011 JptwféttfiéïHöÊ»
ÏMtihun.
PIANO
es
Buitenland.
Mo 18§5.
Zaterdag 10 Januari 1914.
23e Jaargang.
Spoorwegongelukken.
mi
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco
er post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar
3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika.
Abonnementen worden mede aangenomen b$
jekhandelaren en brievengaarders.
va
bis
NS
UT.
BRESKENSCHE COURANT
<T
Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar
plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentisn worden ingewacht tot Dinsdag
en Vrijdagmiddag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond by den uitgever C. DIELEHAN te Breskens.
Er is een oud spreekwoord als
it kalf verdronken is, dempt men
put. De moraal dezer enkele
oorden vat zich in het kort hier-
sarnen, dat men wel een her
ding van een ongeluk zal voor
den, doch dat het natuurlijk
geboden plicht was geweest
et eerste zoo goed als onmogelijk
maken.
In verband nu met het ontzet-
nde ongeluk in Drenthe is de
indacht op het spoorwegwezen
ivestigd.
Prov. Gron. Crt. stelt zich
en tweetal vragen„is er een
ut te dempen en „zijn er fou-
tn in ons'spoorwegwezen'aan het
ht gekomen
En dan zegt het blad dat, het
lerminst zeker is, dat een bepaal
tekortkoming de verklaring is
an het droevig ongeluk by de
alerbrug. Het is zeer wel mo-
iljjk, dat eenig direct verband
isschen zulk een tekortkoming en
le ramp niet kan^wordenfaange-
wnd.
Men hoort veelal de opmerking,
at dit niet noodig is, dat de
poorwegmaatschappijen zelf alles
)en wat er gedaan moet worden,
at er een rijksinspectie is, die
veneens voortreffelijk werkt, dat
opwinding over de droeve
ivolgen van zoo'n ongeluk aller-
beschuldigingen worden rond-
fslingerd en allerlei opinies wor-
i gehoord, die ten slotte niets
beteekenen hebben.
Wij zullen zeker niet ontkennen,
't er in zoo'n moment van ont
sitenis meer gezegd wordt dan
ter kan worden verantwoord,
bch de meening, dat bij ons
«wegwezen alles zoo goed mo
lk is in de beste denkbare van
'te werelden, kunnen wij toch
beslist niet als'Me juiste aan
talen.
Integendeel, wy weten zeker,
er hier als wel overal bij
We organisaties misstanden be-
en dat het van belang is
juist in zulke momenten op
gelijke misstanden het licht te
■ten vallen.
Edoch wy staan by het op-
f°ren van die misstanden voor
[Wte moeilijkheden. De eerste is
dat men in ons land wel
op buitengewone wijze toont hoe
weinig de autoriteiten rekening
houden met de publieke opinie.
Het blad wijst dan op Pruissen
alwaar onmiddellijk na een onge
val een offlciëele lezing wordt ge
geven. En al staat die nietonom-
stootelijk vast, zij heeft voor volk
en regeering houvast en kan bij
dragen tot geruststelling van het
publiek, dat nu is overgeleverd aan
allerlei beschouwingen, dikwijls van
zeer ondeskundige personen.
Ook voor die onvastheid van de
publieke opinie is overigens eene
goede reden, daar vrijwel alle des
kundigen afkeerig zijn zich over
het gebeurda uit te laten. Die af
keer is wel eenigszins begVijpelijk.
Een groote spoorwegmaatschappij
ie een machtig lichaam met vèr-
reikenden invloed. Maar bovendien
werken in die groote maatschappij
Delftsehe ingenieurs. En de des
kundigen zijn ook bijna uitslui
tend Delftsehe ingenieurs. En zoo
komt het, dat men in 't algemeen
nu en dan minder gunstige oor
deelvellingen hoort, doch dat de
deskundigen zich zeer ongaarne in
het publiek over zulke kwesties
uitlaten.
In een klein land als het onze
komt men gemakkelijk voor der
gelijke bezwaren^ te staan. En
juist omdat deze bezwaren bestaan,
is het zoo goed, dat bij dergelijke
rampen eens een droeve, maar
zeer gewenschte aanleiding bestaat
voor een algemeene inspectie in
het licht der openbaarheid.
Dat zulk een inspectie noodig is
niettegenstaande er al een rijks
inspectie van spoorwegen is, zou
den wy wel durven volhouden,
hoezeei wij overtuigd zijn, en bij
ervaring weten, dat er bij deze
inspectie uitmuntende ambtenaren
werken en dat ook in den Raad
van Toezicht knappe mannen zit
ten. Want ook tegenover deze
machtige lichamen en ook hier
zal een begrijpelijk (zoo al niet
bewonderenswaardig) gevoel van
collegialiteit zich licht doen gelden.
Bovendien is herhaaldelijk de
opmerking gehoord, dat het Rijks-
toezicht op de spoorwegdiensten in
Nederland niet heelemaal goed is
ingericht. Op grond van grieven
ten opzichte van het corps inge-
neurs eu met het oog er op dat
het spoorwegwezen ernstig op veler
lippen is gekomen, zijn er in elk
geval voldoende reden om eens
na te gaan of- en zoo ja, welke
veranderingen noodzakelijk.
Er zijn nog andere vragen, die
van meer oppervlakkigen aard zijn.
Te licht materiaal te lange trei
nen, het moeilijk zien van signa
len door den machinist, te klein
personeel, altemaal zaken, die het
blad ten slotte doen vragen of nu
het oogenblik niet is aangebroken
om te verlangen, dat ook deze pun
ten door de deskundigen eens in
het openbaar geantwoord wordt,
opdat, zoo mogelijk, de gewekte
onrust worde weggenomen.
U'H
4 jij f
|:K|
St-J
V NATIONALE INDUSTRIE
m WENSCHT U EENÏ5KIASP1AH0.AUT0-PIAN01
Of electrisch.koopt dan een pianokesselsi
yfÉj UKUNT ELDERS WEL VEEL HOOSEREPRUJEW
iANOFA B R IE if MJME SUlTtILB UHG
Er broeden in den Balkan opnieuw
moeilijkheden. De Turken zijn klaar
blijkelijk van zins om de meest be
langrijke eilanden, die zij in den oor
log hebben verloren en die Europa aan
de overwinnaars heeft toegewezen, met
geweld weder van Griekenland af te
nemen. Zij aarzelen niet, te verkia
ren dat zjj zeker zijn van Bulgarije's
steun en kondigen reeds nu den oor
log tegen April aan, indien men hun
geen voldoening verschaft.
Deze feiten, zegt de Temps, werpen
een onverwacht licht op sommige
vraagstukken, die nog moeten worden
opgelost, met name de flnaneiëele
kwesties.
Serviërs en Griekenlanden wachten
nog steeds op de hun toegezegde gel
delijke steun. Maar de Turken hebben
die steun reeds verkregen, door mid
del eener in Frankrjjk geplaatste lee
ning. Mot het geld dier leeniDg heb
ben zjj in Engeland een draednougt
gekocht.
Hierdoor is een hoogst eigenaardige
toestand ontstaan, daar nn de eenige
Balkan-mogendheid die zoo duidelijk
mogeljjk haar oorlogszuchtige gevoe
lens aan den dag legt, juist degene
is, die van Frankrijk geldeljjken en
van Engeland militairen steun erlangt.
Het acht 't dan ook meer dan tjjd
dat het Engelsche departement van
oorlog en het Fianrche van Buiten-
lmdsche zaken eens door daden too-
nen waar hun belang ligt.
Frankrijk en Engeland fungeeren
hier als de gedupeerden. Zjj dienen
langs directen weg de oorlogszuchtige
plauuen van Turkije jegens de twee
Baikanstaten, te welker opzichte
Frankrijk en Engeland juist de beste
motieven tot ondersteuning hebben.
De allereerst te nemen maatregel is
van positieven aard zonder verwjjl
aan Servië en Griekenland den finar-
cieelen steun te verschaffen, waai op
zij wachten, en dien z(j noodig heb
ben, niet alleen om zich te reorgani-
seeren, maar ook om zich be verdedi
gen.
De tweede maatregel is van nega
tieven aard den Turken onder het
oog te brengen, dat, zoolang hun hou
ding dreigend blijft, de markten van
Londen i n Parijs onverbiddelijk voor
hen gesloten zullen worden.
In alle gestelde kwesties hebben
Seivië en Griekenland de eischen van
den Driebond ingewilligd, Turkije heeft
juist het tegenovergestelde gedaan,
ook jegens de Triple-Entente.
Men zal er wellicht in het andere
kamp op rekenen, dat het Fransche
en het Engelsche geld het gewenschte
mom zullen weten te vinden, waar
onder het te Berffjn en te Weenen
de Turksche leeningen kan gaan aan
vullen.
Nabij Straatsburg is de vorige week
een ernstig spoorwegongeluk voorge
komen.
De verongelukte trein kwam uit de
richting Barmen—Elberfeld en ver
voerde verlofgange's, die te Metz in
garnizoen lagen en het Kerstfeest bij
hun familieleden hadden doorgebracht.
Dat de ramp geen grooter proporties
heeft aangenomen, is te danken aan
het feit, dat het meerendeel der sol
daten reeds te Diedenhofen was uit
gestapt Het ongeluk gebeurde tus-
schen de stations Woippy en Metz-
devant-les-ponts op een dood spoor,
doordat de trein tegen een stootblok
aanreed. De locomotief woelde zich
tot aan de assen in den grond de
zich onmiddellijk achter den tender
bevindende goederen wagen, werd in
elkaar gedrukt en versplinterde geheel.
De daaropvolgende 3de klasse-waggon
derailleerde en werd gedeelte verbrij
zeld. Het was in dezen waggon, dat
zich de slachtoffers bevonden. Het
aantal gedooden is thans definitief op
zeven vastgesteld. Het aantal zwaar
gewonden, van wie één doodelijk, be
draagt twaalf, terwijl ten minste
veertig personen licht gekwetst wer
den. Het indentifleeren der ljjken
ging met groote moeilijkheden gepaard,
daar de slachtoffers onherkenbaar ver
minkt waren.
Men heeft een voorloopige lijst van
namen opgemaakt, die voornamelijk
gebaseerd is op aauwijzingen, die men