tymm m ^uxUnüMé> «oor ^mmc^'Wka^mn.
ONTWAAKT.
No. 1633.
Zaterdag 22 Juli 1911.
20® Jaarg
Buitenland.
FEUILLETON.
BRESKENSCHE COURANT.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren
en brievengaarders.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEDi.V te Breskens.
Het is destijds niet te veel gezegd,
dat de Marokkaansche kwestie
een wespennest voor Europa zou worden.
Dat is bet nu eigenlijk al. Het ge
kibbel om bevoorrechting in het Mooren-
land houdt maar niet op.
De acte van Algeciras van 1904, waar
bij de verhoudingen der verschillende
betrokken mogendheden ten opzichte
van Marokko werden vastgesteld, schij
nen weinig te worden in acht genomen.
Elk gaat 's zijns weegs, zou men zeggen.
Zoo stuurde Duitschland naar Agadir
een oorlogsschip, waarop Frankrijk alles
behalve gesteld is en aanleiding heeft
gegeven tot verschillende conferenties,
die het vermoeden wekken van een
vredelievende oplossing, maar overigens
ook niet meer zyn dan vermoedens. Een
zeker gevaar voor het bedreigen van den
vrede is weliswaar als afgewend, te be
schouwen, al kunnen door de sleepende
onderhandelingen af en toe Dog wel eens
oogenblikken van meer of minder scherp
te voorkomen.
Als blyk daarvan komt het bericht,
dat Duitschland met de vergoeding voor
de herstelde rust in de omstreken van
Agadir door de komst van den kruiser
„Berlin" en voor de geregelde dienst nu
uit te voeren door de „Eber", die Frank
rijk in Marokko zou willen geven, in
derdaad onmogelyke pretenties heeft.
Het zou niet minder vragen dan de
Kongo-kust met inbegrip van Libreville.
En daarop is van de zjjde der Fransche
regeering een beslist weigerend antwoord
te verwachten.
Om dus in dit sleepeed stadium tot
eene overeenstemming te geraken, zal
een behoedzame diplomatie noodig zyn.
Men diene dit aan de bezadigde stuurlui
van Frankryks en Duitschlands staats
schip over te laten, en hen niet te prik
kelen.
Frankrijk heeft ook met Spanje een
appeltje te schillen. Te Alkassar is de
Fransche consulaire agent Boisset door
Spanjaarden gevangen genomen en niet
bij toeval, maar opzettelijk omdat ze
bijzonder op Boisset gebeten zijn, se
dert hij de colonne Bremond zoo kracht
dadig te hulp is gekomen.
Maar Spanje geeft er andermaal zijne
eigenaardige houding mee bloot.
De Spaansche minister-prosident Cana-
lejas houdt niet op, waar dit pas geeft te
spreken van de goede bedoelingen, waai -
mede het ten opzichte van Frankrijk is
bezield. En telkens zijn de daden der
Spanjaarden met die woorden in tegen
spraak. Zij doen in Marokko alsof ze
in een door hen veroverd land zijn, ter
wijl volgens de acte van Algeciras hun
ne werkzaamheid niet verder uitstrekt
dan tot het uitvoeren van politie-toe-
zicht.
Boisset, de gevangen genomen consu
laire agent te Alkassar is door een
Spaansch officier wel spoedig in vrijheid
gesteld, doch zonder hem eenige veront
schuldiging aan te bieden.
Het spreekt van zelf dat Frankrijk,
al was het maar alleen om zijn gezag
tegenover de Marokkanen te handhaven,
dit nieuwe feit geenszins onopgelost kan
laten voorbij gaan.
Nu, dat zal Frankrijk dan ook niet
doen. Deszelfs gezant, die met een kort
verlof was, is naar zijn post te Madrid
teruggekeerd en hem ia een opdracht
gegeven in overeenstemming met de
waardigheid van de Fransche eer, zonder
welks genoegdoening de gezant zal wor
den teruggeroepen.
De onderhandelingen tusschen Frank
rijk en Spanje over het zich ongemoti
veerd ophouden en zonder door den
Sultan te zijn geroepen van Spaansche
troepen in Marokko, zullen niet verge-
makkelykt worden door de gebeurtenis
sen te Alkassar.
Men heeft te Madrid beweerd, dat de
Sultan integendeel zeer ingenomen was
met het optreden der Spanjaarden, met
name te Larrasj, waar ze de stadspoor
ten door een wacht bewaken.
Die beweerde ingenomenheid is even
wel denkbeeldig, althans geheel in af
wijking met het feit dat de Sultan het
hoofd van Larrasj heeft ontslagen, om
dat deze zich veel te inschikkelijk had
betoond tegenover de Spanjaarden bij
hunne landing. Die inschikkelijkheid
laat zich inmiddels gemakkelijk verkla
ren door een gift van een 10000 pesetas,
die hij van de Spanjaarden ontvangen
had.
Tegenover deze feiten kan men be
zwaarlijk geloof blijven hechten aan de
herhaalde verzekering van Canalejas, dat
de regeering te Madrid met die te Pa
rijs in volkomen overeenstemming is
wat de Marokkaansche zaken betreft.
Canalejas heeft zich reeds eenige ma
len beklaagd over de z. i. onvriendelijke
houding der Fransche pers, die het ver
trouwen van Frankrijk in de oprecht
heid van Spanje aan het wankelen zou
trachten te brengen. De oprechtheid
van Spanje? Zij is met de feiten van
den laatsten tijd al heel slecht te rij
men en het zeer begrijpelijk, dat de
Fransche regeering Maandag onmiddel
lijk inlichtingen gevraagd heeft te Ma
drid over de bejegening, waaraan de
Fransche consul te Alkassar heeft bloot
gestaan.
Sommige Fransche bladen zijn echter
niet voldaan over de door de Fransche
regeering aangenomen houding. De
Temps vooral, die zeer scherpe dingen
zegt aan het adres der Spanjaarden, laakt
ook de laksheid van de regeering der
republiek.
Zoo zegt het blad o.m.Wanneer men
later de gebeurtenissen der laatste drie
maanden zal overzien, dan zal men zich
niet de verbazingwekkende passiviteit
kunnen begrijpen, waardoor Frankrijk
het optreden der Spanjaarden in Marok
ko begunstigd heeft. Van de woorden,
waarmee Spanje zyn gehechtheid aan
de entente me*. Frankrijk betuigde en
de daden van Spanje, die eiken dag die
gehechtheid logenstraften, heeft Frank
rijk slechts met de woorden rekening
willen houden.
Het tractaat van 1904, door Spanje
geschonden, is voor Fraukryk bindend
gebleven.
Frankrijk, zegt de Temps bitter, is
gebonden gebleven met ketenen, die
slechts op Frankryk drukken. Frankrijk
de lasten, anderen de lustenWant,
vervolgt het blad, Frankrijk heeft niets
gewonnen, niet eens zelfs is het in den
vorm beleefd behandeld, zooals een groo
te mogendheid van een andere verlangen
mag. En wat heeft Frankrijk verloren
Heel veel. Vooreerst het vertrouwen
van den Sultan, die zich bij de komst
der Fransche troepen in Frankrijks ar
men geworpen heeft en die van Frank
ryk raad en bijstand verwachtteaan
zich zelf overgelaten, begint hy weer te
wantrouwen. En thans beklaagt hij
zich, dat Frankrijk neel weinig voor
hem gedaan heeft.
Hij heeft geon geld en hij heeft geen
soldaat meer, dan op het oogenblik,
waarop de Franschen Fes binnenrukten.
De leening, waarover men al vijftien
maanden bezig is, is nog niet gesloten.
De staatsbank laat van haar bestaan
niet anders blijken dan door den Sultan
te beletten elders te zoeken wat zij
hem weigert. Geen enkele nieuwe leger-
afdeeling is gevormd. Gaat Frankryk
vraagt de Temps, Duitschland meer of
minder duur betalen om aan Spanje de
integriteit van Marokko en bet gezag
van den Sultan over te leveren
Het zeer bezadigde Journal des Dé-
bats schrijft o.m.
Men weet, hoezeer wij wenschen, dat
er volmaakte overeenstemming heerschte
tusschen Parijs en Madrid. Wij hebben
de jongste misverstanden betreurd en
gezegd, dat het de eerste plicht was van
minister De Selves toen hij minister
werd, om ze uit den weg te ruimen.
Het incident met den consulairen
agent Boisset moet geen beletsel voor
die overeenstemming zyn, integendeel
moest het de totstandkoming daarvan
bespoedigen. Wij willen niet gelooven
dat Spanje een loopje neemt met een
andere mogendheid en opzettelijk on
vriendelijkheden jegens Frankrijk begaat.
Indien Spanje mistrouwen koestert, laat
83.
En gjj zyt niet hierheen gekomen
om my goede tijding te brengen Gy
zyt niet een der onzen, een vriend die
mij met gevaar van zyn eigen leven in
vrijheid tracht te stellen?
Ik schudde mijn hoofd. Ik zou al
wat in mijn vermogen is willen doen
om uw lot te verzachten, maar ik kom
met een zelfzuchtig motief, om u eenige
vragen te doen, die gy alleen in staat
zijt te beantwoorden.
Vraag mygij hebt mij een uur
verademing in mijne ellende verschaft
ik ben u daar dankbaar voor.
Zult ge my eerlyk antwoorden V
Waarom niet? Ik heb niets te
vreezen, niets te winnen, niets te hopen.
Omstandigheden kunnen den mensch tot
onwaarheid dwingen, maar een man als
ik, heeft daar geen behoefte aan.
Welnude eerste vraag die ik te
doen heb iswie en wat is die Macari
Ceneri sprong overeind. De naam van
Macari scheen hem tot de werkelijkheid
terug te brengen. Thans zag hy er niet
meer uit als een afgeleefd man. Zijn
stem klonk verschrikkelyk, toen hij riep
Een verrader! een verrader! Al
leen zijnentwege zou het mij gelukt zyn
te ontkomen, zoo hij hier in uw plaats
stoud I Zwak als ik benzou ik kracht
genoeg vinden mij aan zijn keel te han
gen, tot ik zijn laagbartigen adem uit
zijn vervloekt lichaam gewrongen had I
Hij liep met gebalde vuisten het ver
trek op en neer.
Tracht kalm te blijven, Dr Ceneri,
zeide ikik heb niets uitstaande met
z;jne samenzweringen en staatkundig
rerraad. Wie is bi) Welke is zijne
familie? Is zijn ware naam Macari?
De enkele naam waarby ik hem
ooit gekend heb. Zyn vader was een
Italiaansch renegaat, die zyn zoon naar
Engeland zond, uit vrees dat zijn kost
baar bloed voor de bevrijding van zijn
vaderland mocht vloeien. Ik leerde hom
als jongeling kennen, en maakte hem
tot een der onzen. Zijn bedrevenheid
in uwe taal was ons van groot nut, en
ja, eens streed hy als een man. Waar
om werd hy een verrader? Waartoedie
nen uwe vragen
Hy is bij mij geweest en beweert
Pauline's broeder te zijn.
Toen Ceneri deze woorden vernam was
zijn gelaat alleen reeds voldoende om
logen no. 1 uit mijn geest te bannen.
Mijn hart herleefde toen ik bedacht, dat
no. 2 even makkelyk zou worden weer
legd. Maar, toen ik daarnaar vroeg,
wachtte my een verschrikkelyke ont
hulling;.
Pauline's broeder I stamelde Ceneri
haar broeder zij heeft er geen.
Terwijl hij dit zeide, kwam er een
zeer vreemdsoortige trek over zyn ge
laat, waarvan ik de bedoeling niet kon
raden.
Hij zegt dat hij Anthony March,
haar broeder is.
Anthony Marchhijgde Ceneri
een dusdanig persoon bestaat niet. Maar,
wat wenschte hij, wat was zijn doel?
vervolgde hij met koortsachtige opge
wondenheid.
Dat ik mij met hem zoude veree
nigen voor het indienen van een memo-
randium aan de Italiaansche regeering,
in zake de terugbetaling van een gedeelte
van het vermogen dat gij besteedt hebt.
Ceneri lachte schamper. Thans wordt
mij alles duidelijk, zeide hij hij verried
een samenzwering die een regeering zou
hebben omvergeworpen, met het doel om
my uit den weg te ruimen. (Vervolgt.)