ONTWAAKT.
No. 1608.
Zaterdag 22 April 1911.
20- J «g>
l icit tbs- C« Jl^ccfcitficBIa^
tWf ^ccitu^clK^raati6crcit
Binnenland.
t?
°«S>
to.
1.2
>0
0.31
.am
scie
loc
he
iffi
Z
Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post
door het geheele rijK 0.55, voor België ƒ0.625 en voor
Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling.
Abonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren
en brievengaarders.
Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke
gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats
ruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag
middag te twee ure.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond by den uitgever C. DIELEMIV te Breshens.
Volksonderwijs.
Den Heer Redacteur der Breskensche
Courant.
Beleefd verzoek ik voor onderstaande
nog eenige plaats in Uw blad.
Ten eerste om U mijne verontschul
diging aan te bieden voor de fout, die
waarschijnlijk is gemaakt. Ten deele is
U echter daarvan ook de schuld. Het
zal toch wel onder de goede persmanie
ren behooren (ik ben maar een leek en
kan het wel verkeerd hebben) stukken,
die men niet accepteert, dan ook terug
le zenden. Hadt U dat gedaan, dan
was de fout niet gemaakt. Nu moest
ik van een potloodkrabbel overnemen
waar ik de bewuste regel had doorge
haald. Het is mogelijk dat mijnen boek
houder, wien ik den brief liet schrijven,
door vergissing myu eerste schets in
handen gekomen is, waar die regel wel
in stond.
Op het schrijven der commissie wensch
ik niet in te gaan. Wat door haar ouk
zal worden gedaan, van mij zal geen
antwoord komen.
Alleen dit nog. Mijne meoning vervat
in mijn eerste schrijven staat nog kaars
recht, zij is noch door U, noch door
het schrijven der commissie omverge-
Btooten.
Wij zullen blijven voortgaan met
goede middelen de belangen der chris
telijke school voor te staan. Mochten
onverhoopt de voorstanders van het
Openbaar Onderwijs andere middelen ge-
biuiken, dan hopen wij niet met ge
lijke munt te betalen, maar met dezelf
de goede middelen te b 1 ij v e n door
gaan. De tyd zal wel leeren welke
manier de beste is.
Met beleefden dank voor de plaatsing
dezer regelen teekent,
Hoogachtend,
I. VAN MELLE.
Het deed ons genoegen bovenstaand
schrijven te ontvangen. We geven 't
gaarne een plaats aan het hoofd van
ons blad, te meer omdat we er nog een
enkel woord aan willen wijden.
De verontschuldiging die de geachte
schrijver ons aanbiedt, accepteereu we
met een bepaalde zelfgenoegzaamheid
we beschouwen haar als een uitvloeisel
van do ridderlijkheid, waarmede de heer
v. M. van ons vergde eene verkeerde
voorstelling in te trekken, waaraan we
evenwel niet konden voldoen omdat ze
eerstens niet van ons was en tweedens
wijl de verkeerdheid geenszins was aan
getoond.
De bijsmaak waarmede de veront
schuldiging is gekruid, kunnen we niet
al te nauw nemen ze verwekt de in
druk dat die erkenning zwaarder valt,
dan maar klakkeloos wat op het papier
te smijten, waarmee weinig anders be
doeld scheen, dan onzen goeden naam
aan de verachting van het publiek prijs
te geven.
Laat ons, mijnheer van Melle, u dan
verder zeggen, dat de aan eene redactie
toovertrouwde stukken nimmer worden
teruggegeven. Ge waart dus inderdaad
een leek toen ge verondersteldet, dat
dergelijke teruggave tot de goede pers
manieren behoort.
En dat bleek ook ten overvloede uit
de overweldigende kwalificatie waarme
de u ons overlaadde en bezwaarlijk als
ernstig gemeend kon zijn bedoeld en als
zoodanig kon worden opgevat.
Op uw woord moeten we aannemen,
dat het krabbelend ontwerpje schuld
heeft aan de niet juiste overbrenging
van uw fataal schrijven in een ander
blad.
Toch moet ons daarbij de opmerking
uit de pen, dat dit krabbelwerk met
geen enkel woord afweek van de copie
die wij ontvingen, dan juist de wegla
ting ^der eene zinsnede, die uw ontsie
rend schrijven tot een walgelijk stuk
maakte. Dat dus voor een oogenblik
de gedachte bij ons opwelde, dat dit
opzettelijk was weggelaten, is niet onze
schuld.
Vergun ons, nog éen oogenblikje hier
bij te verwijlen. In uw fataal schrijven
in het Advbl. verklaarde u hooghartig,
dat, wat in het redactioneel gedeelte
voorkomt ook is voor verantwoording
van de redactie. En in weerwil dat
het gewraakte stukje „Volksonderwijs"
niet anders was, dan een relaas van het
inleidend woord ter vergadering gespro
ken, en mitsdien niet voor onze verant
woording kan genomen worden, stelde
u dit toch uitsluitend op onze rekening.
In hoe geheel ander licht komt nu
die dringende eisch, waar uw schrijven,
hetwelk uwe handteekening draagt, ze
kerlijk voor uwe verantwoording is, al
thans stellig niet voor die van een uwer
ondergeschikte dienaren, die ge thans
als 't ware verantwoordelijk zoudt wil
len stellen, voor een fout die hij mis
schien kan gemaakt hebben, doch, daar
daar het stuk, nh te zijn geschreven
door u is onderteekend, in elk geval
door u is gesanctioneerd.
Men kan bezwaarlijk veronderstellen
dat iemand, die de verantwoordelijkheid
te onzen opzichte zoo hoog opvoerde,
zelve een verantwoordelijkheid zou wil
len aanvaarden zonder de draagwijdte er
van te beseffen en door van den inhoud
geen voldoeudo kennis te dragen.
Indien voorts de geachte schrijver zijn
amende honorable ook mocht willen
brengen onder de oogen der lezers die
hij oorspronkelijk met zijn fataal schrij
ven en deszelfs onnoodige frauje ver
gastte, dan zouden we, na deze toelich
ting, volkomen tevreden kunnen zijn en
zou mede aan de door hem in het de
bat gebrachte ridderlijkheid alle recht
zijn wedervaren.
Het verdere gedeelte hetwelk kan
worden geacht te zijn gericht aan het
adres van het Bestuur van Volksonder
wijs, kunnen w ij veilig laten rusten.
De vaststelling van het tijdstip van
het bezoek van H. M. de Koningin aan
den Koning en de Koningin van België
te Brussel, kan eerst verwacht worden
nadat het koninklijk echtpaar van zijn
reis naar het Oosteu tegen het einde
dezer maand te Brussel zal zijn terug
gekeerd.
Het bezoek echter zal voorafgaan aan
de komst in de eerste dagen van Juli
van president Fallières.
- De heer C. J. J. A. van Teijlin-
gen lid der Staten van Zeeland voor het
district Middelburg heeft als zoodanig
zijn ontslag ingezonden.
De verkiezing, stemming en horstem
ming zijn door Ged. St. bepaald op
Vrijdag 2, en Dinsdagen 13 en 27 Juni
a.s.
Breskens, 21 April 1911.
Naar wij vernemen is door een twee
tal oud-ingezeteuon dezer gemeente,
thans te 's Gravenhage een bedrag van
fla en f10 toegezonden aan het be
stuur van Volksonderwijs alhier uit
groote belangstelling voor do belangen
van het openbaar onderwijs te dezer
plaatse.
Men verzocht ons te willen mel
den dat eene gehoudeu collecte tijdens
het diner dat de burgemeester en mevr.
van Zuijen aan hunne gasten gaven,
ten behoeve eener tuberculose-lijderes
f22 heeft opgebracht.
Naar wij vernemen zal het school
feest aan de Nieuwe Sluis gehouden
worden op Vrijdagnamiddag 28 April
Te Biervliet wil men dezen zomer
het 75-jarig bestaan der muziek-socie-
teit „Harmonie" met een internationaal
festival vieren.
En te Sluis worden pogingen aange
wend om, ter bevordering van het vreem
delingen-verkeer, eveneens een muziek
feest te organiseeren.
FEUILLETOIS.
64.
Waarom zoude ik die, hoe zwart don
ker het was, niet vinden Ik kende
Jen weg maar al te goed 1 Reeds vroe
ger had ik haar in duisternis bereikt en
bovendien had ik deze ruimte vaak in
myne droomen doorkruist.
Als een plotselinge openbaring ver
scheen de waarheid voor mijngeest. Zij
kwam reeds in mij op, toon de sleutel
in het slot omdraaide. Ik bevond mij
in hetzelfde huis waarheen ik nu voor
drie jaren geleden verdwaald was.
- Ja, het was zooals ik verwachtte!
- zooals ik mij vast en stellig over
tuigd hieldDezelfde trap en de drem
pel van de deur op de juiste plaats waar
ty moest wezen,
Het was mij alsof ik de gebeurtenis
sen van dien vreeselijken nacht opnieuw
doorleefde, zelfs met dezelfde duisternis
om mij heen als toen. Doch ik overwon
mijne verbeelding.
Waar was Pauline? Toen ik mij zelf
weder meester was, begreep ik de nood
zakelijkheid van licht. Mijn lucifers uit
den zak halende streek ik er een aan
en trad bij het licht daarvan de kamer
binnen, die ik eens was binnengedron
gen, zonder hoop die ooit weer te ver
laten.
Mijn eerste gedachte, mijn eerste blik
gold Pauline. Daar stond zij kaars-recht
in het vertrek, met beide handen tegen
haar voorhoofd gedrukt. Do uitdrukking
van haar gelaat en oogen was weinig
veranderd, het was makkelijk waar te
nemen, dat zij nog niets begreep. Ik be
greep echter dat er een strijd in haar
binnenste plaats voDd, en ik vreesde
voor het oogenblik, waarop die verwar
ring een vorm zou aannemen. Ik vrees
de dit zoowel voor haar als voor mij.
Welke akelige voorvallen zou het mij
openbaren
De was-lucifer brandde mijne vingers,
en ik was genoodzaakt haar te laten
vallen. Ik streek een andere aan, en
keek toen om mij heen, of ik ook een
meer blijvend licht kon ontsteken. Tot
mijn groote vreugde vond ik een half
uitgebrande kaars in een kandelaar op
den schoorsteenmantel. Ik blies de dik
ke laag stof, waarmede zij bedekt was
er af, en na eenige moeite gelukte het
mij haar brandend te houden. Pauline
stond nog steeds in dezelfde houding, ik
verbeelde mij echter, dat hare ademha
ling rustiger werd. Ik kon niets anders
doen dau wachten, en terwijl ik dit deed,
liet ik mijn blik in het rond waren.
Wij bevonden ons in een ruime, vol
doend doch geenszins rijk gemeubelde
kamer; bet geheel had het voorkomen
van een gewoon huur huis. Het was
duidelijk zichtbaar, dat het sedert ge-
ruimen tijd niet bewoond was, want
elk voorwerp was dik met stof bedekt.
Ik kon mijn geest terugvoeren naar het
oogenblik, waarop ik in denzelfden hoek
der kamer stond, toen de moordenaars
zoo druk in de weer waren. Ik kon mij
de plaats herinneren waar ik op het
stuiptrekkend lichaam viel, en ik hui
verde, terwijl ik mij niet kon weerhou
den naar den vloer te zien of ik ook
sporen van de misdaad kon ontdekken.
Maar indien het tapijt nog hetzelfde
was als toen, dan was het donkerrood
van kleur geweest en verborg zijn ge
heim dus zorgvuldig. Aan het eene
einde der kamer stond een groot scherm,
en het moest van daarachter geweest
zijn, dat ik het onderdrukt gejammer
vernomen had.
(Wordt vervolgd.)