fymmx
mt
&U UjR
Ihmbmti.
es
ett Mbw
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco
per post /0.55, voor België /0.75 en 1 dollar
l 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika.
No 1179.
Woensdag: 25 December 1912.
22e Jaargang:.
Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar
plaatsruimte. By abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag
en Vrijdagmiddag te twee ure.
Eet pitte [mui.
Binnenland.
BRESKENSCHE COURANT.
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
Dit blad verschijnt elkeu Dinsdag- en Vrijdagavond bjj den nltgever C. DIELEMAN te Breskeas.
IV.
De heer de Savomin Lobman, de
leider der Christelijk Historischen,
herinnerde aan het van links bespro
ken verband tusschen de politiek en
de christelijke beginselen, waarbij is
gewezen op zooveel punten van ver
schil onderling bij de rechterzijde.
Men wees op het verschil in be
schouwing op het gebied der Straf
wetgeving bij de bepaling van de
grenzen waar binnen de Staat moet
blijven ten opzichte van het ingrijpen
op het gebied der openbare zedelijk
heid en nog andere punten.
Men kan niet loochenen dat er ver
schil iD rechtsontwikkeling is tus
schen de verschillende godsdiensten
toch werd deze beheerscht door den
godsdienst die men belijdt.
Als men vraagt welk christendom
dan weet spr. het niet, maar de hee-
ren der linkerzijde weten het wel.
Het is het christendom dat hunne
foorouders uit Indië hebben geweerd,
getuige een artikel in de Nederlan
der: „Hoe de vrijzinnigen den school
strijd in Indië aanwakkerden". Het
is het christendom dat uit de neu
trale school is geweerd en dat wordt
beleden door hen die de linkerzijde
zoo lang uit de ambten heeft trach
ten te weren het christendom dat
z(jn oorsprong vindt in het oude en
Nieuwe Testament. Dit christendom
werkt door bij het geheele volk, al
is het niet bij elk lid van het volk.
Er zjjn er onder hen, die christenen
heeten, maar die veel vorder afstaan
van het Koninkrijk Qods dan velen,
die niets van het Koninkrijk Gods
willen weten. Maar toch werkt dit
christendom door in het geheele volk
tn geeft er zijn keteekenis aan.
Wanneer wij zeggen dat het hu
manisme (streven naar menschlevend-
beid) beschaving brengt b|j een volk,
dan zeggen we een alledaagsch gezeg
ds. Maar daarentegen mogen we niet
zsggen dat in een volk dientengevol
ge iedereen een menschlievend mensch
is. Zoo zal in een volk, waar het
christendom is gebracht, niet ieder
sen christen zijn, maar de invloed
van het christendom is in dat volk
onmiskenbaar.
bit is zonneklaar en daarom zjjn
rij het niet, die een uitzondering ma
ken, wanneer wjj strijden voor een
verband tusschen politiek en christen
dom, maar juist onze tegenstanders,
die datgene doen wat in heidenjsche
«nden geschiedt.
Zoo is het steeds in ons land ge
weest, van de vroegste tijden af.
Na de reformatie heeft men gepoogd
de Hervormde Kerk leiding te doen
geven aan het geestelijk leven, maar
door het uiteenvallen der eenheid,
18 dit doel niet in alle deelen be-
[eikt. "Wat doet nu het humanisne
bit meent te staan boven de kerk,
en door zich daarboven te plaatsen,
meent het die eenheid te kunnen
verkrijgen. Daarom heeft die rich
ting steeds zooveel mogelijk de Chris-
tusbelijders uitgesloten.
Wij, niet-humanisten, willen ech
ter evenveel te zeggen hebben als zij,
die het wel zijn. Ook onder ons is
verschil, maar niet tengevolge van
van een verschil in den grondslag,
waarop wij ons stellen, maar wel
in de gevolgtrekkingen, die wij daar
uit maken. Onze Bijbel is niet de
Koran, die bepaalde voorschriften geeft
geldig voor altjjd en alle landen, en
wij kunnen den Bijbel niet gebrui
ken, zooals de Mohammedanen hun
Koran.
Onze eenheid bereiken wij. evenals
de linkerzjjde, door verstandig over
leg maar wij willen zorgen, dat de
linkerzijde niet de grondslagen van
ons recht wegmoffelt. Dat weet men
links ook zeer goed, daarom hebben
z|j getracht het volk van zijn Bijbel
te vervreemden. Dat de humanisten
zelf niet meer van den Bijbel willen
weten, is hun zaak, maar waar het
om gaat, is dat men het volk van den
B|jbel vervreemdt. Daarom is men
h*t rechts over dit punt eens en zal
men het ook wel bl|jven Inziende
het belang van het Christendom, wil
de rechterzijde den Bijbel voor het
volk bewaren.
Er is veel verschil rechts over de
vraag, hoe onze kinderen moeten wor
den opgevoedmaar er is eenheid in
de verdediging van vrijheid en gelijk
heid van opvoeding. Het is merk
waardig, dat zoo dikw|jls van rechts
wordt gesproken over subsidie aan de
bijzondere school, links smaalt over
het eten uit de staatsruif. Maar
daarmede toont zij ons niet te be
grijpen, of onwilligheid om ons recht
te doen. Want wij vragen voor ons
zelf geen cent, maar vragen alleen,
dat wij zullen krijgen wat de linker
zijde zelve uit de Staatskas neemt.
Wat de samenwerking tusschen Re
geering en meerderheid aangaat, aan
de rechterzijde zjjn inderdaad afwij
kende leden. Als die er niet wareD,
zou men aan de linkerzijde spreken
van stemmaehines. Het is niet ge
makkelijk het den heeren naar den
zin te maken. Maar die afwijkende
leden hebben zich toch niet in den
val laten lokken, die men bad opge
zet met het doel den wetgevenden
arbeid van het Ministerie op sociaal
gebied met onvruchtbaarheid te slaan.
Een enkel woord over partijdige
benoemingen. Over partijdigheid heeft
spreker beurtelings alle partijen hoo-
ren klagen. Natuurlijk is een Re-
geeringspartjj er altijd beter aan toe
dan partijen, die daarbuiten staan,
doch hierover moet de linkerzijde niet
klagen. Spreker wil even herinneren,
hoe de toestand was onder een vorig
bewind, toen, naar het heet, tegen
over allen gelijkheid werd betracht.
Het volgend geval, dat spreker in de
secties is verteld, wil hjj hier mede-
deelen. Bij de Rechtbanr te Almelo
solliciteerde een Roomsch-Katholiek,
en toen werd hem door den Presi
dent gezegd, dat er tot zijn spijt geen
Roomsche vacature was. Maar dat
kon ook niet, want er zaten allemaal
Protestanten in de Rechtbank.
De Minister, zelf R.-K., benoemde
hem toch. Maar toen de benoemde
na enkele jaren vertrok, en wederom
een R -K. vroeg om voor de openge
vallen plaats in aanmerking te ko
men en erop wees, dat de vertrokke
ne ook R.-K. was, zat dezelfde presi
dent „Wjj doen niet aan Roomsche
vacatures". Spreker deelt dit geval
in het openbaar mee, opdat het zoo
noo noodig ka:i worden tegengespro
ken. Geljjkheid van de burgers moet
niet alleen staan in de Grondwet,
maar moet er ook zjjn in de praktijk.
Hij maakt niet in het bijzonder den
liberalen daarvan een grief. Men ziet
dit verschijnsel overal. Wie de macht
hebben, maken daarvan overal gebruik
om vrienden te benoemen.
We moeten elkaar niet te groote
verwijten maken. Goed is het niet,
dat zulke partij benoemingen geschie
den, en sterk keurt hij het af, als
men zulke benoemingen doet ter ver-
christeljjkrng van de natie, want niets
is verderfelijker voor den godsdienst
dan dat men voordeel verbindt aan
het belijden daarvan.
Een enkel woord ook over de be-
benoeming van prof. Noordtzjj, (als
gereformeerde) tot hoogleeraar in de
theologie tot opleiding van Hervorm
de predikanten aan de Universiteit te
Utrecht. De benoeming is overeen
komstig de voordracht geschied, maar
men kan nooit bereiken een school
ter opleiding in een beljjdeniskerk,
wanneer de professoren niet onder de
macht der Kerk staan, doch ODder de
macht der regeering, die geheel vrij
staaL
Thans iets over het concentratie
program. We hebben hier een ver
schijnsel als in een theater, waar het
eerst geheel donker is, maar langza
merhand wat licht komt door san
machinerie achter de coulissen. We
haddeD in de Kamer drie part|jen, die
menig tornooi hebben geleverd in het
openbaar. Maar die drie partjjen zjjn
achter de schermen omgegoocheld in
één. Daarvoor hebben z|j twee gene
raals en een geestelijk adviseur opge
offerd, waaruit blijkt, hoeveel zij voor
het landsbelang over hebbeD.
Hij zag eenige jaren geleden in den
dierentuin een merkwaardig dier, de
brulkikvorsch. Die bevond zich in
een groot bassin en nu was het ei
genaardig dat rondom die bruikikker
allerlei kikvorschen rondsprongen en
zich zelfs iD den bek van dezen
waagden. De brulkikvorsch scheen
dat zelfs niet onaangenaam te vinden.
Van tjjd tot tijd slikte hij er een paar
gedeeltelijk in, maar de pooten bleven
dan uit zijn bek hangen, en gelijk de
oppasser hem toonde, leefden dan de
gedeeltelijk opgeslokte dieren soms
nog. Spr. heeft gedacht dat ditzelfde
verschijnsel zich op politiek gebied
herhaalt. De Liberale Unie is de brul
kikvorsch, en de vrijzinnig d mocraten
en de vrij-liberalen z|jn de kikkers
die in z|jn bek springen. Van zijne
amendementen bij de Ziekte- en Ra
den-wet is gezegd„zoo zie je ze,
en zoo zie je ze niet." Maar dit is
nog veel merkwaardiger. Hier kan
men zeggen„Leven ze of leven ze
niet?" „Zijn ze er nog of zjjn ze er
niet?" Of begint de opslokking pas
atn het begin der verkiezingen? Zijn
de partijen nog gescheiden als straks
in de Kamer de Invaliditeitswet weer
begint en zal de ineensmelting eerst
met de verkiezingen plaats vinden
Wij hebben gehoord, dat de heeren
zich zullen excuseeren, als ze niet de
meerderheid hebben zonder de soci
aal-democraten krijgen zij die meer
derheid niet, dan mag de rechterzijde
het weer doen. Maar zullen dan de
partijen weer gescheiden zijn Zulleu
de vrijzinnig-democraten en de vrij
liberalen dan verdwenen zjjn, of zul
len ze nog uit den bek van den Li-
berale-Unie-brulkikrorsch kunnen wor
den getrokken?
De heer Roodhuyzen zeide van het
concentratieprogram, dat dit „staats
stuk" niet is een regeeringsprogram,
maar de basis daarvan. Er zijn ech
ter nog allerlei andere onderwerpen,
o. a. het militaire vraagstuk. Zjjn de
partjjen ook daarvoor opgeslokt of
staan ze dan weer als drie tegen één
Wordt na de verkiezingen een regee
ringsprogram opgemaakt en gaan dan
de partijen weer uit elkaar? We zul
len dat mettertijd wel zien.
Maar nu heeft de concentratie zich
beslist losgemaakt van de sociaal-de
mocraten. Doch niet andersom.
Wanneer er eenmaal is staatspea-
sionneering, dan staat men op bet
terrein van de pioniers van Marx.
In een pension aan de Laan van
Nieuw Oost-Indië te 's Gravenhage
heeft zich Donderdag eed ernstig fa
miliedrama afgespeeld.
In dat pension woonde een zeker*
mevrouw O., die ongemerkt bezoeken
ontving van haar zoon, een S8 jarige
oud kapitein van bet Ned.-Ind. leger,
met wie zij reeds sedert jaren een
veete bestaat.
Plotseling hoorde men op mevrouws
kamer schoten knallen en luidkeels
om hulp roepen.
De pensionhouder snelde toen naar
boven de zoon kwam met de revol
ver in de hand uit de kamer en zei-
de „Het is niet noodig, politie te
halen. Ik zal me zelf wel aangeven".
Hij verliet daarop het pension en liep
in de richting van een politieposthuie,
gevolgd door den pensionhouder. Toen
deze een politie-agent zag, wees hij
dezen den dader aan, die zich gdwil-