rnx ^tcan^- m No. 1018. Zaterdug 27 Mei 1911 Binnenland. FEUILLETON. 20' Jaarg BRESKENSCHE COURANT. Abonnement per P maanden /0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België ƒ0.025 en voor Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. flit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den nitgever C. flIELEJIAX te Breskeus. Visscherijwet. Naar aanleiding van de bekendmaking liet Gemeentebestuur willen we ikele der voornaamste bepalingen me- ideeleo betreflende deze wet. Zij verstaat allereerst onder het „vis- hen", het te water brengen, hebben, hten of ophalen van vischnetten, kor- in of andere vischtuigen, het bezigen eenig middel om visch te vangen te dooden, alsmede het uitzaaien van sters of mosselen. Onder „visch" begrijpt zij mede visch- lit, vischbroed, week- en schaaldieren, k zoogenaamd oesterbroed en mossel- ad. Als vischmiddel wordt de loop- of lephengel en peur niet als „heugel" schouwd. In zake het vischrecht is ieder be ng, waarbij dit recht van den eigeu- ui van het water wordt afgescheiden, Jtig. Waar thans zoodanig recht op wate van anderen bestaat, kan het door zen worden afgekocht, al ware het jendeel uitdrukkelijk bedongon. By geschil over den afkoopprijs wordt ze door de arr.-rechtbank bepaald. Zonder voorzien te zijn vau eene Idelijke acte, is de binnenvisscherij rboden. Geen acte wordt uitgereikt aan hem, en krachtens eene veroordeeling, de voegdheid om te visschen voor ten ogste drie jaren is ontzegd. Voorts niet aan veld- en boschwach- s, beambten der marechaussee, rijks gemeente-politie, noch aan beambten n rijks- en provincialen waterstaat. Het is verboden te visschen in een iter waarvan een ander de rechtheb ode op het vischrecht is, als men it is voorzien van aiens schriftelijke rgunning, met vermelding van de dag- ikening der uitreiking en den duur, like gedurende ten hoogste 3 jaren Idig is. Het verbod geldt niet voor hem, die scht in gezelschap van den rechtheb- ude of den houder der vergunning, in- dim in deze vergunning de bevoegdheid is uitgedrukt, om personen, zich in ge zelschap van den vergunninghouder be vindende, te laten mede visschen, en voor het visschen in de haven of in de Westerschelde. De acte en de vergunning moeten op de eerste vordering ter inzage worden verstrekt aan de ambtenaren, belast met het opsporen der bij deze wet straf baar gestelde feiten. Ten opzichte van het verkoopen, vee voeren enz. van visch is het verboden visch van kleinere afmeting dan 25 c.M. voor aal of paling, 18 c.M. voor baars, 16 c.M. voor bot, 20 c.M. voor brasem, 85 c.M. voor karper, 40 c.M. voor snoek en snoekbaars, te bezigen als lokaas, te leveren, in een winkel of op eenige andere voor het publiek toegankelijke verkoopplaats voorhanden te hebben in eethuizen of logementen voor te dienen, uit te stallen iu het openbaar, ro d te brengen, te venten, te vervoeren, in te voeren, uit te voeren, of in opslag te hebben, vooi handen te hebben in werk plaatsen tot het verduurzamen oi ver werken van visch of daartoe behoorende inrichtingen, dan wel te bezigen als voeder van dieren of als mest. Bakkerswet. Naar uit vertrouwbare bron wordt vernomen heeft de anti-rev. club uit de Tweede Kamer met 20 tegen 2 stemmen besloten om bij de behandeling van de Bakkerswet te stemmen voor het in dat ontwerp opgenomen verbod, dat op be paalde uren de bakkerspatroons in hun eigen bakkerij zullen mogen werken. De beide tegenstemmers, de heeren dr Kuyper en de Monté Verloren van T'hemaet, oordeelden dit verbod veel te veel overhellend naar het Staatssocialis me, en alzoo strijdig met hot anti-revo lutionair beginsel doch de laatste zou zich neerleggen bij het besluit der meer derheid. Aan dr Kuyper werd in overweging gegeven afwezig te zijn van de zitting, waarin de Tweede Kamer dit onderha vige punt zou worden behandeld. Daardoor is de aanneming van de bakkerswet verzekerd. Z. K. H. Prins Hendrik der Neder landen moet voornemens zijn de provin ciale landbouwtentoonstelling der Zeeuw- sche Landb. Mij. te houden in Septem- ter te Middelburg op den 7en dier maand te bezoeken. Z. K. H. schonk aan die tentoonstel ling een zilveren medaille. Het Handelsblad van Antwerpen schrijft Er is reeds gemeld, dat het inzicht bestaat in hoogere kringen, de ontvangst van koningin Wilhelmina, te Brussel, minstens zooveel luister en praal bij te zotten als het geval was bij de aan komst van keizer Wilhelm en president Fallières. Hierbij wordt aangemerkt dat het be zoek van koning Albrecht en koningin Elisabeth aan Nederland's vorstin te Amsterdam bijna in familiekring ge schiedde, wat er dan ook de hartelijk heid van verhoogde. Te Brussel heeft men, zoo verneemt de Ylaamsehe Gazet, andere bedoelin gen. Men gaat hier, naar wij vernemen, van de gelegenheid gebruik maken, om de welgemeende vriendschappelijke ge voelens van België tegenover Nederland te luchten, te bewijzen, dat, zoo Am sterdam bij de ontvangst van het Bel gisch vorstelijk paar bewezen heeft dat oude veeten vergeten waren en gedempt de bron van twist, Brussel niet ten achter wil staan in het betuigen zijner sympathie aan het Nederlandsche volk, in den persoon van den loot van Oranje 1 Uit de ontvangst en het onthaal der Nederlandsche vorsten in België's hoofd stad zal blijken dat zoo staatkundig beleid het samengaan en de verstand houding tusschen de twee broedervolke ren nog in den weg staat, de volksmas sa aan dezen oever van den Moerdijk voor de zaak is gewonnen en het tot zijne hoogste betrachting behoort, van woorden tot daden te zien overgaan. Breskens, 26 Mei 1911. Dinsdagvoormiddag vond aan het Oostelijk Havenhoofd te Ter Neuzen een jongen een horloge liggende op een brief geadresseerd aan de eehtgenoote van den gemeente-secretaris den heer D. Bij onderzoek bleek het horloge den naam te bevatten van den secretaris. De va der van den jongen bracht de vondst bij den burgemeester, waar bleek dat de brief een afscheid bevatte aan diens eehtgenoote. Deze zelf is in den morgen omstreeks half negen het laatst gezien komende van zijn woning. L.l. Woensdag werden per stoom schip „Telegraaf" te Walzoorden 11 koeien en een 40 tal kalveren aangebracht. Aangezien kort geleden een besluit is afgekomen, dat uit Holland geen vee in Zeeland mag worden ingevoerd, met het oog op het aldaar heerschende mond en klauwzeer, werd onmiddellijk op het vee beslag gelegd. Echter kon niet wor den voorkomen, dat bijna alle kalveren reeds aan verschillende landbouwers in den omtrek waren verkocht en gele verd. Maandag zijn de kalveren door de marechaussée opgespoord en naar Wal zoorden teruggebracht. Naar men verneemt is de geheele veestapel verbeurd verklaard en zal de volgende week ten bate van het rijk worden verkocht. Zondagmorgen had te Vlissingen een treurig ongeluk plaats. Een chef- loods van het Belgisch loodswezen, de heer J. is in overspannen toestand uit zijn woning aan den boulevard de Ruy- ONTWAAKT. Ik snelde de kamer uit, terwijl de men langs mijne wangen rolden, en ijn hart vervuld was met een gemengd voel van vreugde en verdriet, hoop vrees, dat niet met woorden kan orden geschetst. En toen sloop Macari's logen uit hare huilplaats en greep mij als het ware de keelklampte zich aan mij at, worstelde met mij, en riep: Het waar 1 Stoot my van u af, maar töch het waar 1 Wel waren het de lippen :q een ellendeling die tot mij spraken, aar dezen éenen keer spraken zij de aarheid. Indien dit niet zoo ware, aartoe diende dan die misdaad Men igaat zoo licht geen moord 1 Zelfs nu, terwijl het oogenblik waar om ik zoo vurig gesmeekt en zoo innig naar verlangd had, was aangebroken, nu rede en begrip aan mijn arme lieve ling waren weèrgeschoukeu, werd ik overvallen, overwounen en ten bodem geslagen door die valsche logen die ook waarheid kon bevatten. Wy zijn vreemdelingen voor el kander, zij kent my niet, riep ik, laat mij bewijzen dat deze logen een logen is, of laat ons voor eeuwig vreem delingen blijven 1 Maar hoe het te bewijzen Hoe kon ik Pauline er naar vragen Of, indien ik het waagde dit te doen, hoe kon ik op een antwoord hopen En zelfs wan neer zij mij zoude antwoorden, zouden hare woorden mij voldoening schenken O, dat ik Ceneri kon spreken 1 Hoe laag hartig hij ook mocht wezen, gevoelde ik toch, dat hij in geen geval zulk een karakterloos booswicht was als Macari. Door zoodanige overdenkingen gedre ven, vormde ik een wanhopig plan. De metisch wordt somwijlen aangespoord om vreemdsoortige en wanhopige dingen te doen als zijn leven op het spel staat voor my gold het meer dan het le ven. Het was de eei, het geluk, al les voor twee menschen Ja, dat zou ik doenHoe onzinnig 't plan ook scheen,ik zou naar Sibe rië gaan, en, indien geld, volharding, gunst of kracht mij van aangezicht tot aangezicht met Ceneri kon brengen, dan zou ik de waarheid, de volle waar heid van zijne lippen vernemen. Dwars door Europa en Azië heen, om een onderhoud vau éen uur met een Russisch staatkundig gevangene. Het was een onzinnig plan, en töch was ik vast besloten het ten uit voer te brengen. Mocht het al krank zinnig wezen, dan zoude bet ten minste het zekerste zijn om mij voor te lichten bij de maatregelen, die ik gedwongen zoude worden te nemen. Ik wilde niet in woeste vaart op myn doel toesnellen, en mijn poging vruchteloos zien maken door een of ander ondergeschikt persoon of belang. Neenik moest mij op weg begeven met hulpmiddelen wier over wegende kracht niemand zou durven betwisten. Geid, een der belangrijkste hefboomen, bezat ik in overvloed en was ik bereid in ruime mate te beste den, maar er bestonden nog anderen, die even onmisbaar waren, en dus moest ik mij beyveren ook die machtig te wor den. Ik wilde rustig en stelselmatigtte werk gaan, want er zouden nog ver scheidene dagen verloopen eer ik het mocht wagen Pauline te verlaten. Al leen wanneer alle denkbare gevaar ge weken was, kon ik mijn reis aanvaar den. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1911 | | pagina 1