tr
mtttt
20° Jaarg,
ett A^orfeniieMai? poor ^oottiPf-oI^^farttt^oron.
Binnenland.
FEUILLETON»
"ONTWAAKT.
BRESKENSCHE COURANT.
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijtt 0.55, voor België ƒ0.025 en voor
Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren
en brievengaarders.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond hij den uitgever C. DIELF.MAiM te Hrcskens.
Inkomende rechten.
In het ontwerp-tariefwet nemen de
meelrechton een niet onbelangrijke plaats
in.
Het verbruik van meel in ons land ten
behoeve van menschelijk voedsel kan
geschat worden op 460 millioen K.g. 's
jaars.
De binnenlandsche maal industrie voor
ziet in deze behoefte gemiddeld voor3'6
of 270 miilioen kilos/5 of 180 millioen
kilo worden uit den vreemde ingevoerd.
Indien een recht van 40 cent per 100
K.G. den prijs met evenveel doet stijgen,
zal de Nederlandsche bevolking dus voor
eene hoogere uitgaaf komen te staan
van f 1.800.000, waarvan slechts f720.000
in de schatkist zullen vloeien en het
overige den industrieel ten goede zal
komen.
Valt misschien aanmerking te maken
op de cijfers of zou kunnen beweerd
worden dat niet de volle 40 cent ten
bate van de industrie zal komen, daar
deze tot prijsvermindering zullen over
gaan, dan zullen echter de invoeren ver
minderen en de schatkist zal dus nog
minder ontvangen.
De Bakkersbond in Friesland heeft
eene algemeene vergadering gehouden
en met bijna algemeene stemmen eene
motie aangenomen, waarbij zij overweegt,
dat heffing van invoerrechten op meel
of bloem noch voor de tegenwoordige
regeering, noch voor een der politieke
partijen een beginsel-kwestie is, als haar
overtuiging uitspreekt, dat uit zulke in
voerrechten groote nadeelen voor den
bakkersstand zullen geboren worden, en
besluit met alle kracht tegen belasting
op meel of bloem te ageeren-
Zij besloot tevens aan den minister
van financiën een schrijven te richten
waarin duidelijk wordt omschreven, dat
ook een invoerrecht op sucade zeer na-
deelig voor de Friesche bakkers zal zijn,
die veel honigkoek bakken.
Zooals het met het meel zal gaan, zoo
zal het met zoovele andere artikelen
gaan.
Men wete dat de Nederlandsche jute-
industrie op de wereldmarkt mede dingt.
Leidde men daaruit het vermoeden af,
dat de voortbrengings-voorwaarden van
die industrie hier te lande niet ongun
stig zijn, zoodat in het binnenlandsch
afzetgebied nog wel iets van de 5 pCt.-
rechten thans geheven als bijkomstige
bate, zal worden geboekt. Thans ziet
men niettemin op eenigszins verrassen
de wijze dit recht tot 10 pCt verhoogd.
Nu valt met volkomen zekerheid te
voorspellen, dat niet de schatkist maar
de iute-fabrikant de vruchten dezer ver
hooging zal plukken, en in dit geval zal
nog wel ten nadeele van land- en tuin
bouw en tal van industrieën die onbe
schermd bleven en die ook met geen
enkel beschermend recht kunnen gehol
pen worden. In plaats van vrijheid die
zij behoeven, komt het ontwerp hen
verzwaring van lasten brengen.
Met manufacturen zal het niet anders
gaan. In weerwil dat men daarvan een
groote opbrengst uit het recht, zal dit
integendeel niet verkregen worden.
De verhooging der rechten tot 12 pCt
op glas- en aardewerk, een artikel van
algemeen belang, moet onwillekeurig
aanleiding geven tot voor de regeering
minder vleiende opmerkingen zegt de
N. R. Crt.
We lezen verder dat de Alg. Ned.
Bond van Schoenfabrikanten volgende
weok te Tilburg een algemeene verga
dering zal houden tot behandeling van
een voorstel in zake het tarief van in
voerrechten, voor wat de lederindustrie
betreft.
De „Rott." geeft een aardige anecdo
te van Prins Hendrik. Z. K. H. houdt
er van om incognito, slechts vergezeld
van zijn hondje, wandelingen te doen
in de Residentie, daarbij zich niet be
perkend tot de hoofdstraten, maar ook
meermalen een bezoek brengende aan
de volksbuurten, ten einde het leven
daar eens gade te slaan.
Zoo gebeurde het, enkele dagen gele
den, dat de Prins op een dier wande
lingen, in een omtrek van het station
der Holl. Spoor (een echte volksbuurt)
was aangeland en al wandelende ten
slotte in de Van Ravtsteijnstraat arri
veerde.
Hiei wist de Prins geen weg meer
en daarom richtte hij zich tot een voor
bijganger een werkman, met de vraag
Kunt ge mij ook den weg wijzen naar
de Groenmarkt? O, jawel, mijnheer,
antwoordde de man, maar dat is een
heel eind. Toevallig moet ik ook dien
kant op laten wij dan samen gaan.
De Prins vond dit goed en beiden
wandelden naar de Groenmarkt. Hier
aangekomen liet Z. K. H. den arbeider
oens opsteken, bedankte hem vriendelijk
en nam joviaal afscheid.
De man keek vreemd op, toen hij
later hoorde, dat hij met Prins Hendrik
had gewandeld.
Aan de Tweede Kamer is een adres
gezonden door het hoofdbestuur van den
Bond van Nederlandsche Onderwijzers,
naar aanleiding van het wetsontwerp
tot verhooging van het subsidie voor de
bouwkosten der bijzondere scholen.
Naar de meening van adr. zal de aan
neming van dit wetsontwerp niet kun
nen bijdragen tot verbetering van volks
onderwijs, maar kan integendeel slechts
ten gevolge hebben een voortgaande split
sing onzer lagere scholen. Een derge
lijke splitsing moet vooral in kleinere
gemeenten voor het lager onderwijs de
meest treurige gevolgen hebben, en
dient daarom in geen geval nog meer
te worden in de hand gewerkt.
Daarom bepleit adr. in het belang
van ons lager volksonderwijs, bedoeld
wetsvoorstel niet aan te nemen.
Berichten van Sofo melden, dat de
Nederlanders het eiland Palmas in bezit
hebben genomenzij streken de Ameri-
kaansche vlag en vervingen die door de
Nederlansche vlag.
Het verluidt, dat de Vereenigde Sta
ten van Amerika daartegen niet in ver
zet zullen komen, daar zij het oiland
als waardeloos beschouwen.
Uit Washington wordt gemeld
De regeering heeft geenerlei Leiicht
betreffende het eiland Palmas ontvan
gen, maar een ambtenaar zegt, dat, af
gescheiden van de gevoelsquaestie, hot
onverschillig is, wiens vlag daar waait.
Aan het departement van buitenland-
sche zaken was nopens het in bezit
nemen niets bekend, doch het is moge
lijk dat door een defect aan een stuk
kabel vertraging in de mededeeling heeft
plaats gehad.
Ook aan het departement van kolo
niën had men geenerlei bericht ontvan
gen. Over de souvereine rechten van
Nederland op dit eiland, is reeds gerui-
men tijd diplomatieke gedachtenwisse-
ling gaande. Bij de jongste begrooting
heeft de minister in de memorie van
antwoord verklaard, dat de diplomatieke
gedachtenwisseling over de souvereini-
teit plaats heeft. Het eiland zelf is
reeds sinds de 16 eeuw Neerlandsch
grondgebied. Er is een kampong van
40 huizen op gevestigd aan het hoofd
waarvan een Inlandsch Hoofd staat,
aangesteld door den president van Me-
nado,
In het contract dat de Vorst van
Kandhar Taroena van 22 November
1899 gesloten heeft is de bepaling op
genomen dat het landschap van dien
Vorst o.a. de groepen der Mazoena ei
landen, waarondor ook het eiland Mian-
gas op Palma.
Op het eiland waait de Nederlandsche
vlag.
Breskens, 2 Mel 1911.
De heer J. G. Meijer te Groedo zal
eervol ontslag aanvragen als secretaris
ontvanger van het bestuur der water-
keering van het Calamitous Waterschap
Oud en Jong Breskens en als ontvan
ger-griffier van het Waterschap Groot
en Klein Baarzande.
-e—
67.
Zoo schitterend verlicht dat ik met
een enkelen oogopslag alles wat het
vertrek bevatte, kon waarnemen. Elk
meubelstuk, de schilderijen aan de wan
den, aan het einde de donkere gordij
nen, waarmede het venster bedekt was,
de spiegel boven den haard, de tafel in
het midden, waarop een groote lamp
brandde. Dit zag ik,en nog meer I
Want om die tafel zaten vier mannen,
en het gelaat van twee hunner was mij
zeer goed bekend 1
De man tegenover mij, die over de
tafel heen leunde, waarop zijne handen
lagen uitgestrekt, wiens trekken van
onrust en verbazing getuigden, wiens
oogen op een in zyne nabyheid zijnd
voorwerp gevestigd waren, die man
was Ceneri, de Italiaansche docter, Pau
lino's oom en voogd.
De man, die zich dicht naast Ceneri
bevond, die in de houding stond van
iemand die gereed was een ander aan
te vallen, wiens gelaat woede en harts
tocht verried, wiens donkere oogen vlam
men schoten, die man was de En-
gelsch-sprekende Italiaan, Macari, of,
zooals hij zich thans noemde, Anthony
March, Pauline's broeder. Ook hy staar
de naar hetzelfde voorwerp als Ceneri.
De man op den achtergrond, een
kort ineengedrongen man met een lit-
teeken over zijn wang, was mij on
bekend. Hij keek over den schouder
van Ceneri heen, in dezelfde richting.
En het voorwerp waarop zij allen
staarden, was een jonge man, die uit
zyn stoel scheen te vallen en wiens
handen naar het gevest van een dolk
grepen, waarvan het lemmet in zyn hart
geboord waszooals ik wist, door een
die over hem heen gebogen stond. Dit
alles zag ik en begreep ik in éene se
conde. De houding van elk hunner, ik
nam het gansche tooneel in mij op, zoo
als men met éen enkelen blik de strek
king en bedoeling van een schilderstuk
begrijpt. Toen liet ik Pauline's hand
los en sprong overeind.
Waar was de hel verlichte kamer?
Waar waren de figuren die ik gezien
had Waar was het droevig tooneel dat
voor mijne oogen was afgespeeld Als
in de ijle lucht verdwenen. De kaars
verspreidde een dof licht achter mij, en
de voorkamer lag in het duister. Pauline
en ik waren de eenige levendige schep
sels, die zich daar bevonden
Het spreekt van zelve dat het een
droom was. Wellicht onder de gegeven
omstandigheden, geen onnatuurlijke.
Wetende wat mij reeds omtrent de
misdaad die hier gepleegd bekend was,
mij overtuigd houdende dat Pauline bij
het bedrijven er van tegenwoordig was
geweest, opgewonden door de gebeurte
nissen van dezen avondPauline's
vreemdsoortige wandeling, haar plotse
ling gezang van hetzelfde lied dat ik
voorheen gehoord had, met hetzelfde
einde, het is waarlijk geen wonder,
dat ik mij zulk een tooneel voor den
geest haalde en dat ik de eenige perso
nen, die op welke wijze dan ook tot
mijne arme vrouw in betrekking ston
den, een plaats gaf in dit levendig vi
sioen of droombeeld.
Maar toegestemd dat een mensch twee
maal, zelfs driemaal nauwkeurig den
zelfden droom kan hebben, is het even
wel onbestaanbaar, dat hij hem zoo dik
wijls kan droomen als hij verlangt. En
toch was dit met mij het geval.
(Wordt vervolgd.)