'fyeweu 'Mm- en MbmienüeUnb wt Müiil 'Mnbexen. Buitenland. Mo 1844. Zaterdag 16 Augustus 1913. 22e Jaargang. Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag twee te ure. Van de baan. 2 isl< BRESKEN COURANT. Abonnement per 3 maanden 0.50, franco jr post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika. Abonnementen worden mede aangenomen by ekhandelaren en brievengaarders. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond by den uitgever C. DIELEMAX te Breskens. .o; kan allf 1.8J loor het socialistisch congres, te ■jI «11e gehouden, is beslist dat sociaal- nocraten in geen ministerie zitting ng«i jen nemen. Hen kent de geschiedenis. Dr Bos als kabinetsformeerder aan de so- ül-democratische kamerfractie drie tefeuilles aangeboden, doch men ze te aanvaarden. Evenwel luufcm uit den boezem der partij zoo'n ito jjj aandrang tegenover dit besluit, in hoofdzaak over de kwestie, in dezen eene zelfstandige beslis- igenomen was zonder het congres 'er te doen beslissen, dat in al- het reeds afgelaste congres op- i* werd bijeengeroepen, lusschen had de aanvankelijk ge en beslissing hare uitwerking niet daar dr Bos niet meer kon völ- aan de hem door H. M. gegeven acht om een ministerie samen te en uit de geheele linkerzijde, zooverre was het vraagpunt voor :.-dem. reeds van de baan en het congres alleen een theoritische rt. art. o af*' ien 5 8.1 Vlai tde. goed icorie tegenover praktijk levert vaak issende tegenstellingen en in hoe- dit van toepassing zal zijn op önöafcocialistische beweging, zal de ge- HulSjedenis moeten leeren. groote bladen duikt af en toe enkel woord omtrent de hangende op, waaruit zou moeten blijken, ïr Cort van der Linden vrij goed it met zijn taak om een ministe- liten het parlement te vormen, verband hiermede lazen we in uuctor" zich niet te kunnen be en hoe men daartoe kwam. st was inderdaad en niet het minst die zijde een eigenaardig oordeel, de verkiezingsdagen die achter ïgen, kon men vaak lezen, dat ®astie bij rechts in elk geval in handen was. khoon dit wapen is gekwaliceerd n onwaardig, omdat de Kroon dezen weg zijdelings in den po- strijd werd betrokken, moest 'iddel tot het idee van de goê ïnte leiden, dat rechts voor de »'ie meer voorliefde had dan elke re partij. dien gedachtengang moet het be nding wekken eene rechtstreeksche 3tl>t der Kroon aldus te beoor- tn. laatst in de gelegenheid ge- l! 6r op te wijzen, dat rechts sprak van een koninklijk kabinet, daar mee de thans demissionaire regeering bedoelende. Maar als déze regeering koninklijk is, dan zijn het alle in ons land, want in hoofdzaak komen alle op gelijke wijze tot stand, dat wil zeg gen, krachtens eene koninklijke op dracht en naar constitutioneelen vorm. De ministers vertegenwoordigen den koning in de volksvertegenwoordiging Maar zóó koninklijk als bijv. in Duitschland, is de raad van ministers te onzent niet. Als daar een belangrijke wet wordt verworpen, dan wordt soms wel de volksvertegenwoordiging ontbonden, maar uit dien hoofde treedt de be trokken minister niet altijd of de ge heele regeering zeker niet af. Ook als zulk eene nieuwe volksver tegenwoordiging eene meerderheid doet geboren worden, staande tegen over de regeering, dan blijft ze nog- tans rustig zitten. Onder zulke omstandigheden kan men in werkelijkheid spreken van een koninklijk kabinet, dat den wil en het uitzicht van den souverein gehoorzaamt en deze in besluiten en wetten beli chaamt, zonder rekening te houden met de politieke samenstelling van het parlement. Zoo is het niet ten onzent. Alleen zou men kunnen vragen of het daar heen eenigszins wordt gestuurd. Nu de samenstelling van een kabi net uit de geheele linkerzijde, krach tens de uitspraak der stembus, niet mogelijk is gebleken en ook de con centratie niet geneigd was alléén een kabinet te formeeren uit gemis van de noodige elementen waarmede het suc ces aan de stembus is behaald en mits dien voor de uitvoering van de belof ten mede-verantwoordelijk worden ge acht, is de opdracht gevolgd om een extra-parlementair ministerie te vor men. We hebben in een vroeger artikel reeds uiteengezet dat hiermede wordt beoogd een kabinet welks leden bui ten den grooten politieken strijd staan en daaraan niet een in het oög val lend actief aandeel namen. Nu zou men kunnen zeggen, als de eene fractie niet wil en de andere zich onthoudt, de Kroon zou kunnen vol staan met het gevraagd ontslag van de huidige regeering af te wijzen en het weer te continueeren. Daar integendeel een buiten-parle mentair kabinet is gevraagd, wijst er op dat de tegenwoordige regeering weer wel als een parlementaire wordt beschouwd. Wat van een eventueel kabinet-Cort van der Linden is te wachten, weet men natuurlijk niet. De samenstelling zou in zooverre niet gegrond zijn op een politiek programma, maar daarvan nu reeds te veronderstellen, dat het blind zou zijn voor de nooden des volks en doof voor de vragen van den dag, is kwalijk denkbaar. Dat door de Kroon daarmede is rekening gehouden, blijkt voldoende, uit de borspronkelijke opdracht tot kabinetsformatie. Er is dus geen enkele reden om te vermoeden dat het komende kabinet enkel wat kleinigheden zou afdoen. Het overleg tusschen Kroon en ka binet kan zonder bepaald politiek pro gram zeer goed leiden tot de afwikke ling van de vragen van den dag. Maar dan ook zou meer naderen naar een koninklijk kabinet. De onpartijdigheid zou er bij win nen en het vaak wisselvallige systeem van parlementaire meerderheden, die veelal een tweesnijdend zwaard zijn, zou aanmerkelijk van zijne scherpte verliezen terwijl de evenredige ver tegenwoordiging, een tegenwicht voor die parlementaire meerderheden, een eindweegs zou ondervangen. De uaijver tusscheu Duilschland eu Engeland, die steeds tot prikkelende eu stekelige opmerkingen aanleiding geeft, openbaart zich thans weer op een eigenaardige wjjze, die doet den ken aan een „steek onder water". In de Noorweegsche pers is als het ware een race ontstaan in het opne men van artikelen waaruit groote ont stemming spreekt over het varen van zooveel Duitsche oorlogsschepen op de Noorsche wateren en mede hun verblijf uitstrekken tot de Noorsche fjorden en havens. Dat was voor de Kolnische Zeitung, aanleiding om de beweringen van ver schillende Noorsche kranten te on derzoeken, en het blad komt tot de slotsom, dat het niet waar is, dat die Duitschn oorlogsschepen opmetingen doen, binnen de fjorden met scherp schieten enz. De schepen vallen in Noorsche havens en fjorden binnen alleen om de bemanning, na oefentijd op zee, gelegenheid te geven zich in de schoone Noorsche natuur te ont spannen. De Keulsche krant vindt het erg ondankbaar van de Noren om, waar de keizer nu 25 jaren aaneen in Noor wegen komt en daaamede een grooteo stroom Duitschers daarheen heeft ge trokken een groot voordeel voor het land met zulke spijtige aan- merkigen aan te komen. En nog wel van het jaar, nu hij het Noorsche volk „een waarlijk keizerlijke opmerkzaam heid" heeft bewezen. Bovendien wordt met dat bezoek van een Duitsch es kader jaarljjks ongeveer een millioen mark in het land gebracht, voor steen kolen en proviand, en wat de beman ning aan wal verteert. Verder vindt de Keulenaar het in politiek opzicht niet heel verstandig van de Noren om telkens want het gebeurt nu niet voor het eerst zoo hatelijk te zijn tegen een van de onderteekenaars van het verdrag, dat Noorwegens onschend baarheid waarborgt. Misschien ligt de verklaring wellicht hierin, dat er een groot Engelsch kapitaal steekt in het meerendeel der Noorsche bladen. De schrijver van, het artikel behan delt ook nog het geval van het En- gelsche toeristenschip Mantua, dat te Bergen een andere ankerplaats moest opzoeken, omdat een Duitsch oorlogs schip te dichtbij was komen liggen. Dat de gezagvoerder van het Duit sche oorlogsschip aan den kapitein van de Mantua zijn verontschuldiging heeft willen aanbieden, wordt ont kend, omdat er geen verontschuldi gingen waren te maken. Een ander staaltje van die prikkel baarheid vinden we terug in ten tot een spionnage-geval opgeblazen voor valletje. Wat was het geval? Een tweetal Duitsche oorlogschepen zouden de En- gelsche vlootmanoeuvres nauwkeurig hebben gevolgd. Een torpedo zou met uitgedoofde lichten in de onmiddel lijke nabijheid van het Engelsche es kader zjjn opgemerkt. Terstond wer den drie Britsche torpedojagers afge zonden, om den indringer te verjagen. De Duitsche torpedoboot stoomde weg in de richting van de Tyne en werd tot in den mond dier rivier achter volgd. Wat don kruiser betreft, deze oor logsbodem zou de Engelsche vlootma noeuvres eveneens van zeer nabij ge volgd^ hebben, en Zondag ook de Ty ne zijn binnengeloopen. Deze aangelegenheid wordt in En gelsche vlootkringen druk besproken. Men staat verbaasd over de koenheid der Duitschers en bewondert niet min der de officieren die een zoo gevaar lijk risico op zich durfden nemen. In Duitschland echter beschouwt men dit verhaal als een voorbeeld van eene moedwillige verdraaiing der fei ten. Men erkent volmondig dat de kruiser en de torpedo eind der vorige en begin van deze maand zich in de Noordzee ophielden, maar uitsluitend en met geen ander doel dan de Duit sche visschersvaartuigen te bescher men. Het reisplan van deze schepen wordt elk jaar een maand voor hun uitreis aan de Engelsche regeering medegedeeld, wat ook dit jaar geschei

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1913 | | pagina 1