Wo 1892.
Woensdag 4 Februari 1914.
23c Jaargang.
V rijkaarten.
Ze maken er dus niet anders
BRESKENSCHE COURANT
iUcuuttceti
i
twr
1§fefelip
ui
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco
per post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar
i 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika.
Abonnementen worden mede aangenomen bjj
etJ boekhandelaren en brievengaarders.
Ad verten tien van 1—5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar
plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag
en Vrijdagmiddag te twee ure.
I>it blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAt te Breskrns.
Er heeft onder de leden van de
Ijjrweede Kamer een lijst gecircu-
eerd om aan de verschillende di-
uj ecties der spoorwegmaatschappijen
eis ïije reisbiljetten te verzoeken.
- Deze directies hadden voor een
[unstige overweging dier verzoe-
en als eisch gesteld dat minstens
i| 5 leden de aanvraag moesten on-
'"'prteekenen.
Nu hebben 67 liefhebbers van
rij reizen hun wensch te kennen
;even een vrijbiljet te begeeren.
in het aantal der verzoekende le
en sluit in zich, dat dan alle ka
derleden franco passagiers worden.
Met zoo'n vrijbiljet kunnen ze
ioodwendig worden zoet gehouden
aet klachten over het spoorweg
wezen, die telken jare bij de be-
:0B landeling der Staatsbegrooting in
telerlei toonaarden worden aan-
eheven.
Het vrijbiljet is niet anders dan
"Tïen gunstbewijs, en het zijn juist
Di unstbew ijzen waarvoor de kamer
den zich moeten vrijwaren en
ie hen zelfs verboden zijn te aan-
r®arden.
Art. 87 van de Grondwet schrijft
n de zesde alinea voor, dat de
lijeden der Kamer zullen zweren of
>eifeloven, gelijk ze dan ook bij de
mvaarding hunner betrekking ge-
foren of beloofd hebben, in deze
«trekking iets te doen of te laten
an niemand hoegenaamd eenige
«loften of geschenken directelijk
f indirectelijk zullen aannemen.
Waar nu de Kamerleden voor
ft Nederlandsche volk de contro
ars bij uitnemendheid zijn over
ft spoorwegwezen, zoo vraagt de
R. Crt. of dit zoo zal blijven,
s de heeren gunsten gaan aan-
enen.
Immers een gave, een hand
inning of hoe men het noemen
als er maar het begrip gunst
wordt uitgedrukt, blijft het viij
ljet, welke mooie theorieën men
ook voor stelt.
Zolang de spoorwegovereenkom-
aan de Kamerleden het vrij-
djet niet toekennen als een recht,
'faraan de maatschappijen onder
f® voorwaarde kunnen tornen,
5 dus ook aan de leden niet kan
orden ontnomen, zoolang blijft
toekenning van de vrijkaart
gunst, die voor intrekking
vatbaar is. Dat dit door de maat
schappijen, terecht, zoo wordt op
gevat, bhjkt wel zonneklaar hier
uit, dat zij een verzoek eischen
van de zijde der Kamer afkom
stig.
Dergelijke „beleefdheden"zoo
als de vrijkaartengift vroeger wel-
luidendhalve is genoemd belem-
le.nmeren, eenmaal aanvaard, on
vermijdelijk eenigermate de vrij
heid van handelen, sordeelen en
van aanmerking maken en dat
te meer, naarmate degeen, die ze
geniet, teerder is van gevoel. Wan
neer men vandaag eene gave ont
vangt van hem dien men morgen
heeft te controleeren en ook wel
op zijn plicht heeft te wijzen, dan
loopt men groote kans, op dat
altijd vanzelf al min of meer
moeilijke oogenblik de noodige
vrijmoedigheid te missen. Dat kan
niet anders, omdat men een mensch
met menscheljjke zwakheden en
eigenaardigheden is.
En wie zich zelf niet kent, zoo
dat hij verwacht, dat hij boven
menschelijke fouten of overwegin
gen verheven zal zijn, heeft dan
te bedenken, dat dan toch wie om
hem heen z\jn voor de overgroote
massa menschen bljjven. Daarom
zal hij, zooveel in zijn macht is,
ook den schijn willen vermijden,
alsof hij bij de vervulling van zijn
taak zich door eenige andere, dan
zakelijke redenen, laat leiden.
Het „gjj zoudt wel anders heb
ben gehandeld, gij zoudt wel krach
tiger zijn opgetreden, indien gij
maar geene verplichtingen hadt ge-
gehad", mag geen verwijt zijn dat
ooit zelfs met schijn van recht aan
een regeeringspersoon voor de voe
ten kan worden geworpen. Er zijn
voorbeelden dat iedereen dit heeft
gevoeld. En onze regeering heeft
het, terecht, ook ten aapzien van
de aangeboden vrijkaarten die
ze inmiddels niet heeft aanvaard
begrepen. Geen vrijkaarten,
geene gunstbewijzen van welken
aard ook, is, voor wie eene ver
antwoordelijke betrekking bekleedt,
het in hoofdzaak alleen houdbare
standpunt.
In kwaliteit van Kamerlid be
hoeven de heeren geen vrijbiljet,
want indien ze als zoodanig reizen,
legt art. 89 der Grondwet hem
eene vergoeding van reiskosten toe.
privé gebruik van en de vrijkaart
is dus wel ter dege een gunst en
niets anders.
Zal dan toch de Kamer, dit
gunstbewijs aannemend, vrij hare
roeping kunnen volgen Zal zij
haar vrijheid van spreken, door
onzen wetgever voor goede uitoe
fening van het ambt zoo onmisbaar
geacht, dat er zelfs in de grond
wet voorschriften zijn opgenomen,
om haar te waarborgen zal de
Kamer die volkomen vrijheid van
spreken zonder aanziens des per-
soons kunnen handhaven, ook
wanneer zij giften gaat aannemen.
Niets is gemakkelijker dan dat
de Kamerleden zullen zeggen, dit
niet als een gunst te beschouwen.
Maar dan is het een voordeel aan
hunne betrekking verbonden, die
daar niet bij hoort.
In onze Provinciale Staten is
ook meermalen opgekomen tegen
het stelsel der vrijkaarten op de
provinciale booten. Gemakkelijk
kan men daar tegen opponneeren,
indien men zelf schier geen siap
buiten de deur zet die niet gede
clareerd kan worden als eene of
andere dienstreis.
En nauwelijks is het principe
van inkrimping doorgevoerd, of uit
den boezem der vergadering ko
men stemmen om aan de leden
der Provinciale Staten vrijkaarten
voor deze diensten te verleenen.
Het Staten lidmaatschap dat nu
inderdaad eene eere-betrekking is,
zou langs dezen weg nog een niet-
onaanzienlijke bate afwerpen voor
sommigen, die van deze diensten
meermalen gebruik maken en het
belangrijk tekort op deze exploi
tatie op zulk eene wijze nog hel
pen vergrooten.
Waar een vrijkaart ook is voor
gesteld als een beleefdheid, hebben
Ged. Staten onzer provincie dit
zeker niet willen zijn tegenover
de hoogergeplaatsten, wien dit be
leefde gunstbewijs opnieuw is uit
gereikt, terwjjl dit van lagere is
ingetrokken.
Indien de intrekking een gevolg
is van het geopperde denkbeeld om
met het vrijkaarten-systeem te bre
ken, is het eigenaardig dat met
de nieuwe constellatie in het col
lege de Gordiaansche knoop maar
niet in eens doorgehakt.
Wat ten aanzien van de Kamer
leden tegenover deze aangelegen
heid is aangevoerd, geldt natuurlijk
ook voor de Statenleden ten op
zichte van de exploitatie van de
Provinciale Stoombootdiensten.
Binnenland.
Naar aanleiding van eeu in deu
zomer van 1913 gehouden congres,
waar gesproken is over visch als
volksvoeding, wordt heden op ver
zoek van den dirig. off. van gezond
heid lo kl. A. Butner te 's Uravcn-
liage, in de kazerne van do brigade
grenadiers en jagers een proef gehou
den niet hrt vei strekken van visch in
plaats van vleesch aan do soldaten.
Daar visch goedkooper is dan
vleesch, is per man een grooter ge
wicht aan visch ingekocht, zoodat
in het gehe, 1 voor bet middagmaal
noodig was 000 kg kab. Jjauw, geheel
schoon en ontdaan van de koppen.
In verband met liet weinige seivies,
dat vooral in den tegeDWoordigen
tijd in de kazernes aanwezig is, zal
do visch ontdaan van de graten door
de aardappelen worden gestampt.
Donderdagavond werd in de Pijl
steeg te Amsterdam een dame een
handtaschje ontrukt, waai in drio por-
temonnais, die samen een waarde van
ongeveer 750 mark inhielden.
Het taschje bevatte voorts nog een
aa ,tal sieraden, zoodat de gauwdief
zich een waarde van omstreeks dui
zend gulden had toegeëigend.
Omtrent dezen straatroof verneemt
de „Tel nader, dat de dader uit wan
delen was met de bestolene en haar
echtgenoot Zij hadden met elkaar ken
nis gemaakt iu een café in de War
moesstraat. De vriend maakte van
deze gelegenheid gebruik, door, in de
Pijlsteeg gekomen, de juffrouw, het
taschje te ontrukken en het pijlsnel
op een loepen te zetten.
Achter het drietal liep een kruier,
die de snoode daad gezien en den
dader herkende. Hij gaf van zijn be
vindingen kennis aan de politie, die
er op uitging om dezen te. arrestee-
ron.
Men vond hem den volgenden mor-
geu in een logement aan de Dirk
Hasseltsteeg en kon tevens de hand
leggen op twee zijner handlangers,
die in het complot betrokken waren.
In zijn haastige vlucht had de da
der een portemounaie, inhoudend 90
mark en ongeveer ƒ20 Hollandsch
geld, laten valltn. Deze portemou
naie werd door den eerljjken vinder
aan het bureau gedeponeerd.
De sieraden en andere geldswaai-
dige papieren van het echtpaar, af
komstig uit Berljjn, zjjn voor het
grootste deel terecht.
De aangehoudenen ontkennen alle
schuld. Het zyn drie Rotterdam
mers,