Ifymm
Poor
Êieuwé'm ilbpcrfcnficMab
Buitenland.
Binnenland.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnement per maanden ƒ0.50, franco
per post ƒ0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar
a 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika.
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
Mo 1803.
Woensdag* 19 Maart 1913.
22c Jaargang.
Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar
plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag
en Vrijdagmiddag te twee ure.
Dit lilail verschuilt eiken Dinsdag:- en Vrijdagavond by den nitarever C. DIELEMASi te Breskens.
De Balkan-oorlog blijkt, hoe langer
zoo meer een bron van diepgaande
kwostier tot grondslag te hebben die
bet sluiten van een vrede geenszins
vergemakkelijken.
Gelijk bekend, hebben de mogend
heden hunne bemiddeling aangeboden
om tot eene oplossing te komen, en
de Balkan-staten hebben die tusschen-
komst aanvaard, zij 't ook na lang
talmen, maar de voorwaarden waar
onder de Balkan-staten zich daartoe
bobben bereid verklaard, kuunen voor
alsnog geen grondslag vormen tot het
aangaan van vredesonderhandelingen.
De verbonden BalkaDners hebben
onder andere geëischt dat Bulgarije
ten strook van de kust aan de zee
lan Marmora zal krijgeD. Bat zou
:n zich sluiten dat de Bulgaren naast
Turkije bezittw zouden worden van de
terbinding van de Zwarte Zee naar
de Middellandsche Zee en dus mede-
zeggingschap zou krijgen in de Dar-
danellen-kwestie.
Evenwel is dit een zaak van alge
meens Europeesche politiek, daar de
doorvaart van de Bardanellen is ge
regeld bij onderscheidene overeenkom
sten, en voor welke wijziging dier
kwestie de medewerking en toestem
ming van de mogendheden noodig is
En ook eischen de bondgenooten
het recht zich steeds in de binnen-
landsehe aangelegenheden van Turkije
te mogen mengeu. Dat dit een voort
durende iron van twisten zou wor
den, behoeft wel nauwelijks een nader
betoog.
De eischen zijn zoo overdadig, dat
ze gelijken op de grootspraak van een
overwinnaar, die in zijn overmoed
tot alles gerechtigd te zijn.
Maar met hun overvragen zullen ze
op den duur wel water in hun wyn
moeten doen.
Van overmoed getuigt ook de hard
nekkige weigering van den koning van
Montenegro door Skoetari, dat was
afgesproken te behooren tot het ge
bied van Albanië, daaraan af te staan.
De inneming van Skoetari door de
ïontenegrijnen en niet door de
Serviërs, wie wij de pogingen daartoe
loedaehten zal allerminst als een
uitgemaakte zaak der Albanen zijn
aan te merken. I
In Albanië toch neemt de invoer
'an wapenen en schietvoorraad op zoo
onrustbarende wijze toe, dat de Ser
vers en Montenegrjjnen deze omstan
digheid gevoegd bij de oorlogszuch
tige bedoelingen der Albanen op het
te Triëst gehouden Albaneesche con-
gres, beschouwen moeton als van een
oorlogvoerende partij.
Maar zulk eeo uitleg wettigt geens
zins het optreden van de Serviërs,
die bij Prizzem een waar bloedbad
aanrichtten, door een 300-tal weerloo-
ze Albaneezen die niet in de bergen
waren gevlucht, neer te schieten. En
doze slachtoffers bewoonden een ge
bied dat door de conferentie der ge
zanten te Londen aan Servië was
toegedacht. Het schijnt alsof ze wel
het land, maar niet de bevolkiDg wil
len hebben en haar daarom rneedoo-
genloos uitroeien. Zal Europa dat
uitmoorden van een volk dat het zelf
reeds onderworpen heeft verklaard,
blijven toezien.
Men ziet daarom eenigszins naar
Engeland op, of dat zich niet aan de
spits zal stellen der mogendheden om
aan die gruweldaden een einde te
maken.
Men is er dus nog een heel eind
weegs van daan eer men zal kunnen
zeggen, 'dat een vrede is gesloten die
voor eenigen afzii nbareD tijd als duur
zaam zal kunnen worden aangemerkt.
Toch blijkt de toestand niet zoo
hopeloos, dat de Russen en Oosten
rijkers hunne legers van de greDzen
hebben teruggeroepen.
Een blijder boodschap kon men in
Oostenrijk wel niet brengen dan dat
de duizenden huisvaders werden afge
dankt en naar hunne haardsteden kon
den terugkeeren.
Alle Weensche kranten wijden uit
voerige artikelen aan dat feit. Men
schrijft, dat als beide Keizers besloten
hebben hunne legers op vredesvo'-t te
brengen, dat dan Servië en Montene
gro zullen inzien, dat ook Rusland
den vrede wil en dat de ophitsende
Panslavisten een geweldige nederlaag
hebben geleden. En verder, na een
lofrede op de beide Keizers, dat de
Oostenrijksche politiek, die de vrijheid
der Balkanvol en nastreef, ongeveer
haar doel bereikt heeft en dat bij
het officieele Rusland de erkenning
van Oostenrijk's vredelievende politiek
doordringt.
Al moge nu de demobilisatie een
heugelijk feit zijn, in de verhouding
tot Rusland trots de gemeenschappe
lijke mededeelingen niet veel veran
derd is en de veorvallen op het wes
telijk deel der Balkan niet geschikt
zjjn om vertrouwen in de Russische
politiek te scheppen.
De Rijkspost merkt op, dat niet al
les bereikt is, maar hoopt, dat de over
eenkomst er toe zal bijdragen om in
Rusland te doen zien wat Oostenrijk
wil, namelijk vrede; maar niet dat de
oorlog nadeelen berokkent aan Oos
tenrijk Hongarije. Men is dus alge
meen tevreden, maar nog niet vol
daan, want het leger in Bosnië blijft
op oorlogsvoet.
In Fransche en Russische bladen
wordt Oostenrijk beschuldigd het eerst
begonnen te zijn, terwijl toch bekend
is dat Rusland, toen het wist dat de
oorlog zou uitbreken, een zoogenaam
de mobilisatie op proef decreteerde,
om daardoor een druk op Oostenrijk
uit te oefenen en aan Servië te ken
nen geven, dat Rusland waakt. Rus
land had zijn leger aan de grens met
360,000 man verhoogd, Oostenrijk met
120,000 man. Rusland zal bedoelde
360,000 soldaten naar huis zenden,
Oostenrijk slechts 22,000 man, omdat
de compagnieën zeer versterkt worden
en daardoor velen onder de wapens
blijven moeten Laat ik er even bij
voegen, dat de jaarlijksche lichting
van Rusland 460,000 man bedraagt
en van Oostenrijk too dusver slechts
135,000 man.
Reeds in Januari zijn door Rusland
voorstellen gedaan om de verlofgan
gers af te danken, wat door Oosten
rijk geweigerd werd, wegens den ge
vaarlijken toestand op den Balkan.
Toen prins Hohenlohe naar St. Peters
burg ging, werd opnieuw de vraag
der ontwapening te berde gebracht
en eindelijk in gunstigen zin beant
woord.
Evenwel is het een punt van erger
nis, dat, trots overeenkomst met Rus
land, Servie hulp gaat bieden aan
Montenegro en een groot leger naar
Albanië heeft gezonden.
Door de officieusen wordt er op
aangedrongen, dat do mogendheden
een gemeenschappelijke waarschuwing
naar Servie's hoofdstad moeten zen
den om deze onder het oog te bren
gen, dat Servie niet aan Albanië ra
ken mag, dat dit een zaak is waar
mede Oostenrijks belang in hooge
mate gemoeid is en dat de toegevend
heid, die Oostenrijk in dib zaak be
toont, niet als bewijs vaD zwakheid
mag worden uitgelegd.
Op een soirée bij den minister van
buitenlaDdscbe zaken vroeg de cor
respondent van de N. R. Crt. bij eeni-
ge personen, wat Oostenrijk doen zou,
als Servië zich aan dit verbod niet
wilde storen, en allen zeiden hem
dan blijft er niets over dan Belgrado
bezetten. Het getreuzel met den
vrede wordt dan ook beschouwd als
een poging om tijd te winnen om
Skoetari te veroveren en daarmede
een eind te makeD aan het in den
dop zijnde onafhankelijke Albanië.
Oostenrijk heeft zich vredelievend
en toegevend betoond in het belang
van den vrede van Europa, maar als
de mogendheden toelaten, dat Servie
en Montenegro zich aan niets gebon
den achten, dan zal het rijk, zonder
consideratie voor anderen, gaan vech
ten.
Door het optreden van den minis
ter van oorlog als waarnemend minis
ter van marine, is het plan gerijpt om
beide departementen te vereenigen en
er een departement van landsverdedi
ging van te maken.
Maar in den Raad van State, zoo
wol als in marinekringen moeten vele
bezwaren tegen de opheffing van het
departement van marine bestaan.
Tot de Kamerverkiezingen zal, vol
gens het Hndbl. de tegenwoordige toe
stand gehandhaafd blijven.
Bjj de behandeling van de be-
grootiDg van justitie in de Eerste Ka
mer is door mr van Voorst tot Voorst
gewezen op de onvoldoende voeding
van gevangenen, terwijl de minister,
mr Heemskerk, van een tegenover
gestelde moening bleek te zijn.
Naar het „Vad." meldt, heeft than»
het College van Regenteö over de
gevangenissen te Groningen den ge
neesheer dier gestichten uitgenoodigd
te willen nagaan of du voeding der
gevangenen voldoende mag worden ge-
heeten.
Genoemde arts heeft zijne overwe
gingen neereelegd in een uitvoerig
rapport, en is daarbij tot een ontken
nende beantwoording van de gestel
de vraag gekomen. Het College van
Regenten heeft vervolgens dit rapport
vergezeld van zijn preadvieD ter ken
nis van den Minister Justitie gebracht.
Maandagmiddag vervoegden zich
bij een goudsmid in de TJtrechtsche-
stiaat te Amsterdam een heer en da
me om verschillende gouden en zil
veren sieraden te koopen. Zij kochten
dan ook ter waarde van ongeveer 200
francs die door den heer, zich noe
mende, baron von Wachner, met een
cheque werd betaald. Naderhand bleek
deze cheque valsch te zijn.
Dezelfde persoon heeft eveneens bij
de Oud-Hollandsche Voorschotbank
aan de Prinsengracht een cheque
verzilverd ter waarde van 750 fraDCS.
Deze cheque was betaalbaar gesteld
bij de Credit Lyonaise te Parijs. Ook
dez9 cheque bleek valsch te zijn.
Donderdagmiddag troffen een paar
employé's der voorschotbank von
Wachner in de Tavern Louis XV.
Ze spraken hem aan en zeiden dat
de door hem afgegeveD cheque valsch
was.
Hij ontkende dat en bood aan met
een der heeren naar Parijs te gaan
om te bewijzeD, dat hij geen waarde-
looze cheque had afgegeven. Hij ging
vervolgens naar het Amstelhotel, waar
hij logeerde, om zich te verkleeden,
doch in stede vaD naar Parijs te gaan,
trachtte hij naar Duitschland te ont
komen. In Arnhem werd hij echter
door de politie aangehouden, naar
Amsterdam gebracht en in een poli-
tie-bureau opgesloten, waar hem het
eerste verhoor werd afgenomen.
Door de vrijzinnigen in het dis
trict Goes zijn als candidaten voorde
Provinciale Staten gesteld do heeren
mr J. de Witt Hamer, wethouder te
Goes, J. N. Elenbaas, J. H. O. Domi-
nicus jhr U. van Lehwe van Newen-
stein te Goes, respectievelijk burge
meesters der gemeenten Krabbenkijke
Kruiningen en 's Heer Arendskerke.
Behalve de genoemde heeren is ook
de heer J. Welleman geplaatst op de
groslijst voor het lidmaatschap der
Tweede Kamer in het district Hon-
tenisse.
Aan een perceel in de Damstraat
te Amsterdam, dat tot bioscoopthe-