mun (n ,^l6öcrfcrtfic£la& POOT iP&êMijfi ^."1ïraan6orcH
Wo 2005.
Zaterdag 13 Haart 1915
24e Jaargang
De opyoeig in schooi en in huis.
<EE1>
Suikerbieten.
BRESKENSCHE COURANT.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke
per post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar gewone regel meer 5 cents, öroote letters naar
k 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika. jP'v plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Abonnementen worden mede aangenomen bij Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag
boekhandelaren en brievengaarders. irVA en Vrijdagmiddag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond b(j den uitgever C. DIELEMA.» te Breskens.
Het zy mi) vergund aan uw ge
trouw en bondig verslag van de laatst
gehouden algemeeie vergadering van
„Volksonderwijs" ©n en ander toe te
voegen, voornatneljk voor wat betreft
de rede van den hor KI. do Vries
over het bij uitstel belangrijk onder
werp, dat hierbovei staat.
Deze redevoering heb ik met de
meeste aandacht atigehoord en zjj
heeft mij heel wat ©rinneringen uit
mijn onderwjjzerslevn voor den geest
geroepen.
Met veel kunde a welbespraakt
heid heeft de redenar de noodzake
lijkheid aangetoond 'an de samen
werking van ouders n onderwijzers
voor wat betreft de opvoeding der
jeugd.
Nuttige wenken ei wij e lessen,
doorspekt met treffene voorbeelden,
gegrepen uit het daelijksch leven,
heeft hij aan ouders o opvoeders ge
geven.
Zjjne woorden zjjn ay en wel
licht ook al de aaniezigen diep
in de ziel gedrongen, en omdat zy
van zoo groot belangen heb ik het
voornaamste deel zynr rede in dezer
voege saamgevat
Opvoeders en kindesn zijn twee
groote machten in g wereld. De
eene zijn de macht oer de kinderen
op heden de kindera zjjn de macht
voor de toekomst. VI men die macht
ten goede brengen, in moeten de
opvoeders, welke thas de machtheb
bers over de jeugd ;n, aan deze eene
goede en degeiyke oeiding bezorgen.
Dat is vast niet gnakkelyk.
De kinderziel kenin met al haar
doen en laten, met aare geheimste
dryfveeren, is eene oeiiyke kennis
deze ziel bewerken de dryfveeren
eene degelijke richtij geven, eene
moeilijke taak.
Kinderen zyn als roene knoppen,
die zich tot bloemenn vruchten voor
de samenleving moen ontwikkelen.
De groene knop oiplooit zich niet
voor zynen tijd. Datoe zyn noodig
een vruchtbare bo>m, koesterend
zonnelicht en milde gen.
Dien vruchtbaren )dem bezit het
kind in zich zelf.
De koesterende zoieschyn is het
vriendelyk, aanmoedsnd en verkwik
kend woord van deppvoeder.
De milde regendrpelen zyn de
degeiyke, ingrijpenddessen, die hy
het kind geeft.
Wy moeten van kinderen goe
de burgers vormen,ol karakter, be
wustzyn van eigemarde, plichtge
voel en zelfwerkzasheid.
Daarom moeten 1 zeiven dat al
les in hooge mate zitten. Tusschen
ons en de jeugd mt een sterke band
van wederzljdsch vtrouwen bestaan.
Kinderen zyn klimopranken,
die den sterken eitot steun behoe
ven. Zonder dien ain vallen zy te
gronde, worden V-rapt of vergaan
tusschen het onkri.
Wy, opvoeder, oeten de sterke
eiken zyn, die hurot steun dienen,
zoo lang zy die n<Ug hebben.
In 's menschen leven loopt niet
alles naar wensch af. De mensch, on
dervindt vaak ontgoochelingen en
teleurstellingen, die hem het leven
zouden verbitteren, zoo hy daartegen
niet verstaald, niet opgewassen is.
Daartegen moeten wy de kinderen
wapenen door hun wilskracht te
oefenen en te versterken.
De kinderen zien ons recht in 't
hart. Zij kennen ons zoo gauw en zoo
goed. Wy bedriegen ze niet ongestraft.
Het wtrk der opvoedirg is oen werk
van geduld en onverstoorbare volhar
ding.
Wat wy zaaien, zullen wij oogsten.
Ook bij de jeugd is zulks het geval.
Daarom moeten onze lessen immer
klaar en waar wezen onze houding,
onze taal, onze manieren, gansch ons
uiterlijk moet op de kinderen opvoe
dend inwerk n, opdat wij eere oogsten
van onzen arbeid opdat die arbeid
verzachtend en veredelend weze.
Deze waarheden mogen wel in het
gulden boek van school en huis ge
schreven worden.
Zij zyn als de korte inhoud van een
prachtwerk, dat wy over de opvoeding
zouden kunnen schryven.
Deze beschouwingen geven my voorts
aanleiding tot enkele kantteekenic-
gen.
„Kinderen zyn als groene knoppen,
die zich tot bloemen en vruchten voor
de samenleving moeten ontwikkelen"
zegde de heer de Vries. „De groene
knop ontplooit zich niet vóór zynen
tyd".
Hebt gij, ouders, wel eens nage
dacht, hoe gij allen samen medewerkt
tot den voorspoed en de macht van
het lieve Vaderland?
Hoe gij ieder afzonderiyk uw deel
hebt in zynen bloei, zijnen vooruit
gang?
Het Vaderland is een groot gezin
en gy zyt de hoofden der duizenden
kleine gezinnen, die dat groot gezin
uitmaken.
Als meesters over uwe kinderen,
moet gy die leiden, bewaken, onder
richten, hen met goeden raad en daad
vóó gaan om er verdienstelyke bur
gers van de samenleving, waardige
kinderen van het groote Vaderland
van te maken.
Zoo gy dat doot, hebt ge ruim uw
aandeel in het edel werk van groot
heid en beschaving, waarover uw
Vaderland zoo fier is.
En als ge dat alleen niet kunt om
dat gy daar den noodigen tyd niet
voor hebt, vertrouwt Z9 dan toe aan
den onderwyzer of de onder wy zeros,
die daar de aangeduide personen voor
zyn werkt men hen samen opdat uwe
lievelingen eene doelmatige opleiding
genieten, waarvan gy vaak de eersten
zyt om er de vruchten van te pluk
ken.
En die groene knoppen ontplooien
zich niet vóór hunnen tyd. Wat al
zorg is er niet noodig eer de tengere
plant tot een goed en kostbaar gewas
gedyt?
De hovenier, die er zich op beroe
men kac, een schoonen tuin te heb
ben, weet hoeveel arbeid, zorg en vol
harding hy daaraan besteden most.
Niet alleen is er een vruchtbare
bodem, koesterende zonneschijn en
milde regen noodig, maar de planten
moeten vrij gehouden worden van on
kruid en alles wat haar in groei en
bloei sehaden kan. Aan die tengere
gewassen zijn de kinderen gelijk.
De lessen, de raadgevingen, de
vriendeiykheid en de vermaningeu van
den onderwijzer zijn niet voldoende,
zoo gij met hem niet medewerkt om
uw kroost te genezen van de slechte
gewoonten, de kwade neigingen en
andere zedelijke gebruiken, die zijn
hart en zijnen geest bederven en het
schadeiyke onkruid zijn, dat zyn ze
delijken groei en bloei belemmert.
Leert uwe kinderen oprecht, eerlijk,
werkzaam, ordelievend zyn. Maakt er
geene huichelaars van, die van jongs
af aan u beliegen en bedriegen en,
grooter geworden, alle middelen ge
bruiken om anderen ongestraft pogen
te bedriegen en te belasteren. Leert
hun, dat alle kwaad uitkomt en zijne
welverdiende straf oploopt, of liever,
leert hun het goede doen om het
goede.
Van eenen anderen kant, geeft hun
karaktersterkte en wilskracht om met
goed gevolg te kunnen kampen tegen
alle wederwaardigheden, die het le
ven soms vergallen.
Vertroetelt ze niet en weest ook
niet overdreven in uwe straffen en
vermaningen.
Toont u nooit zwak tegenover hen.
Zy zien u recht in 't hart en ken
nen u zoo gauw en zoo goed zegde,
de heer de Vries.
Laat ze nooit meester over u zijn,
want dan worden zy dwingelanden.
En uwe meesters worden ze gau
wer dan gy zulks vermoedt.
Het werk der opvoeding is een
werk van geduld, heeft de redeDaar
ook gezegd.
Ik voeg er bij dat kinderen goed
opvoeden een kunst is.
Gepaste lessen, een bestendige op
merkzaamheid, een gedurige consequ
entie in al ons doen en laten en veel
geduld zullen ons helpen om die kunst
met góed gevolg te beoofenen.
Intusschen, beste ouders, gaat met
den onderwijzer, die een vakman is
en deze kunst goed verstaat, hand in
hand om uwe kinderen te leiden.
Gy in de eerste plaats zult de wel
doende gevolgen van eene degelyke
leiding van uw kroost genieten.
R. P.
Dinsdag werd te Goes een belang
rijke vergadering gehouden van bet
Provinciaal Bemiddelings bureau voor
den Landbouw in Zeeland met ver
schillende Zeeuwsche bietenverbou
wers.
Het doel der vergadering was een
gezamelyke actie op touw te zetten,
teneinde te bereiken, dat meer reke
ning gehouden worde met de belan
gen van de landbouwers.
Reeds eenige weken geleden ver
scheen over dit onderwerp een arti
kel van de band van den heer I. G.
J. Kakebeeke, Secr. van genoemd bu
reau, waarin gepleit werd, dat wij
ziging in de contracten hoogst nood-
zakeiyk is.
Zeer is dit punt op den voorgrond
getreden door de vele moeiiykheden,
die de Zeeuwsch Vlaamsche landbou
wers verleden najaar ondervonden-
hebben.
De heer I. Kakebeeke zet deze za
ken nogmaals uiteen en spreekt als
zyn meening uit, dat de volgende
punten op de vergaderingen nader on
der het oog moeten gezien worden en
wel eersten de prys der bieten, die de
fabrikanten wenschen te besteden in
1916, en tweedens de aanvulling van
het contract in dien zin, dat de fa
brikant niet willekeurig kan optreden
by het bepalen van de leveringsplaats
en dat bovendien SGherper omlijnd
worden de bepalingen betreffende de
leveringsvoorwaarden.
Door den Bond van Suikerfabrikan
ten is vorige week bepaald, de prys
die besteed zal worden in Zeeland,
bedraagt 3.50
Nu is hst zeer eigenaardig, dat in
het noorden van ons land de prys
14.60 is, ondanks de hoogere trans-
portkoston, die op deze bieten komen.
Op het eerste gezicht lijkt dit wel
licht een weinig zonderling, doch
daarvoor zullen wel bepaalde gron
den aan te voeren zyn.
Staat dit misschien in verband met
de concurrentie der nieuw opgerichte
Coöperatieve Suikerfabriek
Voorts deelt de heer Kakebeeke
mede, dat de fabrikanten het voor
schot dit jaar weer zullen verstrek
ken evenals vorige jaren en zij maken
er bovendien by bekend, dat dit be
drag in handen der verbouwers blijft
indien door oorlogstoestand in het
aanstaande najaar onverhoopt niet
kan geleverd worden.
Het wordt den landbouwers dus
zeer mooi voorgehouden.
Het contracteeren met Belgische
fabrieken blyft uiteraard zeer gevaar-
lyk indien deze fabrieken geen vol
doende zekerheid stellen wat betreft
de betaling der bieten.
Het is dan ook zeer aan te beve
len, dat de landbouwers in Z. Vlaan
deren hierop wel degeiyk letten en
hun eischen stellen.
Tot zoover de heer kakebeeke.
Uit de besprekingen die hierna
over en weer gevoerd werden, mogen
de velgende punten nog worden aan
gestipt.
In de eerste plaats werd de op
merking gemaakt of de bepaling in
zake het niet terug vorderen van het
voorschot by mogelijkeoorlogstoestand
misschien ook als lokmiddel gebruikt
wordt om de landbouwers er toe te
brengen te contracteeren tegen den
prys van 13.50, een prys die toch
werkeiyk hoog genoemd mag worden.
Dit zal wel zoo beschouwd moeten
worden, dat wanneer de fabrikanten
dezen maatregel niet getroffen hadden,
de oorlogsrisico wat den verbouw der
bieten betreft alleen zou neerkomen
op de landbouwers.
Hoe staat het nu met aantal H.A.
bieten, welke dit jaar uitgezaaid zul
len worden?