tymutt Cn 4§hwtimtuï>hb hóór ~?eeuroseb- n6cren.
ONTWAAKT.
->-•
Woensdag 31 Mei 1,911
20* Jaarg
FEUILLETON.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijK 0.55, voor België ƒ0.62'' en voor
Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren
en brievengaarders.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag:- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIMXtlliV te Breskens.
validiteit»- en
Ouderdomsverxekering.
Door den minister van landbouw enz.
met zijne ainbtgeiiooten van justitie
financiën bij de Tweede Kamer het
ltsontwerp ingediend tot verzekering
n werklieden legen guldeiijke gevol-
van invaliditeit en ouderdom.
De regeering acht dit ontwerp van
ngenden aard.
De bedoeling er van is eene uitkee-
ig te verzekeren zoowel aan hen, die
or invaliditeit zijn getroften als aan
n, die den 70jarigen leeftijd hebben
reikt en daarenboven eene uitkeenng
de nagelaten kinderen beneden 13
ir van verzekerden.
De invaliditeits-verzekering staat op
voorgrond. Zij is in dit outwerp
genomen, om twee redenen
De eerste daarvan is, dat uitsluitende
(lerdomsverzekering, zelfs op het 65-
jaar ingaande, veel meer arbeiders
verzorgd laat dan door de ouderdoms-
ite een. uitkeering genieten. Verder is
■eling van een uitsluitende ouderdoms-
rzekering moeilijk voor alle arbeiders
ider onderscheid, daar de ouderdom
t voor allen op denzelfden leeftijd
intmet name de landarbeider is la-
een oud man te noemen dan de iu-
9trie-arbeider. Gemiddeld wordt de
idarbeider ook ouder en dus, zou bij
[lerdomsverzekering zonder meer een
iot deel der premiën der tabrieksar-
iders strekken voor den ouden dag
de landelijke arbeiders. Daarom wil
ze regeering geen ouderdomsverzeke-
g zonder invaliditeitsverzekering.
Wordt invaliditeitsreute uitgekeerd,
kan tweeërlei soort van invaliditeit
jleiding zijn, nl. blijvende en tijdely-
invaliditeit. Onder deze laatsten wordt
rstaan invaliditeit, die onafgebroken
minste een half jaar geduurd heeft,
or kortere invaliditeit zal de werk-
in een uitkeering kunnen genieten in-
rolge de ziektewet.
In de thans voorgestelde verplichte
rzekering ligt nog een derde belang
voor den arbeiderde zekerheid, dat bij
zijn overlijden zijn kroost tot bet der
tiende jaar geldelijken steun vindt door
een weezen-rente.
Boven en behalve uit de verplichte
verzekering kan de werkman zich door
een vrije verzekering de gelegenheid
openen in geval van invaliditeit of na
bet -bereiken van den 70jarigen leeftijd
een rente uitgekeerd te krijgen. Dit is
z. g. vrije rente, waardoor de werkman
de uitkeering, die de wet allen arbeiders
uit hoofde van de verplichte verzekering
toekent, kan vergrooten.
Deze vrijwillige verzekering zal allen
arbeiders, die verplicht verzekerd zijn,
geoorloofd zijn. Het spreekt echter van
zelf, dat het alleen voor de beter be
loonde arbeiders mogelijk zal zijn zich
door vrije verzekering een hoogere inva-
liditeits- of ouderdomsrente te verschaf
fen. De vrije verzekering verzekert
geen weezenrente.
Verzekeringsplicbtig zyn alleen arbei
ders, geen werkgevers, al is hun inko
men in vele gevallen ook kleiner dan
dat van de door de wet beoogde werk
nemers. Zonder dienstbetrekking wordt
geen verzekeringsplicbt geschapen.
Slechts diegenen, dus die „werkman"
zijn. Dit zijn zij, die den leeftijd van
16 jaar bereikt hebben en in loondienst
arbeid verrichten, hetzy als vaste of als
losse werklieden, mits binnen het rijk,
niet in militairen dienst en tegen loon
van niet meer dan f1200 's jaars. Zij
mogen ook buiten het rijk arbeid ver
richten, maar dan in een in Nederland
gevestigde onderneming en moeten zei
ven binnen het ryk wonen. Ook mogen
zij wel schipper of matroos zijn, doch
alleen op een schip, dat nu en dan op
Nederland vaart.
Echter zijn weer niet allen, die onder
een der bovenstaande definities vallen
verzekeringsplichtig, want het ontwerp
sluit hen uit, die rijkspensioen deelach
tig kunnen worden, alsook werklieden
in dienst van een publiekrechtelijk li
chaam, wien bj] verordening pensioen
is verzekerd. Als andere niet verzeke-
ringsplichtige arbeiders noemt men den
werkmaii-kapitalist, die in de vermogens
belasting is aangeslagen, den werkman,
die reeds 35 jaar is, en niet reeds ver
plicht verzekerd was voor hy dien leef
tijd bereikte, en den werkman, die reeds
invalide is zonder verplicht verzekerd te
zijn. Immers wie laat, of invalide, tot
de verzekering toetreedt brengt weinig
of niets in. Alloen dan zou toetreding
op eiken leeftijd mogelijk zijn, indien
naar gelang de verzekering op hoogeren
leeftijd begon, ook de premie verhoogd
werd. En dit is niet te vereenigen met
het stelsel der wet, die de premiën re
gelt naar loonklassen, niet naar den
leeftyd. Wat de toelating van invaliden
betreft, zonder dat dezen ooit premie
zouden hebben betaald, dit zoude geen
verzekering mogen heeten, doch zuiver
philauthropie.
Behalve de reeds genoemden zijn niet
verzekeringsplichtig degenen, die vrijge
steld zijn van den verzekeringsplicht.
Dit kan geschieden op verzoek van den
werkman, die kan aantoonen dat hij
binnen eenige jaren» door blijvend meer
dan 1200 gulden te verdienen, niet lan
ger verzekeringsplichtig zou zijn. Waar
deze waarschijnlijkheid inderdaad bestaat
acht het ontwerp het onredelijk van
zulk een werkman eenige jaren premiën
te eischen, die hem geen rente zullen
opleveren.
Niet verzekeringsplichtig kan een
werkman bovendien worden, door niet
langer te voldoen aan de vereischten
voor verzekeringsplicht, bijv. door meer
dan 1200 gulden te verdienen. Na zes
maanden kan zulk een werkman een
verklaring afleggen, dat hij de verzeke
ring als vervallen beschouwt. Wordt
hy na die vei vallenverklaring weer ver
plicht verzekerd, bijv. door mindere ver
diensten, dan herleefd de verzekering.
Blijft de werkman niet-verzekeringsplich
tig, na zijn vervallenverklaring, dan is
hij de betaalde premiën kwjjt daarom
zal hij er wel niet licht toe overgaan
om de verzekering vervallen te verkla
ren, al is hij den verzekeringsplicht ont
groeid door boven de loongrens te ver
dienen. De meeste werklieden zullen
wel verzekerd willen blijven na wellicht
reeds vele jaren plichtmatig gestort te
hebben.
De inleg of weekpremie en de rente,
wordt berekend naar loonklassen.
De le is die van een inkomen tot
hoogstens f240 en daarvoor is wekelijks
20 ct. premie verschuldigd terwijl dan
de rente varieert van f60 tot f 121.16
's jaars
de 2e met een jaarloon van f240
f 400 beeft een weekpremie van 24 ct.
met eene rente van f 72-f 145.39
de 3e f400 600 a 32 ct per week
met eene rente van f 96-f 193.86;
de 4e f600 f900 a 40 ct per week
met eene jaarrente van f120-f242.32
en 5e klasse f900-f1200 2 48 ct per
week met eene jaarrente van f 144
f 290.78
Werkgever en werkman betalen ieder
de helft der premie. De werkgever be
taalt het werkmansloon mag hij afhou
den van het loon.
De premie wordt echter betaald door
den verzekerde
a. indien hij zijn loon, voorzooveel
dit in geld bestaat, uitsluitend van der
den ontvangt of bevoegd is dit voor
het geheel af te houden van hetgeen
hy teD behoeve van zijn werkgever van
derden ontvangt
b. indien hij bevoegd is tot het afleg
gen der verklaring, dat hij de verzeke
ring als vervallen beschouwt
c. indien hij geen werkgever heeft.
Behoudens vergunning om over lan
ger termijnen te betalen, betaalt de
werkman, die zelf de premie moet be
talen, in den loop van elke kalender-
week de premie.
De wyze van premiebetaling in ter
mijnen door den werkgever, wordt door
den Raad van Arbeid bepaald.
De verzekerde, die invalide is, heeft,
wanneer hij 150 premiën in rekening
kan doen brengen, recht op invaliditeits-
rente
a. indien er geen vooruitzicht bestaat
Gedurende de dagen dat het arme
lisje langzamerhand, doch zeer, zeer
igzaam hare krachten herwon, raad-
egde ik mijn verleden, en welke vrien-
n ik ooit onder de aanzienlijken des
ids bezeten had, tot ik er éen her-
cht wiens betrekking van dien aard
dat het hem mogeljjk was, van
veel hooger geplaatst persoon dan
zelve was een gunst te verzoeken
bovendien mocht verwachten, dat
te hem onverwijld zoude worden toe
staan. En hij deed dit ten mijnen
hoeve met zulken aandrang dat ik
introductie ontving voor den En-
lachen gezant te St. Petersburg, be
mens het afschrift van een brief, die
vooruit gezonden was on instructies
ton mijnen behoeve bevatte. Elk dezer
brieven droeg een handteekening die
mij gewis elke denkbare hulp zou ver
schaffen. In het bezit daaivan en een
credietbrief voor een zeer aanzienlijk
bedrag op de Bank van St. Petersburg,
was ik toegerust voor mijn reis. Maar
voor mijn vertrek moest ik maatregelen
nemen dat Pauline's veiligheid en ver
pleging niets te wenschen zouden over
laten. De bezwaren, die dit opleverde,
deden my bijna van de uitvoering van
mijn plan afzien. En toch wist ik, dat
ik er gevolg aan moest geven, want in
dien ik dit niet deed, dan zou Macari's
logen zich voor eeuwig tusschen mij en
mijne vrouw plaatsen. Het was beter,
dat ik onmiddellijk heen ging, terwijl
wij vreemdelingen voor elkander waren
beter dat wij, indien Ceneri door
woord of teeken de schandelijke raede-
deeling bevestigde, elkander nimmer
zouden weerzien.
Pauline zou in goede handen achter
blijven. Priscilla zou trouw en gewil
lig aan mijn verzoek voldoen. Ook zij
wist dat haar pleegkind haar herinne
ringsvermogen herkregen had, doch niets
wist van hetgeen met haar van bet
oogenblik dat zij het verloren bad, ge
beurd was. Zij kende de reden waarom
ik sedert verscheiden dagen niet in de
ziekenkamer was geweest. Zy wist dat
ik Pauline, in haren tegenwoordigen
toestand, in geenerlei opzicht meer als
mijne viouw beschouwde, als toen ik
haar voor de eerste maal te Turyn ge
zien had. Zij wist dat er een geheim
in onze wederzijdscbe betrekking bestond
en dat ik verplicht was een lange reis
te ondernemen om dit op te lossen.
Mijne instructies waren de volgende
Zoodra Pauline's toestand dit zoude
veroorloven, moest zij naar een zeeplaats
vervoerd worden. De grootste zorg
moest gedragen worden dat tiet tiaar aai}
niets zoude ontbreken. Indien zij ver
langde te weten hoe zij daar gekomen
was, moest haar gezegd wordea dat een
harer betrekkingen, die thans een bui-
tenlandsche reis maakte, haar tot zijne
terugkomst onder Priscilla's opzicht ge
plaatst had. Maar zoolang de herinne
ring aan de laatstverloopen maanden
niet bij haar terugkeerde, mocht haar
geen woord omtreut hare ware betrek
king tot mij worden gesproken. Want
ik betwijfelde het inderdaad of mijn
huwelijk wel wettig was, en of zij in
dien zij zulks wenschte, niet kon laten
ontbinden omdat zy. kon beweren, dat
het buiten hare voorkennis gesloten wan.
Als ik van myne reis terugkeerde, en
zy, zooals ik mij vast overtuigd hield,
mijner waardig zoude zjjn, zou alles
weder opnieuw moeten beginnen.
(Wonjt vervolgd.)