ONTWAAKT.
No. 1(525.
Zaterdag 24 Juni 10tl
20" -Jaarg
IpweK Hieuwt m MhwxütxtuWab voor
FEUILLETON.
BRESKENSCHE COURANT.
ö^W-
Abonnement per maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling.
Ahonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren
en brievengaarders.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bj den uitgever C. DIEI,Ktli\ te Breskeus.
De rondvlucht.
Men staat tegenwoordig maar voor
niets meer.
De vliegkunst is aan de orde van den
dag. Als men zoo hoort en leest of
ziet dat op vliegvelden enkele minuten
wordt gevlogen en op een hoogte van
30 a 40 meter, dan staat men al ver
baasd over den moed en den durf van
do beoefenaars dezer nieuwe sport.
Maar 't is ook hier ais met alles
geen stilstand, steeds verder, immer
hooger, voortdurend excelsior.
Daar hebt ge van deze week die Eu-
ropeesche rondvlucht.
Van Rome naar Madrid, van Madrid
naar Reims, van Reims naar Parijs, van
Parijs naar Luik, van Luik naar Spa,
van Spa over Venlo en Gilze Rijen naar
Soesterberg in ons land.
Er waren niet minder dan 69 inge
schrevenen, waarvan er 40 aan dezen
grooten tocht deelnamen, waarvan he
laas weer enkelen als slachtoffer zijn
gevallen.
Een hunner, Landron, viel nabij Cha
teau Thierry op 150 M. hoogte naar
omlaag en was op slag dood.
Ook Lemartin is verongelukt.
Om 7 uur 32 vertrok hij op zijneen
dekker. Het toestel ging normaal op,
maar zijn vlucht ging niet te vlot en
men kon zien dat de vlieger slechts
met moeite omhoog kon komen. Dit
was bezwaarlijk, daar een 200 meter
van de plaats van vertrek boomen ston
den, welker hoogte de vlieger blijkbaar
niet kon balen. Hij poogde nog te wen
den en te keeren, maar in de verte,
even voor de boomgroep, zag men zijn
toestel kantelen en met den neus naar
voren ter aarde storten. Toen men te
hulp snelde vond men het lijk onder
de overblijfselen van de machine liggen.
Lemartin was 28 jaar oud. Hij was
vader van twee jonge kinderen en zijn
vrouw verwachtte weldra het derde.
Toen men mevrouw Lemartin van 't
ongeluk op de hoogte bracht, was ze
vrij kalm en zeide„O, dat had ik ver
wacht, ik heb 't voelen aankomen, ik
heb mijn man gewaarschuwd, maar hij
heeft het gewild".
De gemeenteraad van Parijs heeft een
motie aangenomen, waarin hulde wordt
gebracht aan den moed en de volharding
van de vliegers, deelneming wordt uit
gesproken jegens de gezinnen van de
slachtoffers en de wensch wordt geuit,
dat het vernuft van de uitvinders mid
delen zal weten te vinden om in het
vervolg ongevallen, tengevolge van het
in brand raken van toestellen, of het
breken van buizen, voor den toevoer
van de voedingsstof, te voorkomen.
Onder de winners treffen we met den
twaalfden prijs onzen landgenoot, Wijn
malen, aan.
Een schitterende ontvangst werd ten
stadhuize gegeven ter eere van de vlie
gers. De burgemeester bracht hulde
aan de dapperen, die zijn omgekomen,
en heette den vliegers, in het bijzonder
Wijnmalen in warme bewoordingen wel
kom.
Enkele der winners lieten zich over
den tocht uit.
Ik heb te kampen gehad met vinnige
onverwachte windvlagen vertelde Vi-
dart te Luik en het slingeren van
mijn toestel heeft me ziek gemaakt.
Vooral na Reims ben ik „luchtziek"
geweest. In Reims was ik 't eerst. Ik
heb er twintig minuten oponthoud ge
had, heb mijn reservoir gevuld en alles
nog eens nagezien. Gemiddeld heb ik
op een hoogte van 800 tot 1000 Meter
gevlogen.
Védrines leek bij aankomst frisscher
dan zijn tegenstander.
Den weg te vinden was voor Védri
nes 't moeilijkste geweest. Te Reims
raakte ik den koers kwijt zeide hij
maar na wat gedwaald te hebben
vond ik weer 't goede pad. Dat heeft
me de eerste plaats gekost.
Ik heb van Parijs tot Reims in den
regen gevlogen. Op een hoogte van
1000 M. ongeveer ben ik blijven vliegen.
De sympathie voor Beaumont was te
Luik wel 't grootst. Te Vincennes had
hij lang met zijn motor gesukkeld.
Een uur na zijn vertrek was hjj in
Bethany. Daar had hij weer, bij zijn
opstijging last van den motor, en na
lang zoeken haalde hij er een klei i
stukje lood uit.
Toen hem gevraagd werd of hij de
aanwezigheid van dat vreemde voorwerp
verklaren kon, haalde hij de schouders
opIk wil aan geen kwaadwilligheid
denken, vijanden heb ik niet.
Ook Beaumont heeft gedwaald.
Toen hij vernam van her ongeval van
Princeteuu was hij aangedaan.
Om 6 u. 25 min. kwam de eendekker
van Prévost te Luik in het gezicht.
Ik kom regelrecht van Lierneux zei
Prevost, waar ik om 10 minuten voor
negenen gedaald ben wegens een motor
defect, zonder dat zou ik misschien wel
de eerstaangekomene geweest zijn, met
den hesten tijd. Ik was in Leigne aan
het herstellen toen kwam er een hevig
onweer en ik kon niet vertrekken.
Een paar minuten na Prevost kwam
Wijnmalen door de lucht te Luik aan
zetten op een 1500 meter hoogte. Het
is een waarlijk indrukwekkend schouw
spel. Hij land, prachtig vlot.
Wijnmalen, die bizonder in zijn.schik
was, vertelde dat zijn reis goed van
stapel geloopen was en dat hij op een
gemiddelde hoogte van 1300 meter ge
vlogen had.
Provinciale Staten.
In de zomerzitting van de Staten on
zer provincie zullen o.m. worden onder
zocht de geloofsbrieven der nieuw ge
kozen leden H. P. den Bouwmeester
voor Middelburg, W. Kakebeeke en S.
Duvekot Cz. voor Goes, welke laatste jl.
Dinsdag is gekozen, terwijl wegens het
overlijden van den beer M. da Jonge een
lid van Ged. Staten moet worden be
noemd.
Verder stellen Ged. Staten voor aan
te houden een verzoek aan A B. An-
theunis om verkoop van grond aan den
weg vau Schoondijke naar IJzendijke
het adres van den gemeenteraad van
Middelburg om den aanleg te willonbe
vorderen vau een verbindingsweg tus-
schen Noord Brabant en Zeeland van
het verzoek van M. J. Adriaanse c.s. te
Middelburg om de wegen op Walcheren
in beheer bij de provincie te nem^n of
de tollen daarop af te koopt n, en van
het verzoek van E. Huyghebiiert te
Assehrouck, om een renteloos voorschot
uit de Provinciale Kas voor den aanlog
van tramwegen in Zuid-Beveland.
Van het dageliiksch bestuur der Maat
schappij tot bevordering van landbouw
en veeteelt is ingekomen een verzoek
om subsidie voor het houden van cur
sussen in zuivelbereiding, huishoudkunde
(koken), knippen en verstellen van kle
dingstukken enz.
Ged. Staten brengen naar aanleiding
van dit verzoek in herinnering, sedert
1876 op de Prov. begrooting een post
van f300 werd uitgetrokken voor uit
gaven tot aanmoediging van voorlezin
gen over den landbouw door wandel
leeraars. Toen de belangstelling in deze
lezingen verflauwde werd in 1894 aan
de Maatschappij van Landbouw toege
staan dezen post voor andere doeleinden
te gebruiken.
Het komt Ged. Staten voor dat het
onderwerp, waarvoor thans de maat
schappij subsidie vraagt, geheel overeen
komt met dat, waarvoor van 1876 tot
1894 subsidie werd verleend. Indien van
wege de Provincie steun werd verleend,
zou dit dan ook het best kunnen ge
schieden door aan den bedoelden post
op de begrooting zijne oorspronkelijko
bestemming te hergeven.
Ged. Staten maken bezwaar een nieu
we post op de begrooting te brengen.
Ged. Staten stellen voor in het regle
ment op de wegen en voetpaden twee
wijzigingen aan te brengen. Een waar
bij B. en W. de bevoegdheid wordt ge
geven om vergunning te verleenen tot
het leggen in of door wegen van gas
leidingen, grondkabelen voor telefoon of
telegraaflijnen of van electrische licht of
krachtgeleidingen en dergelijken. Indien
het een weg betreft, welke van kunst-
71.
XI.
Het was in het midden van den zo
mer toen ik St. Petersburg verliet. De
hitte was drukkend, en gaf mij een
nooit gedacht idéé van het Russisch
klimaat. Ik begaf mij per spoor naar
Moskou, waar ik eenige dagen vertoef-
toefde, omdat ik besloten had daar een
gids en tolk aan te nemen. Doordien
ik behalve mijn eigen nog eenige andere
talen sprak, was ik- in staat zelve mijn
keuze te doen, en agageerde ik ten
slotte een opgeruimd, en verstandig-uit-
zienden kerel, die beweerde dat hij eiken
duim gronds van den grooten postweg
naar het Oosten kende. Daarop nam ik
afscheid van het machtige Kremlin met
zjjn kerken en klokke-toiens en vertrok
met mijn nieuwen metgezel naar Nishni
Novgorod, waar wij den spoorweg moes
ten vaarwel zeggen.
Wij trokken door de oude schilder
achtige stad Vladimir en na even bare
Kathedraal met vijf domtorens te heb
ben bewonderd, vond ik niets meer mij
ner aandacht waardig tot wij Nishni
bereikt hadden. Mijn metgezel was zeer
verlangend om hier eenige dagen te
blijven. Het was er jaarmarkt, en zoo
als hy mij verzekerde was er zeer veel
zeldzaams te zien. Maar ik was niet
naar Rusland gekomen om jaarmarkten
of zeldzaamheden te bezichtigen en ge
lastte hem dus om onmiddellijk aanstal
ten te maken om onze reis voort te
zetten. Wjj kozen thans een ander
vervoermiddel. Daar het zomer was,
waren de rivieren open. Wij voeren
dus per stoomboot de Wolga af, tot wij
Kasan passeerden en de rivier Karna
bereikten. Dezen woeligen stroom voe
ren wij op, tot wij bij de groote, aan
zienlijke stad Perm voet aan wal zetten.
Wij bevonden ons thans bijna aan het
einde van Europa. Nog honderd mijlen
verder, en zij zullen het Ural-gebergte
overtrekken en in Aziatisch Ruoiand
zijn.
Te Perm maakten wij onze laatste
toebereidselen, want van daar uitmoes
ten wij met postpaarden reizen. Mijn
gids Ivan kocht voor een zeer overdre
ven prijs een taran-tass een soort phae
ton. De bagage werd er bovenop gela
den, wij namen onze plaatsen, ons eerste
span paarden, drie in getal werd er voor
gespannen en op Russische wijze opge
tuigd, de yemschik sloeg er lustig
op los en wij vingen ouzeu langdurigeu
rid aan.
Wij trokken het Uralgebi rgte over,
dat evenwel niet zeer hoog is, en pas
seerden den steenen obelisk die, zooals
Ivan mij mededeelde, was opgericht ter
eere van een Kozakken-aanvoerder, met
name Termak. Wij lazen aan de zijde
die wij het eer.- t zagen het woord „Eu
ropa", en toen wij ons omkeerden aan
de andere „Azië".
Mijn eersten nacht in Azië bracht ik
te Jekatorinoburg door, en lag het groot
ste gedeelte er van wakker, te bereke
nen hoeveel mijlen mij nu van Pauline
scheidden. Want er zijn reeds vele da
gen voorbij gegaan sedert ik St. Peters
burg heb verlaten, en ik heb met den
meest mogelijken spoed gereisd en töch
schijnt de reis nog nauwelijks begonnen.
Inderdaad kan ik den duur er van niet
berekenen alvoor ik Tobolsk bereikt -heb.
Een tocht van omstreeks vierhonderd
mijlen van Jekaterineburg tot Tiumen,
en dan nog tweehonderd van daar tot
Tobolsk, waar ik aan de welwillendheid
van den Gouverneur-Generaal zal zijn
overgeleverd, (Vervolgt.)