tymm fgietws" m ^utUnüffltiï Mmimc^'W-kmbmn.
ONTWAAKT.
No. 1630.
Woensdag 12 Juli 1911.
20' Jaarg
FEUILLETON.
BRESKENSCHE COURANT.
Abonnement per 3 maanden ƒ0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren
en brievengaarders.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond b(j den uitgever C. DIELEJ1AN te Breskens.
De onlusten te Amsterdam.
Met een enkel woord maakten we er
reeds melding van.
Aan de nadere berichten ontleenen
we verder het volgende
Een voorman van de Kon. Ned. Stoom
bootmaatschappij, Heldering genaamd,
werd onder sterk politiegeleide, naar
zijn woning gebracht. Het was half-
twaalf in den avond, maar blijkbaar
was een vijandig gezinde menigte, zoo
op straat als in de huizen, naukeuring
ingelicht van de komst van den „onder
kruiper", althans de lantaarns waren
uitgedraaid, en het escorte werd met
geschreeuw, later met steenen, bloem
potten enz. begroet. De militaire macht
is daarop de politie te hulp gekomen,
en er had een treffen plaats, eeist op
het Mariniersplein, later in de kleine
Kattenburgerstraat, de Kattenburger
gracht en omgeving. De soldaten maak
ten daarbij gebruik van hun geweer,
en uit de huizen werd hier en daar te
ruggeschoten met revolvers. In ver
band hiermede drong de infanterie enkele
woningen binnen en werden de bewoners
gearresteerd. Acht personen, onder
wie twee vrouwen, zijn gewond. Van
de mannen is er een in be buik gescho
ten. Een politieagent werd aan kaak
en neus verwond door een revolverschot.
De gewonden werden per automobiel
van den geneeskundigen dienst naar het
Binnen-Gasthuis vervoerd. De onlusten
duurden tot halfvijf in den morgen.
Het had al lang gebroeid op de Ei
landen. (Katteuburg, Oostenburg en Wik
tenburg). De bevolking bestaat er voor
een groot gedeelte uit gezinnen van
zeelieden en bootwerkers, elementen dus
welke sympathie voor de staking heb
ben, en van daar dat er langzamerhand
een toestand van spanning was ontstaan,
welke binnenkort tot een uitbarsting
moest leiden. Jammer slechts dat de
uitbarsting een zoo ernstig karakter
draagt, en dat zij juist plaats heeft tij
dens het bezoek van President Fallières.
Daardoor wordt een schaduw geworpen
op deze feestdagen.
Er werd van de zijde der stakers een
waar terrorisme uitgeoefend. Vakgenoo-
ten, die gaarne wilden doorwerken, wer
den door de bedreigingen der stakers,
bedreigingen, welke zich ook tot hunne
gezinnen uitstrekten, gedwongen, zich
bij de beweging aan te sluitenwinke
liers die van de buurt moeten leven za
gen zich genoodzaakt te teekenen op de
steunlijsten, wilden zij niet voor goed
de klandizie verliezen. In de onmid
dellijke nabijheid van politie en mare
chaussee werd een voerman, die vracht
had te brengen naar een der stoom
vaartmaatschappijen gedwongen terug te
keeren.
Die dwang uitte zich wel niet in
handtastelijkheden, want dan was er
voor de gewapende macht aanleiding
geweest om op te treden. Maar de man
kreeg toch te verstaan, dat hij, om er
ger te voorkomen, maar moest afzien
van het uitvoeren van zgn opdracht, en
hij kon niet anders doen dan gehoor
zamen. Iemand die daarop over dit
optreden van de postende stakers een
opmerking maakte, kreeg van het publiek
zooveel moois te hooren, dat hij maar
spoedig heenging. Er heerschte in de
buurt een zeer verbitterde stemming,
ook al omdat de reedergen niet toege
ven, de meeste schepen met behulp van
vreemde werkkrachten geregeld uitvaren
en met de werkwilligen van buiten geen
contact kan worden verkregen.
Immers, sinds de staking een groote
uitbreiding kreeg, wordt niemand tot
de Handelskade en de IJkade toegelaten.
Donderdagnacht is dan eindelijk de
explosie gekomen. En nu dient dade
lijk te worden opgemerkt, dat de aan
leiding tot de onlusten wel gelegen is
in het met gewapende macht thuis
brengen van den hierboven genoemden
voorman, maar dat de ongeregeldheden
eerst begonnen, toen de politieagenten
en de marechaussees, die den man be
geleid hadden, terugkeerden. Dadelijk
stuitte men toen op een georganiseerd
verzet. In navolging van de aanstich
ters der onlusten op Moabith (Berlijn)
waren de gaslantaarns neergedraaid
hier en daar was de straat opgebroken,
om de steenen naar de politie te kun
nen smijten, en voor alle ramen, in de
trapportalen en op do stoepen had zich
het volk opgesteld. Wat er toen ge
beurd is, werd hierboven reeds vermeld.
De infantorie moest de politie te hulp
komeneerst met een detachement van
90 man, later versterkt tot 200 man,
en gedurende een paar uur boden de
Eilanden het treurig schouwspel van
een revolutionair verzet der burgerij
tegen de gestelde machten.
Troepen infanterie en cavalerie door
kruisten de straten, de hand aan den
trekker van geweren en karabijnen, en
sommeerden de bewoners naar binnen
te gaan, en deuren en ramen te sluiten.
Werd hieraan geen gevolg gegeven, dan
volgde een salvo, dat zooals het in
de meeste gevallen gaat ookonschul-
digen trof.
De gemoederen bleven steeds nog he
vig bewogen overal op de hoeken der
straten en voor de huizen stonden groep
jes menschen de gebeurtenissen van den
verschrikkelijken nacht, waarin slechts
weinigen hadden doorgeslapen, te be
spreken. Maar druk was het op Kat
tenburg niet, eenerzgds omdat de dui
zenden arbeiders van de Ned. Fabriek
van Werktuigen en Spoorwegmateriaal
en van de Ned. Scheepsbouw-Mg als
gewoonlijk aan het werk waren gegaan,
anderzijds omdat de toegang tot de Ei
landen over de Kattenburgerbrug en de
Dageraadbrug gedeeltelijk gestremd was.
Men zag overal infanteristen met de
bajonet op het geweer, en cavaleristen
en marechaussees met de karabijn op
de heup. De soldaten waren gelegerd
in den schaduw van de boomen op het
Kattenburgerplein, zij zaten op banken
op de hoeken der stratenlagen, ver
moeid van den zwaren nacht, te slapen
op het plaveisel van het Mariniersplein,
de geweren aan rotten gezeten pa
trouilleerden door de straten, overal de
menschen tot doorloopen aanmanend.
Het lokaal van den Zeemansbond in
de Kattenburgervoorstraat was gesloten,
en werd bewaakt door de infanterie.
Men kon nu ook zien, hoe hevig er
geschoten is. Bij een juffrouw in de
Kleine Kattenburgerstraat, waren de
glasruiten van den winkel (een melk
inrichting) geheel door drie kogels door
boord een melkboer vertelde, dat hij,
in zijn bedstede liggend, ternauwernood
aan een schot ontsnapt is. De kogel
was, zijn weg nemend door het voor
huis, in den wand boven zijn hoofd ge
slagen, maar het ergste ziet het er uit
bij een bakker in die straat. Het huis
springt wat vooruit tegenover de 3e
Kattenburgerdwarsstraat, en van uit 't
trapportaal naar boven schijnt met
steenen te zijn gegooid. Althans de
soldaten hebben, van de Kattenburger
kade af, dit huis in het bijzonder onder
vuur genomen. De bewoners lieten acht
kogels zien, die zij reeds hadden opge
raapt.
De glazen voorpui vertoont op tal van
plaatsen de kleine ronde kogelgaten.
Een kogel heeft het slot vau de deur
weggeslagen, en in het hout van de
uitstalling vastgeslagenen een aantal
pojectielen drong door het raam van de
achterkamer in den achterwand, daar
bij een der familieportretten verbrijzelend.
In 't geheel zijn, voor zoover bekend,
zes menschen gewond, van wie twee
ernstig. Het kan echter zijn, dat het
getal gewonden grooter is, maar dat de
zen zich in verband met de door hen
bij de onlusten gespeelde rol achter
af houden en door een particulieren dok
ter laten behandelen.
In arrest bevinden zich drie man,
verdacht van het lossen van revolver
schoten op politie en soldaten.
Tegen den middag werd het verkeer
over de Kattenburgerbrug ruimer open
gesteld, maar den stakers en hun voor
mannen werd het heen en weder trek
ken belet.
Zij trachtten toen op allerlei wijzin
met bootjes over de Kattenburgergracht
en verborgen in de lading van vracht
wagens hun doel te bereiken, maar tel-
-KO-t-
80.
Maar het doet hun geen goed. Zij zgn
genoodzaakt op hunnen tocht de steden
aan te doen, anders zouden z(j verhon-
goren. Zoodoende worden zg altijd ge
vat en weder teruggezonden.
Ik wierp een onderzoekenden blik op
alle gezichten in het rond, om den eenen
dien ik zocht, uit te vinden. Er werden
op fluisterenden toon allerlei op- en aan
merkingen gemaakt, doch de tegen
woordigheid van Varlamoff beschutte
m(j tegen beleedigingen. Nadat ik ver
scheiden groepen zonder het gewenschte
gevolg onderzocht had, waagde ik het
een rondte door de gevangenis te ma
ken.
bangs den met allerlei onbeschrijfelijk
vuil bedekten muur liep een soort ver
hevenheid, waarop mannen in allerlei
houdingen lagen uitgestrekt. Daar dit
nog de gemakkelgkste zitplaats was,
zaten er overal ineengedoken gestalten
op elkander gedrongen. In den hoek
zag ik een man achterovergeleund zit
ten, die geheel uitgeput scheen te zgn.
Zijn hoofd was op gezonken en zijne
oogeD waren gesloten.
Er was iets in zgn voorkomen dat
mij op bizondere wgze trof. Ik naderde
hem en waagde het mijne hand op zijn
schouders ta leggen. Hij opende zijne
vermoeide oogen en hief zijn droevig
gelaat omhoog.Het was Manuel
Ceneri.
XII.
Hij beschouwde met een uitdrukking
in zijn oogen, die plotseling van wan
hoop in verbazing verkeerde. H(j scheen
niet zeker te zjjn of hij een geest of
een mensch voor zich had. Hij rees als
als verbijsterd overeind en plaatste zich
vlak voor mij, terwijl zijn ellendige
medegevangenen zich nieuwsgierig om
ons heen verdrongen.
Mr Vaughani Hier 1 In Siberië
riep hij als iemand die zijn eigen oogen
niet gelooft.
Ik ben van Engeland gekomen om
u te zien Dit is de gevangene dien
ik zoek zeide ik, mij tot den officier
wendende, die uit alle macht naast mij
stond te dampen.
Het verheugt mij dat gij hem ge
vonden hebt, sprak hg beleefdhoe
eerder wg nu hieruit gaan hoe beter,
want de lucht is hoogst gevaarlijk.
Ik keek met verbazing naar den vloei
end Fransch sprekenden kapiteiD, tot
welke gemoedstemming iemand in staat
moest zgn om daar te staan te midden
zgner natuurgenooten en onbewogen dus
danigs ellende te aansohouwen, en zelfa
daarbij kon denken dat hij zijn plicht
vervulde. Misschien deed hij dit. Het
kon mogelgk zijn dat de misdaden der
gevangenen geen medelijden verdiendeD.
Maar, odaar zoo kalm te staan te
midden dezer tot dieren verlaagde schep
sels Het moge slecht lijken, maar mij
dunkt, dat de bewaarder een nog meer
versteend hart moet hebben dan zgne
gevangenen
Mag ik alleen met hem spreken
vroeg ik.
Zeker; daartoe zijt gij gevolmach
tigd. Ik ben soldaatmaar in deze
aangelegenheid sta ik onder uwe bovelen.
Mag ik hem met mij naar de her
berg nemen
Dat geloof ik niet. Ik zal hier wel
een kamer voor u vinden. Volg mij, als
't u belieft. Brrrdat frischt op.
(Wordt vervolgd.)