun verleende voorloopig onbepaald
verlof wellicht niet langer steun van