tymm tn ^bmUniïéUb tmx Ho 1993. Mijnen. -«[—jo in] ij ving der ligh ting 1915. Een winter die geen winter is. Woensdag 3? Januari 1915. 34e Jaargunttr BRESKENSCHE COURANT. Abonnement per 3 maanden' 0.50, franco per post ƒ0.55, voor Bolgie 0.75 en 1 dollar 3 kwartalen bp vooruitbetaling voor Amerika. Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren on brievengaarders. Advertentiön van 15 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bp abonnement lager tarief. Advertentiön worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag te twee ure. Dit lad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bjj den nitgever G. DIELEDA.V te Breskens. Dagelijks komen in de couranten berichten voor over het /.ien van drij vende mijnen en over het vinden en onschadelijk maken van op o^e rus ten aangespoelde mijnen, dikwijls ver gezeld van beschouwingen over het gevaar dat deze aandrijvende mijnen voor do scheepvaart en voor de kust bewoners opleveren. Ook het ongeluk, dat in den na middag van 19 dezer op de Wester- scheide aan de motorsloep vaD Hr Ms mijnenlegger „Triton" overkwam en dat aan 5 opvarenden het leven kostte, heeft weer opnieuw de alge- meene aandacht op het mijnengevaar gevestigd. Een en ander i9 wel geschikt om schrik en ontsteltenis in den lande te verspreiden en de meening ingang te doen vinden dat de schepen aar de grootste gevaren zijn blootgesteld. Onder die omstandigheden acht de kapitein ter zee W. C. J. Smit, chef van den marinestaf, het DUttig er op te wijzen dat de gevaren, die den zesman bedreigen, in vele berichten veel ernstiger wr den voorgesteld d an zjj in werkelijkheid zijn, en geloclt een goed work t doen met te tr&ch ten dit eens urmen te zetton. Er werdt steed gesproken van_ „drijvende" mijnen. Men dient ochter wel te onder scheiden twee soorten van drijvende mijnen eerstens de mijnen die, van af het oogenblik dat zij door dan gebruiker te water geworpen worden, aan de oppervlakte der zee drij'endat zijn de niet-verankerde mijnen. Zjj wor den alleen gebruikt tijdens het zee gevecht, bijv. door een vluchtend schip, dat zich tegen de hem achter volgende vijanden wil beveiligen. De- zn mijnen mogen, volgens het in 1907 gesloten mijnentraktaat, dat o. a door Engeland, Duitschland, Frankrijk en ook door Nederland is bekrachtigd, alleen dan gebezigd worden, wanneer zjj zoodanig zijn vervaardigd dat zjj binnen een uur, nadat zij zijn uitge worpen, onschadelijk worden. Met deze soort mijnen, zoo ze al bi) sommige gelegenheden in dezen oorlog gebruikt zijn waaromtrent twijfel geoorloofd is hebben wij uit den aard der 'zaak op onze kust niet te maken. tweedens de mijnen, die bij het te water werpen verankerd worden, doch tengevolge van stormweer of andere oorzaken door het breken van den ankerkabel van hun ankers losraken, door hun drijfvermogen aan de opper vlakte komen, en daardoor drijvende mijnen worden. Deze verankerde mij- neD, die door de oorlogvoerenden in grooten getale in de Noordzee zijn gelegd, mogen volgeDs de bepalingen van hetzelfde mijnentraktaat niet worden gebruikt, wanneer zjj niet ongevaarlijk worden zoodra zij los raken van hun ankers. Alle mijnen die op onze kust zjjn aangespoeld zoowel de Engelsche, als Fransche on Duitsche, bleken bij on derzoek ponder onderscheid voorzien te zijn van de mechanische inrichti- gen, welke door het mijnentraktaat worden gevorderd. Bij het breken van den ankerkabel en bj) het opdrijven naar ds opper vlakte treedt die inrichting automa- in werking, waardoor de onstekings- toostol buiten werking wordt gesteld. De in zee of in onze zeegaten aange troffen „drijvende mijnen zijn dus niet gevaarlijk voor de scheepvaart tenzij om de een of andere reden het buiten werking of gebrekkig heeft gewerkt, wat natuurlijk altijd moge is. Hot feit dat allo op onze kunsten aatgedrev mijnen met uitzonde ring vaa zeer enkele door den golfslag op het st and of Op de stee- n n zijn geworpen zonder te ontplof fen is het beste bewijs dat zjj-onge vaarlijk waren. Wel te verstaan in dien zin dat, als zij door een schip waren aangevaren, zij niet ontploft zo j ien zijn wanneer zij een klap met een blad van ds schroef krijgen, is het natuurlijk zeer wel mogelijk dat zjj wal afgaan. Tot nu toe is het bij 4 mijnen over komen dat zij bij het aan land spoe len ontploften. Bjj éen daarvan is ge constateerd geworden, dat de mijn eer; explodeerde nadat zij geruimen t£d doe den golfslag op de steen- gloonng van den djjk heen en weer was geslagen Wanneer deze mijn door een schip was aangevaren, zou zij dus hoogst waarschijnlijk iet' zijn ontploft, en ook van de 3 anderen staat dat [vol- Btrekt niet vast. Het mot een groote lading spring stof gevulde voorwerp zal intusschen altijd met de noodige omzichtigheid behandeld moeten worden, en voor ondeskundigen is het niet raadzaam zich aan die behandeling te wagen. Het scheepvaartbedrijf moet voort de booten van de verschillende stoom vaartmaatschappijen moeten blijven varen om den handel staande te kun nen houden. Laten wjj dan onzen fliDken en on verschrokken zeelieden het leven niet moeilijker maken dan het al is, door overdreven voorstellingen van de ge varen die hen bedreigen. Men versta mij vooral niet verkeerd. Mijn bedoe ling is volstrekt niet om werkelijk bestaande gevaren te verzwijgen of te verdonkeremanen ik wil alleen een steentje bijdragen om misverstand en overdreven ongerustheid te voorkomen. Op 6 en 17 Februari a.s. zullen de dienstplichtigen der lichting 1915 worden ingelijfd als volgt lo. die toegewezen zijn aan het tweede bataljon van elk der regi- me'nten grenadiers, jagers en infante rie, met uitzondering van hen die in het bezit zijn van het bewijs, bedoeld in art. 70, eerste lid, der Militiewet 2o. die toegewezen zijn aan - het wapen der infanterie en van wie, op grond van het door hen. genoten on derwas kan worden verwacht, dat zjj de geschiktheid bezitten om in oplei ding te worden genomen voor den rang van officier 8o die toegewezen zijn aan het ste bataljon van elk der onder lo. genoemde regimenten en in het bezit zjjn van het daarin bedoeld bewijs. De inlijving van de dienstplichti gen die, toegewezen aan het tweede bataljon van elk der regimenten gre nadiers, jagers en infanterie, in het bezit z(jn van het lo. bedoeld bewijs, zal, behoudens nadere bevelen, ge schieden op 16 en 17 a.s. Alleen om zeer gewichtige redenen waaronder in dit geval ook studie- belangen kunnen worden gerekend kan aan deze in te iy ven dienstplich tigen uitstel van eerste oefening wor den verleend, indien zij daartoe als nog ten spoedigste zelf hun verlangen bij (ongezegeld) verzoekschrift aan den Minister van oorlog te kennen geven, met ovorlegging van een deugdelijk bewijsstuk omtrent het werkelijk be staan van de reden der aanvrage. De dienstplichtigen zullen echter rekening moeten houden met de mo gelijkheid, dat het uitstel wordt in getrokken, zoodra de omstandigheden daartoe aanleiding mochten geven. We maken nu een kwakkelwinter door van de ergste soort. Even was er in December een kijk je op koude dagende thermometer ging juist tegen Kerstmis omlaag, wie hoopte toen niet op een winter als verleden jaar die zulk opwekkend we der van schaatsensport met heldere blauwe luchten over vorst landschap pen had opgeleverd? In de weerkaart. jes, door den oorlog besnoeid, zag men toch uit de spaarzaam inkomen de berichten dat koude heerschte met hooge barometerstanden, terwijl de depressies, die ons zoo lang in den regen hadden gehouden, eindelijk den 28en December wat zuidelijker waren getrokken. De wind draaide, nu we aan den noordkant van het centrum waren gekomen, naar het Oosten, en zoo waarlijk het begon te vriezen. Nu moest het komen 1 Maar op 26 December, toen het 's ochtends bij mooi weer nog flink ge vroren had, wijzigde zich alles ten kwade. De lucht werd dik, er kwam sneeuw, de wind kwam nog uit den kouden N. N. O.-hoek, liep geheel naar Zuid, de stoepen werden al nat, er zat dooi in de lucht. Voor optimisten, die zelfs door den dalenden barome ter niet te overtuigen waren, werd dien avond ten 10 u. de roode storm lantaarn geheschen. Daarna, tot op heden is de ther mometer niet meer onder vriespunt gweestsoms was het guur, dan eens lauw, van vriezen geen sprake, de stormen volgden elkander op, de damp kring kon niet meer tot rust komen. Tusschen al de depressies, die oost waarts over de Noordzee en de Oost zee naar Rusland trokken, vertoonde zich 18 Januari eventjes wat hooge drukkiDg in het Westen, die hier Noordelijken wind bracht, maar on middelijk kwamen bij de Noordseh'e kust weer de stippelijntjes in de weerkaart, de stoimen volgen elkaar opnieuw. Het mag zeker merkwaardig heeten dat in dezen koudsten tijd van het jaar, 26 Dec. tot 25 Januari, hier vol strekt geen vorst, zelfs geen nacht vorst is voorgekomen. Dan is er in dit tijdvak een buiten gewoon aantal stormseioen gegeven eigenlijk zjjn alleen 5, 6 en 19 Janu ari verloopen zonder dat eenig storm- sein is getoond. De hoeveelheid regen is eveneens de vermelding waard Totaal viel er 124 m.M., doch er waren in het ge heel slechts 3 droge dagen, namelijk 80 December, 4 en 6 Januari. Vooral 7 en 9 Januari waren nat, maar de kroon spant de nacht van Vrijdag 16 op 16 Januari, toen 's avonds ton 9 uur een bui begon waaruit den an deren ochtend 8 uur al circa'28m.M. was nedergestort. Het werd toen om 8 uur nog vol strekt niet droog, het regende alleen minder hard. Eerst Zondag daarop volgden de buien elkaar met eenigu korte rustpoozen. Andere verschijnselen, die zeker verband met deze weersgesteldheid hebbeD, werden in de bovenlucht waargenomen. Don 29sten December vertoonde zich een halo, bestaande uit meerdere kringen en bogen om de zon, en 's avonds stond ook de maan in een kring. Den 18en Januari werden na 3 uur in den namiddag bijzonnen gezien van heldere kleuren ter weerszijden van de werkelijke zon. Deze licht effecten ontstaan door breking van de zonnestralen in de ijsnaalden die in de hooge luchtlagen zweven. Zjj vor men op vaste afstanden lichtbogen en knooppunten met de kleuren van-het spectrum. Dat hieraan ai sedert lang de profetie van boos weder is gehecht blijkt uit het rijmpje Een kring om de maan, Dat zal wel gaan. Maar een kring om de zon, Daar huilen vrouwen en kinderen om. Vroeger heerschte de opvatting dat het weder verstoord werd door kanon schoten, men schreef er vooral den wolken- en regenvoortbrengende kracht aan toe. Men zou er nu weer opnieuw toe geneigd zijn, maar nooit is er meer geschoten dan in dezen zomer en het prachtigste weder stond dag in dag uit over de strijdende legers. Deze stelling beeft dan ook afge daan, men verbreekt geen mooi weer door schieten en evenmin het natte weder, want deze regenmoesson is ondanks het geschutvuur, al even on verstoorbaar. Men zou de stelling metjmeer suc ces kunnen omkeeren of de weers gesteldheid op het schieten inwerkt. Zij doet het wel op de trefkans, maar jammer genoeg niet op den boQzea wil.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1915 | | pagina 1