Ifymm en J|6t)erfcufto('lab V*telijl; Buitenland. Zaterdag 1§ Januari 1913. 22e Jaargang. BRESKENSCHE COURANtl !V S Vs Abonnement per 3 maanden 7 0.50, franco per post 0.55, voor België /0.75 en 1 dollar a 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika. Abonnementen worden mede aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. No 1?§6. Advertentiën van 1—5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. D1ELEMAN te Breskeus. *1 it ai I. Het is nog niet zoo lang geleden, dat men hier en daar kon hooren en lezen, dat er in den land en tuin bouw geen ongevallen gebeurden. Haar ieder die in het bedrijf mee werkt, weet wel beter. In elk dorp kent men personen, landbouwers en knechts, die met paar den op hol zijn geslagen de een kwam er wel beter af dan de ander, maar verscheidene werden gedood en ande re zoodanig gewond en verminkt, dat zij hun werk niet goed meer konden doen en dus, wat de verdienste be treft, achterop raakten. Ja, die paarden hebben wat op hun geweten. Menigeen kroeg een trap tegen de borst, buik of in bet gelaat en hersteldo nooit volkomen. Ook hebben veel ongevallen plaats door het vallen van de knechts van ladders, van zolders, van wagens en het struikelen of uitglijden. Wie van een zolder valt en dat kan gemakkelijk in de stallen, die zuinig verlicht zijn is meestal eon kind des doods en zoo hij niet sterft, is hij gewoonlijk aan het hoofd en de borst zoo gewond, dat hij nooit weer do oude wordt. En er vallen er veel van de donkere zolders, doordat de ladders niet stevig staan, de planken van den zoldervloer los liggen, de luiken open staan of de zoldergaten niet voorzien zijn van een leuning. In den hooibouw lezen wij herhaal delijk, dat knechts bij het opsteken, wegrijden of afsteken van het voer hooi hun evenwicht verliezen en van den wagen vallen. De hooibouw kost altjjd aan enkele landbouwers en knechts het leven. Door uitglijden gaan er velen te water. Vooral als de stoepen waar aan geboend' of geschrobd wordt, aan diep water gelegen zijn, hebben dik wijls gevallen van verdrinken plaats. Knechts en dienstboden, die in de donkere najaarsochtenden in het land gaan melken en zich moeten vervoe- 'en per schouw of over vonders moe ten loopen, hebben kans daarbij een ongeval te krijgen en te water tera ken. Wj) zouden voort kunnen gaan tot vermelding van de oorzaken waardoor wij landbouw-ongevallen in 0020 omgeving zien plaats hebben, ®aar dan zou ons artikeltje te lang worden. Genoeg zij het te vermelden We verschillende landbouw-ongevallen ?P in de laatste jaren opgeteld) dat jaarlijks meer dan honderd personen 'o den landbouw werkzaam, worden gedood bij en door ongevallen, die "on in het bedrijf overkomen. Ifider jaar, een honderd dooden. is verschrikkelijk, niet waar «ker, niet op ieder dorp vallen elk jaar dooden, maar zoo door elkaar krijgt ieder dorp toch van tijd tot tijd zijn beurt. In Friesland werden in den afgeloopen zomer op éen dag twee knechts die bij denzelfden landbouwer werkten, door het hemolvvur gedood. Gezwegen nu nu van de dooden, worden vele knechts zoodanig gewond dat zij hun werk voortaan niet meer of slechts voor een deel kunnen doen; die worden dan levenslang invalide en dan begint voor hen de lijdensweg, omdat er weinig of geen verdiensten zijn. Het aantal van deze invaliden is lang niet gering en op ieder dorp kan men ze u aanwijzen, die tenge volge van een landbouwongeval licha melijk gebroken zijn en nu door het leven heenscharrelen. Naast deze zeer ernstige staan er nog veel meer landbouwongevallen, dm gelukkig niet zulke ernstige ge volgen hebben. Maar al zijn hun ge volgen minder ernstig, hun aantal is des te grooter. Het aantal ongeval len, waarvan de gevolgen enkele we ken, vaak eenige maanden, duurden, loopt in de duizenden. En geen wonder. Het aantal land arbeiders bedraagt ongeveer 400.000 Met dit cijfer voor oogen kunnen wij ons best voorstellen, dat enkele dui zenden hiervan jaarlijks het een of ander in het bedrijf overkomt. Wij kunnen dun gerust zeggen Het landbouwbedrijf is zeer gevaar lijk en wie zegt, dat het met de on gevallen in den landbouw niet zoo erg is, kent het bedrijf niet. Zijn de ongevallen reeds van veel beteekenis om het lichamelijk en vaak ook geestelijk lijden, dat zij aan de gotroifenen veroorzaken, niet minder ernstig zijn de flnantiëele gevolgen voor de getroffenen en hun gezinnen. Door zou'n ongeval houden dadelijk of zoo goed als dadelijk de verdien sten op, en dan begint de armoede voor de gezinnen van de arbeiders. Treedt ten slotte herstel in, dan komt er ook wel weer een tijd van ver dienen, en kan er soms een beetje worden ingehaald, maar gewoonlijk laat zoo'n gedwongen werkeloosheid zich zeer langen tijd nog daarna ge voelen. Een arbeidersgezin, dat financiëel achterop is, komt niet spoedig weer bij. Erger wordt het nog als de land arbeider komt te sterven of levens lang invalide bljjftdan zit het ge zin letterlijk aan den grond, want de kostwinner is weg. Zeker, dan komt de liefdadigheid van de mede-menschen te hulp, de armbesturen springen ook bij, maar de geregelde verdiensten zijn verdwe nen, en zoo'n gezin moet dan drijven op de hulp van anderen. D6 ervaring zoowel in den land bouw als in de industrie heeft in het binnen- en buitenland geleerd, dat deze hulp meestal ontoereikend is, en zoo zijn verschillende regee ringen er toe gekomen, wetten te maken, waarbij aan de arbeiders, zoo hun in het bedrijf een ongeval over komt, steun van regeeringswege wordt verzekerd. In Februari 1903 trad in ons land in werking de Ongevallenwet, en door die wet worden nu gebaat alle ar beiders, die in de industrie werken arbeiders op fabrieken, metselaars knechts, timmerlieden, arbeiders bij het spoor, enz. enz. Als die knechts nu in het bedrijf een ongeval krijgen, dan wordt hun gratis geneeskundige hulp verleend, en zoo zij niet kun nen werken, dus ook niets kunnen verdienen, krijgen zij geldelijken steun. Komen zij te sterven tengevolge van het ongeval, dan krijgt de nagelaten weduwe haar verdere leven tzoo lang zij niet hertrouwt) een pensioen,«ter wijl voor ieder kind ook een weke- lijksche bijdrage wordt gegeven tot de kinderen 16 jaar zijn. D ze On gevallenwet heeft in naar bijna tien jarig bestaan zeer veel ellende gele nigd onder de arbeiders en de 600.000 arbeiders.in de industrie zijn dank baar dat deze wet destijds is inge voerd. Toch deden de wetgevers die deze wet tot stand brachten, slechts voor een deel goed werk, want de 400000 landarbeiders werden uitgesloten. Die landarbeiders werden niet uit gesloten omdat in het landbouwbedrijf geen ongevallen voorkomen, maar men wilde nog een paar jaar wachten om eerst de regeling aan den gang te krij gen, en als dan alles liep, dau zouden de landarbeiders ook worden opgeno men in de wet. Tot heden is dat ech ter niet geschied. Wel heeft dr Kuyper, toenmaals minister, 18 April 1905 een ontwerp Landbouw ongevallen-verzekering in gediend, doch dit ontwerp is nooit door de Tweede Kamer in behande ling genomen. De landarbeiders komen dus nu al bjjna 10 jaar achter bjj de arbeiders in de industrie. En toeD hebben deze landbouwers een hoog zedelijk besluit genomen. Zij hebban gezegd, als de Regee ring dan niet voortmaakt met onze knechts te helpen, dan zullen wjj het zelf doen. Dat besluit is genomen in Juli 1909 te Utrecht. Er kwam nog iets bjj. Deze onrechtvaardigheid begon den patroons van de landarbeiders, den landbouwers, hoe langer meer te grie ven, want zij zagen de landbouw-on gevallen om hen heen voorkomen, de knechts en hun gezinnen wien de ongevallen troffen, geldelijk achteruit gaan, zonder dat er iets werd gedaan. Het geld, waarvan de uitkeeringen aan de knechts iD de industrie wor den betaald, moet volgens de wet worden opgebracht door de patroons. Zoo betalen de patroons in de indu strie jaarlijks eenige millioenen gul dens. Als de regeering nu was ge komen met een Landbouw-ongeval len wet, dan zouden ook de landbou wers enkele millioenen per jaar heb ben moeten opbrengen. Nu zon dit geen bezwaar zijn, als dit geld dan ook maar voor liet overgroots deel aan de ongelukkigen ten goede kwam. Doch als het Rijk voor de Landbouw- ODgevallen vei zekering de administra tie moest voeren, dan zou dit aan ambtenaren moeten worden opgedra gen en dus duur worden. Het Rijk werkt nu eenmaal duur. De landbouwers wilden nu gaarne eens toonen, dat men de knechts af doende kan helpen, volgens de voor schriften van het Rijk, en tegelijk een eenvoudige en goedkoops admini stratie kan voeren. De knechts afdoende helpen en dan de verdere administratie, zoo eenvou dig mogelijk, want ook de kosten van die administratie komen bij een wet telijke regeling, voor rekeniDg van de patroons. Twee vliegen in éen klapmet den steun zijn dan de knechts gebaat, en met de eenvoudige en goedkoope ad ministratie de landbouwers. In een volgend stukje zullen we zien, hoe de landbouwersknechts in deze streken geholpen worden. Men weet dat de schorsing van de vredesonderhandelingen tusschen de afgevaardigden van de Balkan-Staten en de Turken is veroorzaakt doordat Tnrkije niet wil afzien van Adriano- pel en ds eilanden in de Egelsche zee. Zelfs wil de Turksche regeering er geen afstand van doen, al zou de stad zich zelfs wegens honger moeten over geven. De Turken zegt de Londensche correspondent van de Tel. verdie nen de stad wel, al was het maar alleen om hare heldhaftige verdedi ging. En ook, pmdat verreweg het meerendeel barer bevolking uit Mo hammedanen bestaat, en volgens de Turken 90 pCt. uitmaakt. Doch de Bulgaren beweren, dat Adrianopel veel minder Turken heeft. Hunne meerderheid ontkennen zjj niet. En men wil nu immers een indeeling van het veroverde gebied naar gelang van het ras. Turkije kan ook geen genoegen nemen met de door de verbondenen voorgestelde grens in het Oo3ten. Want daardoor zou Turkije feite lijk de macht over de Dardanellen verliezen, zoodat de afsluiting van den Bosporus voor vreemde oorlogs schepen dan nog kwalijk ware te hand haven. Daar is een tegenstrijdig be lang der groote mogendheden mede gemoeid. De Bulgaren zeggen, dat het hun te doen is om den spoorweg, die tot aan de Egeische Zee raakt, Welnu,

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1913 | | pagina 1