'lïcicttieg- in j*li)pct,fgnficbla6 poot i|femijï{ Mnhun. Binnenland. W o 1956. Tusschen liefde en plicht. <[=}>- Woensdag 23 September 1914. 23e Jaarganf. BRESKENSCHE COURANT. Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar Si 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika. Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag te twee ure. Uit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEJIAS te Rreskens. «OM Schlimmer, offlcicier van admini stratie, reed dus lezen we in de Prins door de verlaten straten van een dorp in den Boven Elzas, waar hij voor korten of langeren tijd zou worden ingekwartierd. De groote üuitsche strijdmacht trok steeda ver der westwaarts op en zii-i regiment was genoodzaakt in den Elzas te blij ven. Oplettend zag hij naar de huizen aan don weg. Een groot wit huis bij een tweesprong moest het wezen. Eindelijk meende hy in de verte iets te ontdekken, wat er op leek en zijn paard de sporen gevend, reed hij spoedig het tuinhek binnen van een groot ouderwetsch huis, waar hij af stapte en aanbelde. Is mevrouw Goldmann thuis? vroeg hii aan de oude dienstbode, die opendeed. Jawel mijnheer. Zoo, wil haar dan dit even geven en hij reikte haar zijn kaart je over. Een oogenblik later kwam de vrouw des huizes naar beneden, een knappe dame van even vijftig, die met vele uitroepen van hartelijkheid hem haar vreugde betuigde, om in de zware oorlogsdagen het vaderland ook van dienst te kunnen zijn, door hem en zijn oppasser in te kwartieren. Ze ging hem dus voor naar zijn kamer, waar ze hem alleen liet. Toen Schlimmer een half uur later naar beneden kwam, vond hij daar weer zijn gastvrouw, nu met haar dochter, een knap blond meisje, van omstreeks 20 jaar, dat hem op dezelf. de hartelijke wijze verwelkomde als hare moeder. Na het eten wees het jonge meisje hem den stal waar zijn paard stond. En Da er zich van overtui;d te heb ben, dat het 't aan niets or.tbiak, volgde hi] haar naar den moestuin en den boomgaard. Uw moe'er heeft alles keurig in ordn, 't zou 'jammer zijn als de vijand hier binnen kwam, meende Schlimmer enfin, er is niet veel kans op, en op een paar duiven wijzend, die op het grasveld trippel den, viel hü zichzelf in de rede - Wat hebt u hier veel duiven. Een liefhebberij van mijn moe der. Een aardige lief hebberi), beaam de de officier met een blik op het aardige blonde gezichtje met de groo te blauwe oogen. Op de grind knarste een tred; met een brief in de hand trad de postbode op hen toe. Woont mevrouw Heléne Gold mann Lemaire hier, vroeg hij met moeite het adres ontcijferend. Ja, dat is voor mijn moeder, zei het meisje, den brief aannemend. Hij heeft nog wat moeite om de menschen te vinden, 't is een Dieuwe bode, de andere is opgeroepen, lichtte ze den officier in. Uw moeder heeft een FraDschen naam, merkte deze op. Juist, de voorouders van mijn moeder waren Fransch. Maar zij is heeiemaal een Duitschebovendien mijn vader was ook een Duitscher, gelukkig maar, want we hebben een ontzettenden afkeer van de Franschen, bah I wat een volk van druktemakers, ik hoop maar dat ze flink het onder spit delven. En ik probeer me ook op alle mogelijke manieren nuttig te maken met sokken breien voor de soldaten En met officieren in te kwar tieren, voegde Schlimmer er aan toe, wat ze met een lief lachje beaamde. Er gingen veertien dagen voorbij. De officier vaD administratie was nog steeds op het buiten, waar het hem hoe langer hoe beter begon te beval len Voor hem die een saai kamer leven gewend wa was het een ge not om na zijn vermoeiende dagen, de altijd opgewekte gezichten van zijn gastvrouw en haar dochter te zien, wie geen moeite te veel was om zyn verblijf te veraangenamen. En Alfred Schlimmer, die altijd een jjverig^ officier was en wien nog nooit een oogenblik van dienst te zwaar was geweest, begon nu dagelijks meer te verlangen naar het oogenblik, dat zjjn werk zou zyn afgeloopen, en midden onder zjjn arbeid kon het hem gebeuren, dat hjj peinzend voor zich uitstaarde, en zijn gedachten weerkeerden naar de gezellige eetka mer, waar in den hoek bij het raam een mooi donkerblond meisje stond met zachte blauwe oogen. En hij wist, dat hy verliefd was, doodelijk verliefd op de knappe Elise Goldmann. Maar helaas was het nu geen tyd om zich met hofmakerijen bezig te houden en dus bepaalde hij zich maar tot een vriendelijke belangstelling voor het jonge meisje, wie hy ook niet onverschillig scheen te zijn. Eindelijk brak de vooravond van zijn vertrek aan. Schlimmer, die den volgenden morgen vier uur marsch- raardig moest zijn, had na h6t avond eten van zijn vriendelijke gastvrouw en haar dochter afscheid genomen en was naar zijn kamer gegaan, waar hij nog een en ander pakte. Hy vorderde echter slechtverstrooid nam hij nu dit, dan dat op, zonder er een ge schikte plaats voor te kunnen vinden en einde'ijk liet hij zich moedeloos in een fauteuil nedervallen. Zou bij haar terugzien, de kleine Else, en als hij haar terug zag, zou ze dan niet allang verloofd of gehuwd zijn, of zou zij misschien ook ver langend naar hem blyven uitzien Er had nooit eenige intimiteit tusschen hen bestaan, maar toch had hij meer malen meenen op te merken dat hij haar niet onverschillig was. Had ze hem Diet vaak aangezien met een blik, die van meer sprak dan enkel sympathie Hij zuchtte diep en stak een sigaret op. Maar eensklaps legde hij deze neer. Wat voor een gefluister hoorde hij daar beneden Iedereen was toch naar bed. Behoedzaam sloop hy naar de gang, luisterde Daar het zwakke ge rucht, dat nu wat meer verwijderd klonk. Als er eens dieven waren en zyn revolver bij zich stekend, sloop hij de trap af en begaf zich naar de keuken. Ah, daar heb je het al, dacht hij, en zag door het raam op het kleine binnenplaatsje, waar by bet zwakke schijnsel van een petroleumlampje een paar donkere gedaanten bewogen. Hy wilde juist alarm slaan, toen hy tot zyn verbazing zag dat die gedaanten niemand anders waren dan Else en haar moeder. Wat voerden ze in hemelsnaam daar uit midden in den nacht en zonder zich te verroeren zag Schlim mer hoe Else's handen iets levends, iets bewegends vasthielden, waaraan ze iets te bevestigen scheen en dat toen eensklaps opvloog en verdween in de duisternis. Het duizelde Schlimmer en hij was genoodzaakt eeD paar maal met de hand over het voorhoofd te streken, voor hy tot bezinning kwam. Toen drong het langzaam tot hem door, dat die twee vrouwen door middel van postduiven in verbinding met den vij and stonden. Want wat moesten ze aDders daar zoo geheimzinnig doen in het nachtelijk uur? Hij herinnerde zich nu eeusklaps de liefhebberij ia al die duiven, de Fransche naam der moeder Hij rilde. Zyn plicht gebood hem die vrouwen in hechtenis te ne men. Maar hy zou ook kunnen doen alsof hy niets gezien had en weer naar boven gaan. Wat moest hij doen, wat moest hij in hemelsnaam doen en met het ge laat verborgen in zyne handen voer de hij een hevigen stryd met zichzelf. Toen kreeg zijne soldatenDatuur de overhand en met een korte beweging de deur openend, beval hy op koelen toon Wilt u zoo goed zijn me te zeg gen, wat u daar uitvoert, dames. Er ging een Jichte kreet van schrik op; toen vroeg mevrouw Goldmann hem op hoogen toon, wie hem het recht gaf zich iu haar aangelegenhe den te mengen. We zijn in tijd van oorlog, me vrouw, en ik verzoek u vriendelijk me alles mede te deeleD, en de beide vrouweD naar Jbinnen duwend, ver hoorde hij ze, totdat ze bekenden in derdaad met den vijand in verbinding te staan. 't Is goed, zeide hij kortaf en de keuken op en neer loopend, wachtte hij den dag af en waarschuwde den hoofdcommandant, die zich verder met het onderzoek belastte. Doch toen het regiment een half uur later het dorp verliet om zich naar de grenzen te begeven was de eenige, die er aan ontbrak, de officier van administratie, Alfred Schlimmer. Een dag later vond men zijn lijk in een greppel. „Vermoord door een verrader", meenden de dorpelingen. Niettemin was hoogstwaarschijnlijk een andere oorzaak voor deze vroeg tijdige dood te vinden. Een korenhandelaar te Huizen had dezer dagen van de hoeren ongeveer 80 H.L. rogge opgekocht. Ingevolge machtiging van den mi nister van landbouw zou de burge meester Woensdag deze rogge in be slag nemen. Daar gekomen, bemerkte deze. dat een knecht juist bezig was de rogge te vermengen met minderwaardige, muffe tarwe en ander koren, bestemd voor veevoeder. Nog 12 H.L. was onvermengd. De ze hoeveelheid heeft de burgemeester in beslag genomen. Bij het vervoer, den volgenden dag, bleek, dat de in beslag genomen rog ge, die bij de taxatie goed was, nu overgoten was met petroleum Om enkele guldens winst had deze hande laar dus 80 H.L. broodkoren onge schikt gemaakt voor de consumptie. En dit nog wel in een dorp van byna 6000 inwoners, waar vele arbeiders wonen, voor wie roggebrood het hoofd brood is. De burgemeester heeft reeds maat regelen genomen, zoodat den handelaar deze daad wel eens lang kan heugen. Tel. Nadat in het Fransche dagblad Le Matin van 6 Augustus j.L een schetsje was voorgekomen, waarbij volkomen in strijd met de waarheid de opmarschwegen van een tweetal Duitsche legerkorpsen over Zuid-Lim burg, dus over Nederlandsch gebied, waren geteekend, is een tegenspraak in alle Nederlandsche dagbladen ge volgd. Desniettegenstaande komt nu weer in het weekblad L' Illustration van 12 September jongstl. een artikel voor, met een schets, waai by de weg van een Duitsch legerkorps over Eysden, dus over Nederlandsch gebied, is ge teekend. Dit werd reeds in De Nieuwe Cou rant in afkeurenden zin besproken. Of dergelijke leugenachtige publica- tiën aan onwetendheid of aan kwade trouw zijn toe te schrijven, is niet na te gaan. Allerwege is bekend, dat Nederland zyn neutraliteit met pijn lijke zorg handhaaft, dat sedert 1 Augustus jl. volkomen gereed is, ook met kracht van wapenen het betre den van zijn gebied te beletten, en dat geen enkele oorlogvoerende mo gendheid een poging heeft gedaan het Nederlandsche gebied te schenden. Des te meer moet het verspreiden van dergelijke leugenberichten wor den gelaakt. In verschillende der in den laatsten tijd verschenen overzichten van den tegenwoordigen oorlog en van hetgeen daaraan in de laatste dagen der maand Jnli is voorafgegaan, wordt het voor gesteld alsof tot de algemeene mobi lisatie der Nederlandtche strijdkrach ten eerst werd besloten nadat een dergelijk besluit in België reeds was afgekondigd. Het kan om verschillende redenen, o.m. ter wille van de historie, van

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1914 | | pagina 1