I
J-Ifivinoou
twor
Het Kiesdistrict Oostburg.
in ilhu'rtonticMai*
BRESKENSCHE COURANT.
m
el
U
p
-wv
itfordit.
Abonnement per maanden f 0.50, franco
per post 0.55, voor België /0.75 en 1 dollar
a 3 kwartalen bij vooruitbetaling voor Amerika.
Abonnementen worden mede aangenomen bij
boekhandelaren en brievengaarders.
Ho 1765.
Woensdag 6 Koveinber 1912.
22c Jaargang-.
Advertentiën van 15 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar
plaatsruimte. Bij abonnement iager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot, Dinsdag
en Vrijdagmiddag te twee ure.
l»it Mail verschijnt eiken IMiisilar- eu rtiilasrsvoiMl bij den iiitrever C. DIKIjRMAil te Itresken».
te*
i i
De oorlog.
De gebeurtenissen der laatste dagen
in den Balkan hebben zoo'n snelle
vaart genomen, dat men als aan een
droombeeld denkt hij het ong kende
resultaat, h.twelk nu reeds ik bereikt.
Het is natuurlijk dat deze wending
in den politieken toestand in Europa's
zuidoosthoek de algemeene aandacht
trekt.
Op dien veranderden toestand wijst
het Engelsche blad „de Nation" in
een zeer lezenswaardig artikel „de
verdeeling van Tu'kije".
De macht van Turkije in Europa,
- dus vangt het aan - is gebroken
en alleen een verraderlijke en onge
lofelijke tusschenkomst van de mo
gendheden kan nu zijn onvermijdelijk
Doodlot tegenhouden. Die provincies,
veroordeeld tot eeawen van barbaars-
hei 1 terwijl Europa vooruitging, terug
geworpen ter verdrukking na don val
schen dageraad van het verdrag van
San Stefano, gemarteld gedurende het
heele geslacht dat zich het congres
van Berlijn herinnert en beguicheld
door de hoop die de Jong-Turkache
omwenteling wekte, die provincies
kunnen nooit meer onder den voet
van de Turksche regeerende kaste
worden gebracht.
Maar er is meer gebeurd. Voor het
oogenblik treden de kleine groote
mogendheden op den achtergrond en
de groote kleine mogendheden ko
men op het wereldtoonoel naar voren.
Er is een nieuwe kracht in Europa
geboren, een nieuwe ster is verrezen
en, als er eenige staatmanswijsheid
in de kabinetten en kanselarijen is,
zal zjj begroet worden met een wel
kom dat haar weergalooze vaart vei-
dient. Vooral zal het een wijze, en
tegelijk de edelmoedige en eerlijke
politiek voor Engeland zijn om een
helpende hand te reiken aan de vier
staten, wier politieke en krijgskundi
ge gaven in drie weken meer hebben
gedaan voor den vooruitgang van de
wereld en de oplossing van haar erg
ste politieke moeilijkheid dan al de
stuntelige „interventies" van de ge
organiseerde militaire en marine-sa-
meDvoegingen die er sedert don Rus-
sisch-Turkschen oorlog zijn geweest.
Het zou schandelijk zijn het Balkan-
verbond te berooven van de vruchten
van de offers, die zijn geheele man
lijke bevolking op het altaar van een
groote gedachte heeft gebrachthet
zou monsterachtig zijn die staten en
Europa aan een tweeden oorlog te
wagen.
„Engeland heeft hier een groote rol
te spelen en als Sir Edward Grey, de
minister van Buitenl. zaken, die rol,
zooals wij gelooven dat hij het zal
doen, manlijk en terdege speelt, zal
hj8 de geheele liberale party achter
zich hebben en zal, naar den krach-
tigen tooü van de unionistische pers
te oordeelen, de steun van de groote
meerderheid van het land hem niet
Ontbreken. Het komonde Verbond
van Balkanstaten, met zijn groote
sociale en couimereieele toekomst, zou
dan zijn loopbaan onder de staten be
ginnen met de werkelijke genegenheid
en steun van Engelands regeering en
volk. Als tot dat doel Engeland en
Rusland samen voortschrijden, zal
hun verbinding, voor het be aaide
doel dat zij voor oo^en heb en, alge
meen in Engeland instemming vinden.
Als echter hot Balkanverbond door
een slechte vrede wordt verlamd, zal
't zich eenvoudig weer gaan wapenen,
en heel zijn industrieele ttekomst,
waarbij Europa bizonder belang heeft,
zal achteruit worden gezet."
De Nation gaat dan na, welken
voim de regeling na den oorlog zal
aannemen.
Het Engelsche blad gelooft dat de
Balkan-staten oprecht waren, toen zij
verklaarden met het zelfbestuur van
Macedonië genoegen te zulien nemen,
en zij, ware die verleend, hun legers
terug hadden gehouden. Maar nu is
de eisch van het behoud van den sta
tus quo in bloed ondergegaan. Blijft
de oorlog denzellden loop nemen, dan
zullen, naar wordt vermoedt, de ze
gevierende legers nooit uit het gebied
worden gezet dat zij hebben veroverd.
Zij hebben in hun overwinningen de
heugenis van een nog levend verle
den hernieuwd.
De Serviërs hebben het middeleeuw-
sche treurspel van Kossowo te niet
gedaan door hun zege op denzelfden
groud, die het einde van Doesjan's
rijk aanschouwde. De Grieken droo-
men van Filippus en Al xander aan
de wieg van het Macedonische rijk.
De Bulgaren bevruchten met hun
gesneuvelde dapperen den groud, dien
hun half legendarische tsaars aan een
vervallen Byzantium ontworstelen."
De beste oplossing, dunkt de Na
tion, zal zijn toedeeling van stukken
van het veroverde gebied aan de ver
schillende staten, naar de nationali
teit van de bevolking. Het blai
meent te mogen gelooven, dat de
vier staten dit v oorzien en een rege
ling getroffen hebben, die geen twee
dracht onder hen zal wekken.
De Slaven van Macedonië zijn Bul
gar^n noch Serviërs. Het is een ge
mengd volk met een eigen dialect,
welks historische banden onvast en
verward zijn. Zoowel Serviers als
Bulgaren zouden hen aan zich kun
nen trekken en met beiden zouden
zij gelukkig en vrij kunnen zijn.
De afbakening van Griekenland's
aanspraken in Zuid-Macedonië is zeer
billijk in het vorengenoemd verdrag
van San Stefano geschied en zal, naar
het blad denkt, wel in hoofdzaak zoo
blijven.
Montenegro zal misschien wat meer
in en om Skoetari en de streek van
Zeta willen hebben dat wat meer na
tuurlijke verwantschap aangeeft, maar
de onvruchtbaarheid van het geberg
te, waartoe een onnatuurlijke grens
het beperkt, en zijn dringende behoef
te aan een vruchtbare vlakte, waarop
levensmiddelen kennen worden ge
wonnen, billijken het.
Saloniki legert moeilijkheid. Kon-
stantinopsl met een niet al te schraal
toegemeten strook land blijve liever
Turksch. De bevolking van Kon-tan-
tinopel is kosmopolitisch en zijn lig
ging wekt. den naijver der mogend
heden, en dat zou het Balkanverbond,
kan het de stad veroveren, zwaren
last bezorgen.
Dan komt Albanië. De Albanee-
zen, niet het minst beloveDde en aan
trekkelijke van de Balkanvolken, zijn
in de ontwikkeling van hun bescha
ving ettelijke geslachten bij de minst
beschaafde van hun mededingers ten
achteren. Zij zijn nog niet voor zelf
bestuur rijp en zjjn nauwelijks begon
nen er naar te verlangen. Zij hebben
geen beschermer in Europa en geen
vriend in het Balkanverbond. Het is
dus te voorzien dat hun belangen
verwaarloosd zullen worden.
Montenegro en Servië willen ieder
een stuk van het land hebben. „Aan
Griekenland is ste'lig heel Epirus toe
gedacht. Wij twijfelen niet," ver
volgt de Nation, „dat die regeling
voor de Epiroten zelf voordeelig zou
zijn. Het zijn Albaneezen in ras en
taal" (gelijk men weet, een afzonder
lijke Indo-Germaansche taalstam),
„en Hellenden in wat zij aan bescha
ving hebben. De Christenen behoo-
ren tot de Orthodoxe kerk, en zelfs
de Moslemen, wier jong geloof, met
latitudinarische ketterijen vermengd,
niet diep bij hen zit, kunnen gemeen
lijk Grieksch spreken en dikwijls
schrijven.
De Grieken gelijken op de Fran-
schen in hun slag om een minder be
schaafd volk aan zich te trekken.
Het bezwaar tegen de scheiding van
Epirus van het Albanië is, dat zij de
rest zonder vooruitzicht op een dra
gelijk nationaal leven of een snellen
vooruitgang zou laten. Het midden
en het noorden van het land is te
arm, te roerig en te onwetend om
den last van een onafhankelijk be
staan te dragen. Vereenigd met de
Zuidelijken, die ten slotte hun stam-
genooten zijn en dezelfde vreemde
taal spreken, kunnen waarschijnlijk
zelfs de Noordelijke Albaneezen in
den tijd van een geslacht tot het te
genwoordige poil van Balkan-bescha
ving rijzen. Met Kreta en Zuid-Ma
cedonië zal Griekenland toch al aan
zienlijk worden vergroot. Een rege
ling, waarbij een afzonderlijk Alba-
neesch koninkrijk wordt gevormd in
een persoonlijke unie met de Griek-
sche kroon zou te verkiezen zijn, als
er zich geen gemakkelijker oplossing
voordoet, boven een splitsing van Al
banië, die alle hoop op een schoone
nationale toekomst zou vernietigen.
„Wat Bulgarije betreft, het heeft
recht op het gebied dat het het heeft
veroverd niet alleen in Macedonië;
maar in het wijde Thracische gebied,
waar het Bulgaarsche element over
weegt, Adrianopel inbegrepen en ook,
zouden wij zeggen, Dede Agatsj aan
de Egeïsche Zee."
.els er bezwaar komt besluit de
Nation zal het komen van Oosten
rijk. Rusland houdt het met de Sla
ven. De samentrekking van zijn troe
pen in Polen en in Bessarbië, op de
grens van Roemenie, heeft zelfs veel
tot den oorlog bijgedragen. Duitsch-
land volgt Oostenrijk. Italië heeft al
leen belang bij Albanië, Frankrijk bij
de financiën.
Daaruit schijnt te volgen dat al
leen Oostenrijk tegelijk reden en ook
macht heeft em de verdeeling van
Turkije te verbieden. Maar zijn poli
tiek is van den aanvang behoedzaam
geweest. Het is zenuwachtig over
Rusland's plannen. Het jonge Oosten
rijk, dat om den troonopvolger staat
is openlijk voorstander van het Bal
kanverbond. Oostenrijks belangen bij
den Balkan zijn meer oeconomisch
dan op gronduitbreiding gericht. Mis
schien zal het zich verzetten tegen
eene verdeeliug, waarbij Novi Bazar
aan Servie of' Montenegro zou komen.
Het zal allicht lastig zijn op het
stuk van de spoorwegen. Hot zal
vooral er op gesteld zijn, dat Saloni
ki een vrije haven wordt en waar
schijnlijk zal het tevreden zijn, wan
neer die Joodsche en kosmopolitische
stad tot een onzijdige en internationa
le Hanze-stad wordt gemaakt, hetgeen
als de Nation gelooft, de Balkansta
ten goed zouden vinden. Nam Oos
tenrijk Saloniki voor zich, dan zou
den zijn vloot moeilijkheden verdub
beld worden en zou het aanstonds in
den wedyver om de Middellandsclie
Zee betrokken worden.
Oeconomisch kan het veel winnen
door het Balkauvei bond zijn welge
zindheid te toonen, en veel verliezen
door zich te steken in een politiek
van militaire avonturen, waarbij zjjn
belangen duidelijk tegen die van En
geland zullen ingaan. Er is niets in
den Europeeachen toestand, dat een
zuivere en finale oplossing door ver
deeling in den weg staat. Elk argu
ment gegrond op het welzijn van de
Oostersche volken en den blij venden
vrede van Europa, pleiten er voor.
Het maandblad „De Plattelander"
onder redactie van den heer P. Teu-
nissen, schrijft, met alle zekerheid te
hebben vernomen, dat de heer G. A.
Vorsterman van Oyeu te Aardenburg,
afgevaardigde voor het district Oost
burg, zich voor do volgende verkie
zing niet meer beschikbaar stellen.
Dat besluit vinden wij zeer ver
standig, want de heer Van Oyen raakt
op leeftyd en dezen zomer kreeg hij
reed» een kleine waarschuwing, dat
ook ijzersterxe mannen ten slotte aan
de natuurwetten, die spreken van
„komen en gaan", zijn onderworpen,