itmwtn en vm Binnenland. No 1710. Zaterdag 8 Maart 1913. 22e Jaargang. BRESKENSCHE COURANT Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post 0.55, voor België ƒ0.75 en 1 dollar a 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika. Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag te twee ure. Dit blad verschuilt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond by den uitgever C. DIELEMAN te Breskens. Opcenten en feestgave. In ons vorig nummer toonden we aan, dat de middelen voor de feest gave, het vervroegd pensioen der In validiteitswet, zullen moeten gevon den worden uit de gewone middelen, nu dit niet mogelijk is uit de op brengst der nog niet behandelde en dus nog veel minder aangenomen Ta rief <vet. Maar tot versterking van de ge wone middelen heeft de minister van financiën andermaal het ontwerp in gediend tot heffing der opcenten op de vermogens- en bedrijfsbelasting. Dat wil zeggen deze opcenten, op nieuw als tijdelijke maatregel te. hef fen. De heer Patijn had daartegen be zwaar, omdat de inkomstenbelasting er door op den achtergiond wordt geschoven. Maar buitendien treedt een andere kwestie naar voren. De heer Duys heeft voorgesteld en dit is door minister Talma overgeno men om de zoogenaamde feestgave, of voorloopig pensioen in werking te doen treden zes maanden na de af kondiging der wet. Doordat hierdoor het verband is verbroken tusschen deze wet en de inkomsten uit het nieuwe Tarief, waaraan de regeering altijd heeft vast gehouden, vroeg de heer Patijn, uit welke middelen de regeering nu de millioenen der feestgave zal putten. Deze minister zal de eerste zijn om toe te geven, dat dit niet kan uit de middelen die we thans hebben. Er mogen in de Kamer misschien leden zijn, die dat meenen, de minister niet, getuige juist dit wetsontwerp, waar uit blijkt, dat de minister de middo- len reeds onvoldoende rekende, toen er nog geen sprake was van het amen- dement-Duys. Er moeten dus nieuwe middelen ter beschikking komen alvorens art. 357 in werking kan treden. Op welke bron van inkomsten had de regeering bet oog? Op de Tariefwet of op de Inkomstenbelasting. Laten we nu onderstellen, dat de Regeering het oog had op de Tarief- wet. Zij zou dan vastgehouden heb ben aan de lijn, die zij van den aan vang af had uitgespitteld. Zij zou dan hebben vastgehouden aan het door haar zelve gelegd verband tusschen Invaliditeitswet en Tarief. Intusschen - al ligt die onderstelling voor de band, men moet tot de conclusie ko men dat zij onjuist is, want hield de regeering nog vast aan het verband van Invaliditeits- en Tariefwet, dan zou de overneming van het amende- ment-Duys alleen een schijnconcessie zÜn geweest. De regeering heeft steeds verklaard, dat zij art. 357 in werking zou stel- jen indien zij de millioenen had uit do Tariefwet. Dat was dus reeds verkregen en dan zou het amende- ment-Duys hoogstens kunnen betee- kenen een vastlegging van wat de regeoring zelf als haar voornemen had te kennen gegeven. Maar dan was de beteekenis van het amende ment-Duys ook nihil. De regeering kan, ook mèt het amendement-Duys voornoemd, eerst de Tariefwet afwachten. Dat strijdt niet met de woorden vaD het amen- dom mt, want de afkondiging der wet hangt af van de regeering. Maar als de regeering dez9 verschuiftdan wordt ook geen pensioen eerder be taald. Die verschuiving kan op twee wijzen geschieden. Ten eerste kan de regeering op de Eerste Kamer invloed uitoefenen om zich niet te haasten met de behandeling; ten tweede kan zij zelf de afkondiging aanhouden. In beide gevallen zou men goed kun nen begrijpen, waarom minister Tal- ma zoo gemakkelijk was in het over nemen van het amendement-Duys. Maar wat zou dan die heele vertoo ning geweest zijn? Een schijnconces sie; een truc om aan de rechtsche verkiezingspropagandisten wat muni tie mede te geven op hun tochten, die zij in Juni heel goed kunnen ge bruiken. Dit mag men toch echter niet onderstellen. Ieder dacht toch, dat de overneming bedoelde een ver vroeging van de pensioenen, maar dan moet het ook duidelijk gezegd worden. We komen dus tot deze conclusie, dat de regeering losliet het verband tusschen Invaliditeitswet en Tarief wet ten opzichte van de voorloopige pensioenen of feestgave. Maar dan wordt de overneming van het amen dement zeer beduidend. Is dat dus de oplossing der gestel de vraag, is de bedoeling geweest het verband te verbreken, dan volgt daar uit dat men bedoelt om de kosten der pensioenen te betalen uit de hoogere opbrengst der nieuwe inkomstenbelas ting, het eenige middel waarover dan te beschikken is. De minister moet daarop het oog gehad hebben, want de minister zal wel niet zoo onver antwoordelijk hebben gehandeld van te denken „na ons de zondvloed." Alleen do inkomstenbelasting kan nog in het Staatsblad worden gebracht waarmede hij het eens zou zijn. Spr. hoopte en vertrouwde dit ant woord te krijgen„wij aanvaarden de verantwoordelijkheid voor onze daad, indien maar de Kamer de Ta riefwet behandelt na Paschen". Want de regeering weet dat de kans daarop uiterst gering is, wijl hardnekkig het gerucht loopt dat in den raad der wijzen van de rechterzijde besloten is, de Tariefwet niet te behandelen, omdat dit van ongunstigen invloed zou kunnen zijn op den loop der ge beurtenissen in Juni. De minister van Financiën weet dat heter dan iemand anders. Ware het anders, sprekers redenee ring zou precies dezelfde blijven. Want wij weten allen dat van afhandeling van die lange reeks voor tariefposten toch geen sprake zou kunneu zijn. Deze regeering kan onmogelijk vóór de verkiezingen het tarief afhandelen en dus is er maar één mogelijkheid, n.l. de behandeling der inkomstenbe lasting tusschen Paschen en Pinkste ren. Als dit de bedoeling is, zal spre ker het gaarne steunen, maar dan moet de regeering ook nu doen, wat zij deed bij de Militiewet, n.l. aan de Kamér meedeelen, dat zij prijs stelt op een spoedige afdoening. Doet zij dat, dan gaat zij vrij uit, want dan zijn naast de pensioenen ook de middelen aangegeven. Hij vroeg dus of het juist is, dat de regeering het verband tusschen de Tariefwet en Invaliditeitswet heeft losgelaten. Zoo ja, of zij ter vervan ging het oog had op de Inkomsten belasting en in dit geval weer, wat zij doen zal om invloed te oefenen op eene spoedige afhandeling. Maar als de regeering deze vragen niet afdoen de beantwoordt, hoe zal zij dan het door haar geteekende opdracht vol doen Ten slotte knoopte spr. daaraan nog deze opmerking vast, dat het bezwaar tegen de 10 opcenten vervalt, als de Inkomstenbelasting spoedig zal wor den behandeld, want dan zullon ze voor het laatst geheven worden. De neer Kolkman, minister van fi nanciën, zegt, dat de regeering reeds in het vooruitzicht had gesteld ver vroegde betaling der pensioenen van art. 357 der Invaliditeitswetdeze pensioenen vormeD z. i. een onder deel der renten. Waaruit zullen la ter die pensioenen worden betaald is gevraagd, want als gij de middelen tot dekking niet aanwijst, wilt gij niet uitstellen de inwerkingtreding van het amendement-Duys dan zult gij tot uitstel van de afkondi ging der Invaliditeitswet moeten ko men of tot eea pressie op de Eerste Kamor om haar maar wat te laten liggen. De regeering denkt daar niet aande Eerste Kamer zal de wet kalm af handelen en de regeering zal haar dan zoo spoedig mogelijk af han delen. De regeering heeft niets losgelaten. Het verband tusschen Tarief en In validiteitswet blijft. Ook in de toe komst. Onderstel dat de invaliditeits wet op 1 Juli klaar is en afgekondigd wordt, dan treedt op 1 Januari a.s. het amendement-Dys in werking. Dan zal er 2 a 3 miliioen noodig zijn. Die zullen dan moeten komen uit de ge wone middelen, maar in 1914 zal de Tariefwet er zijn óf deze regeering zal er niet meer zijn. Wij zijn dus volkomen in de vroegere lijn geble ven in de eerste maanden zal het alleen een kasquaestie zijn en er zit absoluut niets achter. Nu moet men niet zeggen„het kan zijn dat de verkiezingen u nopen zullen om weg te gaan, en dan hadt ge voor dekking moeten zorgen". De minister zegt „we zijn niet van plan om weg te gaan". En als hij de toe stand van het land goed inziet, ge looft hij ook niet, dat dit het geval zal zijn. Maar bovendien, wat nog, indien wij mochten aftreden? Zijn we dan niet in d°zelfde positie van andere regeeringen, die ook legaten hadden achtergelaten Do minister drong aan op de aan neming dezer opcenten. Als 1913 met een batig saldo zal sluiten, zal dit ook aan de opcenten te danken zijn. In 1913 zal de ra ming wel net zoo goed overschreden worden als in voiige jaren. Toch moet er op gerekend worden, dat ook in 1913 een tekort zal zijn en daarom zijn deze opcenten ook dit jaar noodig od hoopt spr., dat de Kamer ze niet zal weigeren. De heer Patijn constateerde, dat er voorloopig geen dekking zal zijn, maar de regeering is daartoe toch verplicht De millioenen moeten op tafel liggen. Dat zou men kunnen vinden door de inkomstenbelasting. Als de regeering verwijt, dat wij geen middel ter dekking aanwijzen, (jan is dat volkomen onjuist, want wij hebbeD juist op dit belangrijke middel gewezen. De zaak is dus een voudig deze regeering en Kamer heb ben het in haar macht om te zorgen dat binnen deze wetgevende periode de gelden worden gevonden waardoor iedere regeering in staat zal zijn de pensioenen te betalen. Als de regeering de Tariefwet niet krijgt, zal zij heengaan. Maar als de regeering heengaat, hoe zal men dan de pensioenen betalen Dan zal een opvolgende regeering moeten wachten met het uitkeeren der pensioenen, totdat de gelden zul len zijn gevonden. Behandelt men de inkomstenbelasting, dan is het geld er. De minister kan zijn ver antwoordelijkheid ten volle dekken door te zorgen, dat de Inkomstenbe lasting nog wordt afgehandeld. Het ontwerp werd dan ook aange nomen zonder hoofdelijke stemming, zoodat de extra 10 opcenten, mede op do bedrijfsbelasting weder gehand haafd blijven. De politieke voordrachten van den heer de Muralt, in enkele plaatsen in onze omgeving te houden, zqn opge schort. Dit schijnt in verband te staan met een bezoek van den heer de Muralt naar het district Enkhui zen, -alwaar hij eveneens candidaat voor de Tweede Kamer is. De heer de Muralt heeft zijn ean- didatuur voor Enkhuizen ter beschik king gesteld van de Centrale Liberele kiesvereeniging aldaar, in verband met mogeljjke moeilijkheden waarvoor een der twee districten, of wel beide zou den kunnen komen te staan. De Centrale zal nu a.s. Maandag in Hoorn vergaderen ten einde te over leggen hoe thans in dezen te handelen.

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1913 | | pagina 1