?Ticitn\s- cn jfewirfcnficBla6
M
rnt
Mtifoun.
lei
ei
JA
Ro 1311.
Woensdag 13 Haart 1913.
33e Jaargang.
tl,
loo
>p(.
:6,i
gen
c7.fi
;eu
(6.
3D
61:
bom
ait;
ka:
I.
alia
D.l
COURANT.
Abonnement per 3 maanden ƒ0.50, franco
per post ƒ0.55, voor Belgift ƒ0.75 en 1 dollar
a 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika.
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar
plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag
en Vrijdagmiddag te twee ure.
Uit blad verscbijiit eiken Dinsdag- en 1 rijdagavor.d b(j den uitgever C. DIELEMAN te Breskens.
De Tariefwet.
gr is in de afgaloopen week door
ie Tweede Kamer een belangrijke be
slissing genomen.
Met een enkel woord vermeldden
we 't reeds.
Op voorstel van den voorzitter
werd zonder hoofdelijke stemming
besloten op 2 April a.s., nadat de
Kamer van hare vacantie zal zijn te
ruggekeerd en de parlementaire ar
beid zal hernatten, de ziektewet in
behandeling te nemen.
Die unaniem genomen beslissing
sluit in zich dat de 'L'ariefwet niet
meer afgedaan k A u worden.
En dat moet tot nadenken stem
men.
De baten van het nieuwe Tarief van
inroerrechten vormden do basis waar
op de regeering hare sociale politiek
bouwde.
Voor men kon beschikken over de
gelden die deze hervormingen zouden
eischen, kon met de hervormingen
zelve niet worden aangevangen.
Het was steeds een grief tegen de
linkerzijde dat ze hervormingen be
loofden, maar niet zonden kunnen ten
uitvoer brengen, omdat er geen fond-
sun waren.
In tegenstelling daarvan zou do
rechterzijde eerst zorgen gelden te
hebben en dan de hervormingen aan
vatten, ten einde niet met ledige han
den te komen en het verwijt te ont
gaan dat men de natie had gepaaid
met schoone beloften, die niet anders
zouden blijken te zijn dan stembus-
lokmid ielen.
Bij de opening van de zitting der
Staten-Generaal in 1909 heette het,
dat de flnanciëelo toestand des Rijks
dringend voorziening eischte, waartoe
de regeering vertrouwde, dat nog voor
de afloop van dat zittingjaar het ont
werp tot herziening van het tarief van
invoerrichted zou kunnen worden in-
En in de volgende troonrede voor
het zittingjaar 1910/11 verklaarde de
regeering de reeds vroeger aangekon
digde ontwerpen tot herziening van
het tarief van invoerrechten de Ka
mer zou bereiken, waarop op 1 April
1911 het bewuste ontwerp werd in-
Opnieuw luidde 't in de troonrede
'an September 1911 dat duurzame
versterking der middelen, waartoe
ontwerpen zijn ingediend (de Tarief-
Wt) dringend noodzakelijk blijft.
Om in September 1912 te worden
vervolgd met de voorspiegeling dat
deze zitting de toewijding en krachts
inspanning van de Kamei op zware
Proef zou stellen omdat het onafge
daan gebleven wetsontwerp tot ver
zekering tegen de geldelijke gevolgen
"an invaliditeit en ouderdom en het
voorstel tot dekking van de daaruit
™or 's lands schatkist voortvloeiende
kosten, de aandacht blijven vragen.
Nu is de vorige Week besloten, zon-
1er flat een der rechtsche leden een
tegenvoorstel deed of zonder dat van
de zijde der regeering met een woord
werd geopponeerd, op 2 April met de
behandeling van de Ziektewet aan te
vangen.
De Tariefwet kan dus in dit zit
tingjaar onmogelijk moer behandeld
worden. De gelden, noodig voor de
uitvoering van dat doel der invalidi
teitswet, hetwelk een voorloopig pen
sioen zou moeten zijn van de 7o jari
ge, kan de regeering beslist niet vin
den uit het Tarief, welke ze had be
stemd als de bron waaruit de inva
liden en de 70-jarigen konden wor
den gelaafd.
Als nu de regeeriDg zelfs de bui
tengewone 10 opcenten op de vermo
gens- en de bedrijfsbelasting niet kan
missen voor de gewone uitgaven, en
de Tarief opbrengst bestemd had voor
de sociale hervormingen, dan is de
vraag gewettigd of het niet een al te
luchthartige politiek is om de verant
woordelijkheid voor eene uitgaaf van
2 en een half millioen te aanvaarden,
waarvoor feitelijk geen middelen zijn.
Personeele belasting.
Voor het scheiden van de Tweede
Kamer heeft zij nog oone wijziging
aangebracht in de wet tot regeling
van de personeele belasting.
De minister van financieën had
daartoe een ontwerp ingediend van
de volgende strekking
De huurwaarde van peceelen en ge
deelten van perceelen, uitsluitend die
nende tot uitoefening van het bedrijf
van logementhouder, tot uitoefening
van het bedrijf van verhuurder van
gemeubelde woningen niet vallende
onder artikel 33, 1, tot winkel of
lokaal tot uitstalling, wordt slechts
een derde als belastbare huurwaarde
aangemerkt.
Als te dienen tot uitoefening van
het bedrijf van logementhouder, wor
den alleen beschouwd de inrichtingen
waar doorgaans voor reizigers gele
genheid is tot logies per nacht.
De vermindering van huurwaarde
ten behoeve van verhuurders van ge
meubelde woningenis slechts toepts-
selijk op de woningen, welke op bad
plaatsen, lust- of ontspanningsoorden
doorgaans niet dan gedurende een
korten tijd van het jaar worden ver
huurd.
Door den heer Treub werd daarop
voorgesteld en ontvouwd dit ook van
toepassing te doen zijn op keffiehuis-
houders en restaurateurs.
De heer Ter Laan beschouwde op
zich zelf het door den minister voor
gestelde wel goed, maar waarom
vroog hij is dit zoo weinig. Die
vraag is in de afdeelingen ook gesteld
en de minister heeft daarop kort en
bondig geantwoord dat hij niet meer
geld kon missen. De voorstellen van
den minister loopen over een bedrag
van ƒ2b.000. Dat is niet veel voor
het heele land.
Hij vroeg zich verder af, waarom
ook voor de stalhouders bij deze ge
legenheid niet wordt voorgesteld eeu
betere regeliug voor de paarden, die
ze voor hun bedrijf noodig hebben.
Ook voor hen geldt dat de personeele
belasting werkt als een tweede be
drijfsbelasting. Dit kan niet worden
afgewezen met het argument dat het
voor de kofflehuishouders zal worden
een half millioen en voor de stalhou
ders en winkeliers nog meer.
Een minister van flnaneiën heeft
in de eerste plaats te zorgen, dat de
uitgaven worden gedekt, maar ook
om onrechtvaardigheden weg te ne
men, vooral in een ontwerp als thans
wordt ingediond. Spr. wijst op het
adres van het bestuur van den res
tauratours- en koffiehuishoudersbond
te Rotterdam, waarin wordt gezegd,
dat door het voorstel van den minis
ter do concurrentie voor restaurateurs
met de hotelhouders nog scherper
wordt, nu de laatste maar éen derde
der belasting zullen te betalen heb
ben, terwijlj dikwijls aan hotels ook
restaurants zijn verbonden.
Eigenlijk had dit alles behoorlijk
geregeld moeten worden bij de be
drijfsbelasting. HetzeFde wat toen
gold voor de afschaffing der patent
belasting geldt thans voor de koffie-
huishuuders en restauratours.
De nieuwe bedrijfsbelasting werkt
nu 20 jaar, lang genoeg om te maken
dat al de menschen, die nu al die ja
ren dubbel wordeu belast, daarvan
worden ontlast.' Hij begrijpt niet hoe
de minister, die thans voor sommige
categorieën een ontheffing voorstelt,
voor andere soortgelijke categorieën
dezelfde bepalingen niet voorstelt.
Wjj wonen dicht genoeg bjj Scheve-
ningen om te weten, hoeveel perso
nen daar op een fatsoenlijke manier
aan den kost trachten te komen door
's zomers nagenoeg hun geheele wo
ning te verhuren en zelf in de kel
ders, te gaan wonen. Om dergelijke
mensohen tegemoet te komen, zou
een klein offer van de schatkist wel
te verdedigen zijn.
De minister zegt dat hij niet te vin
den is voor een gunstige regeling ten
bate van de koffiehuishouders. Om
tot die gunstige regeling te geraken
is een voorstel gedaan door leden van
allerlei partgen. Als de minister zich
nu houdt aan zijn besliste afwijzing,
dan stelt hij zich tegenover de heele
kamer. Maar als hij met de kamer
wil samen werken, is daartoe een weg
te vinden, door te bepalen dat de gun
stige bepaling voor de koffiehuishou
ders niet dadelijk, maar over een jaar
zal worden ingevoerd. Dan vervalt
het bezwaar dat de minister de 5 ton
schade voor het rijk niet kan gedoo-
gen. Maar als de minister ook tot
dien uitweg niet bereid blijkt te zijn,
dan zal misschien het voorstel-Treub
dat aan velerlei kanten sympathie
blijkt te vinden, worden aangenomen.
Nu zegt de minister dat hg voor
een ruimer wetsherziening dan de nu
voorgestelde niet te vinden is. Toch
hoopte hij dat de minister tegemoet
komend zou zijn.
De heer Kolkman, minister van fi
nanciën, zegt, dat hij het wetsont
werp, dat de Kamer thans bezighoudt,
indiende, nadat herhaaldelijk van de
zijde van de Kamer was aangedron
gen om de hotelhouders met betrek
king tot de personeele belasting in
wat heter conditie te brengen. Toen
spr. aan dien aandrang gevolg had
gegeven, kwam ook aandrang om
voor andere personen een beteren toe
stand te scheppen. En waar hij den
vinger gaf, daar wilde men nu de
heele hand nemen.
Kamerverhuurders moeten inderdaad
aannemelijk maken, dat de kamers
gedurende een deel van het jaar niet
in gebruik zijn geweest. In dat ge
val krijgen zij een vermindering van
belasting, die dikwijls veel meer be
draagt dan wat voor hotelhouders nu
wordt voorgesteld.
De opmerking, dat wat is aange
voerd voor de restaurant- en koffie
huishouders, ook voor den hotelhou
der geldt, gaat niet op. Als men thans
in de wintermaanden in Scheveningen
rondkijkt en door de wit gemaakte
ruiten gluurt, bespeurt men, dat uit
verschillende restaurants alle meubi-
liar is weggenomen, wat voor de
hotelhouders een onmogelijkheid is.
De hotelhouders kunnen daardoor
niet de vermindering van belasting
verkrijgen, wat aan de restaurant-
en koffiehuishouders wel mogelijk is.
Komende tot de vraag, wat eigen
lijk lust- en ontspanningsoorden zijn,
erkent spr., dat het niet mogelgk is
dit precies in de wet te zetten. Maar
de daaruit voortspruitende moeilijk
heid zal evenals andere wel door de
administratie kunnen worden opgelost.
Het zou kunnen zijn of de huizen
gedurende het geheele jaar of gedu
rende een seizoen aan anderen wor
den verhuurd. De termgnen voor die
seizoenen zullen voor de verschillende
plaatsen verschillend moeten worden
geregeld.
Onjuist is, dat de kofflehuishouders
in slechtere conditie komen. In ab-
Boluten zin is dit niet zoorelatief
alleen in dien zin, dat hun oog boos
is, omdat sprs hand voor anderen
goed is, om eens een bijbelsch woord
te gebruiken Een vergelijking tus-
schen hotel- en koffiehuishouders gaat
niet op.
Naar zijne meening behooren hotel-,
koffiehuis- en stalhouders niet in de
wet op de personeele belasting thuis,
vooral niet, sind3 de wet op de be
drijfsbelasting is ingevoerd. Maar be
halve op de particuliere belangen heeft
spr. te letten op die van de schat
kist.
Er is roerende eenstemmigheid oyer
't ingediende amendement. De hoer
Ter Laan vroeg spr. zich niet tegen
over de Kamer te stellen. Maar soms
is dit de plicht der regeering, en voor
dien droeven plicht staat spr., nu,
hoe gaarne hij in het algemeen tot