<xmm m 3$bwtimüM<xb mv ONTWAAKT. 20" Jaarg Binnenland. FEUILLETON. Abonnement per 3 maanden 0.50, franco per post door het geheele rijk 0.55, voor België /0.62'"' en voor Amerika 1 dollar voor 3 kwartalen bij vooruitbetaling. Abonnementen worden aangenomen bij boekhandelaren en brievengaarders. Advertentiën van 1 tot en met 5 regels 25 cents, elke gewone regel meer 5 cents. Groote letters naar plaats ruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdag middag te twee ure. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag;- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAN te Hrcskcns. rrroiwnwiiiiiiiiiiiiwiiiiB iibjiiiiiiimj, i mui umi Wegens het Paasch- feest verschijnt a.s. Dins dagavond de Breskensche Courant niet. DE UITGEVER. Debietrecht op tabak. Het „Weekblad voor de administratie van directe belastingen, invoerrechten en accijnzen" heeft een overzicht van de tabaksbelasting gegeven en besluit aldus Wij willen ons thans niet in beschou wingen begeven waarom men bij het voorgestelde Dobietrecht zoo weinig ge bruik heeft gemaakt van de ervaringen in andere landen opgedaan en waarom men gemeend heeft in beginsel te moe ten terugkeeren tot de toestanden, wel ke hier te lande even na de middeleou wen bestonden. Wij erkennen dat het heffen eener verbruiksbelasting bij de debitanten zeer groote voordeelen heeft. Dan toch is er nog slechts éene afwen teling noodig voor het object in handen is van don consument de verliezen, bij afwenteling steeds te lijden, zijn dan tot een minimum beperkt. Een derge lijke evenredige circulatiebelasting is echter zeer moeilijk uitvoerbaar en er bestaat zeker twijfel of dit mogelijk is met eene als directe belasting geconstru eerde heffing, gelijk dit ontwerp doet. Wij willen thans hierop geen dieper ingaande critiek leveren waar deze van alle zijden reeds niet gespaard wordt - het zou ons leed doen voor de goede bedoelingen der bouwmeesters indien de muren dezer veste reeds bij eersten ademtocht omvielen. Wij vreezen ech ter en merken op dat een zwakke be lastingwet méér schade doet aan de mo raliteit eener natie, dan eenige zedelijk- hoidswet goed kan maken. Uitstel der Stierenkeuringen in Zeeland. Naar aanleiding van een ingekomen schrijven van don Directeur-Generaal van den Landbouw, over het gevaar van uitbreiding van het mond- en klauw zeer door de Stierenkeuringen, besloot de Provinciale Commissie voor de vee- verbetering in Zeeland deze keuringen voor onbepaaldeu tijd uit te stellen. Ze zullen dus niet als gewoonlijk in Mei plaats hebben, maar worden uit geschreven zoodra zulks zonder gevaar voor den veestapel kan geschieden. ^-HU BS. Angstig en opgewonden wachtte ik, om te zien welke richting zij nu zoude nemen. Zij begaf zich regelrecht naar de deur, en legde haar hand er tegen, als verwachtte zij dat die bg hare aan raking zoude wijken. Toen scheen zij voor de eerste maal te aarzelen en on rustig te worden. Pauline, mijn liefste, zeide ik laat ons nu weder naar huis gaan. Het is donker en te laat om van avond nog hier binnen te gaan. Als gij het wilt, zullen wij morgen hier terugkomen. Zij gaf geen antwoord. Zij bleef voor de deur staan en drukte voortdurend met hare hand er tegen. Nu nam ik haar bij den arm en trachtte haar zacht Breskens, 14 April 1911. Dinsdagavond vereenigae de burge meester dezer gemeente en mevr. Van Zuyen een zeventigtal personen aan een maaltijd. Behalve familieleden en vrien den, zaten mede aan de leden van den gemeenteraad, ambtgenooten uit de aan grenzende gemeenten en verschillende rijks-, prov. polder- en particuliere auto riteiten te dezer plaatse. De rij der toosten werd geopend door mr. P. Dieleman door een dronk te wij den aan het welzijn van H. M. de Ko ningin, waarop de pianist J. L Wisse van 's Gravenhage onmiddellijk met het „Wien Neerlandsch bloed" inviel, ge volgd door het „Wilhelmus". Voorts werden hartelijke woorden ge wijd aan het feit van den avond en de gemeente Breskens geluk gewenscht en alle goeds voorspeld met de benoeming van den heer Van Zuyen. De oudste wethouder, de heer Weijk- man, beloofde voor zoover het hem in zijn hoogen leeftijd nog de kracht en de tijd werd vergund, zijne ervaring te bestemmen ten behoeve van den nieu wen burgemeester. De heer J. de Hullu, namens den raad sprekende, legde de verklaring af alles te zullen steunen wat de heer Van Zuijen in het belang der gemeente mocht wenschen te ondernemen. De heer Niermans als secretaris gaf eveneens toezegging van zijn krachti- gen steun aan deu nieuwen burgemees ter. De heer Roggeband als schoonvader weg te voeren. Zij verzette zich ech ter met een kracht, die ik haar nimmer zoude hebben toegeschreven. Wat ook het aantrekkingsmiddel voor het brein van mijn arme vrouw mocht wezen, be greep ik, dat het alleen bereikt kon worden door deze deur binnen te gaan. Ik besloot dus haar ter wille te zijn. Nu ik zoo ver gegaan was, vreesde ik terug te treden. Ik gevoelde dat het noodlottig voor haar kon wezen om haar in haren tegenwoordigen toestand tegen te werken. Maar, hoe zouden wij toegang verkrijgen Er was noch boven noch beneden een spoor van licht te ontdekken. Men kon aan alles bemerken dat het geheel on bewoond was. De verhuurder, wiens naam op het billet stond, woonde een mijl verder, en zelfs wanneer ik het gewaagd zoude hebben om Pauline al leen te laten en hem te gaan zoeken, zou deze tocht op dit late uur toch van den heer Van Zuijen sprak zijn hartgrondigen dank voor zoovele bewij zen van sympathie met de benoeming van zijn schoonzoon tot burgemeester. Had deze eervolle benoeming hem met vreugde vervuld, ze had hem ook be zorgd gemaakt, want de moeiten aan dit ambt verbonden zijn vele. Nu ech ter van allo zijden, van waar dit komen moet, zooveel steun en medewerking is toegezegd, is die bezorgdheid verre weg genomen, en gaat hij hoopvol de toe komst tegemoet. Ook bracht hij dank aan allen die op zoo verschillende wij zen de dag der benoeming en der instal latie tot een blijden feestdag hebben gemaakt. De heer Neeteson, burgemeester van IJzendijke, wenschte namens zijne col lega's don heer van Zuijen geluk met zijne benoeming en nam hem gaarne op in den kring zijner ambtgenooten. De heer James, deed als schoolopzie ner een beroep op de hartelijke mede werking van den burgemeester, waar door de goede naam der gemeente Bres kens in zijn ambtsgebied, gehandhaafd blijve. De heer Weiman, postdirecteur, moest, als tijdelijk inwoner der gemeente krach tens zijne positie, constateeren, dat de gemeente, in welke hij zich niet thuis gevoelde, in de laatste 14 dagen eene verandering had ondergaan, waardoor hij in staat was de gemeente meer te kunnen waardeeren. Dat was een gelukkig teeken voor den aanvang van het bestuur van den heer Van Zuijen, op wiens voorspoedige regeering hij een dronk instelde. De heer J. H. Weijkman toostte op de familiebanden met den burgemeester en de heer mr Van Bortel wijdde een dronk op mevr. Van Zuijen. De heer Dieleman als redacteur van ons blad wees op deze overeenstemming, dat de nieuwe burgemeester en hij, in dezelfde plaats het eerste levenslicht aanschouwd hebbende, thans in dezelfde plaats eene positie hadden, die ongeveer vruchteloos zijn geweest. Terwijl ik om mij heen staarde, niet wetende wat mij het beste te doen stond, een huurrijtuig te halen en mijn arm meisje er in te plaatsen; öf haar hier te laten wachten tot zij be wust werd van de onmogelijkheid om in het huis te komen, en ten laatste moede wordende, uit eigen beweging wenschende naar huis terug te keeren, kwam er een plotselinge gedachte bij mij op. Immers vroeger had mijn huissleutel eens een vreemde deur ge opend, dus was de mogelijkheid niet uit gesloten dat hij dit ook thans zoude doen. Ik wist, dat onbewoonde huizen, door zorgeloosheid of uit gemakzucht van binnen ongegrendeld bleven. Ik stak dus mijn huissleutel, (dezelf de dien ik bij een andere gelegenheid gebezigd had 1) in het slot, zonder eeni ge hoop op succes, en toen ik het slot voelde ondergaan en de deur zag wjjken, in dezelfde lijn ging; hij als leider der openbare meening beloofde den burge meester is leider der zaken in de ge meente de volle medewerking in alles wat deszelfs belangen betreft. De heer mr Dieleman reikte den bur gemeester ten slotte een album over, mot fotografiön die op de installatie be trekking hebben. Deze bracht zijn welgemeenden dank voor al die woorden en beloofde al zijne krachten aan te wenden om de belan gen der gemeente en die der ingezetenen naar behooren te behartigen. Bij de Woensdag te Middelburg gehouden aanbesteding van het maken van een aanlegplaats voor kleine zee schepen langs den Westhavendam al hier werd ingeschreven door de heeren J. M. H. van de Sande voor f 3690 en C. J. de Smit voor f3655, beiden alhier. Er zou voor ons geen aanleiding zijn op het onheusche schrijven van den heer I. van Melle terug te komen, te minder nu hij zelf heeft kunnen zien, dat, wat wij releveerden, eenvoudig een weergeven was van het op de vergade ring besprokene, en uit dien hoofde ze ker niet voor onze verantwoording kon komen, ware het niet dat hij nu een bewijs geeft van hoogst onoprecht te zijn, door aan de lezers van een an der blad zijn fataal schrijven ten beste te geven en den indruk te verwekken alsof wij verkeerd handelden door het geene plaatsing te verleenen, een indruk die evenwel verkeerd en daarom onjuist is, omdat hij daarin de zinsnede, die ons het recht geeft dat schrijven onhebbe lijk te noemen, eenvoudig weg laat. Daarop is een sterker kwalificatie dan onfatsoenlijk, van toepassing. Onze lezers zullen begrijpen, dat het ons niet lust een pennestrijd op deze wijze voort te zetten en allerminst over een zaak, die niet tot onze verantwoor ding behoorde. Meent de heer van Melle de school- doorliep mij een kille huivering, want nu mijn sleutel deze deur opende, was ik overtuigd dat dit geen eenvoudig toe val was. Toen de deur open ging, liep Pauline mij voorbg en trad zonder een enkel woord of eenige bevreemding, zonder iets dat aantoonde, dat zij meer van mijne aanwezigheid bewust was dan straks, het eerst binnen. Ik volgde haar en de deur achter mij sluitende, bevond ik mij in volslagen duisternis. Ik hoorde haar lichten snellen tred voor mij uit, ik hoorde haar de trap opgaan ik hoorde een deur openen en toen, eerst had ik al mijne tegenwoor digheid van geest noodig om mij staan de te houden en haar te volgenen scheen mijn bloed in ijswater te veran deren, mijn ledematen te verstijven en rezen mg de haren te berge, toen ik in de duisternis de gang doorliep, en zon der moeite de trap vond. (Vervolg.)

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1911 | | pagina 1