tytwm «it J|6p<!tfeiificBla6 boor
Een vredesvoorstel.
Mo fi»96.
Woensdag: DO Februari 1915.
24e Jaargang
BRESKENSCHE COURANT.
Abonnement per 3 maanden, /j0.50,£franco |Sals8| Advertentiën van 1—5 regels 25 cents, elke
per post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar
3 kwartalen brj vooruitbetaling voor Amerika. plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Abonnementen worden mede aangenomen bij IPIfa Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag
boekhandelaren en brievengaarders. en Vrijdagmiddag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIEEEflAX te Breskens. j
IIIHBUMIII
Door een bekend Duitsch schrijver
is een weliswaar wat vaderlandsch
maar niettemin te overwegen vredes
voorstel gericht zoowel tot de oorlog
voerende als tot de neutrale staten,
waarin hij zegt dat de vele heftige,
nu reeds zes maanden aanhoudende
gevechten op de verschillende oorlogs
terreinen hebben bewezen dat zoowel
Duitschers en Oostenrijker», alsook
Franschen, Russen en Bngelschen dap
per voor hun voderland vechten.
De talrijke moorddadige gevechten
en veldslagen hebban nu aan beide
partijen meer of minder groote ver
liezen aan dooden en gewonden toe
gevoegd en zoodoende bij de betrok
ken volken den wensch naar een spoe-
digen vrede gewekt.
Dat Duitschland zeer in het voor
deel is, weet thans iedereen, maar
toch is het misschien niet onmoge
lijk, dat het uit liefde tot den vrede,
en om aan de moorddadige gevechten
een spoedig einde te maken, bereid
zou zijn, de geldelijke offers, die het
tot dusver voor den oorlog heeft moe
ten brengen, voor het grootste ge
deelte zelf te dragen, daar Duitsch
land dit geldelijk offer wel brengen
kan.
Het zou vermoedelijk alleen den
eisch stellen, dat België bij het Duit-
sche rijk wordt ingelijfd.
België zou dan evenals de andere
koninkrijken Beieren, Saksen, Wur-
temburg, een Duitsch koninkrijk wor
den en ook de Belgisehe koning zou
misschien op zijn troon bunnen blij
ven.
Monarch zoowel als onderdanen zou
den zich mettertijd op hun genaak
voelen, daar zij immers btj een zeer
beschaafden staat zouden ingelijfd
worden.
Dat ook onze koloniën onverminderd
in ons bezit zouden moeten blijven,
behoeft zeker niet gezegd te worden.
Tengevolge van zulke waarlijk
schappelijke voorwaarden zouden dan
de vijandige landen, Frankrijk Rus
land en Engeland ln hoofdzaak alleen
hun oorlogskosten zelf te dragen heb
ben. Onze vijanden veronderstelt
hij - zouden zulke gunstige voor
waarden nauwelijks kunnen afwijzen,
vooral niet, indien zij er zich van la
ten overtuigen dat Duitschland toch
nooit overwonnen kan worden.
Duitschland heeft nu ongeveer vijf
millioen man treepen te velde en zou
na verloop van maanden nog drie tot
vier millioen soldaten in het veld kun
nen brengen.
Ook Oostenrijk zou, alles bjj elkaar
genomen, ongeveer zes millioen sol
daten kunnen leveren.
Dat ook de vijand een daaraan be
antwoordend groot aantal soldaten in
het veld kan brengen, wordt vol-
sterkt niet in twijfel getrokken.
Maar dat de Duitschers de vijandelij
ke troepen in dapperheid overtreffen
en hun legerorganisatie haar weder
gade niet heeft, bewijzen de totdusver
geleverde gevechten en de grootere
verliezen van den vijand aan dooden,
gewonden en gevangenen, alsmede
niet in de laatste plaats bet feit, dat
de vijand reeds zeer ver terruggesla-
gen is.
Hoeveel de oorlog tot dusver al aan
beide partijen aan dooden en gewon
den en aan geld heeft gekost, en hoe
veel waarde aan gezonken oorlogs
en handelsschepen, aan verwoeste ge
bouwen en landstreken, alsmede aan
oorlogsmaterieel verloren gegaan is,
is bijna riet te berekenen. En elke
dag dat de oorlog langer duurt, kost
den oorlogvoerendon staten bijna 200
millioen mark.
Bovendien is het verlies van bijna
alle kwijnende zaken, waardoor z-dfs
ook de neutrale staten getroffen wor
den, hierin niet begrepen
Ook heeft de oorlog voor beide par
tijen nu reeds een onnoemelijke el
lende en vreeselijke jammer gebracht.
iDdien de oorlog echter wordt voort
gezet tot een van de strijdende par
tijen geheel uitgeput is, dan zouden
er nog veel verschrikkelijker dingen
komen, bijv. ook epidemieën, zelfs
hongersnood ten gevolge van werke
loosheid en gebrek aan verdiensten,
faillissementen en andere ellende op
groote schaal
Rog erger zou het echter zijn, dat
de soldaten ten gevolge van den win
ter ziekten opdoen, waaraan zij hun
leven lang moeten lijden. De staten
zouden na afloop van den tot het
uiterste gedreven oorlog invaliden en
zieke menschen in menigte hebben
rondloopen. Wie zou daarvoor wél
do groote verantwoordelijkheid willen
dragen
In geval de oorlog wordt voortge
zet tot de eene partij geheel is uit
geput, zonden vermoedelijk vredes
voorwaarden gesteld worden, die ge
schikt zyn, om een land volkomen te
rulneeren. Daardoor zou echter tege
lijkertijd de kiem voor een bljjvenden
volkènhaat en voor nieuwe revanche
denkbeelden gelegd worden.
Als de oorlogvoerende troepen van
beide partijen en ook de heele bevol
king in het land van vriend en vijand
de vraag werd g6steld, of zij eeD
spoedigen vrede wenschten, zou zeker
een zeer hoog pereeDtage die vraag
bevestigend beantwoorden. (Vooral
ook den vorsteD moet deze vreeselij
ke oorlog reeds veel zorgen en aan
doeningen bereid hebben).
Als echter een groote meerderheid
iets vurig wenscht, zal er toch wel
een weg te vinden zijn, om dit te be
reiken. In de wereld is alles moge
lijk, als het grootste gedeelte van de
menschheid maar ernstig wil.
Zulk een weg zou zijn de bijeen
roeping van afgevaardigden van alle
oorlogvoerende staten in den Haag,
om daar door onderhandelingen eeD
spoedige sluiting van den vrede mo
gelijk te maken. Daarbij zouden zich
echter de landen in kwestie vermoe
delijk over en weer moeten verbinden,
om ten minste in 25 tot 50 jaar geen
oorlog tegen elkaar te voeren. De
hier voorgestelde duur van de vrede
zou misschien ook daarom raadzaam
zijn, omdat men gewoonlijk hoort
zeggenAls de vijand niet geheel
verpletterd ia. hebben wij over enke
le jaren weer oorlog.
Het zou het beste zijn, als de bij-
eeuroeping in den Haag van een on-
zijdigen staat als Amerika, Nederland
of Italië uitging en deze meteen ook
het voorzitterschap bekleedde.
Men zou moeten beginnen met een
wapenstilstand te sluiten. Dit zou een
proef wel waard zijn. Misschien ge
lukt het, de nachtmerrie, die nu op
de heele menschheid zoo zwaar drukt,
te verdrijven.
Mochten, tegen verwaohting, onze
vijanden deze uit zuiver menschelyk
gevoel voortspruitende vredesvoorstel
len als een teeken van Duitsche zwak
heid en versaagdheid uitleggen en er
dienovereenkomstig munt uit slaan,
dan zal de onoverwinnelijke dapper
heid van onze aan de overwinning
gewende troepen hen beter leeren en
aan zulk een verdachtmaking spoedig
een einde maken.
Als men mocht meenen dat de tijd
voor een bemiddeligsvoorstel nog niet
gekomen is en eerst beslissende sla
gen geleverd zouden moeten wordeD,
zou men hierop kunnen antwoorden,
dat het tegenwoordige oogenblik juist
het best lijktwant wanneer eenmaal
groote beslissingen geleverd zijn, zou
een bemiddelingsvoorstel veel minder
kans op succes hebben dan nu, om
dat dan de overwinnaar veel hardere
vredesvoorwaarden zou stellen dan
de hier genoemde. Groote beslissende
slagen zijn nu echter heel moeilijk,
daar de slagvelden door de loopgraven
in kleine vestingen veranderd zijn.
Dientengevolge is een einde van
den oorlog nog ln het geheel niet te
voorzien. De oorlogvoerende lijkt in
zeker opzicht op een kaartspelerals
die veel verloren heeft, wil hi) door
spelen en hoopt aldoor op geluk, om
zijn verloren geld terug te winnen.
De vorsten van de oorlogvoerende
stateu moesten niet als tot nu toe
vredesvoorstellen kortweg van de hand
wijzen, reeds in het belang van han
eigen volk niet, dat al genoeg gele
den en opgeofferd heeft, vooral daar
nog niemand weet, hoe de uitkomst
zal zijn. De tijd is misschien nu ge
komen, waarop vele bezadigde man
nen van de oorlogvoerende landen
zich kunDen vereenigen en bij bun
regeeringen kunnen pleiten voor een
spoedigen vrede.
Om de zaak nog beter te dienen,
zou het zelfs raadzaam zijn, dat cor
poraties uit het land van vriend ea
vijand samen beraadslaagden.
Nog nooit hebben de bewoners van
onze zoozeer beschaafde Europeesche
staten een dringender plicht gehad
dan nu, om naar middelen en wegen
te zoeken, hoe er aan deD versohrik-
kelyken oorlog spoedig een einde zou
gemaakt kunnen wordeD.
Het nageslacht zal niet kunnen be
grijpen, dat, gegeven het hooge peil
van beschaving van de 20ste eeuw,
zulk een moorddadige oorlog tusschen
beschaafde staten als Duitschland,
Frankrijk en Engeland nog mogelijk
is geweest, vooral als men bedenkt,
dat naar den wil van de voorzienig
heid alle menschen op aarde elkander
als broeders en zusters moeten be
schouwen en dat men zelfs zijn vij
anden vergeven moet.
Mogen de staten weer meer toena
dering tot elkaar zoekeD, waarmee
roeds sedert jaren een begin was ge
maakt, toen bv. vertegenwoordigers
van de pers, ook van de geestelijkheid
enz. uit Engeland, Frankrijk en Ame
rika voor toenadering naai ons toe- f
kwamen en wij die verzoeken ook
beantwoorden.
Edoch, als tegenhanger van dit
welgemeende vredesvoorstel bevat de
Duitsche Staatscourant het navolgen-
de:
Ie. De wateren rondom Groot-Brit-
tanie en Ierland met inbegrip van het r
geheele Engelsche Kanaal worden
hierbij tot oorlogsgebied verklaard.
Van 18 Februari af zal ieder in dit -
gebied aangetroffen vijandelijk koop
vaardijschip worden vernietigd zonder
dat het steeds mogelijk zal zijn daar-
bij de gevaren die bemanning en pas- 3
sagiers dreigen af te wenden.
2e. Ook onzijdige schepen loopen
het oorlogsgebied gevaar, daar met
het oog op het door de Engelsche
Regeering op 81 Januari bevolen mis-
bruik van onzijdige vlaggen en de
toevalligheden van den zee oorlog Biet t
altijd kan worden vermeden dat een i
aanval, op een vijandelijk Bchip ge-
richt, ook onzijdige schepen treft.
3e. De scheepvaart om de Noord
langs de Shetlandsche eilanden, in s
het oostelijke gedeelte van de Noord
zee en in een strook van ten minste
80 zeemijlen breedte langs de Neder-
landsche kust is niet gevaarlijk.
Ter toelichting van bovenstaande
bekendmaking is aan de met Duitsch
land verbonden, de onzijdige en de
vijandelijke mogendheden de volgende
memorie meegedeeld
Sedert het begin van den huidigen
oorlog voert Engeland tegen Duitsch
land den handels-oorlog op een wijze 5
die met alle volkenrechtelijke begin- -
selen spot. Wel heeft de Engelsche
regeering in verscheidene verordenin
gen verklaard zich voor zoover het
de strijdkrachten ter zee betreft te p
zullen houden aan de Londensche ver
klaring inzake den zee-oorlog, maar
inderdaad zich aan de nakoming van
deze verklaring op belangrijke punten
onttrokkeD, alhoewel zijn eigen ge
volmachtigden op de conferentie voor
het zee-oorlogsrecht te Londen haar
besluiten hebben erkeid als bindend
volkenrecht.
De Engelsche regeering plaatste een
aantal artikelen op de lijst van con
trabande, die niet, of slechts zeer in
direct voor oorlogsdoeleinden bruik
baar waren en daarom volgens de
Londensche verklaring en volgens al
gemeen aangenomen regelen van het
volkenrecht in 't geheel niet mogen
worden aangemerkt als contrabande.
De EDgelsche regeering heeft ver
der het onderscheid tusschen volstrek
te en voorwaardelijke contrabande i
metterdaad doen wegvallen door alle
voer Duitschland bestemde artikelen,
die tot de voorwaardelijke contraban
de behooren, aan inbeslagneming bloot 1
te stellen, zonder zich te bekomme
ren om de haven waarin ze zullen
worden gelost en zonder er op te let
ten of ze voor vijandelijke of vrede- l