l$mun en 3§bHtUnü$Ub Deer HfeDïijH ^.-Hfaan^eivu
Zaterdag: 3 Juli 191S
Een droeve plechtigheid.
Territoriale publicaties.
De Landstormwet.
Jüo 2035.
24e JTaarganr
BRESKENSCHE COURANT.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco
per post ƒ0.55, voor Belgis ƒ0.75 en 1 dollar
k 3 kwartalen b(j vooruitbetaling voor Amerika.
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
AdvertentiSn van 15 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar
plaatsruimte. Bg abonnement lager tarief.
AdvertentiSn worden ingewacht tot Dinsdag
en Vrijdagmiddag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bU den uitgever C. PIELEMAft te Breskcns.
ii.
Opnieuw bewoog zich Dinsdagavond
vrijwel dezelfde, eenigszins aangevul
de, treurige stoet door de dorpsstraat
Laar den doodenakker om de broeder
van den de vorige week ter aarde
bestelde, eveneens aan den schoot der
aarde toe te vertrouwen.
De burgemeester, de heer D. H. van
Zujjen nam thans allereerst het woord.
Het is thans voor de derde maal
binnen het tijdsbestek van éene week
dat wij aan eene geopende groeve
staan om de laatste eer te bewijzen
aan de slachtoffers van de treffende
ramp die aan onze visschersvloot is
overkomen.
Nu komen er in het leven van die
oogenblikken voor, waarin schier geen
troost kan gegeven worden, maar laat
dan de algemeene deelneming waar
mee onze gemeente medevoelt, de
groote belangstelling die men in den
lande aan den dag legt, eene kleine
opwekking zijn voor de zwaar beproef
de familie.
Hoewel daartoe niet gemachtigd
door de regeeringspersonen met wie
hij over deze ramp sprak, kon hij nog-
tans wel mededeelsn dat onze geêer
biedigde Koningin tot zelfs tweemaal
toe nauwkeurig naar deze ramp en
de verschillende omstandigheden heeft
doen informeeren.
Voor zoover dus menschelljkerwijze
troost geboden kan worden, zal het
die familiebetrekkingen aan deze niet
ontbreken
De heer J. de Hullu zou aan de
gesproken woorden van den burge
meester weinig meer toevoegen.
Maar daar we weer staan aan de
geopende groeve van een braaf man
en huisvader, die evenals zjjn broe
der, om te voorzien in het dageljjksch
onderhoud van zich en de zijnen, zoo
droevig om het leven is gekomen ver
zocht hij de familie de woorden die
hy had gewyd aan en by de nage
dachtenis van den broeder, ook te
beschouwen als tot hun gericht te
zyn.
De heer J. P. Salomé, als vertegen
woordiger van Schuttevaér wilde even
min achterbleven om ook bij dit graf
een laatste groet te brengen aan het
slachtoffer van het diepaangrijpende
ongeluk.
Wat hy getuigd had van diens
broeder moet hy hier herhalen, dat
ook deze man niet is gevallen als een
gevolg van zijne mindere bedreven
heid of van roekeloosheid, maar alleen
tengevolge van de verderf versprei
dende middelen van den huidigen
oorlog.
Ons biyk van tegenwoordigheid zij
een bewys van deelneming in dat
zware verlies en we roepen ook u,
vriend D. Hoogstad eveneens toe:
rust zacht en in vrede.
Ds E. Meeuwenberg herinnert aan
de kenschetsing der ongelukkigon, als
goed man en vader, die yverig en
zorgvol in de weer waren om het
brood voor hen en de hunnen te ver
dienen,
Dat die nabestaanden in droefheid
nederzitten is ten volle te begrypen.
Hy gevoelde dan ook behoefte hen
in dezen stond toe te roepen het
woord van den medekruiseling van
Christus, die vóór hy' de oogen voor
immer sloot, bad„Heer, gedenk my-
ner, als Gy in Uw Koninkryk zult
gekomen zijn 1"
Heer, gedenk ook die vrouwen, ge
denk ook die kinderen, dan zal hun
niets ontbreken.
Dit laatste woord was voor dien
boosdoener een zegen.
Wie kan zeggen wat de laatste
woorden, de laatste gedachten zjjn ge
weest van de zoo plotseling uit het
leven weegerukten.
We weten het niet en zullen het
ook nooit weten.
Maar als wy immer de woorden in
het hart en op de lippen hebben,
„Heer, gedenk myner," dan kunnen
we verzekerd wezen, dat, wat ook
ons beschoren moge wezen, we in
goede handen zijn.
„Heer, gedenk myner" zy altyd en
immer onze bede Amen i
Door een der familieleden werd na
mens de echtgenooten en do oude
moeder hartelijk dank gezegd voor
aller tegenwoordigheid te d^zer plaat
se en voor de zooveel betoonde deel
neming gedurende deze dagen.
En den daaropvolgenden avond ont
rolde zich andermaal, hopen we van
harte voor het laatst, hetzelfde treur-
tooneel.
De eenige zoon Adriaan van Over-
beeke, mede opvarende aan boord van
de BR 19 werd naar zyn laatste rust
plaats gedragen.
Het was opnieuw de heer Salomé
die een woord van bemoediging sprak
nu echter tot den vader, tot den
hoogbejaarden grootvader, tot de zus
ters over den liefhebbenden zoon en
broeder
Adriaan van Overbeeke was een
jonge man, die vol vuur het door
hem uitgekozen visschersbednjf uit
oefende, die veel beloofde en van wie
veel kon verwacht worden.
Gaarne volgden zyne makkers hem,
zij die hem nu naar zyn laatste rust
plaats droegen.
Hij is eveneens middeliyk gevallen
als offer van den meedoogenloozen
oorlog, alzoo ook weer niet als een
gevolg van roekeloosheid of wat ook.
Gij, jonge lieden, die hem nerwaarts
droeg, neemt hem tot voorbeeld van
plichtsbetrachting.
En gij, vader en grootvader, laat
de groote deelneming in het door u
getroffen verlies, eenige troost wezen.
Adriaan, rust zacht en ia vrede.
Ds Meeuwenberg zou thans in elk
geval een woord spreken, nu daar
voor ten sterfhuize geen gelegenheid
was.
Hoe groot de diepgeslagen wonde
ook moge zyn, toch is aller vurigste
wensch vervuld, dat zij hunne gelief-
den hier aan den schoot der aarde
hebben mogsn toevertrouwen.
Van al de slachtoffers heeft de ter-
aarde bestelling knnnen plaats hebben
ön telken male als die droeve «toet
door de stilgeworden straat passeert,
dan houdt ieder even met zyn werk
op en betoont een elk zyn eerbied
voor den dood en diens macht.
Hoe machteloos wij ook tegenover
die majesteit mogen staan, toch heeft
Óen, aan ons, menschenkinderen gelijk
gewordene, die macht des doods ge
broken, de dood zelve overwonnen,
het is Jezus Christus onze Heiland,
die van den dood is opgestaan en ge
zegd heeft„Ik ben de opstanding en
het leven, die in My gelooft zal niet
verderven maar leven".
En zoo wij dan de stem van dezen
jongeling in werkeiykheid wel niet
meer kunnen hooren, toch spreekt hij
van uit dit graf tot een iegelyk on
zer, tot den zwaar getroffen vader en
zusters, tot u, jongelingen, zjjne mak
kers, dat gij altijd indachtig moet zijn
aan zyn lot, dat niemand weet wan
neer en hoe plotseling de laatste ure
kan slaan.
Doch als wij den Bybel opslaan en
ons oog treft eene geschiedenis gelijk
aan deze, waar ook een jongeling
werd begraven, de eenige zoon zijner
moeder, dan lezen we ook dat Jezus
hare tranen droogt met de woorden
die alleen Hy spreken kan en Die ook
tot dezen vader zeggen kan „uw zoon
is wel gestorven naar de wereld, maar
ziet, hy leeft door Mij
God heilige dit woord aan het hart
van Van Overbeeke, aan dat van een
ieder onzer. Amen 1
Zoo is dan de ry der plechtigheden
dezer diep droeve gebeurtenis voor on
ze gemeente afgesloten, maar zij zal
niettemin in de herinnering tot in
lengte van dagen blyven voortleven.
Zoo oud zal men niet kunnen wor
den, of levendig zal voor den geest
blijven staan die zonnige middag van
den 16den Juni van het oorlogsjaar
1915, waarop zoo wreed geluk en lief
de, hoop en verwachting vaneen ge
reten werd. Bij al wat daarbij mocht
ontzinken, niet echtor de diepe deer
nis met de ongelukkige slachtoffers,
niet het medegevoel met de treuren
de nabestaanden, niet de bezorgdheid
met de moeiiyker geworden beroeps
omstandigheden onzer mannen van
de zee.
Het lenigen van nood, het verlee-
nen van steun zal niet achterwege
blijven en ook daarin zal men daad
werkelijk toon°n medegevoel en mede-
zorg te hebben.
De Territoriale Bevelhebber in Zee-
laod enz., waarschuwt een ieder te
gen het aanraken van niet gesprongen
artillerie-projectielen, zijnde zulks le
vensgevaarlijk.
Van het vinden van dergelijke pro
jectielen moet onmiddellyk kennis
gegeven worden aan den Burgemees
ter ter plaatse of den Kantonnements-
commandant te Krabbendyke.
Schyven, vlaggen, overbiyfselen
van gesprongen projectielen zijn Ryks-
eigendommen, waarvan het ontvreem
den strafbaar is volgens de Wet.
Op Vrijdag den 2en Juli of een der
volgende dagen, zullen nabij den
spoorwegdam door het Kreekrak schiet
oefeningen .gehouden worden, gedu
rende welke het verboden is, zich te
bevinden
in den Eersten-Bathpolder, ten Noor
den van den Spoorwegdam,
in den polder, bekend als Nieuwe-
of Hoogewaardsche polder,
op de slikken en wateren ten Noor
den en ten Zuiden van voornoemden
spoorwegdam tot aan de ter waar
schuwing geplaatste roode vlaggen.
Wanneer schietoefeningen gehouden
worden, zal dit aangeduid worden
door roode vlaggen, geplaatst in de
Ooster-Schelde ten Noorden van den
genoemden spoorwegdam en op de
oevers van het watergebied ten Zui
den van dezen.
Overtreding van deze verordening
wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste eene maand of geldboete van
ten hoogste driehonderd gulden.
Merkwaardig, hoe schier overal de
opinie over het ontwerp-Bosboom tot
uitbreiding van den landstorm aan
't wankelen is.
Kort geleden was er een sterk, by-
na algemeen geroep in de pers om
leger-uitbreiding, althans uitbreiding
van de leger-reserve.
Na de indiening van het ontwerp
is er hoe langer hoe meer aarzeling
en verflauwing gekomen.
Thans is er een sterk streven, om
de beteekenis van het ontwerp zoo
klein, zoo simpel mogelyk voor te
stellen.
„Het Vaderland" van gisteravond,
als stem van de Liberale Unie niet
zonder beteekenis, schryft z^lfs dat
het doel van het ontwerp meer is
„om het beginsel- van algemeenen
oefenplicht vast te stellen, dan tot
eene eenigszins belangryke vermeer
dering van manschappen te komen",
en als zoodanig is bet aan het blad
„zeer welkom".
Ziedaar.
Dit belangryke ontwerp, dat in ons
volk heel wat heroering heeft gewekt,
en waardoor bijna iedere man ziGhal
opgeroepen waande, terruggebracht
tot een demonstratie van -beginsel.
Leger-uitbreiding Waar dacht u aan 1
Anderen, in hun onnoozelheid, heb
ben gemeend dat hier juist heelemaal
niets gepraepidiceerd werd, dat het
concrete dool alleen wasleger-ver-
sterking.
Dadelijk na de indiening hebben
wij overigens opgemerkt, dat prac-
tisch het ontwerp alleen iets zou be-
teekenen, wanneer dadelyk begonnen
werd en dan met een zeer korten
oefen-tyd.
Maar is het juist, dat de minister
telkens 12.000 man gedurende 8
maanden wil oefenen, dan (dit geven
wij toe) beteekent het ontwerp voor
dezen tijd niet veel
Dan is er zelfs geen protestbewe-
tegen noodig.
Heeft de minister het soms inga-