tymm
Mattomn.
ftieiuu.*- «11
IWt
Bij liet afscheid.
Binnenland.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco
Iter post 0.55, voor België 0.75 en 1 dollar
3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika.
Abonnementen worden mede aangenomen bij
ioekhandelaren en brievengaarders.
No 1883.
llondeidag 1 Januari £914.
23e Jaargang-.
Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar
plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag
en Vrijdagmiddag te twee ure.
Uit blad verschijnt eiken Dinsdag- en rytlagavond bij den uitgever C. 1)1 KLEI l> te Rretkecis.
Ongetwijfeld zal menigeen met
"Ln zucht van verlichting de af
floten jaarkring in het einde-
jze niet zien wegzinken.
[f Het jaar der feesten bij uitne-
iendheid, is toch voor zoovelen
in tijdperk geweest dat hoogst
woelige slagen heeft gebracht.
0, zeker, elk jaar eischt de
loning der verschrikking talloos
e offers op, en vandaag beweent
je en morgen gene zijne dier-
_re geliefden, maar de felheid
-namiede in het scheidende jaar
ijartswonden zijn geslagen, is voor
a opmerkel ij kerf toeschou wer des
belangrijker naar mate de bij-
inderejomstandigheden des te
jfaier bekend zijn.
In den engen kring onzer ge-
leente zijn daarvan zeer vele en
prekende voorbeelden. En zal men
in wijdere kringen niet even-
■r kunnen aanwijzen en gevoe
lt?
Als van zelf voeren onze ge-
ichten ons dan terug naar het
jépschokken de spoor wegon gel u k
vorige week, waardoor tal van
lilies op eens in diepen rouw
ierden gedompeld en waardoor
vooravond van het feest des
'redes en des Lichts, dood en ver
enis bracht en een ontroerende
it van diepe deernis de klanken
in het Kerstlied overstemde.
En hoevelen hebben in hët af
topen jaar niet door dergelijke
ipen het leven gelaten,
r rampen zijn en blijven 't
als daar o,p het onverwachts
a ziekte het leven belaagt en
t slachtoffer velt, gelijk de moor-
toe kogel uit het vijandelijke
de vaders en zonen weg
rit als de korenhalmen onder
t sikkel.
Daar is maar éene schrede tus
sen leven en dood
En Hij die brooschheid, waaraan
le|i toch zoo dagelijks wordt
tonnerd, dat korte leven nog
verzuurd te zien door zoovele
■tistpunten en strijdvragen, daar
■to men soms voor
Toch zal dat zoo blyven waar
toveleen velerlei belangen, groote
11 kleine, zijn, waar zoo menig
■jtoilpunt niet te overbruggen
%t, zal er strijd zijn.
toze natie voerde in den zomer
van 1913 een worstelstrijd op
politiek terrein als nog weinig is
aanschouwd.
Het eindresultaat deed het ka
binet der coalitie plaats maken,
voor een vrijzinnig bewind, welks
optreden inderdaad een niet on-
gunstigen indruk in den lande
hoeft gemaakt.
De heer Vorsterman van Oven
de afgevaardigde voor ons district
wenschte zijn mandaat niet te zien
hernieuwd en werd opgevolgd dooi
den heer de Muralt, van wiens
werkkracht nog veel voor ons di
strict wordt verwacht.
De Staten onzer provincie on
dergingen een zeldzaam groote ver
andering. Zag menig lid door de
wisseling der volksgunst zijn man
daat niet hernieuwd, anderen leg
den dat neder wegens gevorderden
leeftijd, terwijl verschillende leden
door den dood aan hunnen werk
kring ontvielen.
In den maalstroom dier groote
wijziging, waarin ook het district
Sluis een belangrijk aandeel had
door de afvaardiging van drie nieu
we leden, ging zelfs een drietal
leden van het Gedeputeerd college
ten onder. En de verandering dei-
politieke constellatie van onzen
provincialen Raad deed zelfs een
vrijzinnig lid naar de Eerste Ka
mer afvaardigen.
Voor wat onze gemeente be
treft, zag de heer Weijkman, we
gens hoogen leeftijd zich genood
zaakt zijn lidmaatschap van den
Raad en zijn wethouderschap aan
jongere krachten toe te vertrou
wen. En door den dood ontviel
tevens aan zijne familie en aan
den Raad de heer de Hulster, die
sints enkele jaren tevens wethou
der was.
Tal van vereenigingen en cor
poraties leden een gevoelig verlies
door het verscheiden van den heer
Roggeband, wiens leeftijd nog et
telijke jaren werkzamen arbeid
had doen verwachten.
En zoo zijn er in onze gemeente
en daar buiten zoovelen aan hun
nen kring ontvallen, wiens gemis
men op een dag als deze te meer
gevoelt.
De bloedige krijg in den Balkan
die duizenden by duizenden in de
kracht van hun leven deed vallen,
beslaat een zeer donkere bladzyde
in de annalen van 1913, trots alle
pogingen die in het belang van
den wereldvrede worden aange
wend.
Als een monument van die be
weging prijkt in al zijn glorie in
de residentie onzes lands het trot-
sche Vredes-paleis, dat dezen zo
mer aan zijne bestemming werd
gewijd.
Die wijding was er op berekend
samen te vallen met de herden
king onzer honderd-jarige onaf
hankelijkheid.
Is die episode uit de geschiede
nis van ons volksbestaan inder
daad niet van belang ontbloot, de
hedendaagsche samenleving, die
natuurlijk nooit anders heeft ver
keerd dan in de sfeer van onaf
hankelijkheid als volk, kan zich
wel eenigszins de druk der vreem
de heerschappij indenken, waartoe
ze ten overvloede voedsel vindt in
de historieblaan van het grijs ver
leden, maar het gevoel dat zich
van onze voorvaderen meester
maakte, kan zich bij het nageslacht
uit den aard der zaak niet in die
mate ontwikkelen.
De veelzijdige eischen die de te
genwoordige samenleving aan den
mensch stelt, heeft waarlijk genoeg
aan zich zelve, dan dat men lang
op éen punt kan blijven staren.
In tal van steden en dorpen is
dat feit herdacht en vormde de
uitbeelding van het origineele his
torische moment het hoofdpunt
van de rij der feestelijkheden.
Zoo behoort dan 1913 met al
zijn wel en wee tot het verledene.
Voor wat 1914 in zijn schoot
verbergt, hangt in zooverre een
dichte sluier dat we niet dan hoop
vol de toekomst kunnen tegemoet
treden.
Spreide zij zooveel mogelijk ze
gen, dien ieder, voor zoover doen
lijk, deelachtig worde.
U, lezei, alle heil!
Onder zeer groote, veelzijdigo en
ambtelijke belangstelling had gister
middag de teraarde bestelling plaats
van den zoo noodlottig om het leven
gekomen oudsten zoon van minister
Cort van der Linden plaats.
Dc minister van justitie, mr Ort-,
schetste den outrukte als een lief
hebbende zoon en broeder, toegerust
met groote gaven van geest on hart.
Geen woorden van troo3t weet spr,
voor do ouders, de broeders, wien een
deel van hun zijn en hun denken ont-
vH, de zoon en broeder, dien zij nooit
zullen weerzien.
Toch zal die troost komen. De dier
bare overledene zelf zal "hen dien schen
ken. Die troost zal gelegen zijn in
da herinnering aan wat hij voor hen
geweest is, hoe oneindig rijk zij in
hem waren, de gedachte aan zijn pril
le j- ugd, aan zijn kinderlijke jeugd,
aan zijn aanhankelijkheid op lateren
leeftijd, aan zijn trouw, plichtsbetrach
ting, aan de wijze waarop zijn naam
hooggehouden woidt. Dan zal de dank
baarheid, dien zoon gehad te hebben,
de dioefheifi over zijn verlie3 over-
trtffen.
De heer Cort van der Linden zeg
de allen, die zijn lief kind hier had
den gewerd, haitelijk dank, dank voor
de gesproken woorden, dank voor de
tegenwoordigheid van zoovelen.
In deze dagen van ontsteltenis en
smart heeft hij zich godragen ge
voeld dooi het medegevoel van bijna
hot gf-her-lo volk. Ik heb dat, zei de
heer Coit van der Linden, gevoeld als
oen ontzaglijk voorrecht boven velen.
Daarin ligt voor mij de dure plicht,
niet terug te deinzen voor de zware
taak des levens.
Wii, zijn ouders en bro-ders, zullen
trachten te berusten in Gods wil.
Wij zullen ons door die enkelo
verschrikkelijke seconde van den dood
rist laten ontnemen de lichtende
herinnering aan onzen zoon en broeder.
Daarna werd het graf gesloten met
de ter weerszijde van de groeve tot een
bed van bloemen gespreide kransen,
waaronder een van de Staatsspoor en
een van dr Roosenburg, dien anderen
diopbedroefden vader, die door de
zelfde ramp een zijner zonen verloor.
Ten zeersto onder den indruk, diep
geroerd door het zion van de moeder,
die daar weenend bij liet graf van
haren oudsten zoon stond, verliet men
den doodenakker.
In den nacht van Donderdag op
Vrijdag, omstreeks 4 uur, zag een
agent van politie, die de Kortesttaat
te Arnhem passterde, dal 'n drietal
personen zich in de Gortemakersteeg
begaven. De agent besloot, eeDs te
gaan zien wat het drietal in die steeg
uitvoerde. Hij liep die steeg, welke
des nachts niet "erlicht is, in. Geko
men aan het eind dezer doodloopende
steeg, liep hij in het donker tegen
een man aan. Toen werd hem onmid
dellijk daarop een vuistslag tegen het
voorhoofd, boven het rechteroog, toe
gebracht. Onmiddellijk daarna werd
hij vastgegrepen door twee andere
personen en, ïia een korte worsteling,
ter aarde geworpen.
Toen werden hem nog twee trap
pen tegen het hoofd toegebracht,
waardoor hij bewusteloos werd,althans
hij weet zich niet te herinneren wat
er verder met hem gebeurd is en waar
de daders gebleven zijn. Ongeveer 8
kwartier later hoorde oen Burveillee-