Niet verontrustend. Biim onland. Gemengd, In een artikeltje waarin de Mid- 'delbuigsche Courant van 25 Maart hem poogt te verdedigen, zegt dat dagbladEn echilder met de pen als hij is, mensch van simpele levens praktijk, voor wien te leven geluk beduidt, geniet by hoofdzakelijk met de zinnen. In het eerste deel van dit dagboek erkende hij het onbewinpeld kranten las hl) nooit. Wat er in de wereld buiten hem omging, boezem de hem geen belangstelling in. Nu is dat veranderd. Maar een kinderlijke zelfvoldaanheid, die het mogeiyk maak te, dat hl) einde Juli eerst hoorde van den moord te Serajevo, is niet zoo opeens ontworteld. Ze maakte een deel uit van zijn karakter. En wie zoo iets tracht uit te rukken, bewerkt, dat er resten van biyven steken. Streuvels' kijk op het wereld gebeuren toont ook onder de huidige omstandigheden de oude kinderlijk heid". Stijn Streuvels is dus een kind, een groot kind vol verwaandheid en on bezonnenheid Zoo als ik hooger zeg de hjj kent niets dan de natuur, waarin hij en de menschen, met, wie bi) ginder in zijD verholen hoekje van Weet Vlaanderen, leeft. Meer men schep- en wereldkennis beeft hij niet, nog minder doorzicht Hl) kent niet eenn den loop der gebeurtenissen, die de» gruwelijken oorlog voorafgingen weet niets van Duitschlands langdu rigo voorbereiding tot den wereld- kr|g, waarvan ons land zoozeer het slaektofferd werd. Hij heeft gehandeld als een onbe- zoieen kind, en niet eens heeft hij nagedacht dat in dezen hardnekkigen str|d, vol verbittering, ieder van zijn woorden zou gewikt en gewogen wor den. Behandelen wij hem dus als een kind, als een onverstandige jongen, die ook eens heeft willen meepraten over dingen, die hy niet kent. Gy hebt hem vreeselijk op z'n broekje gegeven om z'n onbesuisd Oorlogsdagboek. Laat het ons nu daar- by laten, beste Monet, laat ons hem liever doodzwegen. Later, ah hy mensch zal geworden wezen, zal hem dat dagboek als een Alp op bet hart wegen. Dan zal hij zelf wel prtgen het af te wentelen en met ons medewerken om er de sporen van te doen verdwijnen. R. Breskens, 26 Maart 1915. <l=lt> Br is onmiskenbaar eene spanning ontstaan over Duitschlands gewyzig- de houding tegenover Nederlandsche schepen die op Engeland varen. De vrees voor eene verwikkeling is aangegroeid. In de verbeelding zag men reeds eene vreemde bezetting, vreemde oor logsbodems. Gelukkig is 't zoover nog niet, en behoeft 't, als logisch redeneeren ge oorloofd is, vooralsnog ten dezen ook niet te komen. Niet- dat de feiten niet ernstig zyn, maar zyn ze wel anders dan het uit vloeisel van den duikbooten-oorlog, die ruim een maand geleden is aange vangen Eigenlijk gezegd, neen! Want de hoofdbedoeling er van is om Engeland zooveel mogelijk van buiten af verstoken te doen zyn en biyven van levensmiddelen. Ze is ingeluid als antwoord op En geland» pogen om Duitsohland te la ten uithongeren. Zoo laat Duitschland nu ook geen enkel middel onbeproefd om Engeland met geiyke munt te betalen. En daar 't in hoofdzaak schepen van de neutralen zyn die op Engel- sche havens varen, moet uit den aard der zaak de neutrale handel er het meest onder lyden. Dat moge onaangenaam, dat moge eiger zyn, de oorlog biedt nu eenmaal geen aangename aanrakingspunten. Zelfs het feit der vernietiging van de „Medea", boe ernstig op zich zelf, behoeft nog geen motief te zyn om •ons gansche land in de waagschaal te stellen. Als Duitschland op elke wyze be let dat levensmiddelen naar Engeland gaak, dan is 't 'geenszins aan Neder land om oorlog met Duitschland te gaan voeren, indien de Hollandscbe schepen Engeland niet kunnen berei ken en de vervoerd wordende goede ren door Duitschland worden ingepikt. Integendeel rust op Engeland de plicht te zorgen dat die voor haar bestemde levensmiddelen goed en wel bij haa: inkomen. Ze beschikt over een zoo uitgebrei de vlootmacht, dat ze metterdaad haar meesterschap ter zee dient toe te passen door Duitsche duikbooten de gelegenheid te ontnemeD om haar het gras voor de voeten te laten weg maaien. Doet het dat niet, dan zal de han del van neutralen moeten stop gezet worden, hoe grievend 't ook moge wezen, maar naar onze bescheiden meening kan dat nog geen motief zyn om onze onzydige houding te la ten vareD. Sresksns. 30 Maart 1915 Nog was de gewyzigde dienstrege liDg van de Provinciale boot niet in werking of een nieuwe die zal ingaan met 1 April, ziet alweder het licht. Za lijkt heel wat aannemelijker de middagboot zal althans eene beboor- ïyke aansluiting kunnen geven op de sneltrein van, 1 27, daar ze nu te 12 40 van hier afvaart. Bovendien komt er een avondboot bij tenminste eene die van Vlissin- gen vertrekt na aankomst van den sneltrein van half zes. De iyn Ter Neuzen heeft echter de bevoorrechting dat derwaarts die avondboot eerst afvaart nadat de ge wone trein van half zeven teVlissin- gen zal zijn gearriveerd. De avondverbinding van de beide Zeeuwsch-Vlaanderen is ook verbro- keu, daar de boot naar Breskens ge- ruimen tijd zal zijn vertrokken, nadat die van Ter Neuzen die van daar, als gewoonlyk te 5.05 afvaart te Vlissin- gen zal aankomen. Een globale verbetering kunnen we er nog niet in zieD, die tocb zeer goed mogelijk zou zijn, nu biykbaar het bezwaar der duisternis is opge heven. Met ingang van 1 April a.s wordt de kommies der dir. belastin gen J. Slager, van Vlisringen (sints Nov. tijdelyk alhier) verplaatst naar Nieuwveen. De vrijzinnige meerderheid heeft in Zeelands Staten niet lang de scep ter gezwaaid Behalve dat zij het college van Ge deputeerden en de zetel van mr Lu- casse veroverdeD, is de evenaar nu weer naar rechts overgeslagen en in de vacature wylen den heer W Ho- vy bet oud-Kamerlid mr. Lucasse op nieuw naar den Senaat afgevaardigd. Blijkbaar heeft bet z.g. onafhan- kelyk lid voor Hulst, de heer Van Dalsum zich alleen aan de linkerzijde geschaard, waar het betrof de val te bewerken van de destijds aftredende r.-k. en anti-rev. Gedeputeerden, die hem p6rsooniyk onwelgevallig waren Schipper W. J. van den Heuvel van Cadzand. was de vorige week de kleine haven aan de Wielingen uit gevaren, onbevreesd voor de mijnen, om daar op de breedte 't dageiyks stuk brood te verdienen. Door den wind dreef hij wat west waarts,. even in 't Belgisch vaarwater. Plots bulderde beoosten Knokke uit het duin een kanonschot. Een 200 tal meter van de sloep sprong 't water een huis hoog op. De schipper begreep, dat de Duit- schers hem bestookte en maakte dat hij weg kwam in 't Nederlandsche vaarwater. Een tweede schot viel en toen acht te v. d. H. het maar 't veiligst naar de haven terug te keeren. Dit schot kwam van 't geschut, tusschen Knokke en de Nederlandsche grens opgesteld. Heden waren de Duitschers daar weer aan den arbeid. Al van Nieuwjaar scharrelen ze daar in 't duin. Aan het strand te Cadzand is een myn aangespoeld die van Engel- schen oorsprong bleek te zyn en on der militaire bewaking is gesteld. Biervlieta Als Notabele der Ned. Herv. Gem, alhier is by horstemming gekozen de heer C. Kostense met 11 van de 13 stemmen. Biervliet. De heer J. B. Raes, herdacht vorige week zijn 25-jarige dienstvervulling als ryksveldwachter, by welke gelegenheid hem door den commandant het zilveren kruis is uitgereikt. Hoofdplaat. Ouder groote be langstelling is de opbrengst der sui kerbieten van den HoofdplaatscheD Boerenbond toegewezen aan de fa briek te Lilloo voor den prijs van 15.55 per 10C0 Kilogram. Hoofdplaat, A s. Donderdag 1 April zal het 50 jaar geleden zijn dat de betrekking van brievengaarder door de familie Boes wordt waargenomen. Aanvankelyk door wylen den heer J. Boes en daarna door mej. T. Boes. POSTER IJ EN. Ingaande 1 April hebben de voor naamste buslichtingen aan het post kantoor Breskens plaats ten 5.25, 7.30 en 10.40 voormiddags, 12.15, 8 40 en 5.50 namiddags. De bestellingen zullen geschieden 7.— u vm, 1.15 n.m. en 6.80 's av. Een Hollandsche matroos, die in dienst was geweest op het Noorsch schip, en Vrijdag op het consulaat- generaal te Rotterdam zijn afrekening zou krygen, was ontevreden dat hem het vierde deel eeDer maand gage werd gekort omdat hy zonder voor kennis der officieren het schip had verlaten. Reeds toen uitte hy bedreigingen, welke hy Zaterdagmiddag tot waar heid maakte. Hy kwam eensdlaps het kantoor oploopen met een revolver en loste bout portant drie schoten op den vice-eonsul, den heer F. Grüner waar van een dezeD in den arm trof. In een zykamer zateD twee Noor kapiteins te wachten, van wie de een in den eersten sehrik uit bet raam op straat sprongde tweede kwam echter zyn consul te hulp en met assistentie van een der andere employés gelukte het ham den woes teling te overmeesteren, waarby de revolver tweemaal afging, ten gevol ge daarvan ook de aanvaller zelf getroffen. De politie maakte zich ten slotte van den dader meester. De wonde van den vice consul werd in het zie kenhuis verbonden en bleek niet ge- vaariyk. Een 70jarige bewoonster van een perceel in de Sumasirastraat te 's Gravenhage, die te dicht bij een open haard had plaats genomen, be kwam hevige brandwonden doordien haar kleeren vlam gevat hadden aan het haardvuur. De dame werd naar het Gemeente huis vervoerd, waar zij reeds is over leden. Een landbouwersknecht was het bouwland aan 't bewerken onder de gemeente Bocholt (L.) dicht by de Duitsche grenzen. Plots staat voor den arbeider een deftig gekleed Duitscher, dfe genen vroeg, of hy zoo goed wilde zij d, een brief, dien hl) hem ter hand stelde, aan zyn meester te gaan brengen tijdens zyn afwezigheid zou de Duit schers wel op de paarden passen. Zoo gezegd, zoo gedaan. De kneGht ijlde naar zyn patroon, doch toen hij terugkwam, waren de beide paarden, de eg en de Duitschers spoorloos ver dwenen. Alles was reeds veilig in het gros- ze vaderland. In den den eigenaar ter hand gestelden brief stond te le zen, dat de Duitschers gaarne de som zou betalen, die de paarden waard zyn. - Een jeugdige Belg uit Hechtel is nabij de Rytsche heide aan de Ne derlandsche grens doodgeschoten, toen hij trachtte over de grens naar Ne derland te gaan. De wachten hielden hem aan en brachteD hem naar Neerpelt. Toen hij op de vlucht ging, werd hy doodgeschoten. De bemanning van de in den grond geboorde „Medea" is te Am sterdam aangekomen, de eerste offi cier Moerdijk heeft hun wedervaren medegedeelt aan de Courant De eerste officier, M. W. Moerdijk, vertelde de geschiedenis, welke door den chefmachinist, M. van Oostveen, en andere officieren werd bevestigd Donderdagmorgen, om 9 uur, zagen wij ter hoogte van Beachy Head een onderzeeboot aan de oppervlakte ko men, op ongeveer 600 meter afstand. Onmiddellyk gelastte de Duitsche commandant door signalen, dat, er een boot gezonden moest woiden, Van tevoren had de Medea reeds de twee reddingbooten in gereedheid gebracht. De heer Moerdijk ging met drie man in een der booten naar den onderzeeër, waarby zy de scheepspa pieren medeDameD welke geen twij fel lieten met betrekking tot de na tionaliteit van het schip. De heer Moerdijk zag toen, dat hy met de U 28 te doen had. De Duit sche commandant Jkeek de scheeps papieren door en vroeg toen aan den heer Moerdijk van waar zy kwamen en waarheen de reis giDg. Na gedaan onderzoek merkte de Duitsche Commandant op, dat de la ding geheel naar Engeland gecoDsig- neerd was. Hij confereerde snel met andere Duitsche officieren, die zich op den uitkyktoren bevonden en zeide toen tot den heer Mobrdyk. dat de Medea binnen vyf minuten verlaten moest worden. Daarop zeide een der Duitsche of ficieren iets tot den commandant, die daarna tien minuteu tijd gaf voor hst verlaten van het schip. De heer Moerdyk vroeg, of die tien minuten ingingen bij zijn terugkomst op het schip, hetwelk door den com mandant bevestigend werd beant woord. Hy verzocht verder de Medea te signaleeren, dat het schip binnen tien minuten verlaten moest worden, waaraan gevolg werd gegeven. De boot van den heer Moerdijk keerde toen terug naar 't schip, het welk nu op ongeveer 300 meter af stand lag. De boot aan staurboordzyde werd ook snel te water gelaten en binnen vyf minuten waren alle 24 leden van de bemanning van de Medea in de booten opgenomen. De kapitein, die het schip het laatst verliet, verklaarde, dat er niemand achter gebleven was. Hij redde ook 't scheepsjournaal, wilde nog meer in veiligheid brengen en riep Daar de duikboot, of er nog tijd voor was. Men antwoordde hem echter, dat de beide booten .zich onmiddellyk moesten verwyderen. Alle 24 Nederlanders hadden alles verloren eD ontkwamen slechts in de kleeren, die zy aan hadden, en kon overigens niets gered worden. Des morgens om 9 uur 20 was de Medea verlaten. De onderzeeër was gelegen tusschen haar en de sloep van bakboordzyde, en loste toen zes schoten. Klaarblykelijk waren het projec tielen uit twaalfponders. Vier troffen de Medea midscheeps, één raakte het

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1915 | | pagina 2