fymm m\W£~ M Mbw WW ïtmxfoun. blijft Uit den Raad. 31 Abonnement per 3 maanden 0.50, franco post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika. Abonnementen worden mede aangenomen bjj Jdlekhandelaren en brievengaarders. Ufo 4851. Woensdag- 10 September 1913. 22e Jaargang. Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag twee te ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdas:- en Vrl)dit|ravond bi) den nitirever C. DIELEHAI te Breskens. aangeboden gemeentebegrooting toont bet beeld van een naargees- financiëele toestand. 6'iit)balve dat ze sluit met ten te- rt van ƒ340.875, zijn daar nog tal werken te doen en maatregelen nomen, waardoor haar deficit nog merkelijk stijgt. 'et mag eenigszins eigenaardig i Bijtten, als men dat tekort uitsluitend wijten aan het uiterst geringe ivan de pas vastgestelde rekening, ïiojliiets is toch natuurlijker dan dat kleine overschot ook weer een Bak heeft. dagfSn we zijn destijds in de gelegen- i geweest te wijzen op het ver- Dsel dat eene af- en overschrijving plaats hebben van uitgaven i Ikrtoe de betrekkelijke posten op logrooting ontoereikend waren en minder aan op enkele centen na, 10 beliep. lehoudens de enkele vraag die over tekening is gedaan, werd zij met wneene stemmen voorloopig goed- ;eurd, waaruit de voorz. kon con deeren, dat het beleid van Burg. IWetb. niet met de meening van eenpRaad in conflict kwam en ook, 46 ll geen der leden middelen kon rds wijzen om hier of daar te bezui- 661 to. .go 38U 'acl Ui h iD. nk st ien 'seoi Hu u ging mot de aanbieding van de jtootiDg, niet, als gewoonlijk, de ledeeling gepaard, van de afwij- posten Op zich zelf doet er weinig aan af of toe. Want, be te de vaststaande cijfers, dient el- te worden bezien, daar ze iveel beteekenis heeft hetzij ze reranderd, hetzij ze verhoogd of laagd is. Ie Raad is dat eigenlijk verplicht, iat hij de begrooting vaststelt, al- uiting geeft waartoe zich het be- zal bepalen en bovendien van em. en Wethuudeis verantwoor- kan eischen van allo zoodanige en die het dagelijksch bestuur der teente omvatten en in die begroo- belichaamd zijn. ie: onderzoek daarvan is geens- een zweem van wantrouwen, trdeelt men dit minder noodzake- idan geschiedt dit eigenlijk meer iferentie tegenover het college, piet minst tegenover deszeis hoofd, uderdaad, voor een raadslid, dat taak eenigszins naar behooren wil atten, wordt iets meer vereischt e«De zelfvoldoening aan een ze- zucht om ook eens op het ge uite der ere plaats te nemeD. ^klemmender wordt dat, als, ge- id den aanvang is gezegd, de toe- M desolaat kan worden genoemd. Behoudens het eerstgenoemde te- tl '8 onder de uitgaven niet gere ed op verschillende zaken, die, wor- uitgevoerd, bovendien de uit- met nog een 1368 zullen be» !te» en een totaal geraamd nadeelig lullen veroorzaken van f J.708.876, In de eerste plaats is daarin begre pen de uitvoering der verschillende bestratingen, waartoe wel is waar reeds is besloten en zelfs het aangaan eener geldleening van 3500 is ge voteerd, doch in de verwachting dat ook de polder Oud en Jong Breskens daarin tondeele zou bijdragen, en ook wil bijdragen, uit overtuiging dat eene financiëele medewerking in dezen ge billijkt kan worden, daar do verhar ding zou tot stand komen ten behoeve dier bewoners, waarvan de polder 's jaars een niet onaardige bate trekt uit erfpachten. Maar ondanks al die goede verwach tingen en billijke gronden, hebben de Gedeputeerde Staten verklaard, dat een subsidie van den polder niet kan worden aangemerkt als een vol strekt noodzakelijke polder-uitgave, wat zooveel wil zeggen als een verbod voor den polder om eenige steun te verleenen, zoodat de gemeente deze werken geheel voor eigen rekening kan uitvoeren. Daarop had de gemeente bij' het nemen van hgar oorspronkelijke be slissing niet gerekend, en bij een af loop als deze, vonden Burg. en Weth. vrijmoedigheid om te vragen of de Raad in dezen bij zijn besluit zou volhardeD, dan wel of de gewijzigde omstandigbedtn voor hem eene aan leiding kon zijn om daarop terug te komen. Er was nog een weg om den steun van den polder te erlangen, maar het resultaat er van achtte men zoo ge ring, dat men 't even veilig kon na laten. Men kon zich n 1. tot den Mi nister van Waterstaat wenden, doch het is bijna ondenkbaar dat Z.Ex. eene andere meening in toepassing zou brengen dan die door Ged. Staten wordt gehuldigd. Toch meende men dat het te be proeven was. Het was inderdaad ook een noodzakelijk werk dat men be doelde, want zonder eene eventuëeie beslissing van den Minister af te wachten hield men het genomen be sluit staande, vrijwel onafhankelijk van de mededeeling dat de keien, van wege de provincie beschikbaar ge steld, nog slechts disponibel zijn tot 1914. Het zou zelf3 nog overweging verdienen of deze keien, wederzjjds Slui3 liggende, met het vervoer niet te duur zouden komen, en men zich wellicht op andere wijze zoude kun nen behelpen. Voor een andere onverwachte zaak komt de gemeente te staan. Door het hoofd der school in de kom was eene mededeeling ingezon den, gestaafd door een verklaring van dokter van Noppen, dat zjjne echt- genoote niet bestand is tegen het be klimmen der trappen in de onder wijzerswoning, met verzoek, zoo mo gelijk, maatregelen te nemen tot weg neming van dit euvel. Nog slechts zeer korten tjjd geleden is uit dezelfde oorzaak voor de vorige bewoners eene verandering aange bracht, weardoor het dagelijksch ver blijf zich meer zou bepalen in een nieuw aan te brengen benedenacbter- kamer, nabjj de keuken met haar huishoudelijk gerief. De Raad heeft er toen aan voldaan, en thans zouden de groote kosten die deze wijziging na zich sleepte, voor een groot deel weggegooid geld blijken te zijn, want nu zal, om het huis houdelijk bedrijf, dat zich meer gelijk vloers kon bepalen, naar bovon moe ten door aldaar de keuken heen te breDgen. Tegen een medisch advies baten schier geen geldzorgen en uit beschei denheid voor het goede schoolhoofd wilde men zich de kosten dezer v.tr- changeering gaarne getroosten. Zij zijn door den gemeenteop'zichter ge raamd op 150 tot 16o. Zoo'n bedrag is weliswaar niet onoverkomelijk en om de redenen laat men die dan ook niet wegen, maar als om precies de zelfde oorzaak de eene genomen maatregel door een op volgende tweede maatregel, voor een groot gedeelte tot onnut wordt ver klaard, dan moet toch onwillekeurig een enkele gedachte vaD spijt opwellen bij zoo'n kostbare restauratie, die nu weer gansch zijn doel bljjkt te missen. Daar is op de begrooting ook niet voorzien in de verhooging der jaar wedde met 100 van den gemeente ontvanger, waartoe de gemeente toch moet komen omdat de uitgaven reeds tot over de ƒ1500.0 zijn gestegenen krachtens het voorschrift van Ged. Staten dan de wedde 400 moet be dragen. En ook oordeelde de Raad met Burg. en Weth. het eene billijkheid dat de jaarwedden van hot onderwijzend per soneel in de voorrechten zouden dea len van die welke bij noodstand zjjn geregeld. Maar in de begrootiDg is dit nog niet verwezenlijkt. De kiezerslijsten moeten vernieuwd worden, voor de brandspuit moet nood wendig een slang worden aangeschaft, de concierge-bode heeft wel aanspraak op eene verhoogiDg met ƒ26, terwijl nog niet is gerekend op de wettelijk in te voeren pensionneering van gem.- ambtenaren, zoodat om al die moeilijk uit te spinnen zaken te kunnen be strijden, een bron diende te worden ontdekt, waaruit niet minder dan nog ruim 1700 zou moeten opwellen. Wat te doen. De hoofdelijke om slag weer maar verhoogen Het was het eenige middel tot uitweg. En vrijwel zonder deliberatie, ja noodgedwongen, werd de schroef der belastingpers weer wat nauwer aan gehaald, zoodat er alras een duizend gulden kwamen uitgerold. Figuurlijk gesproken, Datuurlijk. Alleen was men het nog niet eens of men nu voortaan progressie zou toepassen, dat wil zeggen of men de lagere klassen zou verminderen, om dan gaandeweg de gedwongen offer vaardigheid wat te doen uitdijen. Hat wil ons voorkomen dat de Raad in allen gemoede toch wel eerst zal mogen nagaau of in doorsnee de toestand van de contribusbelen der middenklassen van dien aard is, dat verhoogingen van ngeveer een derde van hunnen tegen woordigen aanslag met de grootste blijmoedigheid kun- Den worden aanvaard. Maar neen, blijmoedigheid kent man in het belastingstelsel niet. Daar gel den billijkheid en recht. Welnu, dat men dan ook tl ie beide deugdeD op onpartijdige wijze in toepassing brenge en er althans een zekere mate van voldaanheid zij. In een der voorlaatste zittingen was men voor progressie niet te vinden en verwierp ook hét stelsel der verhoo ging van hot cijfer voor het nood zakelijk levensonderhoud. Wat men een volgende keer doen zal, is moeuyk te voo-zien. We kun nen daarop niet verder ingaan. Hiermede was de agenda met zijn weinig bemoedigend slot afgehandeld. Maar het nieuwe raadslid had nog een en ander op zijn gemoed, dat hij het Dag. Bestuur en zijn raedekden deelachtig wilue doen worden. Allereerst wenschte hij nabij het pakhuis vau Valk enkele palen ge plaatst te zien ten einde het draaien met wagens, aldaar dermato te belet ten dat de weg voor verder stuk rij den worde behoed. Maar hij stuitte met de zijns in ziens goede bedoelingen op tegenstand bij zijn medelid-buurman de Huilu. Deze w is daar ten deele fegen. Tal van voermans komen daar een vrachtje inladen 0.71 dan rechtsomkeert naar de haven te rijden en bij de schepen hun wagens te vullen. Wat een omweg zou men die men- schen niet veroorzaken als ze niet konden draaien en heel de eerste Zandstraat door moesten, langs de muurtjes en zoo voor de tweede maal de oprit op naar de haven. Dat is een ondoenlijke zaak. Maar als de weg kon bewaard wor den en het verkeer niet belemmerd werd, dan wilden Burg. en Weth. wel eens zien of daaraan in diens geest wat te doen was. En verder deed de heer Salomé een tweetal vragen over éen zaak. Eer stens wie de leverancier was van de buis die in benedenwaartscbe richting zou worden aangesloten aan het riool dat in de haven uitmondt en zoo'n vreeselijke stank verwekt, en ten an- 'deren, wanneer die buis zoude worden aangehecht, daar de klachten nog steeds en terecht aanhouden. De voorzitter antwoorde daarop slechts met een paar woorden lever ancier is de aannemer van het rioo- leeringswerk en tweedens, dat de buie zoo spoedig mogelyk zou aangebracht worden. Dat de eerste vraag eeu ondergrond had, was meer dan duidelijk, immers voor een oppervlakkige zaak behoefde ze niet te worden gesteld.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1913 | | pagina 1