fymmx Mum~ en ÉbmkwixêUb neen e^felip laau&creu. De ouderdomsrente. Binnenland. S Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post 0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar 13 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika. Abonnementen worden mede aangenomen by boekhandelaren en brievengaarders. Xo 1894. Zaterdag 29 November 3913. 23e Jaargang. Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. G-roote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- eu Vrijdagavond hu den uitgever C. DlELEtfAA te Breskens. Het bij den Raad van State te dezen aanzien aanhangig gemaak te wetsontwerp houdt o.m. in, dat opeen ouderdomsrente rechtheeft ieder, die aannemelijk maakt, dat hij a. zeventig jaar is of ouder, b. behoeftig is, c. niet na het bereiken van den leeftijd van vijf en zestig jaar onderstand heeft genoten van een gemeente of een instelling van wel dadigheid, voorkomende op de lijst in art. 3 der Armenwet bedoeld, en d. dat ook zijn echtgenoot be hoeftig is, zulks behoudens eenige in de wet genoemde uitzonderingen. De rente gaat in op den dag, waarop de aanspraak op rente is verkregen, doch niet vroeger dan drie maanden vóór den dag, waar op de rente-aanvrage bij het ge meentebestuur inkwam. Van het recht op ouderdoms rente wordt uitgesloten hij, die, a. na het bereiken van den leef tijd van zestig jaar by een von nis, dat onherroepelijk is gewor den, is veroordeeld tot gevange nisstraf of tot plaatsing in een rijkswerkinrichting, een en ander voor een jaar of langer b. misbruik van drank pleegt te maken of op andere wijze een bekend slecht levensgedrag leidt. Mede worden uitgesloten a. Nederlanders of Nederlandsche onderdanen die niet gedurende de laatste vyf jaren vóór hun rente- aanvrage onafgebroken in Neder land hun hoofdverblijf hebben ge had, b. anderen dan Nederlanders of Nederlandsche onderdanen, die niet gedurende de laatste twintig jaren vóor hun rente-aanvrage onafgebro ken in Nederland hun hoofdver blijf hebben gehad. Zjj, die gedurende zes maanden onmiddellijk voorafgaande aan den dag van aanvrage van de rente broken in Nederland hun oofdverblyf 'hadden, worden ge- acht, gedurende het hiervorenbe doelde tydvak van vyf, respectie Velijk twintig jaren onafgebroken lo Nederland hun hoofdverblijf te hebben gehad, als zy in dat tyd- 'ak niet gemiddeld een maand per jaar of langer hun hoofdverblijf «uiten Nederland hadden. Voorgesteld wordt het bediag van de ouderdomsrente te bepalen op ƒ104 per jaar, doch voor ieder der echtgenooten, aan wie beiden een ouderdomsrente is toegekend, ƒ78 per jaar. De ouderdomsrente wordt ge bracht ten laste der gemeente, al waar de rechthebbende zijn hoofd verblijf had op het tijdstip van de aanvrage. Kan geen gemeente worden aangewezen, waar de rechthebben de op het tijdstip van aanvrage van de rente zijn hoofdverblijf heeft of wordt geacht te hebben, dan komt de rente ten laste van de gemeente, waar hij na het be reiken van den leeftijd van 65 jaar het laatst zijn hoofdverblijf heeft gehad. Kan ook zoodanige gemeente niet worden aangewe zen, dan komt de rente ten laste van het rijk. Het rijk verstrekt aan de ge meenten een vergoeding van ƒ50 per hoofd voor ieder, die op 31 December van het afgeloopen jaar in de gemeente hoofdverblijf heeft gehad en den leeftijd van 70 jaar had bereikt of overschreden, be houdens eenige uitzonderingen. Aan gemeenten, welker kosten voor de uitvoering van wet over hut afgeloopen kalanderjaar niet worden gedekt door die vergoe ding, kan door de Kroon een toe lage uit 's rijks schatkist worden toegekend. De uitbetaling van de rente ge schiedt eenmaal per week. Ingeval de betrokkene in een krankzinnigengesticht, gevangenis of rijkswerkinrichting verblijft of zich door vlucht aan de gevolgen van een veroordeeling heeft ont trokken of zijn hoofdverblijf bui tenslands heeft, wordt de rente tydelijk niet uitbetaald. KGOED.PIANQFMfUUM.lJiAMSEliTllBUIiq Hot mailstoomschip Prins Willem III, dat Vrijdag van Amsterdam ver trok, is, na ia volle zee te zijn ge weest, ie IJmuiden t vuggekeerd, we gens dienst Weigering van het slokers- persoueel. Dd stokers van d.-> Prins Willem III verzochten de Tel. nair aanleiding van dit vooival, de volgende verklaring te willen opnemen De Prins Willem III is Vrijdag middag te 2 uur vau hier vertrokken. Hot schip voer vroeger op West-Indië, doch wasdoordeu Kon. West-Iodischeo Maildienst uit de vaart genomen. Thans was het vaartuig als vracht boot gecharterd door de K. N. S. M. Het schip was 24 uur te laat ver trokken uit Amstordam, omdat de ketels lek wareu. Eén kwartier na het opstoomeD, bij het Konioginnedok, hoorden wij plotseling een knal, terwul de stoom ontsnapte. Ons werd toen gecomman deerd, het vuur uit den ketel te ne men. Later is gebleken, dat een aftap kraan van den ketel was gesprongen. Door dit voorval kregen wij een schrik, om met de Prins Willem III de reis te aanvaarden. Vrijdagavond te 7 uur arriveeerden wij te IJmuiden. Wij zijn toen niet naar zee gegaan, doch bleven 's nachts in de sluis. Terwijl een onzer des nachts op wacht was, ontdekte hij twee lekkages, éen bü h6t lage vuur en éen hij het slikdeksel Wij hebben den kapitein daarop te kennen guge1 V6D, dat wij onder deze omstandig heden met het schip geen zee wilden kiezen. Zaterdagmorgen is er nog iets aan de machine gerepareerd. Daarop is eene commissie aan boord geweest, wij meenou de scheepvaartinspectie, die het schip onderzocht, terwijl er 120 pond spanning op den ketel stond. De inspectie was van oordeel, dat het schip zeewaaidig was en de manke menten van den ketel niets te bei.ee- kenen hadden. Wy hebben daarop den hoofdmachinist gevraagd of wij aan den wal konden gaan, waarop deze antwoordde„machinisten kun nen ook nog wel stoken. „En op zee?" zoo vroegen de sto kers. „Op zee zullen we wel verder zien" werd geantwoord. De machinisten hebben daarna ge stookt om het schip buitengaats te brengen. Te 1 uur Zaterdagmiddag waren wij in volle zee. De kapitein liet ods toen op de biug komen, las ous toen een artikel voor over mui terij en zeide dat wij een aanklacht tegen hem konden inuienen, doch wij naar beneden moesten. Wij antwoordden dat door het voor .gevallene de schrik er in zat en wij niet meer in staat waren on* werk te doen. Als jullie dan niet wilt, dan zal ik da politievlag hjjschen en jullie terug brengen, was het antwoord van den kapitein. Toen wij terugkwamen met de po- litieviag in top dacht men te IJmui den, dat er muiterij aan boord had plaats gehad. Do veldwachter kwam aan boord en wij gingen naar den wal, waar ons eene verklaring werd afgenomen en proces verbaal van het voorgevallene is opgemaakt. Wij wenschen hier uitdrukkelijk te verklaren, dat onze onderhandelingen met den kapitein met de grootst mo- golijko kalmte hebben plaats gehad, en wij alleen de Prins Willem III hebben verlaten, omdat naar onze meening, de ketels minder deugdelijk zijn. Aan de verklaring der stokers kan de redactie nog tot voegen dat ander maal de scheepvaart-inspectie op het schip vei scheen en wederom een on derzoek instelde. Men bevond het schip volkomen zee waardig Bij onderzoek was gebleken dat de ketel «en druk vau 186 pond kon verdragen, zonder dat zich het minste incident voordeed. Telegraphisch werden daarop an dere stokers van Amsterdam ontbo den. Deze arriveerden per automo biel en begaven üch aan boord, waar op het vaartuig Zondagmorgen te vier uur vertrok. De stokers zullen zich wegens dienst-* weigering voor de rechtbank hebben te verantwoorden. Maandag vervoegde zich een 85- jarige varonsgozel J. A. P. aan het bureau van den Burgerlijken Stand te Rotterdam om een bewijs van over schrijving. Tot zijn groote verwondering ver nam de man daar, dat hij zulk een bewijs niet kon krijgen, en wel daar om tot zijn nog grootere verbazing... omdat hij „dood" was. Hoe hij ook verklaarde, dat natuurlijk niet zoo was, hij kreeg het bewijs eenvoudig niet. De wettelijke „doode" verliet teleur gesteld het gebouw, om eenig licht in deze duistere zaak to bekomen. En wat bh eek nu Donderdag der vorige week was in de Koningshaven een lijk in verren staat van ontbinding gevischt. Dit lijk was door de echtgenoote en door twee zusters van den overledene her kend als dat van den 35 jarigen J. A. P., zonder vaste woonplaats. De vergissing was ontstaan doordat het opgehaalde lijk hetzelfde litteeken vertoonde als den voornoemden va rens gezel. Door de echtgenoote van P., die bi] dit vreugdevolle bericht begrijpe lijkerwijs verheugd is, zullen bij de rechtbank stappen worden gedaan, om dit misverstand uit den weg te rui men. Zaterdagavond kwam het tus- schen de politie en eenige huzaren te

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1913 | | pagina 1