ONTWAAKT.
No. 1617.
Woensdag 24 Mei 1011.
20' Jaarg
CWCCU
Binnenland.
FEUILLETON.
Abonnement per O maanden ƒ0.50, franco per post
door het gelleele rijK 0.55, voor Belgis ƒ0.62'' en voor
Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren
en brievengaarders.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Uit blad verschijnt elkeu Dlusdaff- en Vrijdagavond by den uitgever C. OIELEHA.M te Breskens.
Vaccine.
De Tweede Kamer heeft zonder h'oof-
ilijke stemming aangenomen eene wij-
ging der wet op de besmettelijke ziek-
D.
Zij bedoelt aan niet-ingeënte onderwij-
ire of leerlingen voortaan toestemming
verleenen tot toelating in de school,
dien van twee geneeskundigen eene
rklaring wordt overgelegd, dat van de
enting tegen de pokken voor de ge-
ndheid van den persoon te wiens be-
leve de verklaring wordt overgelegd,
jzonder gevaar te duchten is. Deze
irklaring blijft gedurende drie jaren
in kracht. Voorts zullen personen, die
»nder goed gevolg eenmaal zijn inge-
»t, gedurende éen jaar tot de school
orden toegelaten.
In de algemeene aanneming van dit
itwerp in zijn geheel ligt klaarblijke-
k ook opgesloten de verwachting, dat
e Nederlandsche geneesheeren, die de
swuste verklaring hebben af te leggen,
derdaad zonder uitzondering het ver
ouwen waardig bij)ken, dat de wet in
un eerlijkheid, onderscheidingsvermo-
sn en gezond oordeel stelt.
Al ging 't zonder hoofdelijke stem-
ling, evenwel niet zonder gedachten-
isseling.
Den heer Heemskerk, broeder van den
linister en afgevaardigde voor Rotter-
urn ging dit ontwerp lang niet ver ge-
oeg. Nekvliesontsteking en tuberculose
ouden, volgens zjjne meening, met de
lenting, die hij bloedvergiftiging noem-
8, verband. Maar de heer Heemskerk
wel een deskundige op financieel ge-
ied, hij was destijds betaalmeester
e Sas van Gent doch allerminst een
eneeskundige.
Ook de heer Lohman pleitte voor al-
eheele afschaffing.
Maar de minister schijnt er niet aan
a denken zoo'n voorstel te doen.
Verbindingsweg tusschen Zee
land en Noord-Brabant.
Zaterdagmiddag werd te Vlissingen,
nder voorzitterschap van den heer jhr
mr E. A. O. de Casembroot, eene ver
gadering gehouden van de commissie tot
het verkrijgen van een rijweg tusschen
Zeeland en Noord-Brabant.
Mededeeling werd gedaan van een
schrijven van den minister van water
staat, waarin als de meening van den
minister wordt kenbaar gemaakt, dat
het door de commissie ingezonden be
dijkingsplan, waarmede de aanleg van
een verbindingsweg tusschen Noord-Bra
bant en Zeeland bezuiden den spoorweg-
dam door de Oosterschelde gepaard zou
moeten gaan, als ontijdig moet worden
beschouwd.
Door de weldra in uitvoering komen
de bedijking ten noorden van den spoor-
wegdam, zal echter gelegenheid worden
verkregen een kortoren en niet kostbaar
der verbindingsweg tusschen Zeelanden
Noord-Brabant aan te leggen, dan de
door commissie bedoelde.
Aan Ged. Staten is door den minister
bericht, dat te zijner tijd voor den aan
leg van den door den minister bedoel
den weg op flnancieelen steun van het
Rijk zal kunnen worden gerekend.
Ook van Ged. Staten van Zeeland
was een schrijven ingekomen, waarbij
o. m. blijkt dat zoodra de provinciën
Zeeland en Noord-Brabant mochten be
sluiten tot den aanleg van een weg be
noorden den spoorwegdam, dan is de
minister bereid te vorderen dat daar
voor van rijkswege eene subsidie worde
verleend tot een bedrag van de helft
van de kosten van aanleg, volgens een
nader goed te keuren plan. Daaraan
verbindt de minister echter o.m. de
voorwaarde, dat de beide provinciën
zich met het onderhoud belasten, ieder
voor zooveel haar aangaat.
De commissie dient dus terug te kee-
ren tot haar oorspronkelijk plan, nl. het
aanleggen van een weg aan den voet
van den spoordam.
Er werd door enkele leden gewezen
op de moeilijkheid wie de kosten van
den weg zal betalen. Het rijk geeft de
helft van de kosten en Noord-Brabant
wil slechts betalen voor zoover de weg
in die provincie ligt. Het gedeelte voor
Noord-Brabant is echter veel kleiner
dan in Zeeland en nu zal de moeilijk
heid worden om van de provincie Zee
land de noodige gelden te verkrijgen.
Er werd op gewezen dat wanneer de
provincie Zeeland subsidie geeft er wel
de gebruikelijke voorwaarde aan ver
bonden zal worden dat ook belangheb
benden een gedeelte moeten bijdragen.
Wordt deze eisch gesteld dan zal er
van de zaak waarschijnlijk niet veel
komen.
Anderzijds was men van meening. dat
het hier een beslist provinciaal belang
betreft en het dus wel mogelijk is, dat
de .provincie van het gehuldigde prin
cipe, om slechts een bijdrage te geven
als ook belanghebbenden in de kosten
betalen, zal afstappen en de benoodigde
som in zyn geheel zal toekennen. Als
de provincie dit niet doet, dan wordt
de mogelijkheid den weg té verkrijgen
veel moeilijker.
De heer Hombach zeide, dat de kos
ten van den weg f 40.000 zijn, waarvan
dus het rijk f20.000 zal bijdragen. Dan
zou er voor de provincie eveneens f
20.000 overblijven. Wil de provincie
echter slechts de helft betalen, dan zul
len belanghebbenden f 10.000 moeten
betalen. Dit geld is wel te verkrijgen
uit een leening, waarvan de rente slechts
f50.) bedraagt.
Hjj meende, dat dit bedrag gemakke
lijk gevonden kan worden.
De heer Van Niftrik stelde voor aan
Ged. Staten van Zeeland en Noord Bra
bant te verzoeken ieder de helft van
de kosten van den weg te betalen, uit
iedere provincie dus een kwart van den
geheelen weg, daar het rijk de helft
wil betalen.
Door het aanleggen van den geprojec-
teerden weg komt men niet op gronden
van den Bathpolder.
Goedgevonden werd dat de voorzitter
en secretaris van de commissie persoon
lijk de Commissarissen der Koningin en
griffiers in Zeeland en Noord-Brabant
zullen bezoeken om de zaak nader mon
deling toe te lichten.
Breskens, 23 Mei 1911.
BRESKENS. Aan de uitkomsten der
9e tien-jaarlijksche volkstelling is, voor
wat deze gemeente betreft, het volgen
de ontleend
De werkelijke bevolking bestond uit
1112 m. en 1086 vr. samen 2198, waar
van in de marechaussee-kazerne 6 ra. en
4 vr., in het diaconie-huis der Ned. Herv.
Gem. 3 m., 3 vr. in overige huizen 999
m., 1029 vr. en op schepen 104 m., 50 vr.
De kerkeljjke gezindte der ingezetenen
was als volgt: Nederd. hervormd 896
m., 891 vr.remonstrant 1 m.christ.
gereform. 10 m., 11 vr.doopsgezind 6
m., 2 vr.Evang. Lutersch 9 m., 4 vr.
behoorende tot de geref. kersen 7 m.,
18 vr.roomsch-katholiek 57 m., 51 vr.;
oud-roomsch 1 vr.tot eene andere
kerkelijke gezindte behoorende 04 ni.,
65 vr.en tot geene kerk. gezindte be
hoorende 62 m., 143 vr.
BRESKENS. Bij de gisteren gehou
den verkiezing voor een Notabele der
Ned. Herv. Gem. alhier is gekozen de
heer Jac. van Kampen met 9 stemmen.
Voorts waren uitgebracht op de hee-
ren D. Luteijn-Becu en J. Lijk olk 2st.
SCHOONDIJKE. Ter verkiezing van
een lid van den Gemeenteraad in de
vacature wijlen-A. van Male, zijn can-
didaat gesteld de heeren J. Risseeuw-
Leenhouts (a.-rev.) en Iz. van de Sande
(lib De stemming heeft plaats Dinsdag
30 Mei a.s.
GROEDE, 20 Mei. In de heden ge
houden vergadering van ingelanden van
het waterschap Groot en Klein Baar-
zande werden op de voordracht geplaatst
ter benoeming van een gezworene we
gens periodieke aftreding, de heeren
FS4—
13.
Ik denk dat hij, even als zoovele
irideren zullen doen, alles geloofde
wat ik hem verhaalde, behalve dat éene
inverklaarbare voorval. Doch ook dit
rerwierp hij niet geheel, gewoon als hij
was aan zeldzame inbeeldingen en gril
len van het voorstellingsvermogen. Aan
beide schreef hij de oorzaak van het
ongeval toeiets dat ik zeer natuurlijk
tond. Maar, welke bemoediging of
hoop kon hij mij geven?
Zooals ik u reeds vroeger zeide,
Mr Vaughan, sprak hij het geval, dat
«en mensch voor langen tijd de herin
nering aan het verleden verliest, en dan
het einde van den draad waar deze af
brak weder opvat, staat niet alleen. Ik
01 uwe vrouw komen zienmaar zoo
als de zaak thans staat, komt het mij
meer als een kersen-koorts voor, waar
voor geen specialiteit vereischt wordt.
Ik zou u willen verzoeken mij te ver
wittigen als deze koorts haar verlaten
heeft, dan zal ik komen. Naar ik ver
onderstel zal haar gebrek dan geweken
zijn doch dan zal zy het leven weder
aanvangen bjj het oogenblik waarop haar
geest voor het eerst omfloerst werd.
Dan zult zelfs gy, haar echtgenoot, een
vreemdeling voor haat zijn. Haar geval,
ik herhaal dit, is meermalen voorgeko
men, doch naar ik denk, nimmer onder
zulke zeldzame omstandigheden.
Ik verliet den geneesheer en begaf
mij naar den verhuurder van het huis
in Horace street. Ik ontving de sleu
tels en deed terloops eenige vragen.
Zoo vernam ik dat het huis op het
tydstip van den moord voor eenige we
ken gemeubeld verhuurd was geweest
aan een Italiaanscb heer, wiens naam
men echter vergeten had.
Hij had de huur vooruit betaald, bij
gevolg had men het onnoodig geacht
naar hem te informeeren. Het huis was
na dien tijd onverhuurd gebleven, om
de eenvoudige reden, dat de huurprijs
voor vele lieden te hoog was.
Ik gaf m(jn naam en woonplaats op
en nam de sleutels in ontvangst, en
bracht het overige van den namiddag
door met het huis van de vliering tot
den kelder te doorzoeken, doch mijn
moeite bleef onbeloond. Er was, naar
ik geloofde, geen enkele plaats waar het
lijk van een slachtoffer zou hebben kun-
non verborgen worden, en evenmin een
tuin om het te begraven.
Ik bracht de sleutels terug en zei dat
het huis niet geschikt voor mij was.
Daarop keerde ik naar huis terug, en
sloot mij op met mijn verdriet, terwijl
Macari's logen mij het bart verteerde.
En dag aan dag ging zj] voort met
knagen en ondermijnen, tot mij eindelijk
bericht werd dat de crisis voorbij was;
dat Pauline buiten gevaar, en weder
zichzelve was.
Hoe dezelfde? Dezelfde die ik slechts
gekend had, of dezelfde vóór dien heil-
loozen nacht? Met kloppend hart snel
de ik tot haar. Zwak, uitgeput, zonder
de kracht om zich te bewegen of te
spreken, opende zij hare oogen en keek
mij aan.
Het was een blik vol bevreemding
waar niet de minste herkenning uit
sprak, maar het was de blik van terug
gekeerde rede. Zy kende mij niet. Het
was zooals de geneesheer voorspeld had.
Ik had evengoed een vreemdeling kun
nen zijn voor deze schoone oogen toen
zij zich openden, mij aanstaarden, en
zich toen weder afgemat sloten.
(Wordt vervolgd,)