laatteen mietttt)$~ ett noor nfretett. Mo 1946. Woensdag 19 Augustus lf>l4 Jaargang. vgt Verplichting tot betaling. Sokken yoor soldaten. Onze Yloot. BRESKENSCHE COURANT. Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en l dollar h 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika. Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents, öroote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag te twee ure Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond l>U den uitgever C. DIELEMA.il te ftrenkfis De verwikkelingen in Europa. Als men in den tegenwoordigen tijd een blik slaat op de kaart van Europa, dan is als het ware het stipje lands, dat met den naam Ne derland is aangeduid, en omringd zijn de van staten die elka-der onderling op hevige wijze met de wapenen be strijden, een oase in de woestijn. Behalve aan den oost- en zuidkant, waar voor Hollanders, naast het pas, het rood-wit-biauw een onbelemmer de toegang verleent, woeden de kus ten aan de weet- en noordzijde door wateren bespoeld, waar zich schier geen schip Kan ophouden, dat een andere dan de Ned-rlandsche vlag voert. Het moge benauwend zijn zich ge heel alleen te midden van elkaar be- kampende naburen te bevinden, toch voelen we 't, dat ons kleine land een uitverkoren plek is voor wie elders niet of moeilijk een toevluchtsoord kan vinden. Met al de kracht die in haar is, bevordert de regeering de onzijdigheid des lands en zjj spoort elk ingezetene aan op zijn beurt daartoe mede te werken. Wederkeerig rekent het Neder- landsche volk in al zijne geledingen het tot zijn plicht, de neutraliteit te helpen bewaren, omdat het niet an ders wil, dan uit het oorlogsgewoel te blijven en zich het onbeschrijfelij ke van de oorlogsellende te besparen. Onze geschiedenis getuigt van den jarenlangen strijd onzer voorvaderen die zich niet wilden krommen onder het juk eener vreemde heerschappij en die goed en bloed veil hadden voor een onafhankelijk volksbestaan. En de overlevering kan de toestand van die afhankelijkheid met niet zoo schrille kleuren teekenen of we ge voelen in deze spannende dagen on eindig meer de groote waarde dier duurgekochte zelfstandigheid, waar van de bedreiging van deszelfs ver lies voor een oogonblik het bloed in de aderen stolde. Doch ook slechts voor éen oogen- blik, want hersteld van den eersten schok bij het opdoemend schrikbeeld, herkreeg een zeker zelf bewustzijn de overhand. Er is vertrouwen gewekt in onze eigen zonen, die de ploeg voor het geweer, de pen voor het zwaard, het burgerpak voor de Koningskleeren wisselden. En zoo het niet een grenzeDlooze pretentie is om zijne gebeden hemel waarts te zenden met het devote verzoek de wapenen te zegenen, die niet apders zijn dan de stomme werk tuigen eener algemeene menschen- slacfiéing, en waarbij ieder naar een j riftdeltje zoekt zjj 't dan ook, dat fiet weinig meer dan tot zelfmislei ding dienst doet om de schuld, waarvoor men zelve terugdeinst, op anderen te werpen, dan zou de logi sche gedachtengang van ons kleine menschenverstand tot de slotsom lei den, dat dan in elk geval de meest onschuldige kleine staten, zeker zoo- yer mogelijk ongedeerd uit deu schrik- barenden poel van ellende te voor schijn treden. Nederland, dat met alle oorlog voerenden goede betrekkingen onder houdt, heeft van den beginne af de rol van neutrale staat aangenomen, een rol die door de andere mogend heden is en wordt geëerbiedigd, ge lijk wij haarzelve wederkeerig strikt in acht nemen. De -pers, het machtig orgaan van de openbare meening, bevordert de practische toepassing dier aangenomen houdfng door zich in hoofdzaak te bepalen tot de vermelding der krijgs bedrijven. En juist om het correcte standpunt dat men in Nederland inneemt., levert zoowel de Fransche als de Belgische dagbladpers een lectuur als om ons te prikkelen. Zoo treft in een zeer invloedrijk Brusselsch blad „Le Soir" het bedek- telijk verwijt, dat we ons niet vol doende gereed maken om de schen ding onzer grenzen, waartoe volgens dat blad Duitsc'niand plan zoude heb ben, te keeren. En ook de Parijsche „Temps" ge waagt van nalatigheid en laksheid onzer regeering en spoort ons zelfs aan tot kracht.ge taal. Als we dan niet direct naar de wapenen grijpen", dan zou men niet temin gaarne zien dat de pers wat scheidtaai uitwierp over de Duit- schers. In hoedanigheid van natie die met de regeeriDg de neutraliteit handhaaft, uiten we juist niet openlijk onze sym- pathiën of antipathiën. En zoo het persoonlijk gevoel van zoo menig Nederlander, dat onwille keurig moet uitgaan in de richting der verdrukten, niet voldoende is om de houding van Nederland te billijken, dan zal het aan het impulsieve der gemoedsstemming onzer zuidelijke na buren liggen, wier bloed vlugger door hunne aderen stroomt dan het onze, dat ze onze kalmere opvatting als minder sympathiek beschouwen Het is diezelfde kalmte welke ons gebiedt dergelijke prikkellectuur in zooverre naast ons nebr te leggen, dat we er Diet op reageeren, opdat zij eene koele stemming voorkome. Men zal dan ook inderdaad meer het standpunt van zijn eigen land, welks regeering onze neutraliteit eer biedigt, huldigen, door ona om onze houding niet te beschimpen en door als organen der openbare meening van een veel grooter gebied dan het onze, te doen zegevieren over die eener kleine natie. Indien de neutraliteit van België niet ware gesshonden, zou geen der groote mogendheden er aan gedacht hebben haar in de groote worsteling der volken te betrekken. Nu tegenover ons de onzijdigheid wel door allen wordt in acht geno- meD, lijkt het ons onredelijk langs een omweg ons partij te willen doen kiezen, te minder daar het toch zeker niet de schuld van Nederland is dat België, hoe betreurenswaardig ook, het brandpunt van den strjjd is ge worden. Naar onze meaning is het eerst dan tijd van handelen als, onverhoopt te kwader trouw, onze neutraliteit mocht worden geschonden. In hoeverre ons dan het verwijt zou kunnen treffen van laksheid en nalatigheid zou de tijd moeten leeren. Hopen we echter vurig, dat te onzen opzichte het zwaard in de scheede kan blijven c-n spoedig de tijd aanbreke dat men zich van de geweldige crisis, die op eene ont wrichting der maatschappelijke orde gelijkt, kunne herstellen. De minister van justitie heeft aan den Hoogen Raad der Nederlanden, de gerechtshoven, arron lissements- rechtbanken en kantongerechten, het. openbaar ministrie bij de rechtscolleges en aan heeren advocaten, procureurs en notarissen de volgeode circulaire gericht Naar mij van verschillende zijden en vooral uit kringen van den handel wordt medegedeeld, heeft mijn circu laire van 5 dezer bij een deel van het publiek tot een misvatting van mijn bedoeling aanleiding gegeven welke in het belang van een gu-isidg verloop van de tegenwoordige econo mische crisis zoo spoedig mogelijk be hoort te verdwijnen. Terwijl dezerzijds daarin werd aan gedrongen om zooveel mogelijk een gedragslijn te willen volgen, welke er toe zou kunnen leiden, dat niet dade lijk tot maatregelen van uitwinning wordt overgegaan, wanneer de schul denaar niet aan zijne verplicbtingon voldoet, daartoe gedwongen door de buitengewone tijdsomstandigh den, schijnen sommigen daaruit de gevolg trekking te maken, dat in het alge meen de verplichting tot betaling practisch als opgeschort moet worden beschouwd. Het behoeft nauwelijks betoog, dat het tegendeel in de bedoeliDg was go- legen, waar een zoodanige gevolgtrek king feitelijk zoude leiden tot. een moratorium, hetwelk de regiering thans bljjkens den aanhef van even- doelde circulaire juist zeer onraadzaam oordeelt. Personen, die om redenen van ei genbaat, met het oog op mogelijke stagnatiën in het handelsverkeer in de naaste toekomst, uit te ver gedre ven voorzichtigheid of om welke re denen ook betaling van hunne schul den weigeren, hoezeer zij de daarvoor benoodigde gelden hebben of opeeni- ge wijze kunnen verkrijgen, handelen in lijnrechten strijd met 's lands be lang, verergeren noodeloos de econo mische todstanden en zijn aanleiding, dat anderen, goedgezinden, gedwon gen worden met betaling in gebreke te blijven en op hun beurt weer de bronnen voor noodzakelijk levenson derhoud van derden verstappen. Een dergelijke handelswijze verdieDt niet slechts afkeuring, doch behoort ook aanleiding te geven om in het algemeen belang tegen zoodanigen de wet in al hare gestrengheid toe te passen. Het verleeneu van de gunst van uitstel kan slechts zijn bedoeld ten aanzien van hen, die, hoezeer in het a'gemeen solvabel, uit onmacht tengevolge van de thans heerschende crir-is niet. dadelijk aan hunne ver plichtingen voldoen en van wie kan worden aangenomen, dat zij binnen niet te langen tjjd wederom regelma tig hunne verplichtingen zullen na komen. Bijzonder uitstel aan hen, die tot beialing niet geheel onmachtig zijn, wier onmacht niet een dadelijk gevolz is van dun oorlogstoestand, of die binnen redelijken termijn toch Pief kannen wo'den verwacht zich financiert te zullen herstellen, is noch billijk, noch wemchelyk integendeel zouden daardoor de recli'matige aan spraken van anderen, de zekerheid van hunne belangen en het algemeen verkeer noodeloos worden geschaad. Hoezeer overtuigd, dat door u aan den inhoud van mijn meergenoemde circulaire geen andere strekking dan de hierboven uiteengezette zal zijn toegekend en door u do noodige waar deering van de motieven, voor ver zoeken om uitstel aangevoerd, in ieder bijzonder geval reeds ge-chiedt, meende ik goed te doen bij de juiste bedoe ling der regaering te dezon aanzien nogmaals in het licht te stellen. Ik heb de eer u beleefd te verzoe ken, «oor zooveel noodig, te willen bevorderen, dat daarmede in recht spraak en praktijk worde r. kening gehouden. Odzo samenleving wordt op het oogenblik op vele wijzen in beroering gebracht. Het schijnt schrijft, de heer K. H de Haas in de N. R Crt dat van Zeist uit eene groote beweging op touw is gezet om sokken voor de soldaten te lateu maken door dames in den lande. Op aandringen van de gemoenteiyka arbeidsbeurs le Rotterdam is reeds een klein dort van dit weik in zulke baren geleid, dat werkelooze vrouwen er een boterham mee kunnen verdienen. Zou het er niet sterk toe bijdragen vraagt do schr. om onze samen leving zoo min mogoiyk te ontwrich ten, indien alles, wat het leger noodig het ft, aan fabrie-en en betaal de werkkrachten werd opgedragen De dames zouden voor zich wel licht een ander gebied kunnen vinden waar zij zich verdienstelijk zouden kunnen maken in deze buitengewone tijden, zonder daarbij de kans, om iets te verdienen te ontnemen aan die vrouwen, die er uit haar maatschap pelijke positie op aangewezen zijn, door betaald werk haar boterham te verdienen Het hoofdbestuur van de Nederl. vereeniging ouder bovenstaanden naam

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1914 | | pagina 1