tymun HHkum- en ^wtinüMtónoon llfeMijS Woensdag 10 Haart 1915. De loopgraaf. Binnenland. Ko 2004. 24e Jaargang BRESKENSCHE COURANT. aij— Abonnement per 3 maanden ƒ0.50, franco per post ƒ0.55, voor België 0.75 en 1 dollar k 3 kwartalen bg vooruitbetaling voor Amerika. Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Diasdag- en Vrijdagavond by den uitgever C. DIBLEHir^^es^nt „We hébben een loopgraaf geno men". „Heden heroverden we de gis teren verloren loopgraaf'. Dit lezen we dagelijks in de be richten uit de hoofdkwartieren, men leest het zelfs niet meer. Het ont gaat eenvoudig de aandacht. Het is evenwel niet zoo'n onschul dig werkje, als het aan buitenstaan ders gelijkt. Het is integendeel een ontzettend opofferend krijgsbedrijf, waarvan een in Franschen krijgsdienst staand Ne derlander in de N. R. C. een levem- dige en ontroerende beschrijving geeft. 't Was dan op een dag, schrijft hij dat wij in de loopgraven wa ren. Uit de vijandelijke loopgraven op kleinen afstand werd reeds sedert een tijd geen schot gelost en er heersch- te een verwonderlijke stilte. Wat be- teekende dat Zouden ze aan het aflossen van hun manschappen zijn Maar dat doen ze toch evenmin als wij op klaarlichten dagZouden ze soms hun loopgraven ontruimd heb ben We vroegen ons af wat die verd „boches" toch wel aan het uitvoeren waren. Ik krijg het in mijn hoofd boven de loopgraaf uit te kijken. Niets. Ik loop zonder te bukken tot op een punt, dat niet veel meer dan 35 meter van de vijandelijke loop graven verwijderd is, bij het kruis beeld, waar altijd Fransche en Duit- sche soldaten-ljjkeö liggen, die in een aanval gevallen zijn en die men van geen van beide zijden weg durft ha len. Ik boor stemmen, die Duitsch spreken. Ze zijn er dus nog I Zou de stilte dan misschien de voorbereiding tot een onverwachten aanval betee- kend hebben Weldra tegen vijf uur in den avond, wordt dit vermoeden bevestigd, als namelijk een vijandelijke granaat niet ver van onze loopgraaf neervalt. Onze schildwachten staan overal met inspanning te loeren en weldra hebben wjj volkomen zekerheid, dat een aanval op til is, want de schild wachten signaleeren, dat de Duitsche genie-soldaten aangekropen komen naar onze prikkeldraad-versperring, ten einde haar door te knippen. Als ze tot vlak bij het prikkeldraad gekomen zijn, openen wij een waren kogelregen op hen, die geducht doel treft. Maar ziet, nieuwe vijanden komen aangekropen om de gevallenen te ver vangen. 't Is den Duitschers dus ernst, kdaar hij voortgaat met manschappen op te offeren. Tegelijkertijd beginnen trouwens de vijandelijke granaten in steeds grooter aantal aan te komen suizen. Hun artillerie wil dus een door banen voor de infanterie. Per telefoon is ondertussehen van nit onze loop graven onze artillerie gewaarschuwd, en weldra hooren we de hartsverter- kende stem van onze heerlijke 75. Het is óns niet mogelijk te zien wat de uitwerking van dit vuur is, maar een ding is zeker, het vijande lijk granaatvuur veroorzaakte alleen materiele schade en nog niet heel ernstige Dan wordt bevel gegeven aan onze machinegeweren om in werking te treden. Zij zjjn gericht op het prikkeldraad, dat de vijandelijke loopgraven be schermt. Dat wil dus zeggen, dat wjj aan vallers zijn geworden in plaats van aangevallenen. Het snel geknetter der machine geweren duurt ongeveer vijf minuten. Dan stilte. Zelfs geen geweerschoten klinken meer. Misschien hebben de Duitschers wel, net als wjj, patrouil les uitgezonden, die zich rekenschap moeten zien te geven van de uitwer king van het vuur der artillerie en der mitrailleuses. Als onze patrouilles terugkeereD, vernemen wij, dat het resultaat bo ven verwachting iser is een passa ge van ongeveer v(]f meter breed ge maakt in de prikkeldraadversperring. Wanneer g(j zulk een versperring eens met eigen oogen aanschouwd hebt, de stevigheid ervan, de mathe matische zuiverheid waarmee de dra den door elkaar gestrengeld zijn, dan zult gij begrijpen, dat het een resul taat van belang is er met machine geweren een doortocht van vjjf meter doorheen te schieten. Die passaga verschafte ons de ge legenheid tot den aanval over te gaan Maar ofschoon het nacht geworden was, moesten wjj toch nog wachten, daar de maan opgekomen was. Eindelijk komt een zware wolken massa voor de maan geschoven, 't Is het oogenblik om den uitval te wagen. Wij kruipen uit de loopgraven, en kruipend en zwijgend gaan wjj voor uit. Maar vjjandeljjke schildwachten hebben in het duister onze gedaanten ondekt. En plotseling wordt een helsch vuur op ons geopend mitraille, ge weerkogels, handgranaten, 't Is een schrikwekkend moment. Plat op den grond liggend in de duisternis, hooren we al dat moor dend geweld vlak over ons heen gaan. Denk u maar liefst niet in onzen toe stand in. 't Lijkt op den zevende cir kel van de hel van Dante. Maar toch een geluk in de ver schrikking 't gaat allemaal over ons heen 1 De vijand heeft ons te laat in de gaten gekregen of geeft zich niet re kenschap hoe dichtbij wjj al zjjn. Zelfs de handgranaten vallen een heel stuk achter ons Geven de Duitschers zich er re kenschap van, dat hun vuur niet treft Bereiden zij hun aftocht voor? Hoe het zjj, het vuur houdt op. 't Is het oogenblik voor den bajo net-aanval. Daar klinkt een vooruit 1 We springen op, rennen voort. Maar daar klinken ineens weer schoten. Daar vallen eenigen der onzen. Maar wjj moeten vooruit, er is niets aan te doen. Vooruit, met de bajonet, dat is het eenige wat er op zit. Verschrik kelijk oogenblik. Ieder denkt er slechts aan zijn eigen leven te verdedigen, door met zjjn bajonet de Duitsehers, tegenover wie hij zich bevinden gaat, neer te steken elke vijand minder is een gevaar mind6rDie afschuwe lijke emotie duurde kort gelukkig. Bij de vijandelijke loopgraven aan gekomen, bleken ze bijna verlaten, en diegenen der Duit°chbrs, die niet snel genoeg weg hadden kunnen komen, hadden hun wapens neergeworpen en gaven zich over. Men komt dan weer tot bezinning, al trilt het doorgestane nog heftig in u door. Een vijandelijke loopgraaf ge nomen en gevangenen gemaakt. Ofschoon men uitgeput is, geeft 't even een gevoel van voldoening. Maar 't is nog slechts een begin. 't Is nog maar een klein succesje, waarvan men trachten moet partij te trekken en wat belangrijkers te ma ken. Doch waar zjjn de weggetrokken Duitschers? Zijn ze vlak b(j Zijn ze zich reeds met de schop, die elk soldaat, zoowel Fransch als Duitsch, bij zich draagt, nieuwe ver schansingen aan 't graven, om weer stand te bieden De gevangenen worden verhoord, 't Bljjkt, dat de Duitschers ons in derdaad te laat gezien hebben, toen wjj al te dxhtbi) gekropen waren. Z(j waren zoozeer bezig geweest met het voorbereiden van hun eigen aanval, dat ze niet op den onzen be dacht geweest waren. Ze waren ook in vrij groote wan orde gevlucht. We moesten dus trach ten zooveel mogelijk terrein te win nen Doch tot hoever is de vjjand gevlucht 't Is de taak der patrouilles dat te onderzoeken en dus voorop te gaan, om ons de aanwezigheid van den vij and aan te kondigen. Schrikkelijk levensgevaarlijke taak steeds. Daarom zijn 't ook vrijwilligers, die wij „franc-patrouilleurs" noemen. 't Gebeurt helaas vaak, dat men ze niet terugziet, dat ze öf gevangen genomen, öf tot den laatsten man ge dood worden. Zij gaan plat over den grond schui vend vooruit, door sljjk en modder, ransel op den rug en het geweer in de hand. Hoever wjj aldus vooruitkwamen, ik kon er mij niet goed rekenschap van geven, 't Moet niet veel meer dan 8 of 4 kilometer geweest zijn toen onze patrouilles op den vijand stuitten. Hevig geweervuur. Wy hoo ren ook de vijandelijke mitrailleuses en artillerie Maar bbide zijn slecht gericht en komen of voor ons neer of gaan over ons heen en alleen de ge weerkogels zijn gevaarlijk, 't Bljjkt weldra, dat wjj een vrij groot aantal vijanden tegenover ons hebben. Wij zjjn namelijk tot dicht bij het dorp genaderd, 't welk ravitailleer- centrum van de Duitschers is en het garnizoen, als ik mij zoo uitdrukken mag, van het dorp is te hulp geroe pen om ons tegen te houden. 't Zal tot een geregelden aanval in open veld moeten komen. Wy zullen vooruit moeten, indien wij werkelijk het tot nu behaald voordeel tot iets van eenig belang willen maken I Dat redeneer ik du allemaal naop dat oogenblik redeneerden wij zeker geen van allen wij moeten 't zeker wel bij instict zoo gevoeld hebben. Maar We merkten, dat de vijandelijke artillerie elk oogenblik haar schoten rectificeerde en dat de granaten on heilspellend dicht bij begonnen te suizen en te ontploffen we merkten ook dat de -kogelregen slechter werd. We merkten ook, dat wjj vooruit moesten. Hoe, dat weet ik zelf niet meer. Hoorden wij de bevelen Men weet 't nauWeljjks. Men raakt in een toestand, waarin men zich nog maar zeer onvoldoende rekenschap van gedachten, gevoelens en zintuigeljjke waarnemingen geeft. Als men wat denkt, dan is 't zjjn leven zooveel mogelijk te verdedigen. Ed, ik moet 't wel bekenneD, als de kogels zoo heel dicht beginnen te fluiten en de granaten boven uw hoofd beginnen te barsten,, dan bedwingt men zijn angst maar heel moeilijk. Gij denkt elk oogenblik, dat 't uit is met uw leven. Men blijft vooruitgaan, maar 't zweet, dat u uitbreekt, begint over uw gan- sche lichaam te loopen en geeft u 't gevoel, dat 't bloed is, dat uit een of andere denkbeeldige wond vloeit. Dan komt er een oogenblik waarop men tot zichzelf zegtAls ik dood geschoten wordt, zooveel te erger, als ik er levend afkom, des te beter, maar vooruit, marcheer vooruit, 't is je eigen belang. En dan marcheer je, zonder meer aan iets anders te den ken dan aan wat je aan 't verrich ten bent. Je hebt je familie vaarwel gezegd, je bent stervensklaar, al voel je tevens, ik beken het, dat je toch nog aan dit armzalige, aardsche leven hecht. Als je een aangebeden moeder hebt, zooals ik, dan is 't met 't woord „moeder" op de lippen, dat je in de richting van den ondergang vooruit marcheert. Je ziet haar beeld 't geeft je een gevoel, dat je buiten den angst zet, en de rest bestaat niet meer voor je. Zoo marcheerde ik voorwaarts. Ik luisterde machinaal naar de comman do's, die vaak niet tot mjj doordron gen ik volgde de beweging der ka meraden naast mjj, zooals zij de mjj- ne volgden de minuten waren eeuwen. Steeds ging onze kapitein nog voor uit, en wist ons mee te doen voort gaan, voortstormen.En zoo versloe gen wij daar den vjjand, zoo namen wjj het dorp. Vrijdagnacht is te ongeveer 1 uur brand uitgebroken in de infanterie- kazerne op de Paardenmarkt te Delft, waar nog ongeveer 400 man liggen. Het vuur greep snel om zich heen, vooral door een groote hoeveelheid stroo op de zolders. De Brandweer, stoomspuiten van de constructiewerkplaatsen en van de spiritusfabriek konden alleen voorkq-

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1915 | | pagina 1