'Xe^exneen ^iciiiü;?- en dp»twf£ttfiéBla£> wor fffeMtjfi §.-^fadnBwn
«[=]>-
De toestand te Antwerpen.
<B>
Oorlogschattingen.
K» 2» 48
noeusdag 2t» Au^ustiis 1914.
23e Jtuirtfau*.
BRESKENSCHE COURANT.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco
per post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar
k 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika.
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naai
plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag
en Vrijdagmiddag te twee ure.
Pit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond by den uitgever C. IMELEJU.V te Breskens.
De verwikkelingen in
Europa.
Ormiskenbaar heeft do snelle op-
marsch der Duitsche troepen in Bel
gië ons iets te zeggen
Het is dit. Dat de flere afwijzing
der Belgische regeering om aan Duitsch-
land doortocht te verleenen, een geest
driftvolle stemming te weeg bracht.
Het was overmoedig om den machti
gen indringer te durven weerstaan.
Op zoo'n gloedvolle vaderlandsliefde
moest zegen rusten Engeland zou
niet geioogen dat België's onzijdig
heid werd geschonden.
En Frankrijk rukte in dichte co-
lonne's aan om België ter zijde te
staan.
Een ontzettende wraak werd ge
oefend op al wat Duitsch was dat in
België vertoefde.
Een jarenlange rustige aanwezigheid
kon niet verhinderen dat nogtans de
vaderlandsche bodem mopst schoon
geveegd worden van h«t bloed der-
genen die de schennende hand naar
het grondgebied hadden uitgestoken.
Een wilde furie werd vaardig over
het vernederde volk en, m t heilig
vuur vervuld, trok zijn leger op ter
verdediging van de nationale zelf
standigheid.
We zijn sints den inval een drie
tal weken verder.
De vjjand is over schier het ganshe
land verspreid Wa»r hii komt, vlucht
de bevolking, door schrik en angst
bevangen, en tracht een goed heen
komen te zoeken in hoofdzaak op
Hollandschen bodem.
Ongetwijfeld wordt het naburige
België uitgemergeld men lette bo
vendien op de enorme sommen die de
stelen Brussel, Luik en Gent aan
oorlogsschatting moeten betalen
en het blijkt bij hernieuwing eene
bevestiging van de aloude waarheid,
dat het recht van den sterkste zege
viert.
Het is Z' lfs alsof reeds de doods
klok over een land wordt geluid zoo
dra een groote mogendheid zich niet
ontziet zich op een kleine natie te
werpen.
En de enorme vooruitgang die op
alle gebied is waar te nemen, open
baart zich niet het minst ten opzich-
te van de geweldige moordwerktuigen
'die in onafzienbaren gefale ter ver
delging in het werk worden gesteld.
De verdediging van het erfgoed der
vaderen moge met zulk eene volhar
ding worden aangevat, ten laDgen
leste doet overmacht zwichten en is
de tegensparteling niet anders dan
een uitstel van executie.
Het naamlooze wee dat in België
tgeleden wordt had kunnen voorko
men worden, indien aan de Duitsche
troepen vergund was geworden, dwars
door België heen en recht op hun
doel af te gaan naar Frankrijk. Maar
België achtte zich gebonden aan zjjne
neutraliteit die het gewaarborgd be
schouwde en steunde op de hulp der
Fransche en Engelsche troepen.
En nu moge het fiere taal geweest
zjjn om het Duitsche ultimatum af
wijzend te beantwoorden, de vraag is
niettemin gewettigd of die fierheid met
niet te veel zware offers is betaald.
De inval der Duitschers bleek in-
tusschen zoo wel voorbereid dat geen
stuiten mogelijk was en tegen de ge
weldige overmacht is België alleen
blijven staan in weerwil van de toe
gezegde steun wegens de schending
zijner onzijdigheid.
Wat heeft het België nu gebaat om
op zoo robele wijze zijn woord ge
stand te doen en nogtans alleen ge
laten te worden in den uitermate on-
gelijken strijd waarin het schier te
loor gaat?
Zoolang het zelfstandig bestaan van
een kleine staat afhankelijk is van de
afgunst der omringende groote mo
gendheden is elke poging tot bewape
ning vrijwel nutteloos.
Uit het een zoowel als uit het an
der vloeit voort dat België, om zoo
te zeggen, geruïneerd is, waarvoor
geen der steunende mogendheden
thans nog "blijkbaar is opgekomen en
bij slot van rekening zelve de last
moet lijden. Men moge nu al spreken
van eene verscheuring van het trac
taat door Duitschland, maar als de
gi alliëerde hulp der verbonden troe-
pon aan België slechts in zoover is te
goed gekom«n als het tot nu toe
moest ondervinden, dan is die toezeg
ging evenzeer van nul en geener
waarde. Althans voor onze zwaar
beproefde naburen.
Niet in die mate misschien voor
Frankrijk, omdat het oponthoud der
Duitsche troepen in België voor Frank
rijk een uiterst welkome gelegenheid
is geweest om zich tot den strijd ge
reed te moken.
Maar dan is België feitelijk het
stootblok geweest tusschen de beide
legermachten, waarbij het zelf ten
deele als verpletterd is en eerder tot
steun is geweest voor de geallieerden
in plaats van hulp van dezen te heb
ben erlangd.
Er is uit deze worsteling nog een
ander punt aan den dag getreden.
Dat de bevolking voor hare zelf
standigheid niet mag meevechten.
Op de meest geestdriftvolle wijze
zijn destijds op tal van plaatsen korp-
snn opgericht, bedoelende het volk
weerbaar te maken.
De groote strjjd dien de Boeren in
Transvaal voor hunne vrijheid voer
den, was een spoorslag voor andere
naties om zich ook onder deskundige
leiding te oefenen voor het oogenblik
dat het vaderland bedreigd zou wor
den.
En nu blfikt dat die heele b-we-
ging tot een niet onaardige sport is
terug te brengen want alléén het le
ger is het bevoegde element dat in
den strijd mag opkomen
Men spreke dus voo-taan maar n.et
meer van volksweerbaarheid, want dit
beduidt niet anders dan een mislei
dende leuze.
Eere deelname aan den strijd hun
nerzijds maakt integendeel het ge
vaar voor de burgerij nog te groo'er,
tenzij men z'°h aanmelde als vrijwil
lige landstorm en na oefening in het
leger begeeft.
En eindelijk vragen we ons af welk
onverantwoordelijk gedoe de Fransche
pers toch mag bewegen om onze neu
traliteit tegen boter weteu in geschon
den te willen zien Om ons in het
harnas te jagen teeen Duitschland
Maar waar ons land zich nu aan
dient als éen groot ziekenhuis tot
verpleging van al die gewonden van
welke nationaliteit ook, waar zou men
met al die ongelukkigen belenden, in
dien ze in ons vrije, reutrale land
niet de gastvrijheid en hulp onder
vonden die ze er thans genieten, ge
zwegen nog van de tallooze vluchte
lingen die, opgejaagd als een vervolgd
hert, hier een veilige schuilplaats vin
den.
De Frar.sche pers wilde ons er bij
betrekken niet in ons belang maar in
dat van haar land.
Ze zij gerust dat Holland nog ta
melijk wel weet hoe te handelen in
zijn eigen belang.
We achten ons gelukkig een regee
ring te bezitten, die meer dan ooit
bewust is van het landsbelang, maar
ook van dat der ingezetenen.
Omtrent den toestand te Antwerpen
ontleenen wij het een en ander aan
een beschrijving van een Nederlan
der die Donderdag uit Antwerpen te
Amsterdam is aangekomen en daarvan
mededeelirg deed aan het „Hbl."
Daarvan wordt o a. het volgende ge
zegd
Zij, met wie wjj spraken, verhaal
den ons van het vreeseliike gevecht
dat zij meegemaakt hadden: „Wjj
zijn driemaal in het veld gestuurd,
en driemaal werden we volledig te
ruggeslagen. Wij hebben gevochten
als leeuwen, mijnheer, als leeuwen,
maar we konden tegen de overmacht
niet np. Het was of een zee van Duit
schers op ons kwam aangespoeld.
Ons vuur op die geweldige massa
bleef om zoo te zeggen zonder de
minste uit wei king. Voor éen vijand,
die viel, kwamen er tien andere in
de plaats Er was geen houden aan.
En toch zouden we misschien in onze
stellirgeD gebleven zpn, indien onze
mannen niet weg waren gemaa'd, in
letterlijk zin, door het verschrikkelijke
vuur der Duitsche mitrailleusen. Dat
was eenvoudigweg afgrijselijk. De
Duitschers nebben acht mitrailleusses
per compagnie, en wjj slechts twee
Dat was te veel. Die moordtuigen
braken onophoudelijk den dood uit.
Als een waaier vliegen de kogels in
het roede, met een razende snelheid,
en smakken de soldaten neer. Daar is
geen moed tegen bestand men móet
vluchten.
Verder klaagden de soldaten over
net gebrek aan officieren en onder
officieren. Zjj zijn bijna geheel aan
zich zelf overgelaten en weten niet
wat ze moeten doen
Het leger is ontmoedigd, niet alleen
door den thans verloren slag, maar
ook omdat de soldaten meenen, dat
zjj door de Franschen en Engelschen
bedrogen zijn„Sinds veertien da
gen, zeggen zjj, werd ons hulp beloofd
en als hst er op aankomt slag te le
veren, staan wjj alleen en moeten wjj
oos omver laten schieten".
In hare officieele mededeeling spreekt
de regeering van „een moorddadig
gevecht". Dat was het inderdaad.
Hoevelen aan Belgischen kant ge
vallen zjjn, zullen wij waarschijnlijk
nooit w' ten. Doch de teruggekomenen
bevestigen, dat de lijken zich rondom
hen ophoopten, onrustbarend snel, en
de Belgen dus ontzaglijke verliezen
geleden hebben.
Sinds eenige dagen was men te
Antwerpen somber gestemd. Zij vond
haar oorsp'ong in gebrek aan nieuws
en in het feit. dat onophoudelijk be
woners van de omliggende dorpen
naar de stad vluchtten. In allerijl
hadden zij hunne woningen verlaten,
alles daarin achterlatend Het hoog-
n-odige hadden zij in kleine pakjes
meegenomen.
Do indruk dien deze vluchtelingen,
meestal vrouwen met kleine, huilende
kinderen, en stokoude, gebogen man
nen en vrouwen maakten, is onbe
schrijfelijk
Begrijpeliik dat. zich min of meer
een panipk van de bevo'king meester
maakte. Vooral de te Antwerpen
verblijvende Hollanders sloeg de schrik
om het hart.
Sinds veertien dagen reeds waren
velen naar Nederland afgereisd, doch
van de ongeveer 18000 leden die de
Hollandscbe kolonie te Antwerpen
telt, was het meerendeel nog geble
ven. Toen nu de laatste slechte be
richten bekend werden, achtten over-
talrjjke ingezetenen het raadzaam ins
gelijks weg te gaan.
De enkele treinen naar de Holland-
sche grens werden als het ware Don
derdag bestormd en wij zelf hebben
een groot deel van de reis in een
goederenwagen meegemaakt.
De Duitsche legeroverheid heeft aan
verschillende Belgische steden en pro
vinciën, die in de macht van den
vijand zijn gevallen, oorlogsschattin
gen opgelegd. Zoo zou Brussel 200
millioen francs hebben te betalen.
Deze gedwongen belastingen, wel
te onderscheiden van de oorlogslas
ten, die bij vredestractaat aan den
overwonnen staat kunnen worden op
gelegd, worden thans in België ge
heven krachtens het reglement op den
oorlog te land, zooals dat ter tweede
vredesconferentie is gewijzigd en dat
zoowel Belgie als Duitschland bindt.
Volgens bedoelde bepalingen mogen
in een door een vijandelijke leger ge
occupeerd gebied door den vijand, be
halve de aldaar reeds bestaande be
lastingen, de belasting bij wijze van
straf, en de belasting in natura of de
requisitien, ook nog bijzondere oor-
logsbelastingen in geld geheven wor
den.
Deze oorlogsschatting mag echter
niet zjjn een ongelimiteerde uitzui
ging van de bevolking, waardoor im
mers het groote beginsel der onschend
baarheid van den particulieren eigen
dom in den oorlog te land langs een
omweg zou geschonden worden.