amWnn. Kki 1959. Zaterdag 3 October 1914. 24e Jaargang. tUemecti m^bntUntieUab wot 1§feMijïi <EE3> Van drie vluchtelingen. Een beschoten trein. Binnenland. ENSCHE COURANT. Abonnement, per 3 maanden 0.50, franco per post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar a 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika. Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. Advertentien van 15 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents, öroote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIEI.EJIAIV te Breskens. De verwikkelingen in Europa. Van een moeder. >or een aanzienlijke Belgi'che da- s de volgende open brief gericht H M. de Keizerin van DuiUch lees in de bladen, dat Uw zoon lim gewond in Berlijn is terug- ;rd, dat gij hem zijt tegemoet m en dat gij met trofs hetIJze iruis hebt beschouwd, hetwelk lorst versierde Ik ook, mevrouw, ten zoon bjj het leger. Hij werd, als de uwe, gewond Maar men hem niet naar buis gebracht, ul hem niet bij mij kunnen op in. Ik heb drie weken lar g voor gebeden, niet wetend, hoe hij saakto. Hij heeft, Goddank, niet rdez-lfde vaandel- gestreden als Joachim. Maar als vrouw en Ier begrijp ik toch de vieugde, ;ij onderdoodt, toen ge uw zoon d teruzzaagt. Ik gevoel overi- geeo bitterheid tegen uwe sol- dat ze mijn zoon op het slag- tebben g6wond. Dat is oorlogs een bedenk ik, dat het in mijn België is, dat uw zoon gestreden ier zeker het bevel gevoerd heeft, at hij bier, te midden van een teska, van roof en moord en achtige verschrikkingen, zijnlJze- Iruis zou hebben verdiend ien dit waar is, mevrouw, zoudt dan nog trotsch gevoelen En i gij al niet kent de vreeselijke itt'ngen van die ontaarden, waar prins Joachim heeft gestreden, -raag ik U ten minste of gij U verzekerd dat zijn ijzeren kruis ,s besmet, dat het den soldaat 3(1 niet dient om ook maar een an de verantwoordelijkheid te 'gen voer de wandaden, welke vaderland door uwe soldaten moeten lijden. int gij dat eenig Duitsch officier v zoon meer dan een ander, zal n ontgaan de verantwoording tod en de historie over het on ogend en stelselmatig veruieti- 'erk, dat óver het geheele land racht sn de zachtheid, de kalmte en heiligde medevoelen het moree- lad zijn gebleven van onze sek- die streken waar de christelijke ving haar stempel hoeft ge- zou het hart van iedere vrouw •eemaal in opstand moeten ko- ïevrouw, over de vreeselijke welke men in dit land heeft d en dat men ten slotte ver genoeg is om het kruis, het •eld van den Christen, als be te beschouwen voor degenen, >r het geweten der mensche- de verantwoording dragen, leefden hier vreedzaam en land beeft ons gedwongen, om van onze eer afstand te doen, zijn soldaten beoorlogd te .njjd U niet, mevrouw, gij, vol uw zoon, die terugkeert uit roeste velden van Visé, van Dirant, van Leuven, van Dendermon- de, gesierd met het ijzeren Kruis, dat een heiligschennis en een ten hemel schreiende profanaMe is. Neen, ik benijd U niet. En zelfs onder onze tranen, die wij zullen we'en te drogen, en te midden van de puinhoopen, waaruit wij eens zullen herleven, zegen ik God, om lat ooze vrouwen, die zonen in het leger hebben, hen in het leger hebben, hen in haar armen kunnen sluiten met het bewustzijn, dat zij soldateD on geen moordenaars zijn. Zaterdagvond zijn te Winschoten drie Belgen aangehouden, die, na te Luik gevochten te hebben, door de Duitschers krijgsgevangen gemaakt waren en naar Soltau, ten oosten van Bremen, gezonden waren. Deze drie Belgen kwamen uit Ver- viers, Brussel en Ostende De eerste sprak uitsluitend Fra"sch, de beide a 'deren spraken ook Viaanuch. Na tuurlijk heeft het drietal voor het Winschoten bereikte een avontuurlij ke reis gehad. Toen men in het kamp op de Lu- neburgsche heide bij Soltau hun ver trek had bemerkt, zaten deze drie Belgen op een vrij grooten afstand van Soltau in een boom. Onopgemerkt gingen ze des nachts in de richting van Bremen. Daar aangekomen, ga ven ze zich uit voor matrozen, die vier dagen voor den oorlog de stad Antwerpen hadden verlaten, om .n Hamburg op het schip te gaan. Toen ze daar kwamen, was echter het schip vertrokken, zooals men hun had verteld. Twee hunner waren, naar zfi voorgaven, als Hollandsche matrozen (van de Belgische grens) en de derde was als Italiaansche matroos gekomen. Te Bremen, zoo deden ze het ook daar voorkomen, was hun schip even eens vertrokken, namelijk dat waar mee ze naar Holland zouden gaan. Voor de twee zoogenaamde Hol landers was het echter in orde, voor onzen „Daliaanscben" matroos was het bedenkelijker uit Bremen weg te komen. Een vrij langdurig oponthoud bad het drietal nog door dezen nage- maakten Italiaan. Deze toch had pijn lijke voeton en deelde zulks, onvoor zichtig genoeg, op zeker oogenblik in het Fransch mede. Maar toch liep alles nog los en het drietal wist te voet in de richting van de Nederland sche grens weg te komen. Des daags rustte zjj liefst daar, waar weinig of geen menschen wa ren, terwjjl z(j des nachts hun marsch naar onze grenzen voortzetten. Som migen sterren dienden hun daarbij tot wegwijzer. De rei» ging goed tot Weener, twee uur van het Nederlandsche grenssta tion Nieuwdschans. Daar werd het drietal weer aangehouden en opgeslo ten Ze hadden juist de wandeling door het Weenermoor (heide en veen) achter den rug, zoodat ze tot hun middel onder het veen zaten. Maan dag 21 dezer, waren ze op marsch gegaan en eerst Zaterdag 28 dezer gelukte het hun te Weener een pas te krijgen naar Nederland, na vooraf nog een hangen nacht in gevangen schap te hebben doorgebracht. Een der nachten sliepen ze in het stroo in een boerenschuur, toen men hen wekte met de boodschap dat de wacht er was. „Moeten we alle drie naar beneden komen vroeg een der Vlaamsch- sprekenden, omdat ze den „Italiaan" die slechts Fransch sprak, liever niet wilden laten komen. Allen moesten echter komen en ze redden er zich uit, ofschoon hun mi litair ondergoed nog wel was genom- merd. Zaterdag echter ging het drietal met hun pas ongestoord over Bunde en Nieuweschans (hot Nederlandsche grensplaatsje) naar Winschoten, waar ze zichzelf bij den burgemeester aan meldden. In Duitschland was hun meegedeeld dat Nederland Duitschgezind was. De drie Belgen hadden zich voorgeno men naar omstandigheden bij den burgemeester te handelen. Bleek hij hun werkelijk Duitschgezind te zijn, dan zouden zij „de matroos" blijven spelen met hun Duitsche passen en hun valsche papierenbleek hij neu traal te zjjn, dan zouden ze hem vol ledig inlichten en hun waren naam opgeven. Spoedig waren alle dria net er ver over e«no, «lat de burgemeester „neutraal" was en zoo ontpopten ze zich als krijgsgevangen Belgische sol daten, uit Soltau ontvlucht. Sedert 21 dezer had het drietal 15 uren ongeveer kunnen slapen te Winschoten sliepen ze voor 't eerst weer op rozen, dat wil zeggen op het stroo der daar gedetacheerde land weermannen. Het drietal hoopt door bemiddeling van den Belgischen consul in Den Haag zich weer bij hun wapenbroe ders in België te kunnen aansluiten. <[=]>- Zondag hebben de Duitschers een trein van Hamont naar Antwerpen onder vuur genomen. De enkele vreedzame reizigers die te Hamont waren ingestapt in de overtuiging ongestoord Antwerpen te bereiken, waren niet weinig verwon derd te Baelen Wezel den trein te zien stoppen. Dit is de laatste halte voor Molle en de chef had bericht ont vangen dat de laatste plaats door de Duitsche troepen was bezet Het oponthoud duurde niet lang, want na een half uur kwam er tele grafisch bericht uit Molle dat alle ge vaar was geweken en de trein kon doorkomen. Dit was een list, door den bevel voerenden officier van de Duitsche troepen te Molle gebruikt om den trein in handen te krijgen. Deze vervolgde dus zjjn weg. Te Moll, naar gewoonte willende stoppen, werd men echter met geweervuur ontvangen, gericht op de locomotief en op den onmiddellijk volgenden wa gon. De machinist en de stoker toonden een heldhaftige koelbloedigheid en stoomden uit alle macht vooruit. Ondertusschen hadden vier militai ren, in den wagon gezeten, zich dap per te weer gesteld. Een hunner was boven op den wagen gekropen, drie anderen stelden zich op voor de ven sters en zoo beantwoordden zij het vijandelijke salvo naar turnvermogen. Van Moll tot even voor Gheel door stond de trein het vuur. De loopgang nevens de komparti- menten was gevuld_ met hulzen. De onzen hadden dus met voorbeeldigen ijver de beleefdheden der Duitschers beantwoord. Ofschoon op hen niet werd geschoten, waren de weinige reizigers in de andere wagons natuur lijk ontdaan van schrik toen zij te Gheel aankwamen. Men kan zich voorstellen met wel ke geestdrift het treinpersoneel en de soldaten hier werden ontvangen. Van hun heldhaftig gedrag zal aan de overheid verslag worden gedaan. De locomotief en de tender waren met een groot aantal sporen van de Duitsche kogels versierd. Eveneens de daarachter volgende wagen. Do soldaten schatten het aantal Duitschers van Moll tot Milleghem en verder tot Gheel op wel tweehonderd. Het was een afdeeling der troepen, welke de streek van Olmen, Baelen en Leopoldsburg bezetten. De minister van binnenlandsche za ken heeft, zoo meldt Het Yolk, tot de arrondissements-schoolopzieners de volgende aanschrijving gericht De minister van landbouw, nijver heid en handel vestigt mijne aandacht op de waarschijnlijkheid, dat vele landbouwers bij den aanstaanden aar dappel- en bietenoogst ter vervanging van de onder de wapenen geroepen mannen, op ruime schaal zullen trach ten gebruik te maken van kinderar beid, in plaats van in het tekort aan arbeidskrachten te voorzien door het aannemen van personen, die in andere bedrijven werkloos geworden zijn. Ten einde nu eenerzijds aan deze personen zoo min mogelijk de gelegen heid te ontnemen een daggeld te ver dienen, zoodat zij niet of in geringer aantal in de gegeven omstandigheden voor onderstand in aanmerking moe ten worden gebracht, en met het oog anderzijds op de gezondheid der kin deren, die in een ongustig jaargetijde een overmatigen arbeid zouden hebben te verrichten, heb ik de eer u te ver zoeken, er in de eerstvolgende weken streng voor te waken, dat geen land bouw verloven worden toegestaan dan die nit hoofde van art. 14 der Leer plichtwet bepaald niet geweigerd mo gen worden.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1914 | | pagina 1