tymm
Buitenland.
cu J+Vi>pcrfcuft1 a6
WW
rivfelp If.-^ïaau^eren.
No 1856.
Zaterdag 22 September 1913.
22e Jaargang.
Het Zuiderzee-vraagstuk.
Abonnement per 8 maanden 0.50, franco
per post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar
i 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika.
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Gtroote letters naar
plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag
en Vrijdagmiddag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMIS te Kreskens.
Het Tijdschrift der Maatschappij
voor nijverheid wijdde aan de be
noeming van den heer Lely tot
minister van Waterstaat een arti
kel, mede in verband met het plan
der drooglegging van de Zuider-
jee, waarvan de nieuwe minister
een groot voorstander is en de
verwezenlijking ervan in de jong
ste troonrede deed opnemen,
üp de te Arhsterdam gehouden
scheepvaart-tentoonstelling brach
ten twee kaarten het „verleden"
-;i het „heden en de toekomst"
is beeld van de nationale gronden.
De eerste toont aan, de toestand
streeks 1840 toen het Haarlem
mermeer nog niet drooggemalen
en het IJ nog het IJ was, zonder
[oordzeekanaal. En de andere
kaart toont de afsluiting en de
drooglegging der Zuiderzee volgens
het verslag van de Staatscommis
sie, uitgebracht den 14 den April
1894.
De begrooting van dit plan, dat
in 33 jaar afgewerkt zou moeten
worden, loopt over een bedrag van
ƒ189.000.000 met inbegrip van
de kosten voor de militaire ver
dediging, de verbetering van het
Zwolsche Diep, het benoodigde
kapitaal voor het wegbaggeren van
zand uit het te vormen „IJsel-
meer", de schadeloosstellingen voor
de visscherij enz.
In het geheel zou daardoor wor
ts verkregen een aanwinst van
i.'O.OOO H.A. vruchtbaren grond.
Tweehonderd en vijftigduizend
menschen, zoo rekent de Zuider-
zeevereeniging voor, zouden in de
nieuwe Zuiderzee-provincie een
goed bestaan vinden. In plaats
fan de tegenwoordige Zuiderzee-
fisscherij, met een gemiddelde
dmto-opbrengst van 2 millioen
's jaars, een landbouw op de Zui-
derzee-gronden met een bruto-op-
brengst van 70 millioen gulden.
In plaats van een sober of ar
moedig bestaan van 3017 Zuider
zte-visschers met hunne gezinnen
gevormd door 1730 vaartuigen met
volledig bedrijf, een goed bestaan
v"an minstens 40000 landbouwers
mot hun huisgezinnen en 50000
neringdoendenhandwerkslieden
enz', die in de nieuwe provincie
noodig zijn. In Zeeland waren er
°P 31 December 1909 in de nij-
verheidsbedrijven, handel en ver
keer 47734 personen, onder wie
11836 vrouwen.
In plaats van de tegenwoordige
Zuiderzee visscherij een zoetwater-
visscherij op 155000 H.A. in het
IJselmeer en in de nieuwe polders
tegen 134000 H.A. in geheel Ne
derland.
Geheel anders oordeelt De Vis-
scherijcourant".
Aan ons schrijft zij te
zorgen, dat minister Lely's plan een
plan blijft. De zooveelste papieren
drooglegging. Aan ons te zorgen,
dat de Zuiderzee visscherij mogelijk
blijft, en zoo onverhoopt niet, de
visscherij kringen ruimschoots wor
den schadeloos gesteld.
Voorwaar 't is moeilijk. De
betrokkenen gelooven niet aan de
drooglegging, zijn zoo moeilijk in
beweging te krijgen. Velen hun
ner denken, dat hun een flinke
som zal worden uitgekeerd of zien
een aardige vaste betrekking in 't
verschiet. En dan, er zal geld
noodig zijn, veel geld zelfs en wij
vreezen, dat velen zich daaraan
zullen onttrekken.
Maar toch, 't moet. De kost
winning staat op 't spel, wat meer
zegt, het vrije, mooie, voor ver
betering vatbare bedrijf.
De drooglegging kan komen, de
vergoeding zal tegenvallen en de
brugwachtersbaantjes zullen niet
voldoen. En wie zal vergoeding
krijgen en een goed baantje Is
er bij de visscherij-inspectie wel
éen visscherij man benoemd?
Visschers, zouters, rookers, han
delaren, scheepsbouwers, er moet
nu wat geschieden.
En het blad wil een agitatie op
touw zetten om het plan te ver
ijdelen.
Het zegt te kunnen bewijzen,
dat de drooglegging onnoodig is,
omdat er werk in overvloed is, de
afwatering zonder die te verbete
ren, land te over.
En ook, dat de Zuiderzee-vis-
scherij een bestaan geeft, een ge
kozen, weliswaar te verbeteren,
maar vrij bestaan aan vijfduizend
gezinnen dat de drooglegging der
Zuiderzee schadelijk is voor de ge
zondheid dat millioenen guldens
zullen worden verloren en dat geen
der argumenten van de voorstan
ders den toets der critiek door
staan kan.
Maai op het congres der binnen
scheepvaart is daarover weer an
ders geoordeeld. En het was nie
mand minder dan de voorzitter
van „Schuttevaêr" die een hartig
woord ten gunste van het groote
plan sprak.
Aan de hand van de troonrede-
1913, wees mr. Smeenge er op,
dat men nu verwachten kan, dat
er te dien opzichte wat gebeurt.
De mannen der volksvertegen
woordiging zullen het Koninklijk
woord zeker gestand doen. Zonder
iets te weten van hetgeen de troon
rede zou brengen, werd dit punt
op de agenda van dit congres ge
bracht. Spr. wist niet van te
voren, dat het in de troonrede
een stap verder zou worden ge
bracht.
Thans wil hij een poging wagen,
door het geven van de geschiedenis
van dit vraagstuk, de overtuiging
te wekken, dat thans de tijd ge
komen is, de drooglegging der
Zuiderzee ter hand te nemen.
Wanneer er zijn, die niets voelen
voor deze kwestie, dan komt het
doordat'zij er niets van afweten.
Zij weten niet, wat die droogleg
ging beteekent en wat men er
mee wil. Nieuw is dit vraagstuk
niet, doch de Nederlander wil nu
eenmaal graag van te voren alles
weten, vóór hij iets aanpakt.
Het eerste plan dagteekent van
1848 en is afkomstig van den
toenmaligen hoofdingenieur van
den waterstaat van Diggelen. Deze
wilde de geheele Zuiderzee droog
leggen en een dam leggen van
Noord Holland tot de zuidpunt van
Terschelling, om ten slotte in de
afwatering te voorzien door een
kanaal dwars door Noord Holland.
Daardoor zou 400000 hectare grond
voor ons land gewonnen zijn. Doch
bovenal zou de afwatering der pro
vincies nog verbeteren, eene af
watering die thans enorm te lijden
heeft onder het bijzonder groote
verschil van Zuiderzee-stand.
In 1866 liet de maatschappij
voor grondcrediet een plan uitwer
ken dat minder omvangrijk was en
de Zuiderzee zou droogleggen van
Enkhuizen af. In 1874 werd aan
een staatscommissie een hernieuwd
onderzoek opgedragen, terwijl on
der het ministerie-Heemskerk Sr.
in 1877 een plan verscheen tot
drooglegging van het zuidelyk deel
der Zuiderzee. En in is 1886 de
vereeniging van het groote plan tot
stand gekomen.
Hij is, als groot voorstander
van de Zuiderzee-drooglegging, er
van overtuigd, dat de vrij gekomen
grond van groot nut voor ons land
zal zijn, als bouwland en weiland.
Vervolgens behandelde spr. de
verschillende wetsontwerpen, die
in den loop der jaren te dier zake
zijn ingediend. Daarbij wees hij
op de groote voordeel en van het
plan Krausvermeerdering van
grondgebied, directe verbinding
der ijzeren weg van Noord-Hol
land en Friesland en vermindering
der dijklasten.
Ter beoordeeling van het plan
der staatscommissie 1892-94, ging
hij den waterstaatkundigen toestand
onzer provincies na. In Friesland
kampt men bijna voortdurend met
te veel en te weinig water. Te veel
water, zoodat de oogst bederft ten
gevolge van onderloopen. En te
weinig water, dat de scheepvaart
belemmerd wordt. Vrees voor het
water maakt dat op vele landen
alleen hooi wordt gekweekt. En'
zelfs de hooioogst mislukt Vaak.
Daarom wil men geen kosten aan
dit land besteden, om er bijv.
bouwland van te maken.
De kosten voor bemesting durft
men niet aan, daar hooge water
stand alle kosten daaraan besteed,
waardeloos maakt. Daardoor komt
het, dat ook in de bestaande
provincies veel land betrekkelijk
waardeloos blijft.
Een hotel in de Hollandstraat te
Antwerpen werd, naar de Nieuwe
Gazet" mededeelt, siDds eenige da
gen dcor twee zonderling# personen
bezocht. Een dier bezoekers droeg een
gouden ring met grafelijke kroon aan
den vinger en noemde zich baron Ei
sen. Zijn molguzel gaf zich uit voor
den geneesheer van den baron.
Zij toonden zich zeer voorkomend
voor de dochter des huizes, een 17-
jarig meisje, die hen bjjna geregeld
bediende.
Groot was de ontsteltenis der ou
ders, toen zij Woensdagochtend tot de
ontdekking kwamen dat hun dochter
gedureode den nacht de ouderwoning
had verlaten.
De politie opende onmiddelijk een
onderzoek en het signalement werd
in alle richtingen rondgestuurd.
Thans is het de politie van St. Joost-