dcum*- m JpwfettfiéBlaÊ»
t>W
taau6cfcit.
No ino.
Zaterdag 23 November 1912.
22e Jaargang.
BRESKENSCHE COURANT
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco
per post 0.55, voor België 0.75 en 1 dollar
a 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika.
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar
plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag
en Vrijdagmiddag te twee ure.
Oit blad verschuilt eiken Dinsdag- en VrUdagavoud bij den uitgever C. MELKMAN te Breskens.
Met een enkel woord hebben we
melding gemaakt van de gehouden
vergaderingen der vrijzinnige bonden
waar tot samenwerking is besloten.
In den bond van Vrije Liberalen
wijdde de voorzitter, mr Tydeman
er de navolgende beschouwingen aan
Van dag tot dag als het ware wer
den de oogen meer geopend voor den
waren aaid en de gevolgen van het
door het ministerie Heemskerk nu ge-
voorde en door de geheele coalitie ge
steunde regeerbeleid. Mochten som-
migi n meenen, dat het eerst nog erger
moest worden, wij meenden, dat het
erg genoeg was.
Daarbij waren wij van meening, dat
liet voor onze partij wenschelijk was
den aanstaanden verkiezingsstrijd niet
zonder bondgenooten in te gaan. Zon
der evenredige vertegenwoordiging
loopt onze partij gevaar hare plaatsen
in het parlement te verliezen, ten min
ste zoolang het niet tot den kiezer
arbeider is doorgedrongen, dat het drij
ven naar lotsverbetering zonder vrij
heid voert naar een moderne slavernij.
Het zal nog wel eenigen tjjd duren
voor dit begrepen wordt, maar inmid
dels moeten wij trachten onze plaat
sen in de Kamer te behouden.
Er is bij het onderling overleg ge
bleken van eene herleving der geest
verwantschap onder de liberalen.
Over de meest aan de dagorde
zijnde zaken, liet mr. Tydeman zich
aldus uit
De openbare school, moet als kern
van het volksonderwijs worden ge
handhaafd. Wij gaan, zegt spr., niet
mede met hen, die genoegen nemen
met een lijdelijkheid der overheid op
het gebied van het lager onderwijs
als is neergelegd in het door de staats
commissie ontworpen art. 192lijde
lijkheid alleen niet, waar het aankomt
op het betalen. Wij willen overheids
bemoeienis met het onderwijs om
dat wjj niet met een ideale maat
schappij, maar met de realiteit te
doen hebben en wij niet kunnen
wachten, tot een gedeelte van het
Nederlandsche volk zich aan de Staat-
ruif zal hebben doodgevreten. Het
volksonderwijs in al zijn geleidingen
moet hooger opgevoerd wordende
akker is vruchtbaar genoeg het volk
is van goeden aanleg, maar de be
werking laat te wenschen over. Op
leiding en positie der onderwijzers
moeten verstrekt worden. Op het
volksonderwijs als een „staatserhal-
tende" kracht moet kunnen worden
gerekend.
Wat het kiesrecht betreftspr.
gevoelt, dat de vooropstelling van
den eisch „dat algemeen kiesrecht
voor mannen moet worden ingevoerd,
zonder dat aan die hervorming als
voorwaarde wordt verbonden het ne
men van maatregelen tot verzwak
king van den volksinvloed, dien men
door het algemeen kiesrecht tot vol
le ontwikkeling wil brengen", menig
een van zijn gehoor scherp in de
ooren heeft geklonken. Velen heb
ben zich m'it algemeen kiesrecht nog
niet verzoend. Telkens rijzen voor
hun geest de bezwaren en de geva
ren, die zij van eene nog verdere uit
breiding van het reeds zoo uitgebrei
de kiezerskorps duchten.
Welnu, spr. heeft in do vorige
algemeens vergadering het gegronde
dier bedenkingen beaamd, maar te
vens als zijn gevoelen uitgesproken,
dat dit in het beginsel, dat het kies
recht ten slotte aan allen moet wor
den toegekend, die maatschappelijk
volwaardig zijn, geen verandering
brengt en dat er goede redenen voor
pleiten dit thans te doen.
Wat het vrouwenkiesrecht betreft,
staat het concentratie-program in
hoofdzaak op hetzelfde standpunt als
0"s beginselprogram, te weten dat de
mogelijkheid geopend moet worden
voor een attributief vrouwenkiesrecht.
Alleen en mijn inziens volkomen
terecht is hieraan toegevoegd, dat
die attributie niet op welstandseischen
zal mogen berusten.
Wat de evenredige vertegenwoor
diging betreft door velen onzer, ver
volgt spr., wordt hieraan groote waar
de gehecht. Het kan hen wellicht
verzoenen met den ongeclausuleerden
overgang naar het algemeen kiesrecht.
Evenals op andere punten is hier niet
in bijzonderheden getreden en moest
uit den aard der zaak tot uelangrijk
détail, welk systeem van evenredige
vertegenwoordiging bedoeld werd, on
besproken blijven. Maar dit is dui
delijk, dat, indien, en voor zoover on
ze politieke organisaties het gebied
der liberale staatkunde bestrijken,
hiermede de evenredige vertegenwoor
diging op dat gebied is overgebracht.
Wat de sociale paragrafen betreft:
Ten aanzien der oudersvoorziening
zijn de lijnen duidelijk aangegeven.
Het stelsel van dwangverzekering is
over de geheele lijn afgekeurd. Daaren
tegen is er van uitkeeringen sprake,
die het woord „staatspensioneering"
op de lippen brengen.
Neemt men aan, dat hot stelsel-
Talma het minst aannemelijk is, dan
geven twee momenten hier den door
slag 1. dat een v-iijwillig-verreke-
ringsstelsel langen tijd noodig heeft
om in te burgeren, eerst over gerui-
men tijd zijn heilzame gevolgen in
het groot kan brengen en op den
duur niet eens het geheele gebied
zal bestrijken afgezien nog van de
onzekerheid omtrent de medewerking
der belanghebbende en de niet al te
gunstige berichten dienaangaande uit
België
ten tweeden, dat gratis-uitkeeringen
aan de ouderen als overgangsbepalin
gen, zooals die in België zijn inge
voerd, te groote onzekerheid scheppen
en speculatiën openen, welke aan al
gemeens deelneming aan de vrijwilli
ge verzekering in den weg staan.
Daarom is spr. van meening gewor
den dat men er met vrijwillige ver
zekering alleen niet komt, maar dat
men daaraan een stelsel van gratis-
uitkeeringen, zij het tot bescheiden
bedragen, moest verbinden.
Het tweede punt moet leiden tot
een algemeeDe voorziening bij ziekte
en invaliditeit, die uitgangspunt moet
wezen voor een goed geregeld ziesen-
fondswezen met steun en controle van
den staat, alzoo aansluiting bij, aan
vulling en verbetring van het uit het
maatschappelijk leven opgekomene.
De eenige vraag, die spr. zichzelf
hiertegenover heeft gesteld is of wij
door het aanvaarden van deze samen
werking en van deze grondslagen on
trouw worden aan onze beginselen,
zooals wij die in ons leven kennen,
ook zonder veel geschrijf. Hij gelooft
het niet. Veeleer gelooft hij, dat die
beginselen in hunne toepassing nu
steun eo voedsel krijgen. Het liberale
staatsbeleid bedoelt vooruitgang, om
dat het streeft naar de rechtsverwe-
zenlijking bij steeds wisselende maat
schappelijke toestanden en bij eene
zich vervormde rechtsovertuiging.
Een compromis met andere orga
nisatorisch van ons gescheiden libe
ralen is veel moer een quaestie van
tactiek dan van beginsel, zoolang men
namelijk niet staatssocialisme voor
liberalisme wil doen doorgaan. Wij
kunnen wat toegeven, waar het de
toepassing van het beginsel op de
levende realiteit geldt. En wij mo
gen trotsch daarop zijn.
Dat wy, ons bereid verklarende tot
de invoering van het algemeen kies
recht mede te werken, de reden van
bestaan onzer partij zouden verloren
hebben, is onjuist. Hot zwaartepunt
van den politieken strijd is voor zijne
partij niet d&ar gelegen.
Spr. keert de zaak om en zegt, dat
wil zijne partij de redën van haar be
staan niet verliezen, dan moet zjj, van
wie de bewaking der goede liberale
traditiën verwacht wordt, niet schro
men, met een blik in de toekomst op
den vasten grond onzer vrijheidlieven
de beginselen nieuwe banen te openen
en te betreden.
Er wordt dezer dagen veel gespro
ken over de coalitie. Anderzijds ziet
men scheuren en hoort inen het kra
ken.
Mij laat dit koud, besluit spr.
Maar wat mij niet koud laat, is,
of aan den vooravond eener grond
wetsherziening de liberalen elkaar de
hand zullen reiken, om, als het zoo
ver gekomen is, schouder aan schou
der „te staan, ter bewaring en de
bewaking van het hechte gebouw on
zer Grondwet, bolwerk van Neêrlands
vrijheid en kracht.
De heer mr Goeman Borgesius zeide
ten aanzien van deze samenwerking
in zijn openingswoord ter vergadering
van de Liberale Unie
De oedoeling van ons streven kon
geen andere zijn dan te trachten door
gemeenschappelijke samenwerking in
de Tweede Kamer een meerderheid te
verkrijgen, die de in het program
aangegeven hervormingen in 's lands
belang wenschelyk vindt. En dat doel
zou natuurlijk niet bereikt kunnen
worden, indien aangesloten kiesver-
eenigingen hier of daar candidaten
gingen stellen, zonder zich vooraf te
vergewissen dat de man, op wien de
keuze is gevallen, instemt met de her
vormingen, die daar als noodig in 's
lands belang en als geschikt om in
de eerste vierjarige periode tot ver
wezenlijking te komen, zijn aangepre
zen. Om een voorbeeld te noemen
iemand kan wel vrijzinnig zijn zon
der te zijn voor algemeen kiesrecht-
van mannen, maar wat zoo iemand
niet kan zijn, dat is, om kortweg te
noemen een concentratiecandidaat, en
dus ook niet-candidaat van een kies-
vereeniging, die tot de concentratie
zal zijn toegetreden.
Maar, zal men allicht vragen, zijn
daarmede dan de hervormingspro
grams der verschillende bonden, de
algemeene programs, als men ze zoo
liever wil noemen, vervallen
In de verste verte niet. De hoofd
besturen hebben het noodzakelijk ge
oordeeld de handen ineen te slaan
met behoud van eigen zelfstandigheid.
Op twee punten wenscht spr. o.m.
de bijzondere aandacht te vestigen.
Over het kiesrecht zal hij nu niet
uitweiden, maar hij wil er op wijzen,
dat, terwijl het algemeen kiesrecht
van mannen als uitdrukkelijke voor
waarde is opgenomen, voor vrouwen
alleen geëischt wordt, dat de deur,
die thans dicht zit, geopend moet
worden, dat dus in zake de vraag,
welke vrouwen terstond kiesrecht
zullen krijgen en of het vrouwen
kiesrecht al of niet zal worden inge
voerd, bij dit program niet wordt be
slist, maar dat wel degelijk absoluut
wordt afgewezen een vrouwenkies
recht, waarbij eischen van welstand
worden gesteld.
Na zijn 35-jarig lidmaatschap zal
spr. wel niet lang meer op de groene
banken zitten, maar toch hoopt hij
het nog te beleven, dat ook intelli
gente vrouwen naast de mannen,
die uit den aard der zaak, omdat zij
mannen zijn, lijden aan de kwaal van
eenzijdigheid, in het parlement
zullen plaats nemen.
Een ander hoogst gewichtig punt
geldt de voorziening in de nooden
van ouderdom, ziekte en invaliditeit.
Voorop staat de staatspensionnee-
ring. De woorden zijn zoo gekozen,
dat duidelijk blijkt, dat die uitkee
ringen alleen zullen worden verstrekt
aan hen, die werkelijk behoeftig zijn
en dat die uitkeeringen tot een mini
mum zullen worden beperkt. Hoe
hoog die uitkeeringon zullen zijn,
is een punt dat tei beslissing blijft
van de regeering, die eventueel een
wettelijke regeling in genoemden geest
zal hebben te ontwerpen persoon
lijk acht spr. ƒ2.50 voor éen persoon
en minimum f i per week voor man