'mm* in JlBwfDttfielHdB twt <\mbtxtn. No 1933. Zaterdag 4 Juli 1914. 23e Jaargang. De moordaanslag. Bi nnen land. BRESKENSCHE COURANT s V® Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar 3 kwartalen bp vooruitbetaling voor Amerika. Abonnementen worden mede aangenomen bp boekhandelaren en brievengaarders. Advertentien van 1—5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiön worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag te twee ure. Dit blad verschjjnt eiken Dinsdag:- en Vrijdagavond bp den uitgever O. DIELEM4K te Breskens. Het is te begrijpen dat deze gru weldaad op het Oostenrijk-Hon- gaarsch aartshertogelijk paar nog de algemeene aandacht vraagt. We zeiden eerst dat een leger- oefening in Hongarije was bijge woond, maar dat is niet juist. Het was in Bosnië, een aan Servië be hoord hebbende provincie, die en kele jaren terug door Oostenrijk als wingewest was geannexeerd. Die inlijving heeft uit den aard der zaak wrok gezet, gelijk men dat zoo herhaaldelijk ziet, bij het plaatsen onder vreemde voogdij. Een andere vraag is óf de dol zinnige daad van een paar knapen mag worden beschouwd als de uiting van een verkropt gemoed der bevolking. De manoeuvres van het leger waren naar genoegen van den aarts hertog afgeloopen en keerde met zijn gemalin naar de stad terug om ten raadhuize een receptie bij te wonen. Onderweg werd een bom tegen de automobiel waarin met den aartshertog en zijn ge malin ook de gouverneur van Bos nië gezeten was, gegooid, die nog door den aartshertog met den arm werd weggestooten. Men kan begrijpen dat na dit voorval de aartshertog voorzeker in geen al te vriendelijke stem ming op het stadhuis aankwam en de burgemeester afsnauwde toen die met de gewone beleefdheids betuigingen begon. Hij noemde het een schandaal, dat, nu hij een be zoek kwam brengen aanSarajewo men hem op een bom onthaalde. Hoen kon de burgemeester voort gaan met zijn toespraak. Hij stot terde eene verontschuldiging, die door de omstanders eenigszins ver goed werd door een hoezeegeroep. Voorwaar een treurige hulde, na wat er op volgde. Ha die sombere ontvangst gaf hij bevel om naar het militaire hospitaal te rijden ten einde een bezoek te brengen aan zijn gewonden adjudant. Hoezeer men ook poogde den aartshertog, na den mislukten aanslag, van zijn voornemen te doen afzien, mocht dit niet baten. Hij wilde zicli on der zijn volk begeven, doch met den bekenden droevigen afloop. Zoowel de bom als het schot Waren afkomstig van Serviërs. Op dit duistere oogenblik denkt ieder aan den keizer en men vraagt zich af or hij dien vreeselijken slag verdragen kan. Hij is zooeven in Ischl aangekomen op zomervacan- tie en aan den burgemeester die hem begroette, zei hij, dat hij rust noodig had na de zware ziekte die hij had doorstaan. Maar die rust is hem niet gegund, want hij heeft order gegeven naar Weenen terug te keeren. Ook de lijken der beide vermoorden worden naar Weenen teruggebracht Troonopvolger wordt nu Karei Franz Jozef. Hij is een zoon van den reeds overleden aartshertog Otto, die weer een broer was van Frans Ferdinand. De beide moor denaars zijn gepakt en de politie had moeite hen uit de vuisten van het volk te redden, dat hen wilde lynchen. De nieuwe erfgenaam is nog jong en onervaren, maar het volk heeft hem liever dan zijn voorganger. De keizer, die in de laatste jaren veel van de regeeringstaak aan zijn opvolger had overgelaten, moet die nu weer in haar geheel aan vatten en het is de vraag of hij daartoe sterk genoeg is. Hoe kras ook, gevoelt hij toch zeer de last der jaren en een Bismarck, zooals den ouden keizer Wilhelm terzij de stond, heeft hij niet. Integen deel; het zijn allemaal middelma tige menschen, die in het bestuur en in 's keizers omgeving zijn. Meerendeels bejaarde lieden, omdat de keizer niet graag nieuwe ge zichten om zich heen ziet. Ook al een verschijnsel van den ouderdom. De keizer bezit in hooge mate plichtgevoel, beschouwt zich zoo zeer als de eerste ambtenaar van den staat, dat hij de gevolgen er zeker van zal aanvaarden. Maar daarom is ook de algemeene wensch dat hij daartoe sterk genoeg moge wezen. Voor de kinderen van den aarts hertog, die in éen ondeelbaai oogen blik vader en moeder verliezen, is het een vreeselijke ramp, want niet alleen dat zij hun ouders verliezen, maar ook hun positie die waar schijnlijk schitterend geworden zou zijn als hun vader den troon had bestegen. Nu is dit alles uit; zij zijn geen leden van het keizerlijk huis en vallen terug tot den rang van aanzienlyke personen en niets meer. De groote zuinigheid van de ouders spruitte voort uit de be geerte om aan hun kinderen een vermogen te bezorgen, daar zij zelf niet gefortuneerd waren. De ernstige gebeurtenis is gevolgd door politieke betoogingen, waar door over de moordstad de- staat van bel g is afgekondigd, al moet deze dan meer worden beschouwd als een maatregel om droevige too- neelen te voorkomen. Zoo zijn vooral bij de ontwikkel de Serviërs die men beschuldigt van den aanslag afgeweten te heb ben, de ruiten ingeslagen, waar door groote schade werd aange richt. De ruïne was zoo vreeselijk dat door een aardbeving niet meer verwoesting kon worden veroor zaakt. Woensdagmorgen zijn H. M. de Koningin en Z. K. H. do Prins, ver gezeld van Hun gevolg, naar de ka zerne te Groningen gegaan, alwaar de troepen van het 12de regiment met de stafmuziek waren opgesteld. Na een inspectie over de troepen liet Hare Majesteit het carree formee- ren en hield daarna een, als tot het gansche leger gerichte rede Officieren, onderofficieren, kor poraals en soldaten 1 Het is mijn wenscb, enkele woorden tot u te richten naar aanleiding van het sneuvelen van uwen wakkeren kameraad en chef. Sedert die droeve mare tot ods kwam, trilt in ons de snaar van vaderlandsliefde. Nederland- sche harten kloppen sneller, volk en leger, wij allen gevoelen ons op een gansch bijzondere wijze éen, in recht- matigen trots op den zoon van onzen die in den vreemde getoond heeft, wat oud vaderlandache plichtsbetrachting en moed beteckenen, op zijne krijgs makkers in Albanië, die een schoone taak op de schouders namen in dienst der beschaving. Van ooggetuigen vernam ik van de onverschrokkenheid en volharding, waarmede zij hun zwaren en gevaar vollen plicht vervullen, van de ont bering en moeite, welke zij zich ge troosten, waarvan wij hier wellicht nooit iets zullen vernemen. Hun allen on<en dank voor hetgeen zij voorden roem van vaderland en leger doen. Zjj herinneren ons aan de veelomvat tende roeping, welke aan ons dapper Indisch leger en onze vloot, aan het corps bestuursambtenaren is toever trouwd in ons groote Nederland onder de keerkringen. Wie zoude de talloo- ze offers kunnen vergeten, die daar gebracht zjjn en iederen dag opnieuw worden gebracht, die schittereude wapeufuiten, die daden van zelfver loochening en moed in den dienst van het vaderland verricht. Ook dezen ge denk ik met groote waardeering en dankbaarheid, die manr.en van graniet en van staal. Zij allen gaan ons voor op- den weg van plicht, van veerkracht en van moed. Dat zjj ons mochten bezielen, groot te zjin als zjj. Voorwaar, de dagen van Coen en De Ruijter, zij behoeven, zij mogen niet tot het verleden be- hooren Indiö is door een zware ramp ge- trcffen. Een aardbeving die Zuid-Su- matra heeft geteisterd, is Zondagnacht gevolgd door een wolkbreuk welke zich boven de hoofdplaats Benkoelen ontlastte en deze geheel verwoestte. De hoofdplaats van het gewest Ben- koelen, aan het zeostrand gelegen, werd in 1714 door de Engelschen aangelegd, op de plek waar zich vroeger het fort Marlborough bevond. In dat jaar werd de hoofdplaats, die vroeger 6 mi]len noordelijker aan de kust gelegen was, derwaarts verplaatst om de ongezoudheid van de vroegere vestiging. Benkoelen was zeer fraai aangelegd op een kleine uitstekende hoogte, van- waai men een schoon gezicht op zee, de reede en het even daarbuiten gelegen Poeioe Tikoes had Die reede is echter zes mijlen uit den wal ge legen, en verre van veilig, vooral bij noordwestelijke winden, wat wel in hoofdzaak de reden was dat de grootsche plannen van Rafles, die deze plaats tot hoofdzetel van het Engelsche Gouvernement in den In- dischen Archipel wilde bestemmen, nimmer tot verwezenlijking zijn ge komen. Het vroegere Britsche Gou vernementshuis, laatstelijk woning van den resident, was een groot stee- nen gebouw met twee verdiepingen, gelegen te midden van een groot park, hoofdzakelijk met specerijboomen be- p'ant. De meeste openbare gebouwen lage n aan een groot plein, waaraan ook het erf van de residentswoning paalde. De Gouvernements-bureaux, in één ge bouw vtreenigd, lagen o. a. ook aan dat plein, aan de overzijde van de residentswoniug. Op dat plein vond men een luister rijk monument ter nagedachtenis van wijlen den Engelschen resident Parr, die in 1805 door de inlanders vermoord is, alsmede een monument van den in 1833 aldaar vermoorden assistent- Knoerle. Er was vroeger een zeer fraai kerkje, dat echter door de aard beving van 24 November 1883 ge scheurd, en sedert vervallen was. Op het pantserschip „Noord- Brabant" dat naar Durazzo vertrok om het lijk van majoor Thomson af te halen, heeft eene ontploffing plaats gehad. Toen de officier machinist Verheij en de korpraal-stoker Timmers den

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1914 | | pagina 1