ivor ^mmch'wXmifovm.
ONTWAAKT.
11.
FEUILLETON.
IN o. 1632.
Woensdag 19 Juli 1911.
20' Jaar%
ns.
ile.
BRESKENSCHE COURANT.
mm ?ïicnni*- cu
Abonnement per 3 maanden ƒ0.50, franco per post
door het geheele rijK 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren
en brievengaarders.
IJit blad verschijnt eiken Oinsilasr- en Vrijdasavoud
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
uitsrever C. DIELENAN te Breskens.
Het Tarief en de Tuinbouw.
De vereeniging „Het vrije ruilverkeer"
;t dienaangaande
Er is heel wat door onze autoriteiten
toast op den tot voor kort vrijwel
negeerden tuinbouw, nu eensklaps
iek, welke beteekenis hit buitenland
i onze bollen en boomen, kooien en
liven, zaad en groente toekende. Het
rd een wedijver onder onze autoritei-
wie hem het warmst kon verhoer
den en op wii-.n hunner het sterkst de
.ernationale roem van den tuinbouw
afstralen.
En terwijl de ministers daar in Zeist,
Haarlem en in Bo.-koop hulde brach-
j aan den durf en de geestkracht,
,armede de opeenvolgende geslachten
n kweekers en tuinders de nationale
iductie alleen van dezen tak van bo-
ai-cultuur hebben weteu op te voeren
vijfentwintig millioen gulden perjaar,
jrkteu zij in stilte mede om door éen
anestreek alles te vernietigen, alles te
twortelen, wat noeste vlijt en volhar-
ig zonder eenigen noemenswaardigen
;un van staatswege gedurende mins-
is een halve eeuw hadden opgekweekt.
Want wanneer het tarief onveianderd
wordt het tarief dat ook de
ndteekeningen draagt van de minis-
van landbouw en buitenlandsche
ken, die geregeld met den tuinbouw
aanraking zgn gekomen - dan zal
niet meer te toasten zijn op dien
iuglijken voorspoed en die belangrijke
conomische beteekenis, en dat levens
lang voor geheel ons vaderland, maar
n zal de tuinbouw zijn zoo moeitevol
s or eigen inspanning verkregen positie,
1 hans voor een goed deel moeten prijs-
- ven en den strijd om den voorrang,
mrin de Nederlandsche tuinbouw juist
erwinnaar gebleven was over de ge-
ele linie, moeten opgeven.
Wat is het geheim van het succes
n den tuinbouw in al zjjn vertakkin-
n Vooreerst de bij uitstek gunstige
tuurlijke omstandigheden en de van
slacht op geslacht overgeërfde ervaring
,n kweeken. Maar daarnaast vormen
een factor van zeer overwegende betee
kenis, die op studiereizen naar ons land
zijn gezonden, in hunne rapporten alge
meen wordt erkend, de goedkoope pro-
ductievooiwaarden, en in verband daar
mede, de in verhouding tot het buiten
land goedkoopere levensstandaard.
Het nieuwe tarief zal aan die bevoor
rechting, welke ons land zich tot dusver
zelf verleende boven hot buitenland,
onherroepelijk een einde maken. Do
levensstandaard wordt even hoog als in
landen met een beschermend tarief, de
hulpmiddelen die het tuinbouwbedrijf
noodig heeft, worden duurder, de ar-
beidsloonen zullen mogelijk stijgen, zon
der dat er voor den arbeidei zeiven eenig
voordeel aan verbonden is, omdat zijn
uitgaven misschien zelfs nog hooger
zullen stijgen dan de vermeerdering van
zijn geldloon bedraagt.
Onverdachte getuigen als de rechtsche
Kamerleden Van Dodem en de Wijker-
slooth hebbon het volmondig erkond.
En men vergete toch vooral niet, dat
de overgroote meerderheid van onze
tuinbouwers behooren tot het kleinbe
drijf, met zeer geringe winsten tevreden
zijn en derhalve zelfs geringe vermeer
dering van bedrijfskosten niet zouden
kunnen dragen, want hunne inkomsten
zouden Diet vermeerderen.
Nederland is niet het eenige tuinbouw-
land. Van alle zijden richten zich af
gunstige blikken op ons zoo rijk geze
gend vaderland, en overal ligt jaloersche
naijver op de loer, om ons van de we
reldmarkt te verdringen van de plaats,
die wij na jaren van volhardenden strijd
ons verworven hebben.
Duitschland wil zich zelf van groen
ten voorzien, en de Duitsche regeering
zendt telkens nieuwe deskundigen uit
om de Nederlandsche groentecultuur te
bestudeeren en moedigt op alle moge
lijke wijze met echt germaansch door
zettingsvermogen de eigen Duitsche teelt
aan.
België ziet zijn druiveninvoer in Ne
derland met leede oogen verdringen
door onze eigen Westlandsche teelt, en
Frankrijk verliest zelfs op een markt
als Brussel terrein voor afgesneden bloe
men, daar het niet tegen Aalsmeer op
kan.
Zwitserland hoft nu al een abnormaal
hoog invoerrecht op bloembollen," dat
vermoedelijk slechts kan worden afge
kocht door zelfs het tegenwoordige Ne
derlandsche recht van 5 pet. op kaas te
laten vallen.
Amerika heeft reeds gedreigd-met een
verhooging van het invoerrecht op bloem
bollen mei 100 pCt. indien het voorge
stelde Nederlandsche recht op buiten-
landsch meel werkelijkheid mocht wor
den.
Het zijn maar enkele staaltjes om te
doen zien, dat Nederland om zijn tuin
bouw meer gevreesd dan bemind is.
Als we het maar aanpakken konden 1
zuchteu ze allen. Anderen, die zelf geen
tuinbouwproducten naar ons land uit
voeren, loeren juist op onzen tuinbouw,
om dien te treffen uit weerwraak.
En hoe gemakkelijk kan het buiten
land zich niet verschuilen achter een
min of meer denkbeeldige plantenziekte
om den invoer van tuinbouwproducten
uit ons land geheel of gedeeltelijk te
verbieden of te belemmeren
Zoo geeft de Nederlandsche regeering
uit eigen beweging en ongevraagd onzen
oeconomiscnen buiteniandschen tegen
standers een prachtig wapen in de hand.
Geen dankbaarder methode dan een ta-
rievenoorlog 1 Er is wel geen land, dat
niet op een of andere wijze gevoelig
door ons tarief getroffen zal worden, en
dat zich dus gerechtigd zal achten on
middellijk wraak te nemen door onzen
tuinbouw in het hart te treffen door
een hoog invoerrecht zijnerzijds.
Eenerzi/is verhooging der producfii-
voorwaardeii en van der levensstandaard,
anderzijds liet schrikbeeld der rcpressaile
maatregelen, zie daar twee machtige
wapens, elk afzonderlijk voldoende, om
onzen internationalen tuinbouw onbere
kenbare schade en een oil herstelbaren
slag toe te brengen.
ïuiubouwposlen komen in het ont
werp-tarief slechts enkoio voorde be
staande vrijstellingen zijn behouden of
een recht, ongeveei neerkomende op 5
6 pet. van de waarde, is gehandhaafd.
Opvallend is evenwel de post druiven,
welke een zuiver hescherme d karakter
heeft. Behalve dat nimmer gebleken is,
dat het Westland zelf deze bescherming
verlangt, is deze post in hooge mate
bedenkelijk in verband met de interna
tionale positie van Nederland als tuin-
bouwland.
Ons land toch is door zijn ligging en
zijn veelzijdigen tuinbouw aangewezen
als het centrum van den internationale
tuinbouw, en om daarin een overwe
genden invloed te oefenen. Het zal die
zeer gewenschte invloedrijke positie
echter slechts dan kunnen bereiken,
wanneer het zelf geen aanleiding geeft
tot aanstoot, en het goede voorbeeld
blijft geven van vrijen invoer van tuin
bouwproducten.
Het belang, dat de tuinbouw bij het
ontwerp-tarief heeft, ligt echter niet in
de eigenlijke tuinbouwposteu maar elder
Heeft de regeering dat voorbij gezien
Heeft zij slechts gelet op de tamelijk
onschuldige tuinbouwposten en niet ge
dacht aan het verband met die talrijke
andere posten, welke het leven van on
zen tuinbouw metterdaad bedrijgen
Hoe naief het ook schijne, men is
bijna geneigd tot deze onderstellingen.
Immers het is niet aan te nemen, dat
willens en wetens een Nederlandsch
ministerie moedwillig den natuurlijken
bloei van een onzer meest nationale en
meest gewenschte takken van welvaart
zou willen verstoren, waarop de leden
van ditzelfde ministerie zoo menigmaal
verklaard hebben trotsch te zijn.
Het mag en het kan niet veronder
steld worden, dat een Nederlandsch mi
nisterie zou willen medewerken om
bloeiende streken van ons vaderland
brood en arbeid te ontnemen ten voor-
deaie van den buiteniandschen mede
dinger.
Onze tuinbouwers hebben nimmer
bescherming gevraagd en hebben steeds
-t-o-t-
5d
ih
Hij keek mij nieuwsgierig, doch niet
hcerdochtig aan. Ik kon hem geen
st veroorzaken, voor hem had de
litenwereld opgehouden te bestaan.
Indien ik hem van vijf moorden be-
ihuldigde en ze allen kon bewijzen, zou
jn lot er niet erger door worden. Hij
as uit de maatschappij gebannen, ver-
letigd niets kon hem meer ter harte
lan behalve een weinig meer of min
er lichamelijk ongemak. Ik huiverde
ik aan zijn vonnis dacht en ondanks
lij zelve werd mijn hart met deernis
ervuld.
Ik heb zeer veel belangrijks met
te bespreken, doch laat mij eerst wat
tfln en voedsel geven.
Ik dank u, zeide hij op bijna on-
derdanigen toon, gij zoudt nauwelijks
kunnen gelooven, Mr Vaughan, dat een
man tot zulk een staat kan worden ge
bracht, dat hij zich nauwelijks bedwin
gen kan bij de aanschouwing van be
hoorlijke spijs en drank.
Nadat ik het inwendige van de ostrog
gezien had, kon ik alles gelooven. Ik
ontkurkte de flesch en zette die voor
hem neer. Terwijl hij at en dronk, had
ik alle gelegenheid om hem aandachtig
gade te slaan.
Zijn lijden had hem vei schrikkelijk
veranderd. Elke «trek was gescherpt,
elk zijner leden was vermagerd, hij ge
leek minstens tien jaren verouderd. Hij
droeg de gewone kleeding der Russische
boeren en deze hing aan flarden langs
zijn lichaam. Zijn voeten, in de over
blijfsels van wollen lappen gewikkeld,
waren op verscheiden plaatsen doorzyn
armzalig schoeisel zichtbaar. De lange,
vermoeiende marschen stonden als het
ware op zijn gansche voorkomen aange-
teekend. Ik had hem echter nimmer
als een sterk man beschouwd, en terwijl
ik hem zoo voor mij zag, dacht ik dat,
voor welk soort arbeid hij ook bestemd
was, het Russisch Gouvernement weinig
voordeel van hem zou trekken, want de
verschijnselen toonden aan, dat het niet
lang voor hem zoude behoeven te zor
gen.
Hij at, hoewel niet gulzig, met gre-
tigen eetlust. Van den wijn mrakte hy
slechts spaarzaam gebruik. Toen hij
verzadigd was, keek hij om zich heen
als zocht hij naar iets lk giste wat
hij wenschte en legde mijn sigarenko
ker en lucifers voor hem. Hij dankte
my en begon met smaak te rooken.
Gedurende een poos had ik den moed
niet om den ongelukkigen man te sto
ren. Als hij mij ging verlaten zou hij
naar die met menschelijke wezens ge
vulde hel moeten terugkeeren. Maar de
tijd verliep. Buiten de deur vernam ik
den eentonigen stap van den schildwacht,
en het was mij niet bekend hoelang de
kapitein zijn gevangene dit verlof zoude
toestaan.
Ceneri leunde achterover in zijn stoel
met een droomerigen blik, langzaam en
met smaak voortrookende. Ik bood hem
nog een glas wijn aan, doch hij schud
de ontkennend met het hoofd en keek
mij toen scherp in het gelaat.
Mr Vaughan, zeide hij, ja zeker,
het is Mr Vaughan. Maar wie en wat
ben ik? Waar bevinden wij op.jj? 1$
het Londen, Genève of elders? Zal ik
straks ontwaken en bemerken, dat ik
hetgeen ik geleden heb slechts gedroomd
heb?
Ik vrees dat het geen droom is.
Wij zyn in Siberië.
(Wordt vervolgd.)